donderdag 11 januari 2024

Underground empire; how America weaponized the world economy

Underground empire; how America weaponized the world economy is geschreven door Henry Farrell en Abraham Newman. Beide zijn als professor verbonden aan een universiteit. De eerste aan de John Hopkins en de tweede aan de Georgtown University. Beide schrijven ook voor dagbladen en dat merk je aan de verhalende manier van schrijven.

(Naast deze samenvatting is er ook een kortere bespreking, hier)

In het eerste hoofdstuk wordt het ondergrondse netwerk van kabels vergeleken met een autoweg, waarop mensen 's morgens tussen velen anderen naar hun werk rijden. Ze zetten hun computer aan alsof ze in hun auto stappen en via de ondergrondse kabels versturen ze een bericht, ontvangen geld of maken het juist over.

'Alle wegen leiden naar Rome', is een bekend gezegde en Farrell en Newman stellen dat 99 % van alle internet verkeer via het Rome van de 21e eeuw, de Verenigde Staten, loopt. Samen met de financiële systemen en controle over delen van hoogwaardige chipproductie, maakt dit van de VS het nieuwe empire. Via de datasnelweg worden financiële transacties vervoerd, en gaan berichten over producten en transacties. Dat andere overheden de huidige situatie niet waarderen en andere routes willen bouwen, verbaast de schrijvers niet. Want de VS gebruiken de netwerken als middel om de wereld te domineren. Het boek wil laten zien hoe deze positie ontstond en de VS instaat stelde haar macht en enorme invloed tot over de grenzen uit te breiden door informatie te verzamelen, goederen te stoppen, en hele landen los te koppelen van de wereldeconomie. Hoe reageren de andere landen hierop; China en de EU bijvoorbeeld? Zijn er geen andere toepassingen die gezocht kunnen worden voor deze spin-in-het-web positie, zoals het bestrijden van belastingontwijking of het tegengaan van klimaatverandering, vragen de schrijvers zich af.

Plat beeld
Geen land zal ten oorlog trekken in een wereld waar productie geglobaliseerd is, want de aangevallen buurman levert door het vernielen van de economische relaties immers schade op voor de eigen economie, zo wordt Thomas Friedman aangehaald. De geglobaliseerde economie wordt wel vaker als medicijn tegen oorlog gezien, maar het valt toch vaak tegen. De wereld was in de eerste helft van de vorige eeuw ook al geglobaliseerd en we weten hoe die eruit zag. De werkelijkheid is interessanter en minder eenvoudig dan de visie van Poetin (die het internet een CIA project noemde) en het “twee dimensionale platte” beeld van Friedman, aldus de auteurs.

Toeval
De VS waren de grootste winnaar van de Koude Oorlog en zouden door die positie ook de inrichting van de wereld daarna grotendeels bepalen. Zo is SWIFT weliswaar een instelling gevestigd in België, maar wel verbonden met een datacenter in Ashburn, Noord-Virginia. Daar is een van de knooppunten van het globale internet gevestigd. Door het beheersen van internet knooppunten kunnen de Verenigde Staten op dergelijke plekken afluisteren wat vijanden (en vrienden) elkaar doorgeven en ze zelfs uitsluiten van de financiële systemen in de wereld.

Afluisteren was voor het internet een kostbare zaak en werd veelal beperkt tot hoogwaardige doelen. Nu kan ieder telefoontje in een land worden opgevangen en worden bewaard. Niet langer is het verzamelen een probleem, maar de opslag en het filteren van berichten uit de enorme hoeveelheden. Het ontstane systeem met kabels en datacentra is niet zo bedacht, maar steeds verder die kant opgegroeid, aldus de auteurs, Dit ontstond door de mogelijkheden te gebruiken en ze verder uit te breiden. Dus geen complot om de macht te veroveren, maar toeval dat dit meekwam met de technische ontwikkeling. Het werd als extra present in de schoot geworpen en met graagte uitgepakt. Vaak werden nieuwe mogelijkheden toegepast, omdat de nood aan de man was. Later werd het beleid dan veralgemeniseerd, zoals het gebruik van de dollar tegen landen of het uitsluiten van SWIFT gebruik als strafmaatregel. De Verenigde Staten veranderde van de enige supermacht, naar een macht met superkrachten. De wal kan het schip wel eens keren, zo waarschuwen de schrijvers. Zo kunnen financiële transacties de VS wel eens geheel gaan mijden.

Snowden
Het werk van Snowden wordt door de schrijvers geroemd, omdat de door hem gelekte informatie duidelijk maakte wat een enorm netwerk de National Security Agency | Central Security Service (NSA) en zuster organisaties hadden gecreëerd om de wereld in de gaten te houden. Nu zet de Verenigde Staten die superkrachten in tegen China, en daarmee kwam de imperialistische strijd boven de grond. Het uit de markt werken van Huawei noemen is onvermijdelijk in een boek als dit. Farrell en Newman citeren een Europese ambtenaar die stelde dat de VS boos was op China, omdat dit poogde te doen wat Washington allang gedaan had; het omzetten van de globale communicatie netwerken in een bolwerk voor controle. De dreiging die van de positie van Washington uitgaat is duidelijk. Niet alleen voor China, maar ook voor delen van Europa, maar wat kan je eraan doen? Corona, klimaat en mogelijke grotere catastrofes in de nabije toekomst, vragen om antwoorden, maar in plaats daarvan raakt de wereld verwikkeld in gevechten die de digitale zijde route (die de wereld op vele vlakken bind) uit elkaar kunnen trekken.

Waarschuwingen
Gezien de inzet van de macht van de Verenigde Staten is het niet moeilijk om je voor te stellen dat dit netwerk ook anders ingezet kan worden. Je kan ook landen die het regenwoud kappen, alsof dit er niet toe doet, onder druk zetten met die middelen, menen de schrijvers in de inleiding. Dergelijke aanbevelingen worden in het laatste hoofdstuk uitgewerkt. Het pad waarop Washington nu zijn koers uitzet zal leiden tot bittere en hardnekkige conflicten, zo luidt een ernstige waarschuwing in het boek. “Om Amerika te beschermen heeft Washington langzaam maar gestaag de economische netwerken veranderd in werktuigen voor zijn dominantie,” zo stelde Paul Kruger in een bespreking van het boek. Hij schreef in diezelfde bespreking ook: “De Verenigde Staten hebben stilletjes een postmoderne oorlog tegen China gevoerd en gewonnen.” De VS moet dan ook niet opkijken als andere landen op hun machtsontplooiing – “de economische equivalent van een atoomarsenaal” – met een eerste stap (first strike) zullen reageren, is dan ook een waarschuwing van de auteurs.

Von Hayek
Het boek is verhalend geschreven. In de inleiding is de autoweg de metafoor die de verschillende aspecten met elkaar verbindt. In hoofdstuk twee is het Walter Wriston, CEO van de Citibank, en een man met een vooruitziende blik, aan wiens hand het betoog wordt uitgewerkt. Hij geeft het hoofdstuk het karakter van een verhaal met een begin en een eind. Wriston schreef in 1970 dat de snelle communicatie de informatie uitwisseling belangrijker zou maken en dat die over grenzen heen zou gaan en daarmee de rol van de nationale staten verkleinen. Vader Wriston was nauw betrokken bij het project van de grondlegger van het neoliberalisme Friedrich von Hayek (die wordt droogjes de “beroemde econoom” genoemd die stond voor de vrije markt, een deel van de persoonlijke vrijheid). Walter zelf was ook sterk beïnvloed door Von Hayek's visie. Hij werd volgens de auteurs een van de mensen die ideeën van de ideoloog in de praktijk omzette en vaart gaf. Dit betreft verschillende aspecten van de economische activiteiten. Er wordt een vroege investering genoemd in een controversieel project om goederen goedkoper te vervoeren, de container. Ze zijn inmiddels overal.1
Von Hayek komt later in het boek terug als voorstander van gedecentraliseerde economie, omdat dit overheids ingrijpen moeilijk maakt en als voorstander van private valuta. In dat deel komt de lezer langs Pay Pal en cryptomunten en zogenaamde gedecentraliseerde autonome organisaties (DAO), daar waar een beheersstructuur blockchain-technologie gebruikt om bijvoorbeeld transactieverwerking te automatiseren. Dit alles om de middelen in eigen handen te nemen, vanuit libertaire, neoliberale of andere ideologische overwegingen. De schrijvers noemen het vertrouwen erop niet alleen een Mickey Mouse fantasie, ze geven er ook doorwrochter commentaar op door te laten zien dat de overheid ingrijpt indien ze dit nodig vindt en dat hier moeilijk aan te ontkomen valt. De nagestreefde 'vrijheid' past niet binnen de structuur van de wereld.

Cryptomuntenafdeling
De technologische ideeën worden wel serieus genomen. Ook door overheden. Daarom staan de auteurs bijvoorbeeld ook stil bij de angst van Beijing over de gevolgen die de opkomst ervan (zoals bijvoorbeeld Facebook voorstond met Libra) kan hebben. De directeur van de cryptomuntenafdeling van de Chinese Nationale Bank, Wang Xin stelde dat een dergelijke digitale munt “een scenario zou kunnen creëren waarin … er in feite maar een baas bestaat. Dat is de dollar en de Verenigde Staten.” Volgens de Chinese leider Xi Jinping moest de Chinese Centrale Bank daarom zelf gaan werken aan een digitale munt (de Central Bank Digital Currency, CBDC). Dat zou zowel defensieve als offensieve mogelijkheden openen.

Wat begon als een experiment naar decentralisatie werd bij het succes ervan juist gezien als mogelijkheid tot controle door de nationale overheid. Zuckerberg werkte niet aan een project voor de overheid, maar aan de groei van zijn eigen macht en dat was te hoog gegrepen. Libra zou het ondanks veel overleg met de overheid niet redden. De Chinese vrees was hier ongegrond. Net als Beijing wilde ook Washington de greep houden. En net als in China gaan er ook in de VS stemmen op om een eigen CBDC op zetten. “We kunnen de globale status van de dollar niet als vast gegeven beschouwen,” stelde Lael Brainard, vice voorzitter van de Fed, de Centrale Bank van de VS, als reden daarvoor.

Eurodollar
Maar de belangrijkste invloed van Wriston draait om veranderingen in het bankwezen. Als financiële transacties sneller en gedecentraliseerd zouden verlopen dan zou het niet langer gecontroleerd kunnen worden door staten; “In plaats daarvan zou het hen de baas zijn.” De schrijvers rekenen af met dit idee. De wereld die Wriston en zijn collega's bouwden was ook gericht op centralisering, maar dan via hun kanalen en uiteindelijk zou ze de overheidscontrole niet verkleinen, maar de deur ervoor juist wijdt open zetten. Hun centralisering, maakte de houdgreep juist eenvoudiger. 

