vrijdag 7 juli 2017

Over geheime operaties van Nederlandse onderzeeërs in het buitenland

Geschreven 27 mei 2010

In verband met de Walrus onderzeeër waar RTL en de Wereldomroep november 2002 op bezoek waren in de Perzische Golf heb ik gekeken wat er eerder over dergelijke operaties is bericht. Door een hoorzitting in de Tweede Kamer kwam vrij veel informatie naar buiten over inzet in de Adriatische Zee 2002/03. Het verslag van deze hoorzitting zelf heb ik niet kunnen vinden wel een aantal knipsels uit de grote Nederlandse kranten.

Er is meer informatie over de operaties te halen uit het Jaarboek van de Koninklijke Marine. Reisjes van de Nederlandse onderzeeërs naar de Middellandse Zee heb ik overgeschreven om zo een beeld te krijgen.

Daarnaast een artikel uit de Volkskrant. De marine was daarin loslippig, omdat een dreigende bezuiniging op de onderzeedienst afgewend moest worden. Dat was vermoedelijk ook de reden voor de informatie verstrekking bij het laatste voorbeeld; het aankaarten van deze inzet in een drietal regio’s tijdens een bezoek van Kamerleden aan Den Helder.


Nederlandse onderzeeërs zijn actief bij Joegoslavië

Dat bleek gisteren tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer over de Prioriteitennota.
[Over deze hoorzitting geen verslag op het net kunnen vinden. MB]
Nederlandse onderzeeërs zijn actief bij Joegoslavië. In de Adriatische Zee volgen zij scheepsbewegingen. Ook kunnen zij op beperkte schaal communicatie op land afluisteren. Slechts in kleine kring is bekend dat Nederlandse onderzeeërs bij toerbeurt in de Adriatische Zee opereren. “We doen dat al meer dan 25 jaar,” zegt een marine-officier. “Wij als militairen willen weten waar conflicten zich voordoen en hoe zij escaleren. Daar heb je ogen en oren voor nodig. Die militaire behoefte wordt door een aantal landen gevoeld en daarom voeren we gezamenlijk deze operatie uit. Het is ook mooi een onderzeeër achter de hand te hebben. Je kunt daar een beste laatste klap mee uitdelen, als die nodig zou zijn.” (NRC-Handelsblad 27/4/93

Meestal namen de onderzeeërs deel aan oefeningen in NAVO-verband, maar die duurden nooit langer dan enkele dagen of hooguit een week. Wat er aan zo’n oefening vooraf ging, of wat er na afloop gebeurde, is militair geheim. Zelfs in de logboeken van de onderzeeboten is niets terug te vinden over de vaarbewegingen in de Middellandse Zee. Zo ontbreekt in het journaal van Hr. Ms. Walrus een hele maand. Vorig jaar zette de onderzeeër vanuit Den Helder koers naar Gibraltar, maar daar houden de aantekeningen in het logboekabrupt op. (Jos Slats, Volkkrant 27/4/93)

Volgens het ministerie van Defensie zijn op dit moment geen Nederlandse onderzeeboten in de Adriatische Zee. (Telegraaf 28/4/93, niet verteld werd dat op 28/4 de Zeeleeuw naar de Middellandse Zee zou vertrekken.)

Woordvoerder Benistant: “Maar dat we de apparatuur aan boord ook hebben gebruikt kunt u gerust aannemen,” zegt hij. De onderzeeërs zijn niet gebruikt bij de controle op het economische embargo. Behalve vanuit Gibraltar werkten de twee onderzeeboten ook vanuit Napels en Genua. (Parool 27/4/93)

Voor politiek Den Haag komt de operatie voor de Joegoslavische kust dan ook als een verassing. Minister Ter Beek van defensie heeft nooit een aanwijzing in die richting gegeven. (Trouw 28/4/93)


Jaarboek KM schepen en scheepsbewegingen:

Inzet onderzeeërs

Jaarboek 1993

Onderzeedienst (pag 169)
Gedurende het hele jaar waren gemiddeld vijf onderzeeboten inzetbaar. Van deze vijf was de bruinvis als laatste boot van de Walrus-klasse, met een marinedetachement bezig met zijn proefvaart. Een drietal operaties [zie hieronder, MB] werd uitgevoerd in de Adriatische Zee ter ondersteuning van de VN-embargo operatie.

