donderdag 11 juli 2013

Nederlandse belastingwetgeving en een Indiaas conflict

Is de Nederlandse overheid verantwoordelijk als er hier ongure bedrijven gevestigd zijn vanwege het “fiscaal vriendelijke klimaat”?' "De Indiase regering verleende vanwege de honger naar energiebronnen in september en november 2010 de exploratierechten voor twee olievelden in de Indiase provincie Manipur aan de Nederlandse oliemaatschappij Jubilant Energy. De voorraden in Manipur worden geschat op ongeveer 460 miljard kubieke meter. Nadere overeenkomsten worden in de toekomst verwacht," meldde het goed geïnformeerde Jane’s Intelligence Review deze maand.


"De Indiase regering vanwege de honger naar energiebronnen in september en november 2010 de exploratierechten voor twee olievelden in de Indiase provincie Manipur verleende aan de Nederlandse oliemaatschappij Jubilant Energy. De voorraden in Manipur worden geschat op ongeveer 460 miljard kubieke meter. Nadere overeenkomsten worden in de toekomst verwacht." Manipur is een provincie in het noordoosten van India, geteisterd door interne conflicten en met veel geweld van gewapende oppositie en regeringstroepen. Er is wijdverbreid verzet tegen olieboringen in de regio, onder meer omdat de exploitatie voorbij gaat aan beloften van de regering (pdf) om te zorgen voor basale economische ontwikkeling in de regio.

De oliewinning houdt geen rekening met de lokale machts- en eigendomsstructuren in Manipur, schrijven de auteurs. "Dit brengt het risico mee dat concurrerende claims op grondgebied escaleren. Er zijn belangrijke maatschappelijke bewegingen tegen deze olie-exploratie-activiteiten, en ook een aantal niet-statelijke gewapende groepen De KNA [lokale gewapende groep: Kuki Nationaal Leger, MB] verklaarde op 28 januari jl. bijvoorbeeld dat dat ze zich zullen verzetten tegen olie-exploratie in de districten Tamenglong en Churachandpur, waarop zij aanspraak maken, en die zij zien als voorouderlijk land."

Op het internet is een vloed aan artikelen over de kwestie te vinden met argumenten tegen het boren in Manipur. Het Comité voor de Bescherming van de Natuurlijke Hulpbronnen in Manipur drong er bij de deelstaatregering bijvoorbeeld op aan om de wensen en gevoelens van de inheemse volkeren tegen de oliewinning te eerbiedigen en ook om hun rechten over hun land en de natuurlijke hulpbronnen te respecteren, en hen in staat stellen hun eigen toekomst te bepalen. 

Het is interessant dat JIR meldt dat oliemaatschappij Jubilant Energy is gevestigd in Amsterdam. Nederlandse betrokkenheid bij het conflict was tot dusver onbekend. Geen wonder, Jubilant Energy is gevestigd op het Orlyplein 10 in Amsterdam, een adres waar meer dan driehonderd bedrijven zijn gehuisvest. In feite zijn deze bedrijven niet veel meer dan brievenbussen. Vaak is er geen personeel. Het zijn administratieve vestingen, hier aanwezig vanwege het bedrijfsvriendelijke fiscale klimaat in Nederland. Dit stelt bedrijven in staat om de fiscus te ontwijken in de landen waar ze werkelijk opereren, een methode die de afgelopen maanden veel aandacht (pdf) heeft gekregen. Volgens de Amsterdamse Kamer van Koophandel heeft Jubilant Energy drie entiteiten aan Orlyplein 10: Jubilant Energy International BV, Jubilant Energy (Holding) BV, en Jubilant Energy NV.

Voor een oliemaatschappij is Jubilant klein. Tussen maart 2012 en maart 2013 was het verkoopvolume zevenhonderdduizend vaten. Ook de opbrengsten waren relatief bescheiden met € 13.800.000. Het bedrijf is voornamelijk actief in India en Australië. De website geeft alleen een mailbox en het contactadres in Nederland. Jane's Intelligence Review had dus gelijk toen het een Nederlands bedrijf noemde, in ieder geval in juridische zin. Dit roept de vraag op of Nederland controle heeft over de activiteiten in het door interne conflicten geteisterde Manipur.