De bankier zou mede aan de basis staan van de euro-dollarmarkten die transacties in dollars vereenvoudigden. Betalingen tussen Japan en Italië konden zo bijvoorbeeld via de dollar lopen. Lires werd omgezet in dollars en die dollars weer in yen. Het draaide hier wel om fictieve dollars die maar een doel hadden: het kopen van andere valuta. Er circuleerden zo op een gegeven moment meer dollars buiten dan binnen de VS. Wel werd iedere dollar gedekt door een dollar bij de bank. Het maakte de dollar niet alleen de munteenheid voor de wereld, het maakte buitenlandse banken ook afhankelijk van die dollar en daarmee van de regel- en wetgeving van Washington. De wereld was niet gedereguleerd, maar juist kwetsbaar geworden door het dollarverrekeningssysteem en bij een een uit de hand gelopen conflict met een kleine Duitse bank, Herstatt, bleek dat twintig tot dertig private banken het betalingsverkeer in de wereld grotendeels in handen hadden.

Betalingsverkeer
Tevens zette Citibank een standaard voor betalingswijze op die de bank aan zijn contacten wilde opdringen: MARTI (Machine Readable Telegraphic Input). Het systeem faalde, niet iedere bank liet zich dwingen, en de financiële markten wankelden door de conflicten en de moeilijkheden binnen het betalingsverkeer die ontstonden. In Europa was op dat moment het door de Nederlandse bankier Jan Kraa bedachte systeem SWIFT (Worldwide Interbank Financial Telecommunication) uit 1973 werkzaam. SWIFT was gevestigd in België, om zo de rivaliteit tussen Londen en New York te omzeilen. Als Citibank zijn systeem door wil drukken, dan kiezen velen eieren (SWIFT) voor hun geld en het kleinere systeem als tegenwicht voor de macht van de kolos uit New York.

Inmiddels gaan er per jaar 10 miljard berichten door het netwerk met een astronomische financiële omvang van $1,2515 of een quadriljoen. Om toegang tot het internationale betalingsverkeer te hebben is het onmisbaar geworden. De schrijvers van Underground Empire benadrukken dat ook hier een flinke Amerikaanse invloed bestaat2. Amerikaanse bankiers werden voorzitter van SWIFT en in het bestuur zaten ook Amerikaanse banken en toegang tot de dollar was nog steeds wezenlijk. Bovendien kon de overheid van de Verenigde Staten ingrijpen indien nodig, zo wordt hier gewaarschuwd. Erg uitgewerkt wordt dit in dit boek niet.

Hubs
Snellere transacties zijn mogelijk door de opkomst van het internet. Ook aan deze technologie wordt een optimistische visie opgehangen. Het wereldwijde web zal iedereen meer vrijheid geven. Wriston dacht bijvoorbeeld dat overheden de controle over de stromen informatie zouden gaan verliezen en dat menselijke kennis en intelligentie zich vrij over de wereld zou kunnen bewegen. Farrell en Newman waarschuwen weer; niemand lette op de bedrading en kabels die de informatie vervoerden of de datacentra waar langs de berichten werden geleid. De functie daarvan maken ze weer duidelijk via de metafoor van transport, hier luchtvervoer. De datacentra worden daarin vergeleken met hubs, die dienen om over te stappen op vluchten naar andere vliegvelden. Net zoals een vliegveld met iedere lijnvlucht die ervan gebruik maakt een sterkere positie krijgt, gaat dat ook zo met datacentra. Zo ontstaan knooppunten. In het boek wordt de ontwikkeling van Noord-Virginia beschreven, waar bijvoorbeeld het eerder genoemde Ashburn ligt, waar SWIFT zijn informatie heeft gestald. Servers trokken daar andere servers aan, en die weer andere etc, etc. Het één plakt blijkbaar aan het andere. Het begon met de aanwezigheid van ARPA (tegenwoordig DARPA3). Er kwamen daarna private initiatieven. Inmiddels heeft Amazon er zijn Cloud gevestigd. Hoewel de naam anders voorspiegelt, hangt die wolk niet dromerig in de lucht, maar bevindt zich in een gebouw met servers die zijn verbonden met het internet via glasvezelkabels.
Niemand had de knooppunten gepland, maar ze kwamen er wel en maakte gebruik van bestaande infrastructuur. Het is een centrale boodschap in Underground Empire. Die machtsstructuren kunnen ogenschijnlijk toevallig tot nieuwe leiden. Op een klein grondgebied komt dan heel veel technologie en informatie samen. Dat biedt ook mogelijkheden om ze in de gaten te houden en te gebruiken.

Oorlogszone
Inmiddels zijn halfgeleiders (semiconductors) een wezenlijk onderdeel van de technologie achter een machtspositie. Ze produceren is een proces dat bestaat uit verschillende stappen. Er moet ontwerp software zijn, en machines om ze maken (en zelfs machines om die machines te maken) en er moeten kostbare ($12 miljard af te schrijven in 5 jaar, wordt genoemd) werkplaatsen zijn om ze the produceren. De Verenigde Staten heeft veel van de ontwerp deskundigheid in huis (Qualcomm bijvoorbeeld). In andere landen (Taiwan, Zuid-Korea, China) staan de fabrieken om ze te maken met machines ontworpen in Japan en Nederland als belangrijke en bestuurd door software van bedrijven uit de VS. Het lijkt de visie van een gedecentraliseerde geglobaliseerde liberale economie op basis van informatie uitwisseling te onderstrepen. Maar de auteurs bederven deze pret weer.

Het Taiwanese TSMC was een zeer dominante producent op ongeveer 100 km afstand van de belangrijkste tegenspeler voor de VS, China. Als de toevoer van TSMC chips zou stoppen dan zou dat gigantische effecten hebben voor de Noord-Amerikaanse economie. Aardig die globalisering en winstgevend, maar wel voor een tijd zonder machtspolitieke onenigheid. Als de spanningen oplopen dan wordt ook de halfgeleider business een oorlogszone. Net zoals de florerende Euro-dollarzone er alleen maar was, omdat de Verenigde Staten het systeem liet groeien en bloeien. Ook de centrale overheid had er belang bij. Maar als dat voordeel een nog groter nadeel oplevert dan wordt ertegen opgetreden.

Online versie, hier.

Kaart
Tussen de documenten die Edward Snowden bij de NSA weghaalde zat een kaart, de zogenaamde Stormbrew kaart. Deze geeft aan hoofdstuk twee van het boek de titel. De kaart geeft inzicht in het ondergrondse netwerk van het rijk. STORMBREW was de naam voor een van de programma's die na 911 werd opgezet en bedoeld om informatie op te vangen die via de glasvezels door de Verenigde Staten kwam. Wat eerder signal intelligence was, werd met de komst van het internet vervangen door digitaal verkeer (emails, clics en telefoonberichten). Digitaal verkeer wordt niet in radiogolven, maar in de vorm van licht verzonden.
Dat internetverkeer liep in belangrijke mate via de VS. De verbindingen daar zijn zo goed dat het vaak sneller is om data via een omweg langs dit netwerk te sturen (de snelheid van het licht maakt de invloed tijd relatief klein ten opzichte van afstand). Op de kaart staan hoofdkabels die de wereld omspannen en de knoop- of verdeelpunten in de Verenigde Staten; vier aan de Westkust en drie aan de Oostkust.
De NSA zou Verizon/MCI inschakelen om een methode te vinden om de binnenkomende gegevens van de kabels te halen. Afluisteren ging bij digitaal verkeer niet. Onderscheppen ging wel. De hoofdverbindingen die via de Verenigde Staten liepen gaven ook de mogelijkheid dit verkeer te tappen. De knooppunten zouden onderscheppingspunten worden. Je hoeft daarvoor niet naar de zeebodem; de aanlandings- knooppunten zijn afdoende. Voor het opvangen van de uitgaande berichten was een ander programma (PRISM). De kaart laat op een heldere manier de positie van de Verenigde Staten in dit geheel zien, wat de NSA de Ruggengraat van de Wereldwijde Telecommunicatie noemde. De knooppunten zijn ook de plaatsen in het netwerk punten waar bedrijven of hele landen van de snelle hoofdverbindingen kunnen worden afgesneden.

Bovendien werd stilletjes een juridische mogelijkheid gecreëerd dit te doen, de zogenaamde transit authority. Voor de NSA was er wel een probleem. NSA misstappen uit het verleden hadden tot beperkingen geleid voor de inlichtingen diensten op het gebied van taps. Binnenlandse gebruik was gelimiteerd. Dat betekent dat op buitenlandse verkeer geen restricties waren. Toen de NSA directeur Michael Hayden in het Congres werd gevraag hoe de privacy van buitenlanders werd gerespecteerd, antwoordde hij simpelweg dat het Vierde amendement geen international verdrag was.

Medewerking
Intussen ging het binnenharken van digitale informatie rustig door. Toevalligerwijs komt een medewerker van AT&T erachter dat in het gebouw waar hij werkte een 'geheime kamer' werd gebouwd onder de ruimte waar de lange afstandskabel het gebouw binnenkwam. Hier kon de NSA digitaal verkeer tappen. De technologie van PRISM werd gebruikt om de lichtbundels te splitsen in twee identieke stromen. De ene ging verder op zijn route om emails, webverkeer en data naar hun bestemming te brengen. De andere werd bewaard om geanalyseerd te worden met de Narus STA 6400 machine van Israëlische makelij. AT&T leverde medewerking en kennis aan het NSA en werd daar goed voor betaald en medewerking was ook vrijwel gegarandeerd doordat de overheid de strenge regelgeving op het gebied van telecommunicatie in kon zetten om onwelwillende bedrijven tot coöperatie te bewegen. Een zaak tegen Yahoo! wordt in het boek uit de doeken gedaan.4 Het bedrijf zou na een uitspraak dat het medewerking moest verlenen op straffe van $250.000 per dag boete als het dit niet deed, bakzeil halen. Buitenlandse bedrijven werden er verder met klem toe bewogen om dochters in de VS te vestigen om ze zo ook toegankelijk te maken. Wetgeving is aangepast “om bedrijven te dwingen informatie te geven, zelfs als het zich bevindt op servers in het buitenland,” stellen de schrijvers en “glasvezelkabels die door de VS lopen worden nog steeds afgeleid naar geheime kamers.” Voor mensen die het volgen is dit alles geen nieuws, maar de auteurs beschrijven het beknopt en helder en zoveel mogelijk in wat je 'gewone mensen taal' zou kunnen noemen.

