zondag 18 oktober 2009

de lange arm van de VS


Het Nederlandse bedrijf Thermon Europe B.V. is onlangs een schikking aangegaan met de Amerikaanse Exportcontroledienst (BIS) in verband met de overtreding van de Amerikaanse exportwetgeving. Het bedrijf moet een kleine dertigduizend euro betalen en als het dat niet doet krijgt het een jaar lang geen exportvergunningen meer. De schikking betreft in totaal negen overtredingen. In alle gevallen gaat het om hitte zoekende apperatuur. Om welke apparatuur het precies gaat is niet duidelijk. Vier andere dochters van Thermon trof hetzelfde lot. In totaal gaat het om een schikking van 118 duizend euro voor de Thermon dochters in Engeland, India, Japan, Nederland en Zuid-Korea bij elkaar opgeteld.


In de periode oktober 2003 tot april 2004 werd door de Nederlandse vestiging zes keer een vrachtje naar Libië geëxporteerd. (zie tabel) In augustus 2005 gingen vervolgens twee zendingen naar Syrië. Daarna leverde Thermon nog een zending aan Iran. In een aantal gevallen verliep de export via  Nederland. Zowel voor leveringen aan Iran als Sysrië was het bedrijf door de Amerikaanse moeder van Thermon gewaarschuwd. De export controle organisatie schrijft in de schikking: “Thermon Europe handelde met voorkennis, omdat op 25 februari 2005 Thermon US een email stuurde naar zijn dochters, inclusief Thermon Europe waarin stond: “producten gemaakt door Thermon US mogen niet worden verkocht naar de tien landen die op de sanctielijst van de VS staan.” De email noemde Syrië [en Iran zo wordt elders geciteerd, MB] als een van die 10 landen waaraan geen Thermon producten mochten worden verkocht.”


Met een snelle zoektocht op het internet kon ik geen enkele Nederlandse publicatie over deze zaak vinden. Ook geen antwoord op de vraag of Thermon met de leveringen de Nederlandse exportwetgeving heeft overtreden. Het is in ieder geval wel een duidelijk voorbeeld van de actieve inzet van de lange machtige armen van de Amerikaanse overheid als het er om gaat de sancties tegen landen te handhaven, ook als het gaat om buitenlandse bedrijven. De controle op de export van strategische goederen is in de VS beter geregeld dan in Nederland. Nederland weigert de handel en wandel van bedrijven die onder jurisdictie van bondgenoten staan te controleren. Dat bleek ook weer tijdens het laatste wapenexportdebat in de Tweede Kamer van dinsdag 7 oktober.


Je moet daarbij wel beseffen dat deze controle in dienst van het Amerikaanse buitenlandse beleid staat. Automatisch meegaan met de Amerikaanse veroordeling van dit bedrijf kan zijn doel wel eens voorbijschieten. Veel van de goederen die de VS onderwerpt aan een embargo zijn noodzakelijk voor civiele toepassingen. De onderstaande overtredingen vallen allemaal onder de classificatie EAR99, een verzamel begrip voor exporten die naar vrijwel alle landen zijn toegestaan en op vrijwel alle geëxporteerde goederen van toepassing. Door het zeer strikt handhaven van de sancties is het voor landen vrijwel onmogelijk die technologie in te kopen. De strafmaatregelen treffen daarmee de hele economie en de opbouw daarvan. Dat betekent dat uiteindelijk ook de mensen in die landen de dupe zijn. Echter de Amerikaanse sanctiepolitiek betreft ook gevaarlijke strategische goederen. Je kan daarom ook niet in absolute termen tegen de sancties zijn, maar moet ze stuk voor stuk in hun eigen context beoordelen.










































































Datum Vervoer Bestemming  

Classificering
Inkooporder

Nr./type
Verkoop
waarde in US$
28 okt. 2003 LibiëEAR99 TFE308529.537,60
28 okt. 2003 Libië EAR99 TU18330/EX05001829.434,08
5 dec. 2003LibiëEAR99TFE3121 2.538,52
3 feb. 2004LibiëEAR99TFE31824.751,91
27 feb. 2004 LibiëEAR99TU18330/EX0500187.915,08
19 april 2004LibiëEAR99TU18330/EX05001828.543,98
10 aug. 2005 Syrië EAR99UK 051977(1) 25.112,46
25 aug. 2005Syrië EAR99UK 051977(2)Onbekend
4 jan. 2006IranEAR9910002596247.665,80

zondag 11 oktober 2009

Wapendwedloop Noord-Afrika

Het Italiaanse Ficantieri mag Algerije vier moderne fregatten verkopen. Waarnemers vermoeden dat de levering een waarde kan hebben oplopend tot 7,9 miljard euro. In Italië is het net als in Nederland zo dat hoge militairen worden ingeschakeld om de klant te fêteren.

De doorslag gaf een gesprek tussen de Algerijnse president Bouteflika en zijn Italiaanse collega Berlusconi op het verjaardagsfeestje van Gaddafi’s 40-jarig jubileum als president. Daar is beklonken dat Ficantieri net als het Franse DCN, Britis Aerospace Systems en ThyssenKrupp mag meedingen naar de verkoop van deze dure schepen aan het land waar 92 procent van de bevolking geen middelbaar onderwijs heeft en een derde onder de armoede grens leeft.