'Verduurzaming van investeringen in lage- en middeninkomenslanden is zeker nodig en dat geldt in het bijzonder voor de ecologische en sociale componenten', valt te lezen in een rapport van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV, pdf) van maart jl. Daarbij komt dat het een internationale trend is dat burgers uit het Zuiden civiele proceures aanspannen tegen moedermaatschappijen van multi's in het Westen. Dit laatste stelde NRC-Handelsblad nadat Shell Nigeria dit jaar veroordeeld werd voor een deel van de aanklachten tegen de oliegigant vanwege de schade door olievervuiling in de Nigerdelta. De kansen op succes bij een dergelijk proces zijn echter flinterdun. De Europese of Internationale wet- en regelgeving zou daartoe scherper moeten zijn, zo stelde het AIV. Het lijkt ijdele hoop te verwachten dat Nederland daar het voortouw bij zal nemen. De Fair, Green & Global Alliance signaleert juist dat regels voor internationale investeringen en handel in Nederland verdwijnen. Zo is een bedrijf gevestigd in een ordner beter beschermd dan bewoners van een conflictgebied.

Geschreven voor Sargasso

English version slightly different and open ended.

dinsdag 9 juli 2013

Troubles in the Desert; Mauritania as arms exports destination

Mauritania can hardly be called a hot spot for international arms traders. Although its military expenditure - almost 4 percent of Gross Domestic Product (GDP) - is a real burden for the desert country, in absolute figures the 116 (2009) million US dollars is less than e.g. the costs of one Dutch offshore patrol vessel. Much of it has to be used for salaries and buildings. Mauritania is the kid on the arms bazaar.


The small military budget is hardly a surprise when you look at the economic situation of the country in general. Mauritania is most of all a vast territory of desert, with two cities on the coast and some smaller villages inland. It is primarily known by its iron ore mines in the east (Zouerate) and its rich fishing grounds, its bird migration area's, its dependence on food donations and its black slave labor.

In Mauritania, about 20% of the population lives on less than US$ 1.25 per day. The Gross Domestic Product (GDP) is € 3.2 billion (about half of the annual Dutch spending on Defence) and results in € 888 per capita. Mauritania is among the poorest countries in the world.

However, the miserable economic situation did not prevent the Mauritanian government to shop at the Paris Air Show, where arms producers exhibit their gear. According to Jane's Defence Weekly (26/06/13), Mauritania signed a contract in Paris with Augusta/Westland, for the purchase of an undisclosed number of so called AW-109 Power helicopters. It was not the first big military acquisition of recent years. In 2009, Mauritania was seen by France as an important country to fight Al-Qaeda in the Islamic Maghreb (AQIM) and so arms transfers began. This French vision was revealed from a secret cable(11/01/2010) by the US embassy in Paris. In the Mauritanian capital Noackchot it was decided to actively cooperate with the Africa Command of the US (AFRICOM). Mauritania was even home country for the most important international special forces exercise, Flintlock, in 2013.

France is by far the most important source of Mauritanian arms. Of the European sales worth € 47 million, (2001-2011) almost sixty percent or € 27 million is sold by Paris. SIPRI mentions huge Chinese sales earlier this century valued € 18.3 million. This included a patrol craft and two 2 French helicopters of the Panther Z-9 type, build by the Chinese firm HarbinAircraft Manufacturing Corporation (Hafei), on a license obtained from Eurocopter. Other major deliverances came from Poland (tanks 2002), Brasil (trainer aircraft, 2012). France also exported five trainer aircraft and tanks (or armoured vehicles) in 2010-2012.

About half of all of the deliveries took place in the last three years. The political situation in the region is the major drive behind it. SIPRI states the five French trainer aircraft are sold because of the struggle against AQIM. Jeremy Binnie, the Weekly's Africa and Middle East correspondent, states: “In recent years Mauritania has been developing its ability to counter threats spilling over from neighbouring Mali by acquiring light attack aircraft in the form of four Embraer EMB- 312 Tucanos - which were transferred from France between 2010 and 2011 – and an undisclosed number of new EMB-314 Super Tucanos, the first of which was handed over in October 2012.”