Dienstbode SWIFT
Oorlogsvoering en zogenaamde veiligheidspolitiek heeft ook een financiële kant. Dat bracht ook het Amerikaanse ministerie van Financiën in de wereld van de zogenaamde veiligheidspolitiek. Dit had vele oorlogen gefinancierd, maar er nog nooit een gevochten, zo stellen Farrell en Newman. De adviseur van het Ministerie David Aufhauser merkte in de Senaat op dat het daarvoor al wel bruikbare inlichtingen had. Hij vertelde niet waar deze vandaan kwamen. Maar al snel werd duidelijk dat het draaide om informatie van SWIFT, de bron voor een overzicht van wie geld overmaakt naar wie, waar vandaan en wanneer. De in België gevestigde organisatie werd daarmee van een politiek onafhankelijke dienstverlenende organisatie voor banken gemaakt tot een alles overziende dienstbode voor de Verenigde Staten. Toen SWIFT een keer de deur had opengezet, bleek deze niet meer gesloten te kunnen worden. Het internet verkeer had de mogelijkheden voor de financiële macht in de wereld vereenvoudig, versneld en geconcentreerd. Met en steeds vaker zonder hulp van andere landen werd dit middel door de Verenigde Staten gebruikt.
Rond die Alleingang waren wel verschillen van inzicht binnen de bureaucratie van de VS. De staatssecretaris van Financiën voor Internationale Relaties, John Taylor, pleitte voor het opbouwen van internationale bondgenootschappen. Echter het Office voor Foreign Assets Conrol (OFAC) opereerde zonder die internationale samenwerking. Taylor zou het afleggen tegen de de doortastende medewerkers van OFAC. Al snel zou door hen een operatie tegen Banco Delta Asia opgezet worden waar Noord-Korea tegoeden had. De Macaose bank werd verboden nog zaken te doen met banken in de VS. Voor vrijwel alle banken werd Banco daardoor een besmette collega. Al snel zou ze op grond van de beperkingen die opleverde het loodje leggen. Het was daarmee niet zomaar een sanctie.

Banken

Het internationale bankwezen zou een favoriet doelwit voor OFAC worden zoals HSBC en BNP Parisbas zouden merken. Beide moesten respectievelijk bijna $2 miljard en $9 miljard aan boetes betalen. De eerste voor witwaspraktijken. De tweede voor transacties met de gesanctioneerde landen Iran, Cuba en Sudan. De VS was in staat de banken de nek om te draaien en die hadden geen andere keus dan de boetes te betalen. Bovendien werden ze gedwongen controles in te stellen. HBSC door een interne controle systeem en BNP Parisbas door het opzetten van een nalevingskantoor dat onder OFAC toezicht zou vallen.
Iran zou een volgend doelwit worden.5. In de Verenigde Staten werd gerekend op weerwerk van andere landen. Dat bleef grotendeels uit. De Europese Unie ging zelfs schoorvoetend mee met het beleid van VS door SWIFT te verbieden met de Iraanse instituties samen te werken die doelwit waren voor de maatregelen uit Washington. Als de druk op Iran zijn werk heeft gedaan, dan blijkt het vrijwel onmogelijk de maatregelen te beëindigen. Banken en bedrijven vreesden dat er weer sancties zouden komen en ook zij getroffen zouden worden door maatregelen uit de VS. Samenvattend stellen de auteurs: “De Verenigde Staten had zichzelf te machtig gemaakt om nog vertrouwd te worden.” Dit herbergt als mogelijk resultaat dat sancties hun effectiviteit verliezen, “uiteindelijk worden bedrijven weg geduwd van het financiële systeem van de VS,” stelde staatssecretaris van Financiën onder president Obama, Jack Lew als mogelijk gevolg van die macht.

Huawei, Meng en Ren
Het hoofdstuk War without gunsmoke begint met de arrestatie in Canada van Meng Wanzhoe in 2018. Weng was het hoofd financiële zaken van het Chinese telecombedrijf Huawei en dochter van de oprichter en CEO Ren Zhengfei. Weng start meteen een juridische procedure om uitlevering naar de Verenigde Staten te voorkomen. De autoriteiten in Washington sluiten na jaren een overeenkomst in de zaak en de zakenvrouw kan in 2021 naar China vertrekken. Maar in de tussenliggende jaren zit de overheid van de Verenigde Staten niet stil en kleed het bedrijf zoveel mogelijk uit. Allereerst werd de financiële macht van de VS ingezet om druk uit te oefenen op de HSBC-bank, zodat deze belastende informatie leverde tegen Meng. Huawei had sancties van de VS geschonden, maar dat was geen grond voor uitlevering. Fraude was dit wel. HSBC leverde voor die beschuldiging de bewijzen. De bank werkte mee om zelf de gevolgen van meer OFAC-maatregelen af te wenden. De bank was al een boete opgelegd van $1,9 miljard voor het financieren van zogenaamd illegale leveranties. Als tweede stap wordt het leveren van halfgeleiders aan Huawei gedwarsboomd. Leveranties aan Huawei mogen alleen nog met een speciale vergunning. Ook producten met een deel kennis6 (hier nog 25 procent) die van oorsprong uit de VS komt, werd aan banden gelegd. Door de sterke aanwezigheid van de VS in delen van het ontwerp van halfgeleiders – zoals die van Cadence in het ontwerp ervan – krijgen de VS zo op veel leveranties invloed. Door met krachtige middelen overtreders van VS-sancties tegen het bedrijf te straffen, krijgt Washington een sleutelpositie in handen en ontstaat een nieuw economisch wapen om te voorkomen dat Huawei geholpen wordt bij het ontwikkelen van G5 en Cloud computer technologie.

Taiwan Semiconductor Manufacturing Company
De grootste leverancier van geavanceerde halfgeleiders (kleiner dan 10 nanometers) in de wereld is TSMC. Het bedrijf was goed voor ruim 90 procent van de wereldproductie in 2021. De grootste klant was Apple, gevolgd door Huawei. De VS dwongen het bedrijf te kiezen voor de VS of voor China. Het werden de VS. Als TSMC voor Huawei wegvalt, wordt het voor het Verenigd Koninkrijk ook gemakkelijker uit het bootje van Ren te stappen, ook al was dit voordeliger dan de alternatieven. Het VS beleid volgen mag voor Londen wat kosten. Zo kunnen de VS de ontwikkeling en sterke positie van Huawei breken en de positie van de VS versterken. Het zou ook de verkoop van mobiele telefoons raken. Het wereldwijde marktaandeel van Huawei neemt daarin af van 20 naar 4 procent. Het zijn de economische voordelen aan de sanctiepolitiek. Hoewel de VS na een goede start inmiddels vrijwel afwezig is op de GSM-markt.
De Verenigde Staten was bang dat Huawei China aan een eigen overzees kabelnetwerk zou helpen en daarmee de controle door Washington zou verzwakken. Het bedrijf moest gehinderd worden, niet alleen vanwege het verwerven van strategische technologie en invloed op handelsstromen, maar ook om de dominantie van de VS te waarborgen. Het conflict draaide daarmee dan ook niet om mobiele telefoons of het netwerk erachter, maar was een nieuwe stap in een keiharde geopolitieke strijd tussen het Imperium en de opkomende macht die zich slachtoffer van het ondergrondse rijk voelde. Overigens was Huawei was zich er van bewust dat het niet uitsluitend een economische rol speelde, maar ook een militair strategische (maar goed dat doen andere tech giganten ook; al is dit in het Westen anders georganiseerd).

Macht en geopolitiek
Pappa Ren stelde in 1994 tegen de hoogste man van de Chinese Communistische Partij, Jiang Zemin, dat “een land dat zijn eigen centrales (switching equipment) niet heeft, vergelijkbaar is met een land zonder krijgsmacht.” Jiang waardeerde deze opmerking met een compliment.
Het opzetten van eigen knooppunten door G5 centrales zoals Huawei voorstaat, is een methode om de controle door de VS te ondergraven. Ook bedrijfstechnisch handelde Huawei met strategisch inzicht. Langzaamaan breide het zijn positie uit door de grote partijen eerst met rust te laten en zich steeds verder naar binnen te werken. Bedrijven als Nokia en Ericsson moesten het uiteindelijk afleggen, omdat ze niet konden concurreren tegen de lage Huawei prijzen.
Toch zou het Chinese telecombedrijf binnen de wereld van de geopolitiek tegen de grenzen aanlopen en tonen dat het minder sterk was dan lange tijd werd gedacht. De wereldwijde productieprocessen die ontstonden door de globalisering van de economie, zouden niet tot grotere onafhankelijkheid van over grenzen heen opererende bedrijven leiden (zoals onder andere Walter Wriston had) gedacht, maar juist tot veel meer mogelijkheden voor overheden via de economie invloed uit te oefenen. Deze analyse wordt onderstreept in een Financial Times artikel waarin Underground Empire wordt besproken. De VS had hiertoe een perfecte positie. In China leidt deze constatering ertoe dat een systeem van zelfvoorziening wordt nagestreefd, waaronder die voor de fabricage van halfgeleiders. Beijing besloot het enorme bedrag van $118 miljard in deze industrie te investeren.

Na Snowden was het duidelijk dat de positie van de VS als spin in het web van de digitale knooppunten het land een positie gaf waardoor het eenvoudig kon spioneren. Gecombineerd met de financiële macht gaf dit de Verenigde Staten enorme mogelijkheden. De auteurs halen een beeldend en bijna onvoorstelbaar voorbeeld aan. Als de VS Carrie Lam, het hoofd van het bestuur van Hong Kong sanctioneren vanwege de mensenrechtenschendingen, dan merkt ze al snel dat ze geen geld meer kan opnemen. Het Chinese bankwezen trok zijn handen van haar af, bang om ook getroffen te worden. Ze moet haar inkomen vervolgens cash uitgekeerd krijgen.

Von der Leyen
De Franse president Macron suggereerde dat Ursula von der Leyen een goede Eurocommissaris zou zijn. Ze was immers voor een stevige aanpak vanuit Brussel op het wereldtoneel. Ze toonde dat al snel na haar aanstelling. Als Von der Leyen de Europese Unie sancties tegen Rusland uitspreekt, nadat dit land Oekraïne is binnengevallen, komt de Europese sanctiepolitiek in een volgende fase. Het blijft niet langer bij woorden, maatregelen tegen kleinere landen, bedrijven en personen, nu wordt een heel groot land samen met de Verenigde Staten op de korrel genomen door middel van financiële sancties, maatregelen tegen de hightech industrie en de elite rond Poetin. Het beleid is stilletjes voorbereid. Rusland wordt verbannen van SWIFT en Airbus weigert nog onderdelen te leveren. Bij dit Airbus deel doemt de vraag meteen op hoe dit zit met die andere grote leverancier van verkeersvliegtuigen, Boeing. Het blijkt bij snel zoeken al meteen dat ze en route of met onderdelen van elders worden opgelapt. En zo gaat het ook met Airbus vliegtuigen. Er is geen aandacht voor in het boek, maar er blijft wel meer liggen wachten op implementatie of het instellen van strikte, beperkende maatregelen, waarvoor geen aandacht is. Teveel mitsen en maren opschrijven, zouden de helder geschreven tekst van het boek verstoren en het lijkt vooral om die stilistische reden dat lastige zijstraten vermeden worden. Het doet geen recht aan hen die dit falen proberen bloot te leggen, maar de auteurs stappen over dit alles heen, en gaan snel naar de zwaarste maatregelen. Overigens worden de maatregelen die er zijn, door het grootste deel van de wereld niet gesteund, en zijn ook daarom moeilijk te handhaven. “Het meest schokkende was het afsluiten van toegang van Ruslands centrale bank tot buitenlandse reserves”, schrijven ze. Ze zijn verwonderd door de Europese daadkracht; de EU is immers opgericht om markten te openen, niet om ze tot wapen in de strijd te maken. De markt die altijd als middel tot vrede was afgeschilderd, werd nu tot wapen gemaakt. De EU is van een verdeeld en kwetsbaar verband geworden tot een organisatie met daadkracht.

