zondag 10 november 2013

Voor of tegen (1): Mali

De afgelopen week kreeg ik twee vragen voorgeschoteld, waarop ik maar een half antwoord had, en niet het antwoord dat de vragensteller verwachtte. De eerste vraag ging over de interventie in Mali. Ik maakte er een column van die niet politiek correct is, maar een zich vormende mening. Schiet erop als je wilt.

*****

Ben je voor of tegen de militaire interventie in Mali? Men verwacht een TEGEN! van me te horen. Vervolgens wil men dan naar de argumenten vragen en dan is alles weer zoals het hoort.



Eerder dit jaar las ik een artikel van Samir Amin – de befaamde linkse Egyptische econoom – over de Franse interventie in Mali. Het heeft me aan het twijfelen gebracht. Amin stelt dat Mali van buiten geholpen moet worden om het gevaar van Al Qaída (in de Maghreb, AQIM) te bestrijden. Hij richt zijn pijlen liever op andere elementen van de politiek van de “imperialistische driehoek (VS, Europa, Japan)” zoals de opgedrongen vrijhandel, en niet op dit militaire vertoon.

Amin pleit voor de opbouw van een Malinees leger. Dat leger is verzwakt de afgelopen jaren. Eerst door de politiek van president Amadou Toumani Touré en vervolgens door een coup en de strijd om de macht in het Noorden. Door die verzwakking is Mali afhankelijk geworden van buitenlandse steun bij het bestrijden van AQIM. Als Mali in chaos wordt gestort dan heeft het ook geen plek om zich te verweren op het internationale toneel. Of er sprake is van een opbouw naar zelfstandigheid op militair terrein zou een ijkpunt kunnen zijn om een interventie te beoordelen.

Een ander ijkpunt is de houding vanuit de hoofdstad Bamako ten opzicht van de Toearegs, de nomaden in hun indigoblauwe gewaden in het Noorden; tellen alle bevolkingsgroepen mee? De moord op twee Franse journalisten afgelopen weekeinde in de noordelijke stad Kidal maakt juist dit toch al gecompliceerde probleem nog ingewikkelder. Het Noorden is verwaarloosd. Dat moet veranderen. In Bamako werd de moord meteen gezien als reden om honderden troepen naar Kidal te sturen. Een expert verklaart in Libération dat dit zelfs Parijs verontrust. “Malinese soldaten hebben een slechte reputatie in de regio.” Dit kan de opmaat betekenen voor “het langzaam maar zeker het moeras inglijden.” Het zal wel weer een vechtmissie worden.

Al dan niet ja tegen een interventie blijft dan ook een dilemma. Maar is Mali er mee geholpen als het in de steek wordt gelaten? Is het hameren op hulp een oplossing of moeten we weer vrezen voor situatie als in 2012 toen de islamisten het voor het zeggen kregen. Zijn de Toearegs er mee geholpen als ze aan Bamako worden overgelaten? En is het goed voor de regio als een (wapen) smokkelnetwerk dat de regio ontregelt blijft bestaan? Ik denk het niet, maar laten we ook de diepte in duiken, zoals bijvoorbeeld: het plunderen van de goudvoorraden van Mali; de onverantwoordelijk oorlog in Libië die ook Malië destabiliseerde; de onrechtvaardige economische orde die niet in het belang is van landen in het Zuiden. Laten we stellen dat de ondoordachte interventie in Libië meer leed heeft veroorzaakt dan opgelost. Op al die punten blijft kritiek mogelijk en zelfs nodig ook tijdens een interventie om aan duurzame oplossingen te werken.

Deel 2: Joint Support Ship