The sales to Mauritania started because of the contra guerilla operations against AQIM in the Mauritanian desert around 2009, but were beefed up since chaos broke out in neighbouring Mali last year. As such the civil war in Libya, the resulting destruction of the balance of powerin Mali in favour of the Tuaregs, and the reaction on the loose of control by a coup d'etat in Bamako, the Malinese capital, opened a new front for arms deals. The civil war in Libya leaves its traces also in Mauritania. These arms transfers can grow as long as oilfields off the coast in Mauritania are delivering.

Written by with the support Fonds Vredesprojecten




zaterdag 6 juli 2013

Linked by oil company Jubilant Energy; Dutch tax and Indian conflict

This month the well informed Jane's Intelligence Review published the article 'Path to prosperity; Insurgency stifles development in northeast India'. It is the result of a survey by the Country Risk Analysis and Forecasting Team (CRAFT) of IHS, the publisher of Jane's. In the article we are informed that: “Starved of energy resources, the Indian government granted exploration rights to a Dutch oil company, Jubilant Energy, for two oil blocks in Manipur in September and November 2010. With Manipur estimated to have deposits of around five trillion cubic feet of oil, further contracts are likely to be agreed in the near future.”


Manipur is a provice in the north east of India is suffering from internal conflict and a high level of insurgency activity by armed opposition. There is widespread opposition against oil drilling activities in the region, amongst others because the exploitation is against government promises for grass roots economic development in the region.

CRAFT spells out the motives behind those protests: “Most importantly, the oil exploration activities are widely perceived in Manipur as ignorant of local ownership structures, which has the potential to exacerbate the competing claims over territory. There are now significant civil society movements against these oil exploration activities, while several non-state armed groups have issued statements on the issue. For example, the KNA [local armed group: Kuki National Army, MB] declared on 28 January that it would oppose oil exploration activities in the Tamenglong and Churachandpur districts, which it claims are part of its ancestral land.”

The internet is loaded with articles complaining about the drilling in Manipur. E.g. the Committee on the Protection of Natural Resources in Manipur urged the state government to respect the wishes and sentiments of indigenous peoples against oil exploration and also to respect their rights over their land, natural resources and allow them to determine their own future.

It is interesting that oil company Jubilant Energy is based in Amsterdam. So far, Dutch involvement is unknown in The Netherlands. No wonder; Jubilant Energy is based at on the Orlyplein 10 in Amsterdam, an address which houses over three hundred companies. In fact, these companies head quarters are not much more than mail boxes. Often there is no personnel whatsoever; it is only an administrative establishment, based in Amsterdam because of the corporation-friendly Dutch tax climate, which enables companies to evade taxes in the countries where they actually operate. A method widely published during the past months. According to the chamber of commerce of Amsterdam, Jubilant Energy has three entities in one building on Orlyplein 10: Jubilant Energy International B.V., Jubilant Energy (Holding) B.V., and Jubilant Energy N.V.

For an oil company, Jubilant is small. Between March 2012 and March 2013 it had a sales volume of seven hundred thousand barrels, revenues were a moderate € 13.8 million. The company mainly operates in India and Australia, although its website shows only the mailbox contact address in the Netherlands. Juridically at least, Jane's Intelligence Review is right in calling it a Dutch company. This raises the question if the Netherlands has any control over its activities in conflict ridden Manipur. Makes being a tax haven the Netherlands ethical or juridical responsible for Jubilant Energy's activities?

Martin Broek
reseacher on military affairs and arms trade related issues Dutch version

woensdag 3 juli 2013

Gerommel in de woestijn; Mauritanië koopt wapens

Mauritanië kan moeilijk een hotspot voor internationale wapenhandelaren genoemd worden. De militaire uitgaven zijn weliswaar bijna vier procent van het Bruto Nationaal Product (BNP) en dus een forse aanslag op het budget van het woestijnland. In absolute cijfers is de 116 miljoen Amerikaanse dollars (2009) minder dan Nederland uit heeft gegeven voor de nieuwste grote patrouille schepen. Een groot deel van dat budget gaat bovendien naar weddes en gebouwen. Mauretanië is het kind op de wapenmarkt.