Bondgenoot tegen bondgenoot
Die assertiviteit kwam niet voort uit de angst voor Rusland of China, maar was een reactie op de jarenlange invloed van de VS op Europa, aldus Farrell en Newman. Wat mij betreft is dit wat te eenduidig. Ook het beschrijven van de Europese Unie als gemeenschap die weigerde te kiezen tussen Rusland, China en de VS (zie hieronder) is lo van de realiteit. Dat Europa van alle drie de walletje mee wilde eten, maakt niet dat die keuze (behalve tegen Rusland in 2022) niet gemaakt zou zijn. De auteurs plaatsen de genoemde invloed van Washington midden in hun analyse die leidt naar de constatering dat de Verenigde Staten hun bondgenoten dwingen hun beleid te volgen. Dwang die er uiteindelijk toe kan leiden dat ze zich van elkaar gaan vervreemden. Het sanctiebeleid gaat immers regelmatig tegen de Europese belangen in en staat wel centraal in het beleid van de macht aan de overkant van de Atlantische Oceaan.7 Het lijkt alsof ze Europa daarom zien als bondgenoot in een politiek die minder op confrontatie en meer op oplossingen voor globale problemen is gericht.

Russische olie
De Russische olie voor Europa was een van de centrale kwesties in het debat tussen VS en EU rond sancties. Dit speelt van Nord Stream I in 1981 tot aan het sluiten van Nord Stream II in september 2022. Bij het aanpakken van Nord Stream II bleek weer eens hoe belangrijk goede informatie (inlichtingen) is voor sanctiebeleid. Als duidelijk wordt dat Russische schepen de pijpleidingen niet goed kunnen leggen, worden buitenlandse partijen onder druk gezet die deze klus op zich zouden kunnen nemen (zoals het Nederlands/Zwitserse AllSeas dat zich onmiddellijk terugtrekt uit vrees voor sancties uit Washington). De ideologische verschillen tussen delen van Europa kunnen worden gevat in de woorden Wandel durch Handel versus het opvoeren van de druk op Rusland, waar de VS voor staat. De relaties met Rusland goed houden betekende niet alleen een overleg positie, maar ook goedkope olie voor de (Duitse) economie, daarvoor kon ook wel eens wat kritiek ingeslikt worden. De druk verder opvoeren zou dan weer goed zijn voor de oliesector in de VS die met het aanboren van nieuwe bronnen een export behoefte had. De VS wezen Europa al niet erg subtiel op het Amerikaanse freedom gas om de Russische toevoer te vervangen. Die tweede benadering heeft door de Russische inval in Oekraïne de bovenhand gekregen. Opmerkelijk na Angela Merkel en met progressieve Groenen in de Duitse Stoplichtcoalitie regering. Volgens de schrijvers zien de Groenen vooral de kans om door de Oekraïne oorlog sneller van de fossiele brandstof af komen; een bijkomend lichtpuntje in donkere tijden. Duurzame energie en zelfvoorziening zouden als antwoord op de dreiging kunnen komen, schrijven ze zich naar de conclusie van het boek toe, waarin een koers verandering voor machtspolitiek wordt bepleit naar zaken die economie en klimaat ten goede komen en uiteindelijk tot meer samenwerking moeten leiden.8

VS, Europa en China
De schrijvers wijzen erop dat de relatie tussen Europa en Rusland rond fossiele brandstof al naar zijn einde loopt, gezien de plannen om het gebruik ervan uit te faseren. Daarmee zou het ook de functie van smeermiddel in de relaties tussen beide veranderen. Het zou aan de ene kant niet meer nodig zijn en aan de andere kant geen valuta meer binnen brengen, en daarmee zou een relatie die Moskou wegens welbegrepen eigenbelang tot terughoudendheid kon bewegen verdwijnen. De Europese afhankelijkheid van Russische brandstof konden op de valreep nog wel als wapen worden ingezet. Duitsland liet Rusland echter vallen als onmisbare olieleverancier en die aderlating werd het wisselgeld binnen de EU om andere landen tot sanctiebereidheid op diverse gebieden aan te zetten.
Waar ze ook op wijzen is dat de energietransitie weg van de fossiele brandstoffen veel moeilijker zullen worden zonder de Chinese goedkope zonnepanelen en batterijen. De oplopende spanningen tussen VS en China kunnen daar wel eens invloed op gaan krijgen. Europa lijkt wederom tussen de machtsbolwerken te staan. Meegaan met de VS kan een onplezierig antwoord van China betekenen. Maar dichter bij China staan zal onvermijdelijk de relaties met de VS verslechteren. Zo worden de opties gewogen. Maar Europa9 staat al veel dichter bij de VS dan bij China, zowel politiek (alleen al door de NAVO en historische en culturele banden) als economisch (zie de kerncijfers voor China en de VS, bij het tweede land pakken ze veel gunstiger uit, waarbij de wederzijdse investeringen veel hoger zijn).

Europa
De Europese Unie is zijn positie aan het heroverwegen. Ze beweegt weg van een Unie waar de landen voor militaire veiligheid met de VS samenwerkten, voor energie van Rusland afhankelijk waren en van China voor handel, en opereerde zonder veel zorgen rond deze afhankelijkheden. Economische relaties waren de lappen om de macht van de VS, de territoriale ambities van Rusland en de groeiende autoritaire ontwikkelingen in China onder te verstoppen. Bij een handelsconflict vroeg de EU de WTO een uitspraak te doen in plaats van met eigen machtsmiddelen terug te vechten. Zo vatten de auteurs de relaties van Brussel met de rest van de wereld bondig, en ook wat kort door de bocht, vanuit een Amerikaanse visie samen. Ze vergeten bijvoorbeeld dat ook Europa forse militaire uitgaven doet.10 De interne dynamiek van de EU zien de schrijvers ten goede veranderen. Overleg gaat meer plaats maken voor gezamenlijke machtspolitiek. Europa als naïeve Henkie komt tot bezinning, lijkt er te staan. Alsof wandelen verkeerd is en met de spieren rollen goed. Het lijkt te simpel. Met het versterken van de machtspolitieke focus kan wel eens meer worden weggegooid dan er voor terugkomt. Door te focussen op de geglobaliseerde economie negeerde de EU misschien de risico's, maar anderzijds kon die houding ook leiden tot de aanzet voor een verdrag met Iran om de nucleaire ambities in te perken, zo stelelnde auteurs zelf ook: “(...) het zogenaamde Gezamenlijk alomvattend actieplan (JCPOA) … was de laatste grote oefening in het creëren van vrede door handel,” door de EU. Het resultaat sneuvelde door de politiek van twee machtspolitieke bondgenoten, die in Jeruzalem en die in Washington.

Trump
De Ier Henry Farrell en Abraham Newman, werken al lang samen, weliswaar vanuit de academische wereld van de VS, maar ze hebben daarbij ook oog voor de Europese publieke opinie en ontwikkelingen. Dat is bijvoorbeeld duidelijk als ze de verschuiving onder de Trump administratie schilderen. De EU en de VS lagen wel vaker in de clinch, maar onder Trump werd daar een flinke schep bovenop gedaan. “Op zijn best beoordeelde Trump Europa als lakei die onderschikt moest worden gemaakt. Op zijn slechte dagen, was het een tegenstander die moest worden vermorzeld.” Aan het slot van het boek constateren ze dat Biden vooral een andere toon aanslaat, maar veel van de Trump maatregelen nog steeds uitvoert. De tegenstand van Europa tegen de harde politiek tussen 2017 en 2021 bleek mee te vallen. Wel werd geprobeerd een krachtiger houding tegen de extraterritoriale maatregelen van de VS te ontwikkelen. Europese bedrijven mochten hun beleid niet langer aanpassen aan de Amerikaanse sancties. Maar de bedrijven opereren daar gemakkelijk omheen, de markt van de VS is immers te groot om te laten liggen. Als het verboden is naar de met sterren bezaaide pijpen te dansen, dan trekken zich niet terug uit ondernemingen, zoals in Iran, omdat OFAC dat afdwingt, maar om andere bedrijfsmatige redenen. Het moet dan eerst maar bewezen worden dat dit niet de ware redenen zijn. Zo heeft de VS de Europese ondernemingen onder controle.

Bijkomende strafmaatregelen (secondaire sancties)
De schrijvers noemen onder andere de policy brief Meeting the challenge of secondary sanctions over hoe Europa zou moeten reageren op de druk uit de VS. In Duitsland spreken ze een voormalige hoge ambtenaar die betrokken was bij de brief en die stelt dat het de bedoeling was dat de betrokkenheid van het Duitse en eveneens van het Franse Ministerie van Buitenlandse Zaken niet zichtbaar zou zijn in de tekst, maar dat het onderwerp wel op tafel moest komen. En zo gebeurde in de tekst van de Europese Raad voor Buitenlandse Relaties (download) over de noodzaak van tegenmaatregelen tegen de maatregelen van de VS die de Europese veiligheid en economie schaden. Het zijn stevige teksten die doen denken aan de titel van het boek van Anthony Blinkens' bondgenoot tegen bondgenoot. Het is goed dat dit wringende deel van de Atlantische relaties wordt genoemd. Maar of de soep echt zo heet gegeten wordt? De Duitsers kochten kort daarna geen Europese gevechtsvliegtuigen, maar die van Lockheed Martin uit Minnesota, zodat Berlijn nog decennia lang gebonden is aan de de Amerikaanse wapenindustrie en macht van Washington. (Wapenexporten naar klanten die je vanwege politieke, morele en ethische problemen beter zou kunnen mijden moeten dit negeren van eigen gevechtsvliegtuigen dan weer goed maken, zo vinden sommigen waaronder de vakbond IG Metall.11)

Risico's
Akhilesh Kumar was in 2019 kapitein van de Adrian Darya 1, een olietanker (inmiddels vaart het schip onder andere naam: Arman 114). Hij kreeg een berichtje met het verzoek of hij zijn schip niet naar de bestemming wilde varen, maar wilde aanleggen in een andere haven. Het waren geen criminelen die zijn lading over wilden nemen, maar het was een medewerker van het State Department in de VS die de mail stuurde. Meer in het bijzonder was het Brian Hook, het aanspreekpunt voor Iran op het ministerie voor Buitenlandse Zaken. Kumar werd beloofd voor zijn daad financieel goed beloond te worden, zodat hij daarna levenslang zou kunnen genieten. Doet hij niet mee dan zal zijn leven een stuk moeilijker worden. De auteurs noteren dat als wel ja zou zeggen op het aanbod, dit hem ook tot doelwit zou kunnen maken, zodat hij altijd over zijn schouder zou moeten kijken. Het verhaal is niet onbekend en heeft vele grote media gehaald. Hier dient het als inleiding op een hoofdstuk over de middelen die invloedrijke landen. Met name de VS, inzetten om hun politieke doeleinden te halen. Het bedrijfsleven komt er steeds meer achter “dat rijke landen het grootste risico betekenen. Zij die dat niet inzien kunnen kapseizen.”