Het persbureau UPI legt een verband tussen de Algerijnse aankoop van nieuwe fregatten en de aankopen van buurland Marokko – “van oudsher Algerije’s Noord-Afrikaanse tegenstander”. Allereerst door er op te wijzen dat Marokko en Algerije in de clinch liggen over de illegale bezetting van de Westelijke Sahara. Ten tweede door een eerdere Algerijnse wapendeal met Rusland van grote omvang (3,9 miljard euro) te memoreren. Ook door de Marokaanse wapenaankopen te noemen, zoals 24 Amerikaanse F-16’s.

Rabat koopt bovendien in Frankrijk een fregat. Maar daar blijft het niet bij. “In 2008 gaf Marokko een contract ter waarde van bijna 600 miljoen euro aan het Nederlandse Schelde marinebouw voor drie 2.300 ton fregatten inzetbar voor meerdere taken. De oorlogsschepen zullen worden gebouwd op de Vlissingse werf van het bedrijf (…), levering zal als gepland plaats vinden tussen zomer 2011 en zomer 2012.” UPI doet niet mee aan degraderen tot patrouilleschepen van deze vrij grote oorlogsschepen. Ze zijn onderdeel van een machtstrijd in de regio, dat valt niet te ontkennen.


Nederland wordt zo langzamerhand een flinke speller op de markt voor grote wapens. Daarbij gaat het niet alleen om tweedehands wapens. Ook nieuwe fregatten worden steeds vaker geëxporteerd. Daarmee levert Nederland ook een bijdrage aan wapenwedlopen tussen verschillende landen.

vrijdag 9 oktober 2009

Tweedehands wapens

Bij wapenhandel denkt menigeen aan mannen met donkere zonnebrillen en zwarte BMW’s. In Nederland zit dat heel anders. Daar zijn de grootste wapenhandelaars ambtenaren op het ministerie van Defensie. De Nederlandse overheid is al sinds jaar en dag de belangrijkste wapenhandelaar van dit land. De Schelde en Thales vallen hierbij vergeleken in het niet.

Een ambtenaar van Economische Zaken op een vergadering van een belangen organisatie voor de defensie-industrie “relativeerde overigens de positie die Nederland volgens het Zweedse SIPRI inneemt op de internationale ranglijst van wapenexporteurs. De genoemde vijfde plaats is wat hem betreft vooral het gevolg van het doorverkopen van tweedehands materieel.” Dat is een vreemde uitspraak. De overheid is niet in de eerste plaats een wapenexporteur, maar wie handelt in wapens met buitenlandse klanten zou je zo toch een wapenexporteur moeten noemen. Het zal wel kinnesinne zijn dat niet Economische Zaken maar Defensie hier de eerste viool speelt.

De overheid als wapenhandelaar heeft een voordeel; alles is uitermate overzichtelijk opgeschreven. Zodat je precies weet wat ze in de aanbieding heeft. Daarmee zijn de Kamerstukken ook verkoopfolders voor potentiële klanten.

Veel staat in het Materieelprojectenoverzicht (MPO) dat jaarlijks wordt gemaakt. Op prinsjesdag verscheen de versie voor 2009. Op pagina 106 en verder staan de wapens die voor afstoting in aanmerking komen met foto, relevante Kamerstukken en alles wat je wilt weten in een oogopslag op een pagina. Nou ja net niet alles. Het zou handig zijn als van verkochte wapens ook de opbrengst werd genoemd.

Wil je een beknopter beeld van de kraam met wapens die Nederland in de verkoop heeft? Dan is pagina 88 van de Defensiebegroting een uitkomst. Ook al zo’n prinsjesdag stuk. Een half A-4 met daarop alle typen en aantallen vliegtuigen, tanks, houwitzers, pantservoertuigen die in de verkoop zijn. Ook de net aangekochte pantserhouwitzers staan er al weer op.

Het wordt nu opletten wie die wapens gaat kopen, vooral de Fokker vliegtuigen (2 militaire vrachtvliegtuigen en twee maritieme patrouille vliegtuigen) kunnen zomaar verdwenen zijn, omdat de baas van de wapenfirma aan Het Plein in ’s Gravenhage er met zo min mogelijk gedonder en tegen de hoogste prijs van af wil. Zo gingen in het verleden ook al zogenaamde niet-strategische wapens naar de vreemdste plaatsen.

Op dinsdag 6 oktober komt de wapenhandel aan de orde in de Tweede Kamer. Ik ben benieuwd of deze verkoopfolders ook aan bod zullen komen. Anders kan het altijd nog bij het debat over de Defensiebegroting in november meegenomen worden, maar daar is het aanbod aan onderwerpen om de degens met de bewindslieden over te kruisen vermoedelijk al tamelijk groot. Het blijft een vreemde zaak dat de overheid wapenhandelaar en tegelijkertijd controleur van de wapenhandel is. Dat is twee handen op een buik.