De kleine defensiebegroting kan nauwelijks verbazen als je kijkt naar de economische situatie van het land. Mauritanië is vooral een groot stuk woestijn met twee steden aan de kust en een paar kleinere dorpen landinwaarts. Het is vooral bekend vanwege de ijzerertsmijnen in het oosten (Zouerate), rijke visgronden, wedlands voor overwinterende vogels, en de afhankelijkheid van voedseldonaties en nog steeds voorkomende slavernij.

In Mauritanië leeft ongeveer een vijfde van de bevolking van minder dan $ 1,25 per dag. Het BNP is € 3,2 miljard (ongeveer de helft van wat Nederland alleen al aan het leger spendeert) en komt neer op een gemiddelde van € 888 per inwoner. Mauritanië behoort kortom tot de armste landen in de wereld.

Deze miserabele toestand weerhield de Mauretaanse overheid er niet om op de Paris Air Show van juni jl. Wapens te kopen. Volgens Jane's Defence Weekly (26/06/13) ondertekende Mauritanië een contract in Parijs met Augusta/Westland voor de aanschaf van een niet bekend gemaakt aantal zo genoemde  AW-109 Power helicopters. Het was niet de eerste grote militaire aankoop die recentelijk werd gedaan. In 2009 werd Mauritanië door Frankrijk gezien als een belangrijk land in de strijd tegen Al Qa'ida in de Islamitische Maghreb (AQIM) en wapenleveranties volgden. De Franse visie werd duidelijk uit een geheime telex (11/01/2010) van de VS ambassade in Paris. In Nouakchott, de Mauritaanse hoofdstad, werd besloten om actief samen te gaan werken met het Afrika Commando van de VS (AFRICOM). Mauritanië was zelfs het gastland voor de belangrijkste internationale speciale troepen oefening, Flintlock, in 2013.

Frankrijk is met ruime voorsprong de belangrijkste bron voor Mauretaanse wapens. Van de Europese verkopen ter waarde van € 47 miljoen miljoen in de periode 2001-2011, kwam bijna zestig procent of € 27 miljoen uit Frankrijk. Het Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI)  noemt grote Chinese verkopen in het begin van deze eeuw ter waarde van € 18.3 miljion. Hierbij waren patrouille schepen en twee Franse helikopters van het Panther Z-9 type, die worden gebouwd door het het Chinese bedrijf HarbinAircraft Manufacturing Corporation (Hafei). Dat gebeurt op basis van een licentie van Eurocopter. Andere belangrijke leveranciers zijn Polen (tanks in 2002), Brazilië (trainings vliegtuigen, 2012). Franrijk leverde ook nog vijf trainings vliegtuigen en tanks of pantser voertuigen in 2010-2012.

Ongeveer de helft van alle levereingen vonden plaats in afgelopen drie jaar. De politieke situatie in de regio is de belangrijkste reden daarvoor. SIPRI stelt dat de vijf Franse trainings vliegtuigen werden verkocht vanwege de strijd tegen AQIM. Jeremy Binnie, de Weekly's correspondent voor Afrika en het Midden-Oosten, schrijft: “In de afgelopen jaren heeft Mauritanië zijn mogelijkheden ontwikkeld om dreigingen die komen uit buurland Mali te bestrijden door lichte aanvalsvliegtugen aan te schaffen in de vorm van vier Embraer EMB- 312 Tucanos – die werden overgdragen vanuit Frankrijk tussen 2010 en 2011 – en een niet bekend gemaakt aantal nieuwe EMB-314 Super Tucanos, waarvan de eerste werd geleverd in oktober 2012.”


De verkopen aan Mauritanië begonnen in 2009 vanwege de contra-guerilla operaties tegen AQIM in the Mauritaanse woestijn. Ze werden versterkt toen de chaos in buurland Mali vorig jaar begon. Vanuit dat gezichtspunt zijn de burgeroorlog in burgeroorlog in Libië, de volgende ineenstorting van de machtsbalans in Mali in het voordeel van de Tuaregs, en de reactie op het verliezen van de controle op grote delen van Mali door een staatsgreep in Bamako, de Malinese hoofdstad, openede een nieuw front voor wapenverkopen. De oorlog in Libië laat ook zijn sporen na in Mauretanië. Deze leveringen kunnen groeien zolang de olievelden voor de kust van Mauretanie opbrengsten hebben.

Onderzoek ondersteund door Fonds Vredesprojecten en ook geplaatst op Konfrontatie