Buitenland
Voor dat een deel van dit bedrijfsleven aandacht krijgt, behandelen de schrijvers eerst de mogelijkheden voor de Verenigde Staten vrijwel alle telefoonverkeer af te luisteren. Ze halen een voormalig medewerker van Microsoft, Casper Bowden, aan die er achter kwam hoe dit werkte. De schrijvers halen zijn bevindingen aan, maar nemen afstand van het opgewonden standje.12 De Cloud is vaak gestald in datacentra in de VS. Voor Microsoft is de cloud een wezenlijk onderdeel van de bedrijfsstructuur. In 2021 is de kwartaalomzet op dit gebied al $22 miljard. Dat is bijna de helft van de omzet. Een bedrijf als Microsoft wordt door de diensten uit de VS om toegang gevraagd en zo de gestalde informatie toegankelijk voor de overheid die er niet voor terugdeinst vergaande methoden in te zetten, zo bleek bijvoorbeeld uit de mailtjes aan kapitein Kumar.

De woorden en analyse van Bowden werden later overigens ook gestaafd met data. Microsoft gaf in de periode 2011-2021 toegang tot tussen de 24.000 en 39.000 gebruiksaccounts per jaar. En dit is slechts een van de toegangspunten. Bedrijven als Amazon en Google hebben ook hun data in de VS gestald. Het bleef niet bij informatie in de VS. De diensten meenden ook gerechtigd te zijn te zijn informatie over overzeese bedrijfsvestigingen in te kijken. Ook werd samengewerkt met de Britse Government Communications Headquarters, een inlichtingendienst voor het opvangen en verwerken van communicatieverkeer. Het voordeel van die toegang is dat de opsporingsautoriteiten uit de Verenigde Staten niet belemmerd worden door wetgeving die de burgers binnen de VS moet beschermen. De informatie komt immers van buiten de grenzen waar die regels niet gelden. Daar kon de NSA alle informatie grijpen, waarvan ze meende dat dit in het belang van de nationale veiligheid. Binnen de VS kon al wel informatie over buitenlanders legaal worden opgevraagd, die werden immers niet beschermd met het Vierde Amandement.

Digital Geneva Convention
Hoe kunnen buitenlandse ondernemingen de VS en bijvoorbeeld Microsoft nog vertrouwen, vragen de auteurs zich retorisch af. Een overleg met Europa over de bescherming van persoonlijke data liep uit op niets, zo beschrijven ze. Rechten zouden mee moeten reizen met de personen. Inlichtingendiensten van de VS zagen een rechtelijke beperking van hun mogelijkheden niet zitten en stelden een vrijwillige beperking voor en een soort ombudsman voor Europese klachten. Dit vond de Europese rechter begrijpelijkerwijs onvoldoende en zo bleef: “Nationale veiligheidscontrole een rechteloze wereld, een oorlog van allen tegen allen.” Later noteren de schrijvers dat China Microsoft technologie binnen de overheid verbannen heeft. Om te onderstrepen dat dit niet een voorbeeldje paranoïde is, citeren ze ook een medewerker van Trump die stelde dat Microsoft als Amerikaanse bedrijf “akkoord moet zijn om de overheid van de VS te helpen mensen in andere landen te bespioneren.” Brad Smith CEO van Microsoft vindt dit een onwenselijke situatie, niet verwonderlijk, het gaat immers ten koste van de marktpositie van het bedrijf in een land met de grootste consumenten markt. Smith stelde voor dat er een Digitale Geneve Conventie voor computergebruik (het Rode Kruis diende als voorbeeld) moest komen, waarin wordt gesteld dat aanvallen op burgers de perken te buiten gaan. Smith zou tijdens de Oekraïne oorlog echter al weer volop de kant van de overheid in Washington kiezen, als Ford tijdens WOII, zoals het in de New York Times werd verwoord. De overheid in Washington haalde weer een slag binnen.

Bedrijfsvertrouwelijk
Dan belanden we in Taiwan, de chipfabriek van de wereld. Het Koreaanse Samsung is de enige concurrent die voor TSMC een wezenlijke bedreiging is. TSMC het bedrijf dat vrijwel alle geavanceerde halfgeleiders in de wereld produceert voor onder andere een scala aan telefoonproducenten. Het klantenbestand aan bijvoorbeeld gsm-producenten betekent dat het bedrijf voorzichtig om moet springen met vertrouwelijke gegevens, want de ene klant is de grootste concurrent van de andere. Om allen als kopers te behouden is geheimhouding van hun bedrijfsvertrouwelijke gegevens van wezenlijk belang. De dominante positie van TSMC betekent dat een groot deel van de productie ervan geconcentreerd is op een eiland vlak voor de Chinese kust. Het is echter niet eenvoudig nieuwe productie elders op te zetten. De vervaardiging van chips hangt van gestapelde kennis aan elkaar, die moeilijk over te brengen is.

Een van de klanten voor TSMC is Huawei. Na Apple is, of liever was, de Chinese telegigant goed voor 15 á 20 procent van de wereldwijde omzet. Als de Trump Administratie de aanval opent op Huawei is er ook voor TSMC grote schade. Bij de productie van de chips wordt gebruik gemaakt van intellectueel eigendom uit de VS. Het wordt het Taiwanese bedrijf verboden nog langer aan Huawei te leveren. Het Taiwanese bedrijf had zich juist ontwikkeld tot een grote speler door zich verre van de geopolitiek te houden. Hoe meer erover de gevaren van de locatie zouden worden gesproken, hoe meer dit ten koste zou gaan van de marktpositie. Nu was het opeens een bedrijf in het middelpunt. Zo sterk dat er over gesproken werd dat het bij een Chinese bezetting zou moeten worden vernietigd. “Ieder bedrijf streeft naar economische onvervangbaarheid. Weinigen willen zo onvervangbaar worden dat hun fabrieken opgeblazen kunnen worden in een preventieve aanval,” schrijven Farrell en Newman. Zaken doen op het gebied van geavanceerd hightech los van geopolitiek bleek niet meer mogelijk.

Informatie
Maar de genoemde aanval is meer een dreiging over de horizon dan een actuele kwestie. Wat wel speelde was het verzoek van de VS dat producenten van halfgeleiders vrijwillig informatie over voorraden, vraag en leveringen zouden geven om de Regering Biden te helpen begrijpen waar de knelpunten zitten. Vrijwillig als het kan. Verplicht als het moet. Het zou de overheid in Washington niet alleen inzicht in de producent van chips geven, maar ook in de business van klanten. Daarmee zou de vertrouwde relatie met die afnemers op de tocht komen te staan. De hegemon gebruikt zijn macht om uiteindelijk “de geavanceerde productie capaciteit te kunnen controleren,” concluderen de schrijvers. Met de kennis die het empire verwerft kan het ook doeltreffende maatregelen tegen anderen instellen. De directeur van TSMC, Morris Chang, stelt in april 2022: “de goede dagen zijn voorbij. Laten we hopen dat het niet nog erger wordt.”

Brute macht
In het laatste hoofdstuk komen de auteurs met aanbevelingen om de bestaande mogelijkheden in te zetten voor nobeler doelen dan het verdedigen van de eigen macht. Maar voordat ze daar belanden wordt eerst nog kort en bondig gesteld: “hoe meer de VS zijn financiële macht, controle op technologie, en de centrale positie in wereldwijde netwerken voor controle gebruikt, des te waarschijnlijker wordt het dat het in de China val trapt [onbetrouwbaar wordt]. Als landen en bedrijven gaan geloven dat de VS zijn macht onbarmhartig tegen hen in zal zetten, dan zullen ze weinig verschil zien tussen de VS en een vijand. Het ondergrondse empire zal veel macht verliezen en zich moeten baseren op brute macht.” Het is een ernstig beeld wat hier wordt voorgespiegeld. Het is dan ook niet zo vreemd dat de politicologen teruggrijpen naar visies uit de Koude Oorlog en zelfs de nucleaire dreiging uit de Cuba Crisis. Na die crises gingen de nucleaire machten samenwerken om de risico's van een confrontatie te voorkomen. “Vandaag nemen de economische confrontaties traag maar gestaag toe. Het zou de wereld naar oorlog kunnen leiden,” stellen ze. “Als we uit die maalstroom willen komen dan moeten we de dynamiek gaan gaan begrijpen, de werking ervan matigen en misschien zelfs leren hoe het in te zetten voor gezamenlijke belangen,” melden ze idealistisch. In november 2023 schreven de auteurs een lijvig artikel in Foreign Affairs, waarin ze delen tekst uit hun boek opdienen. Ook na ruim 1½ jaar oorlog in Oekraïne wordt dit land in dit artikel maar een keer genoemd en ligt de aandacht op hervormingen in de VS en wordt vooral de verhouding met China behandeld (het land wordt 19 maal genoemd, Oekraïne 1 maal en Rusland 5 maal en Poetin niet één keer), waarbij het loskoppelen van de Chinese en Amerikaanse economie voorkomen moet worden.

OFAC
Hier en daar stappen de schrijvers wel eens gemakkelijk over beleidsmaatregelen van de VS heen. Ze constateren dat sancties tegen aluminiumproducent Rusal en zijn directeur en Poetin vriend Deripaska waren gebaseerd op een gefragmenteerd begrip van toelevering en OFAC daardoor grove inschattingsfouten maakte. OFAC drukt op knoppen en kijkt wat er gebeurt, zo zou het werken, bijna alsof het een computer spel is. Hier liepen vervolgens hele sectoren van de internationale economie spaak. Van de productie van bierblikjes tot aan vliegtuigonderdelen toe. Als de Ierse ambassadeur in de VS de gevolgen aankaart, haalt OFAC al snel bakzeil. Snel? De kwestie had heel veel meer voeten in aarde. Het zou het vertoog van de schrijvers alleen maar sterker maken dit goed neer te zetten. Dergelijk onverantwoordelijk beleid jaagt andere landen immers in de gordijnen en zo mogelijk weg van de VS. Niet alleen Ierland (waar Rusal een fabriek heeft) en Rusland, maar ook in bijvoorbeeld Duitsland waar de auto-industrie getroffen werd.

