woensdag 12 januari 2011

“Capitalism ___________ Everywhere”

De discjockey van dienst tijdens de top-2000 draaide speciaal voor de troepen in Uruzgan ‘Bright side of the road’ door Van Morrison (nr. 773). Dat de kant van de weg in Uruzgan een weinig amusante betekenis heeft, drong blijkbaar niet door tot vrolijke Frans uit Hilversum. De solidariteit strekt zich uit over holle frasen, kennis van de situatie en de bermbom hoort daar niet bij.

Dit is de inleiding van een column die ik ik op 31 december 2007 schreef en publiceerde. Een reactie van Hans de Koning op Combat proven (deel 2) deed me besluiten deze hier te publiceren.

Niet alleen vanwege het directe verband, ook in het algemeen doet ‘de bright side’ geen recht aan de situatie binnen het Nederlandse leger. Defensie heeft een groot deel van haar wapens in de verkoop gezet om de missie in Uruzgan financieel vol te kunnen houden.
De uitstroom van soldaten is groter dan de instroom en dat al jaren. Resultaat vijftien procent van de vacatures zijn niet gevuld.

Discjockeys zijn enthousiaster over Defensie dan de militairen zelf, blijkt. Defensie heeft al overeenkomsten gesloten met Sociale Zaken en Onderwijs om de instroom te vergroten. Onderzocht wordt of het soelaas biedt jongeren met een instabiele gezinssituatie 24-uursopvang te geven, met het doel een verhoogde instroom vanuit deze groep.

Een andere werkwijze om de personeelstekorten op te lossen is het inhuren van personeel van civiele ondernemingen die militaire taken verrichten. Deze bedrijven worden doorgaans Private Military Companies (PMC’s) genoemd. Blackwater is na het schandaal van een paar maanden geleden de bekendste.

Nederlandse officieren staan niet te juichen over de huur van deze diensten. Logistieke en militaire taken worden “daadwerkelijk verzorgd door de firma’s Halliburton en Blackwater … met de bekende bloedige missers. (…) samenwerking met dit soort firma’s ondergraaft het draagvlak voor de missie in de eigen maatschappij en bij de militairen. (…) Tenslotte kent de inzet van civiele firma’s (voor bijvoorbeeld onderhoud) in crisisgebieden zo zijn beperkingen; zo wilde Fokker geen onderhoud uitvoeren aan de F-27 in het gevaarlijke Cambodja (1991)”, aldus een redactioneel artikel in Carré, het maandblad van de Nederlandse Officieren Vereniging.

Ook in een door de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) gepubliceerd rapport (‘De inhuur van private militaire bedrijven een kwestie van verantwoordelijkheid,’ nr. 59, 12/2007) komt de onbetrouwbaarheid van de civiele bedrijven voor militaire diensten aan de orde. Ze vallen niet onder de krijgstucht, ze kunnen taken weigeren en in het heetst van de strijd zijn ze eerder een blok aan het been dan een hulp.

Desondanks neemt het uitbesteden van militaire taken steeds grotere vormen aan. In Irak zitten er momenteel 180.000, waarvan 30.000 gewapende beveiligers. Jaarlijks geven zowel het Pentagon als het State Department 4 miljard dollar uit aan PMC’s. Nederland huurt steeds meer civiele bedrijven in voor taken in Afghanistan, waaronder bijvoorbeeld Dyncorp, het bedrijf dat vooral bekend is geworden van het platsproeien van de cocavelden in Colombia en in Bosnië door illegale wapenhandel en handel in vrouwen en kinderen.

In het AIV-rapport staat ook de belangrijkste kritiek op het privatiseren van het militaire bedrijf, nl.: “Contractors zijn er in de eerste plaats op uit om hun aandeelhouders tevreden te stellen en niet om louter een hoger politiek belang te dienen. Integendeel, de private militaire industrie gedijt juist bij internationale spanningen,” aldus het AIV.

Eimert van Middelkoop verwoorde een paar jaar geleden op een bijeenkomst van het IKV ook zijn bedenkingen tegen de inzet van PMC’s. In een Engelstalige toespraak stelde hij: “Capitalism is everywhere. Even in places or institutions where, by definition, you would not expect it. Now it seems even a threat for one of the basics in international political life: the Weberian notion of the monopoly of the legitimate use of violence that belongs to the state. Much of this monopoly no longer resides with the state in many countries of the so-called Developing World. The privatisation of warfare has for some time emerged as a force in regional security. It even presents itself as an alternative for the traditional role of the international peacekeeper from institutions like the UN,” dit volgens de huidige bungelende Minister van Defensie.

Niet alleen filosoof Weber ook de apostel Paulus was hier helder in en bevooroordeeld als ik ben lijkt mij die eerder het pad van Eimert te kruisen. In zijn brief aan de Romeinen (13:3-4) schrijft Paulus: “Wie doet wat goed is heeft van de gezagsdragers niets te vrezen, alleen wie doet wat slecht is. U wilt niets van de overheid te vrezen hebben? Doe dan wat goed is en ze zal u prijzen, want ze staat in dienst van God en is er voor uw welzijn. Maar wanneer u doet wat slecht is, kunt u haar beter vrezen: ze voert het zwaard niet voor niets, want ze staat in dienst van God, en door hem die het slechte doet zijn verdiende straf te geven, toont ze Gods toorn.” Ook hier een duidelijke rolverdeling. Van Middelkoop moet ook hier zijn kritiek in slikken en zijn principes offeren aan de mamon van het regeringscompromis. Daarmee ruilt de Christen Unie niet alleen weer een degelijke en principiële politiek in voor opportunisme, maar veel belangrijker doet ook een aanslag op een politiek die goed is voor vrede en veiligheid in de wereld.

Terug naar die DJ van de top-2000: ‘Dancing in the dark,’ van Bruce Springsteen (nr. 236) was wat mij betreft toepasselijker geweest en zou meer recht hebben gedaan aan de positie van de Nederlandse militairen in Uruzgan.

(2007-12-31 met een paar aanpassingen)


Toevoeging 31 december 2009:
The he Regulatory Context of Private Military and Security Services in the Netherlands, Guido den Dekker, Utrecht