Hr. Ms. Zwaardvis (pag 210) vertrok op 8 februari voor zijn eerste reis naar de Middellandse Zee. Na een verblijf van 19 tot 22 februari werd koers gezet naar het gebied waar een oefenpatrouille zou worden gehouden. De opmars werd echter verstoord door een tros in de schroef waardoor noodgedwongen de haven van Crotone moest worden aangedaan. Op 24 februari kon worden aangevangen met de oefenpatrouille waarna op 12 maart Bari en de week daarna Palma de Mallorca werd aangedaan. Op 27 maart keert de Zwaardvis terug in Den Helder.

Hr. Ms. Tijgerhaai (pag 211) De najaareis ving aan op 6 september met een oefenperiode in de Middellandse Zee, waarbij de boot werd ingezet ten behoeve van de FOST [Flag Officer Sea Training, MB]. Na een bezoek aan Malaga vertrok de Tijgerhaai op 12 november richting Den Helder waar hij op 20 november arriveerde.

Hr. Ms. Zeeleeuw ((211-212) Na reparatie bij de rijkswerf vertrok de Zeeleeuw op 28 april richting Gibraltar voor een mini-opwerkprogramma. Van 8 tot 18 mei nam hij deel aan de NAVO-oefening Linked Seas ’93 [Linked Seas, an exercise held every three years, focuses on NATO’s ability to form, work up and employ maritime assets in response to regional crises, MB.] Tijdens deze oefening werd onder andere het nieuwe concept van de Rapid Deployable Maritiem Force, alsmede het gebruik van onderzeeboten in de ondersteunende rol beoefend. Na een geleidelijke opbouw van beginnende crisis tot gewapend conflict, werd deze oefening met een onderzeeboot versus onderzeeboot-oefening afgesloten. Na nogmaals een bezoek aan Gibraltar van 19 tot 23 mei, ging het in opmars naar Napels, een uitgebreid individueel opwerkprogramma afwerkend. Na Napels nam de Zeeleeuw in de Adriatische Zee, in een ondersteunende rol, deel aan de operatie Sharp Guard. Hierna werd goed uitgerust in Malta. Op 5 juli vertrok de boot weer richting thuishaven waar hij op 15 juli aan steiger 19 afmeerde; de commandant der zeemacht in Nederland maakte het laatste anderhalf uur van deze reis mee.

Jaarboek 1994

Onderzeedienst (pag 160)
Ter ondersteuning van de operaties in de Adriatische Zee hebben Nederlandse onderzeeboten drie patrouilles uitgevoerd onder NAVO-commando.

Hr. Ms Zwaardvis Voor zijn eerste reis van dit jaar vertrok Hr. Ms Zwaardvis op 5 februari naar de Middellandse Zee. Na een verblijf te Catania van 16 tot 19 februari, werd deelgenomen aan de internationale onderzeebootoefening Dogfish. [http://www.nato.int/ims/news/2004/n040219e.htm] (…) Napels werd aangedaan van 6 tot 9 maart, waarna een oefenpatrouille van vier weken volgde. […, Havenbezoeken aan Brindisi en Corfu]. Op 19 april liep de Zwaardvis weer de haven van Den Helder binnen.

Hr. Ms. Tijgerhaai De boot vertrok 16 mei richting Middellandse Zee, waar hij deelnam aan de oefening Ile d’Or. Maar eerst oefende de bemanning in allerlei calamiteiten en rollen. De oefening diende om een multinationale vloot te trainen in de meest moderne maritieme oorlogvoering. Jammer genoeg moest de Tijgerhaai zich vroegtijdig uit de oefening terugtrekken vanwege een technisch defect. Boven water ging de reis door naar La Madalena, waar de boot van 9 tot en met 13 juni binnen lag. De Amerikaanse onderzeeboottender USS Simon Lake fungeerde gedurende deze periode als reparatiewerkplaats. Na La Madalena nam de Tijgerhaai deel aan operaties in de Middellandse Zee. (…) Op 23 juli kwam de boot in de thuishaven aan waarna direct het zomerverlof aanving.

Hr. Ms. Walrus Daarna [na 6 oktober toen Plymouth werd aangedaan] volgde een lange opmars richting Middellandse Zee en Napels. Napels werd bezocht van 17 tot en met 21 oktober, waarna tot en met 11 november werd deelgenomen aan de operatie Sharp Guard in de Adriatische Zee. Van 16 tot en met 20 november werd Valencia aangedaan. Op 28 november liep de Walrus na een afwisselende reis waarin alle facetten van het opereren met een onderzeeboot aan bod waren gekomen, weer veilig de haven van Den Helder binnen.


In Den Helder keert vandaag Hr. Ms. Dolfijn terug van zijn oorlogsmissie in de Adriatische Zee. Operaties van de Onderzeedienst zijn doorgaans diep geheim, maar nu er bezuinigingen dreigen, kan een beetje opscheppen over de 500 miljoen kostende Walrus-boten geen kwaad. ‘Mijn 21 torpedo’s heb ik weer meegenomen. Geen schot hoefde ik te lossen.’