Tegelijkertijd constateren de auteurs wel dat de jaren dat Trump de macht had (wat gepaard ging met bot en incompetent beleid dat verder ging dan alle beleid daarvoor), lieten zien dat voorzichtigheid in internationaal gedrag minder nodig was dan daarvoor gedacht. Zijn maatregelen stuitten maar op minieme tegenstand. De VS leek te machtig en daardoor onaantastbaar.

Olieprijzen
Dat betekent niet dat de schrijvers geen beperkingen zien. De Rusal kwestie toonde al aan dat OFAC zijn beleid bij moest stellen. De politiek van de VS en Europa tegen het Rusland van Poetin zorgde tijdelijk voor hogere olieprijzen. Hogere olieprijzen spelen in de kaart van pro-Russische populisten in Europa en van Trump in de VS, zo stellen de schrijvers. Om dit te voorkomen werd het systeem met een prijsplafond bedacht. Maar, weer onvoorzien, was het Saudi-Arabië dat hier de kont tegen de krip gooide. OPEC en Rusland verlaagden vervolgens de productie waardoor de prijs van olie toch opliep. President Biden haastte zich naar Riyad om de plooien glad te strijken. De relaties stonden onder druk en zelfs begin 2024 zijn nog voorbeelden van de mogelijke gevolgen te zien als Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten geen steun uitspreken voor de militaire operaties om de scheepvaart te beschermen tegen aanvallen van Houthi's tegen het scheepsverkeer in de Rode Zee (naar eigen zeggen aanvallen uit solidariteit met het door oorlog getroffen Gaza).13

Financieel-administratief
Trump ging met gestrekt been de strijd met China aan. Hij beperkte zelfs rechten van wetenschappers, vaak die van Chinese afkomst. Biden verliet dit laatste deel van de Trump politiek,14 maar ook voor hem was economische oorlog tegen China de beste optie. Adviseur van Bernie Sanders op het gebied van Buitenlandse Zaken, Matt Duss, is een criticaster van de ongebreidelde sancties. Het bestraffen van Chinese overheidsemployees die betrokken zijn bij de acties tegen de Oeigoeren moeten volgens hem kunnen, maar het 'sanctie-industrieel-complex', waar het instellen van harde sancties leidt tot de volgende nog hardere sancties, wordt door hem veroordeeld. Het lijkt wel een wedstrijd wie is het hardst tegen China, zo stelt hij. Sanders is misschien niet het machtigste Congreslid, maar wist wel een grote schare jonge betrokken inwoners van de VS aan zich te binden en hij heeft onder andere daardoor veel invloed.

Maar de andere kant heeft toch meer de wind in de rug. Gina Raimondo, de staatssecretaris voor handel, stelde dreigend: “we kunnen SMIC [China's voornaamste halfgeleider producent] effectief sluiten, omdat we het kunnen stoppen onze apparatuur en onze programmatuur te gebruiken.” In het Congres werd het Nederlandse bedrijf ASML gewaarschuwd dat het gestraft zou worden als het aan SMIC zou leveren. In de bronnen die de schrijvers noemen is de toon grimmig, maar van dergelijk straf is geen sprake (een dergelijke conclusie afleiden uit de gebruikte woorden is wel voor de hand liggend). Opvallend is dat de senatoren die het voortouw nemen in de strijd tegen ASML leveranties aan China constateren dat de leveringen kunnen volgens het Akkoord van Wassenaar, maar toch ongewenst zijn. Dat aangehaalde akkoord is een centraal deel van internationale afspraken over export controle op conventionele wapens en van technologieën die ook voor militaire doeleinden kunnen worden gebruikt.15Een dergelijk akkoord op de helling zetten past binnen de politiek van Washington – zeker binnen de Republikeinse benadering – van deze eeuw, maar is arrogant en onverstandig. Maar illegitieme druk op het Nederlandse bedrijf werkt wel. In 2024 zou blijken hoe groot die druk was als leveringen Lithografische machines aan een paar Chinese klanten door ASML op verzoek van de Nederlandse overheid worden gestopt. Het is de bedoeling om alle leveringen te stoppen die China in staat stellen geavanceerde chips te vervaardigen. De ambtenaar belast met technologie export Kevin Wolf noemde dit “een fundamentele verschuiving van export controle.” Het lijkt vooral een stap terug naar de exportpolitiek van voor 1990 toen het Koude Oorlogsregime bestond, in de vorm van the Coordinating Committee for Multilateral Export Controls (CoCom). Dit regime werd ook wel de economische arm van de NAVO genoemd.

Loskoppeling
Het is begrijpelijk dat er tegenstand is tegen deze ontwikkelingen, al is die gezien de omvang van de handelsoorlog tussen de VS en China (de twee van de grootste nationale economieën) relatief gering. De directeur van Volkswagen zei bondig: “China heeft Volkswagen waarschijnlijk niet nodig...maar VW heeft wel China heel hard nodig.” Intel in de VS werd teruggefloten toen het voor $10 miljard een chipfabriek op wilde zetten in China. Daar was forse druk voor nodig. De schrijvers voorspellen dat China zichzelf los zou kunnen gaan koppelen van essentiële delen van de internationale economie en op meer gebieden zelfvoorzienend kan worden. De meeste deskundigen op het gebied van sanctiebeleid waarschuwen ervoor dat dit ook betekent dat daarmee de invloed op Beijing juist afneemt. Farrell en Newman schrijven: “een meer zelfvoorzienend China zou met meer waarschijnlijkheid Taiwan kunnen binnenvallen.” Maar hoewel op het eerste gehoor minder spectaculair klinkend, “het loskoppelen van de verschillende economieën zou wel eens gevolgen kunnen hebben voor het dagelijkse leven van miljarden mensen,” voegen ze daar alarmerend aan toe. Onderzoek naar de inzet van sancties richtte zich op zijn best op de vraag of ze effectief zijn ja dan nee. Niet hoe de dwang middelen de wereld zouden kunnen veranderen, ten goede of ten kwade.

Imaginaire worsten
De schrijver zijn experts op het gebied van internationale relaties en halen een wapenbeheersingskwestie uit het verleden aan als voorbeeld voor recente ontwikkelingen. In 1957 zou Rusland volgens Nikita Chroesjtsjov Intercontinentale Ballistische Raketten (ICBM's) fabriceren alsof het worsten waren. De VS reageerden met grote investeringen in hun raketsystemen om de achterstanden in te lopen. Die bleken echter een mythe. Toen na de Koude Oorlog de archieven opengingen bleek dat de Sovjet Unie slechts vier van de eerste generatie ICBM's heeft gehad. Maar intussen ontwikkelde de situatie zich destijds wel naar een bijna-catastrofe. “Op dit moment zijn we weer beland op een dergelijke keerpunt (...). Ook nu zijn twee grotmachten, de VS en China in de greep van een dynamiek gedreven door wederzijdse angst die het gevaar oplevert dat Europa, het bedrijfsleven en gewone burgers in de steeds sterker worden draaikolk worden meegezogen.” Er is een antwoord nodig dat systematisch kijkt naar de gevaren en hoe die te beteugelen, net als dit tijdens de Koude Oorlog gebeurde. De auteurs halen Thomas Schelling aan die met ideeën uit the Speltheorie kwam om paal en perk te stellen aan de gevaarlijke dynamiek. Ook nu de economische strijd steeds openlijker gevoerd wordt, is een rationele benadering ervan weer noodzakelijk. Als er geen strategische planning is, kunnen de reacties en tegenreacties door emoties gedreven wel eens uit de hand gaan lopen.

Samenwerking
De problemen van nu zijn veel complexer dan tijdens de Koude Oorlog. Dat leidt ook tot de aanbeveling voor de eerste stap: probeer te begrijpen waar de moeilijkheden zitten met een forum met deskundigen op vele gebieden. Kijk dan hoe beleid moet worden ingezet om te problemen te verkleinen zonder dat het tot uit de hand lopende situaties leidt. Versterk de banden met bondgenoten en ga vervolgens praten met tegenstanders. Interacties tussen beleidsmakers, generaals en wetenschappers waren ook tijdens de Koude Oorlog de basis voor meer stabiliteit. Daaruit kwamen ook de wapenbeheersingsakkoorden voort (die nu zo makkelijk terzijde worden geschoven).

Naast dit pleiten voor een dergelijke samenwerking, stelen de auteurs voor het ondergrondse netwerk in te zetten voor andere doelen, zoals klimaatbeleid, het bestrijden van corruptie, belastingontwijking etc.. Dat zijn gebieden waar nationaal en internationaal belang kunnen overlappen en die daardoor makkelijker tot samenwerking leiden. Het voorstel is misschien niet optimaal, maar het zou wel beter zijn dan confrontatie die vervolgens tot meer confrontatie leidt, zo schrijven Farrell en Newman. Het ondergrondse netwerk waarvan het boek heeft laten zien welke gevaren het in zich draagt, moet anders worden ingezet. Het is bijna alsof de beschrijving van de structuren en de macht die er mee gepaard gaan als bij toverslag omgebogen worden naar nobele middelen, alsof de macht erachter verdwijnt. 

Parallellen
De parallel met de atoomdreiging tijden de Koude Oorlog, roept de vraag op waar de vergelijkbare vermindering van het aantal kernkoppen in deze figuur dan uit moet bestaan. Minder of geen kernwapens is niet eenvoudig, maar wel mogelijk. Zonder de digitale kabels en hun knooppunten verdwijnen veel voorzieningen en gemak in het dagelijks leven. Het is onvoorstelbare dat deze voorzieningen zullen verdwijnen dat zien de schrijvers ook. Maar hoe wordt dit ondergrondse empire uit de handen van Washington gehaald? De schrijvers zien zelf ook dat het hier wringt. Er is geen uitweg uit het ondergrondse empire, stellen ze, maar beter gebruik is gewenst.

De vraag is of er niet meer invalshoeken te bedenken zijn. Waarbij niet de realiteit van de internationale relaties tussen staten als uitgangspunt worden genomen, maar gezocht wordt naar hoe de samenleving zich kan organiseren om de greep te verstevigen. We hoeven niet allemaal een Edward Snowden te worden, maar er zijn meer middelen voor de invloed van burgers te bedenken, zowel binnen de gangbare politieke kanalen als er buiten. De Koude oorlog kernwapen parallel haalt de half miljoen Nederlanders boven die dertig jaar gelden op straat kwamen om tegen stationering te protesteren of de 4,2 miljoen die een paar later een petitie tegen de plaatsing van kernwapens tekenden. Burgers wilden destijds hun voeten en stem gebruiken om een ingewikkeld probleem aan te kaarten.

Dit boek levert interessante informatie, maar richt zich toch vooral op de gevestigde structuren (in de VS). En heeft daarmee een flinke invloed in de pers reguliere en vakpers. Responsible Statecraft zet het boek bovenaan de lijst met meest invloedrijke boeken rond internationale politiek die zijn verschenen in 2023: “het is een beangstigende herinnering aan de potentiële kosten van te grote reikwijdte van het voortdurend gebruik van sancties en spionagemiddelen en een must-read voor iedereen die geïnteresseerd is in grootse strategie en de toekomst van de mondiale handel,” zo vat een redactielid het belang ervan samen. Of zoals Paul Kruger schreef n.a.v. het boek: “De belangen zijn te groot om ze te negeren.” Het prettig geschreven boek levert informatie die nodig is om de ongebreidelde macht aan de orde te stellen.


Noten:

1 Zie over de gevolgen van de invoering van de container Marco d'Eramo, 'Dock Life,' New Left Review november/december 2016, https://newleftreview.org/issues/ii96/articles/marco-d-eramo-dock-life (Pay Wall)

2 Dit werd ook al duidelijke in Backfire, zie samenvatting onder het tussenkopje 'Weerstand' dat ook beschrijft hoe de VS informatie van SWIFT gebruikt en de instelling dwong naar de pijpen van Washington te dansen.

3 In 2015 besprak ik over deze organisatie kort het zeer informatieve boek The Pentagon's Brain (New York: Little Brown and Co, 2015) geschreven door Annie Jacobsen.

4 Het notenapparaat noemt voor dit deel Craig Timberg, '>U.S. Threatened Massive Fine fot Force Yahoo to Release Data' Washington Post. 11 september 2014, (https://www.washingtonpost.com/business/technology/us-threatened-massive-fine-to-force-yahoo-to-release-data/2014/09/11/38a7f69e-39e8-11e4-9c9f-ebb47272e40e_story.html); David E. Sanger schrijft in zijn boek 'The perfect weapon; War, Sabotage and Fear in the Cyber Age' (Londen: Scribe Publications, 20218), p. 85 over medewerking vanuit de industrie rond toegang tot informatie dat “iedereen meewerkte van Microsoft tot Yahoo! en van Apple tot Skype. Sommige meer terughoudend dan anderen.” De index van Sangers boek bevat zeven verwijzingen naar AT&T, waaronder een naar de 17 AT&T internet hubs met NSA apparatuur.

5 Ik beschreef dit al uitgebreid in de samenvatting van Backfire, dat boek beschrijft uitgebreider de financiële sancties.

6 De auteurs beschrijven hoe een eerder artikel van hen over controle op intellectueel eigendom door Trump administratie werd vertaald naar politiek tegen Huawei. Het is Chris Miller, schrijver van een lijvige studie over de export van halfgeleiders schreef (Chip War, (Londen: Simon & Schuster, 2022), pp. 315-316) die hier achter kwam. De auteurs melden zelf hoe dit bericht henzelf verraste, zie p. pp. 101-102.

7 De huidige Minister van Buitenlandse Zaken Anthony Blinken is zelfs gepromoveerd op sancties, VS, Rusland, olie en Europa. Zijn werk wordt regelmatig genoemd door auteurs over sancties.

8 De versterkte positie van de De kolencentrales en bruinkoolwinning lijken daar dan toch niet in te passen.

9 Overigens is Europa, de Europese Unie, een ingewikkelde figuur die uitwaaiert van Hongarije, via Frankrijk en Duitsland naar Litouwen, en met Turkije en het Verenigd Koninkrijk er half buiten.

10 Het Europese Defensie Agentschap geeft ieder jaar een brochure met cijfer materiaal rond militaire uitgaven uit. Daaruit blijkt: “In absolute cijfers waren de VS in 2022 veruit de grootste defensie-uitgaven ter wereld, waarbij een substantieel deel van de uitgaven aan defensie werd toegewezen. Hiervoor wordt €794 miljard euro uitgetrokken. China volgde met €273 miljard euro, terwijl de EDA-lidstaten konden bogen op een collectieve verdediging defensie-uitgaven van €240 miljard en Rusland €92 miljard.” China haalt deze uitgaven overigens op grond van 1,7 procent van het Bruto Nationaal Product. De Europese cijfers laten sinds 2014 een sterke stijging zien (p. 4).

11 Markus Fasse, Martin Murphy, Roman Tyborski, 'Deutschland rüstet auf,' Handelsblatt, 3 januari 2024, (https://www.handelsblatt.com/unternehmen/industrie/verteidigung-deutschland-ruestet-auf/100003884.html): Airbus Defence “subsidiary based in Germany fears for its future with the Eurofighter. Because the Bundeswehr hardly ever buys new aircraft and has ordered the F-35 jet from Lockheed Martin to replace the "Tornados" built in the 1980s, Airbus is in danger of losing its most important armaments project in the medium term.” Nadat ik dit schreef ging de Stoplichtcoalitie door de bocht en werd Riyad een mogelijke bestemming voor het de Eurofighter, waarvan Duitsland een van de producenten met veto recht is. De Minister van Buitenlandse Zaken kwam met een trits argumenten waarom dit zou kunnen, maar die werden door parlementslid Sevim Dagdelen bondig naar de vuilnisbak verwezen door te stellen dat: “Het fatale besluit is ook een enorme verkiezingsfraude, en de onwaardige pogingen tot rechtvaardiging helpen daar niet bij.”

12 De schrijvers zijn zich erg bewust van hoe personen wel of geen invloed kunnen hebben. Casper Bowden, de klokkenluider van Microsoft, had wel brisante informatie, maar geen aansprekende communicatiewijze om dit voor het voetlicht te brengen, oordelen ze in het boek (P. 151). Een kritische positie gericht op de gevestigde politiek zo kan je hun benadering omschrijving om dit zelf te voorkomen. Overigens zetten ze ook hun toegang tot de media in. Al in maart 2022 meldt bijvoorbeeld Rana Foroohar in de Financial Times het verschijnen van Underground Empire in 2023.

13 Dat kan zijn om niet de indruk te wekken dat ze achter Israël staan. Het kan ook zijn omdat de relaties niet meer zo goed zijn aldus analisten. Agnes Helou, 'Why Saudi Arabia and the UAE may sit out new US-led Red Sea initiative,' Breaking Defense, 4 januari 2024 (https://breakingdefense.com/2024/01/why-saudi-arabia-and-the-uae-may-sit-out-new-us-led-red-sea-task-force/)

14 Recent had Reuters een uitgebreid artikel over VS-maatregelen tegen samenwerking met Chinese academici en wetenschappelijke samenwerking instellingen: Matthew A. Goldstein, “Congress focuses on China risk at U.S. colleges and universities,' Reuters, 8 januari 2024, (https://www.reuters.com/legal/legalindustry/congress-focuses-china-risk-us-colleges-universities-2024-01-08/). Goldstein concludeert: “The Congressional focus on national security concerns over China is expected to intensify in the upcoming election year. Colleges and universities should therefore monitor Congressional hearings and pending measures and anticipate the need to update policies and procedures to ensure compliance with changes to existing national security controls that can further restrict the involvement of Chinese and other foreign entities and individuals in research activities.”

15 Het Wassenaar Arrangement on Export Controls for Conventional Arms and Dual-Use Goods and Technologies is het multinationale export controle regime en heeft wereldwijd 42 leden. De lijst met te controleren staat aan de basis van de lijst die de EU (en dus ook Nederland) gebruikt met militaire en dual use producten. Voorname militaire machten als Brazilië, China, en Israël zijn elk met eigen moverende redenen geen lid.

donderdag 4 januari 2024

The Economic Weapon

The Economic Weapon: The Rise of Sanctions as a Tool of Modern War is geschreven door Nicholas Mulder. Hij is hoogleraar Europese geschiedenis aan de New Yorkse Cornell universiteit in Ithaca. De Nederlandse historicus is onder meer opgeleid in Utrecht. Voor dit boek deed hij onderzoek in Nederland, Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, en Zwitserland. Hier mijn samenvatting, bespreking en commentaar. (Voor een kortere bespreking zie hier.)

Het boek is samengesteld uit tien hoofdstukken, een inleiding, conclusie, bevat een flink notenapparaat en een index. De hoofdstukken zijn verdeeld in kortere delen die een periode van een paar jaar en daarmee samenhangend onderwerp bespreken, zoals: de werking van de blokkade, 1914-1917; Sancties en neutraliteit, 1927-1931; of de angst voor blokkade in 1936-1939. Onderweg kom je langs ontwikkelingen en gebeurtenissen uit de eerste helft van de 20ste eeuw.

Grove samenvatting
The economic weapon kan grofweg worden samengevat als een beschrijving van de ontwikkeling van sancties als wapen in de internationale politiek gedurende en tussen de beide wereldoorlogen van de vorige eeuw. De sancties van de Eerste Wereldoorlog werden in de periode naar de volgende verder ontwikkeld en evolueerden naar een wapen tijdens vredestijd. De inzet in de jaren twintig was effectiever dan in de jaren dertig tegen de grotere landen die zich inmiddels hadden ingesteld op de mogelijkheid van sancties. In een laatste hoofdstuk worden de ontwikkelingen in de eerste helft van de 20e eeuw vertaald naar de recente geschiedenis. Tegenwoordig worden de maatregelen, geënt op de middelen van destijds, economische sancties genoemd. De schrijver constateert dat sancties een steeds bredere inzet hebben gekregen, maar niet efficiënter zijn geworden.1

Historische legpuzzel
Maar met een samenvatting doe je dit boek geen recht. Het lijkt op een puzzel van 10.000 stukjes die allen bewonderenswaardig op de plaats zijn gelegd waar ze horen. Er zijn er die een ontwikkeling, een citaat, een visie, of een historisch feit bevatten. Stukjes zonder betekenis, bij wijze van spreken met alleen lucht, zijn er niet veel bij. Vrijwel iedere zin in het boek staat en geeft nieuwe informatie of ondersteunt de opbouw van een een betoog binnen het grotere verhaal. Veel citaten en visies van prominente betrokkenen zijn bovengehaald door archiefonderzoek, dat geeft het boek nog meer waarde en de gebruikte archieven zijn overzichtelijk weergegeven in het notenapparaat. Het is geen lichte kost, maar je leest het wel met plezier of juist niet als je weer eens op een vreselijk stuk geschiedenis stuit. Het boek gaat over het economische wapen, maar zet deze ontwikkeling in de context van de geschiedenis van de wereld, en vooral die van Europa, de Verenigde Staten en Japan.