(…) Leerbeek: ‘We waren op de achtergrond actief, maar hebben veel materieel ingezet. Alleen is het nauwelijks bekend bij het publiek. Terwijl het goed is dat de belastingbetaler weet wat wij met zijn geld doen.’ Vandaar ook deze trip naar de haven van Malaga, waar Leebeek de Nederlandse pers een kijkje wil gunnen in de doorgaans in het diepste geheim voltrokken operaties van de Onderzeedienst. Het hart van de dienst vormen vier kapitale onderzeeërs met een gezamenlijke waarde van twee miljard gulden. Een daarvan, de Dolfijn,
kroop vijf weken lang onder de Joegoslavische kust om de vijand in toom te houden. De vier
torpedobuizen waren constant geopend. De vijand waagde zich tijdens de oorlog echter geen
moment buiten de havens. Vandaag (10 juli 1999) keren de 53 bemanningsleden van de Dolfijn terug in Den Helder. Het moet een ontvangst zonder veel mediagedruis worden, een welkom- thuisfeest voor de opvarenden en hun familieleden. ‘Leg zo’n onderzeeboot voor de kust en de vijandelijke marine durft niet uit te varen’, betoogt R. de Wijk, defensie-deskundige van Clingendael en ooit betrokken bij de herstructurering van de krijgsmacht. De Wijk is gecharmeerd van de onderzeeërs. ‘Ze zijn een afschrikwekkend middel van de eerste orde.’ Hoezo dus: de vaderlandse onderzeedienst, opgericht in 1906 en ooit meer dan 25 boten sterk, terstond opheffen? (…) Leebeek: ‘Wij waren meer de silent warriors tijdens Allied Force. Onze rol was niet doorslaggevend maar nuttig. Als je deze boten afstoot, geef je een stukje soevereiniteit weg. En mist de marine zijn ogen en oren.’
Volgens N. van ‘t Riet (D66), die zich laat adviseren door een voormalige duikbootkapitein, is
er genoeg werk voor de vier boten. ‘Rusland is zijn onderzeeërs aan het vernieuwen. En de actie bij Montenegro bewijst dat er genoeg verkenningswerk in crisisgebieden verricht moet worden. Ze hebben wel degelijk taken.’ (…) Want met name het optreden van de Dolfijn beschouwt de marine-top als een voorbeeld hoe de Onderzeedienst in de toekomst moet opereren: de Nederlandse onderzeeër als spion, luistervink én afschrikwekkend wapen tijdens crisisbeheersingsoperaties in en buiten NAVO-gebied. (…) In Malaga, waar de Dolfijn een tussenstop maakte op terugreis van de Adriatische Zee naar Den Helder, werd vorige week enige inzage gegeven in wat de Dolfijn voor de kust van Montenegro uitspookte. Tijdens de oorlog in Bosnië, toen de Hr. Ms. Walrus de communicatie van het Joegoslavische en het Bosnisch-Servische leger afluisterde, weigerde Defensie nog te bevestigen wat de Walrus diep in de Adriatische Zee deed. Meeldijk: ‘We hebben nooit openlijk kunnen praten. De dienst had altijd een houding van: men zet ons in en je praat er niet over. Met niemand. We worden nu transparanter, we kunnen ons als marine meer profileren.’ Maar aan de nieuwe openheid moet de Onderzeedienst nog wennen. Commandant Kuin: ‘Ik was eerlijk gezegd niet blij dat ik door een tvploeg gefilmd werd toen we in april uit Den Helder vertrokken. Ons werk is geheim, daar zeg je niets over. De andere NAVO- landen die met ons meededen in de wateren bij Montenegro, weigeren erover te praten.’
(Strieven Ramdharie Volkskrant 10 juli 1999, zie
www.klaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo-69.pdf)


Tenslotte wijs ik op de Kamervragen van de SP. Zelf was ik bij de presentatie tijdens welke mij de onderzeeërs opvielen op een Power Point presentatie over marine inzet in de wereld aan Kamerleden. Er lag er een in de Middellandse Zee, een in de Arabische Zee/Perzische Golf en een in de Caraïbische Zee. Toen ik admiraal Klaver (destijd CZN) hiernaar vroeg en of het hier om afluister taken betrof beaamde hij dit.

Vragen van de leden Poppe en Van Velzen (beide SP) aan de minister van Defensie over een Nederlandse onderzeeër in de Caribische Zee. (Ingezonden 19 juni 2007)