Ineffectief
Mulders boek werd door The Economist en Foreign Affairs uitgeroepen tot Beste Boek van 2022
. Het kreeg de prijs voor het beste debuut van de Society for Historians of American Foreign Relations (SHAFR). Het werd vertaald naar het Japans, traditioneel en vereenvoudigd Chinees, en een Vietnamese versie verschijnt in 2024, zo somt de schrijver zijn succesen op.
In de
Groene Amsterdammer verscheen al snel een interview met Mulder dat je kan zien als uitgebreide samenvatting die veel interessante constateringen uit het boek noemt, zoals: “Amerikaanse sancties falen gewoonlijk in het dwingen van andere landen om hun gedrag te veranderen. In de meeste gevallen stimuleren ze nationalisme en verhogen ongelijkheid,” en “sancties zijn veel slechter in het realiseren van politieke doelen dan in het toebrengen van schade”. Een andere conclusie is dat hoewel sancties het manusje-van-alles, het werkpaard, zijn geworden in de internationale politiek, ze niet werken. Bovendien: “Sancties houden internationale problemen in stand.”Al-met-al geen aanbeveling voor het middel.

Betekenis
Het woord sanctie heeft een geschiedenis die teruggaat naar de middeleeuwen. Toen werd het gebruikt door de katholieke kerk om erfrecht in Koninklijke kringen te regelen. In de negentiende eeuw krijgt het een volgende betekenis van verzekering of dwangmaatregel. Aangezien de wereld werd beheerst door grootmachten, kreeg het vooral de betekenis van strafmaatregelen bij overtreding van Europese regels en wetten. Kortom ze werden gezien als een werktuig om de civilisatie te beschermen tegen de barbarij. In de huidige vorm zijn ze een eeuw oud, gegrond op ontwikkelingen in de Eerste Wereldoorlog, daarna een economisch afschrikkingswapen in handen van de Volkenbond als medicijn tegen oorlog, vervolgens ontwikkeld naar een permanent onderdeel van de middelen van de georganiseerde mensheid,
“Het geloof in de macht van het economische wapen was deel van de politieke betrokkenheid geworden van de internationalisten,”2 zo constateert Mulder omtrent de situatie in het interbellum.

Moderne betekenis
Een vraag die aan het begin van de vorige eeuw voorlag was of ze onderdeel van de machtspolitiek moesten worden of deze overstijgen. Conservatieven, liberalen van verschillende snit, idealisten, internationalisten en realisten, zouden de degens kruisen over de invulling ervan. Maar Nie Wieder Krieg kreeg met de economische sancties een machtig wapen in handen.
De moderne betekenis van het woord omschrijft Mulder als volgt: materiële uitsluiting van de wereldeconomie om internationale normen op een offensieve wijze te verdedigen.
Of : “Sancties voorkomen alle invoer en uitvoer van een bepaalde soort goederen, en hiermee verwijzen ze naar het middel blokkade waarop ze zijn geïnspireerd. (…) sancties zijn beperkingen op uitwisseling gericht tegen een externe partij, ze zijn gericht op het ontwikkelen van macht tegen anderen actoren op afstand.”

Knelpunten
Een van de belangrijke knelpunten bij sancties is het aantal landen dat deelneemt. Hoe minder dat er zijn des te groter de mogelijkheden ze te omzeilen. In het geval van de sancties na de Eerste Wereldoorlog was het feit dat de Verenigde Staten geen lid van de Volkenbond waren in deze zin een belangrijk euvel. Een eenduidige benadering versterkt het sanctiewapen. Dat die er niet was ten opzichte van Duitsland kort na de Eerste Wereldoorlog, maakte de maatregelen ook zwakker. Dit tweede punt leek verholpen met het toelaten van Duitsland tot de Volkenbond in 1926. Politieke onenigheid hoe een krachtig systeem op te zetten, bleef echter. Wat ook niet meewerkte was de nationale politiek in verschillende landen die – begrijpelijkerwijs – vooral op de eigen belangen gericht was. Zo moesten de Britten beslissen of ze een marine voor de dominantie op zee ten opzichte van andere landen (m.n. de Verenigde Staten) of een marine in dienst van de Volkenbond op zouden zetten, beide was gezien de middelen niet mogelijk (een kwestie die het hele interbellum bleef spelen). Bovendien zouden de Britten en de Verenigde Staten niet akkoord gaan met een leger in dienst van de Volkenbond. De Fransen vatten de Britse houding als volgt samen:
“een beetje blokkade, zo min mogelijk economische druk, geen enkele militaire steun en heel veel ontwapening.”

Machtig wapen
In de Eerste Wereldoorlog wordt de werking van de economische oorlogvoering verfijnt. Het was al snel duidelijk dat het een machtig wapen was dat mogelijk als afschrikking voor oorlogen gebruikt kon worden. De blokkade werd een van economische experimenten met de grootste gevolgen in de twintigste eeuw, zo constateert de schrijver. Het gaat daarbij niet alleen om het stoppen van goederen, maar ook om de inzet van een financiële blokkade. De twee vormen kunnen nauw met elkaar verbonden zijn.

Mangaan

Bij goederen kijkt het boek allereerst naar mangaan.1 Dat is een element dat werd toegevoegd aan ijzererts om op goedkope wijze een gehard staal te krijgen. De controle er op was dan ook belangrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog. Duitsland was na de Verenigde Staten met een kwart van de wereldproductie de grootste producent van dit staal, die productie werd bij onze oosterburen gedomineerd door Krupp. Het mangaan kwam in een regelmatige stroom grotendeels van elders.

De constante aanvoer maakte dat er weinig voorraad nodig was. Dat is een vorm van kostenbesparing, maar zorgt ook voor kwetsbaarheid in tijden van oorlog en sancties.

Wat geleverd geleverd werd kwam grotendeels van verder weg, zoals uit Georgië. In Europa waren nauwelijks mangaanmijnen (Spanje nam iets minder dan een procent van de winning wereldwijd voor zijn rekening). Rusland was de belangrijkste toeleverancier voor Duitsland (65%), gevolgd door India (25%). Spanje en Brazilië waren respectievelijk goed voor 6 en 4 procent. Brazilië was de goedkoopste optie, vooral omdat vervoer over water mogelijk was. Bovendien was de zuiverheid van de Braziliaanse mangaanerts goed wat meer van het gewenste element per gewicht betekende.

Het aankopen was een complexe kwestie en liep via de locale afdeling van Deutche Bank in Brazilië, de Deutche Überseeische Bank. De mijn in Brazilië werd vanaf 1911 geëxploiteerd door de Britse Itabira Iron Ore Company. Erts ging per trein naar Rio de Janeiro en daar werd ze verkocht en kreeg Itabira een geldwissel op naam van Krupp. Daarmee was de betaling verzekerd. Wat ook verzekerd moest worden waren de zeetransporten. Hiervoor was Lloyd's in Londen verantwoordelijk. Verder moesten de schepen die werden gebruikt voor het vervoer brandstof kunnen bunkeren, vooral steenkool uit het Verenigde Koninkrijk. Dit was over de wereld verspreid opgeslagen in depots die ook al door de Britten werden gecontroleerd. Vanuit Rotterdam ging het erts per rijnaak naar Essen, een reis van 210 kilometer. Totdat Krupp betaalde waren de kosten voor Deutche Bank die leningen elders afsloot (bijvoorbeeld bij Crédit Lyonnais) om hiervoor voldoende kapitaal te hebben.

Deze geglobaliseerde handel in mangaanerts omvat minimaal zeven betrokken partijen. Elke beweging kent zijn zwaktes. Hoe deze constructie in te zetten om controle op de handelsbewegingen te krijgen was de voorliggende vraag en die tevens aan de basis stond van het moderne sanctiesysteem. Financiering en beschikking over brandstof gaf veel mogelijkheden. Later zetten de geallieerden alle mangaan op een lijst met producten die militair bedoeld waren en ten alle tijden in beslag genomen konden worden. Al snel controleerden ze meer dan 90 procent van de mangaan productie. Spanje en Boekovina (een gebied tussen Roemenië en Oekraïne) bleven over voor Berlijn en de Duitse militaire leiding richtte zich tevens op Rusland om toegang te krijgen tot het unieke metaal.

De sancties waren effectief. Door een gebrek eraan ging de kwaliteit van het Duitse staal snel achteruit met effecten op het slagveld. Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog is er een Duitse militaire actie om toegang te krijgen tot de mangaan voorraden in Oekraïne en de Kaukasus.
____________
1 Het verhaal rond de controle op de mangaanimporten - met militaire gevolgen - ontbreekt in het lijvige The arms of Krupp door William Manchester (Londen: Little Brown and Company, 1968). Een ommissie die 33 jaar later door het groeiende belang van sanctiepolitiek niet meer zou voorkomen.

Infrastructurele macht
Groot Brittannië speelde een centrale rol binnen de ontwikkeling van het sanctiewapen. Via de City van Londen liep de financiering van zo'n 60 procent van de wereldhandel. Het rijk werd ook wel het Saudi Arabië van die tijd genoemd, omdat het grote delen van de van belangrijkste brandstof, de kolen, controleerde. Ruim twee derde werd gewonnen op de Britse eilanden. Daarbij kwam dat het over 70 procent van de telegraafkabels beschikte. “De Britse infrastructurele macht over de activiteiten binnen de geglobaliseerde wereld – goederen, geld, brandstof en informatie – waren enorm,” zo vat de schrijver samen. Daarnaast was het ook een maritieme macht en werd de Britse marine ingezet om handelsstromen te controleren, ook op de Noordzee, wat ook van dit water een oorlogszone maakte.
De controles op 'smokkelwaar' waren vooral gericht op vervoer naar de neutrale Europese landen: Nederland, Zwitserland, Scandinavië en Spanje. Nederland kon de handel naar Duitsland niet stoppen, zo was de visie in Den Haag. Dat zou de neutrale positie in gevaar brengen. Maar de transithandel naar Duitsland was wel van groot belang voor de Duitse oorlogsinspanningen en moest militair gezien wel eindigen. Om dat te bereiken werd de diplomatieke druk
op Den Haag opgevoerd.

Organisatie en informatie
Voor handel en financiering werd een vergunningenstelsel opgezet door het Britse War Trade Department (WTD). Dit leverde meteen ook weer inlichtingen op het gebied van handelsstromen op. Die gegevens werden verwerkt door het Trade Clearing House (TCH). Toch bleef Duitsland goederen invoeren. De sancties zouden niet krachtdadig en niet waterdicht genoeg zijn, zo was de kritiek. Toch zou het nog tot 1916 duren voordat er een organisatie voor een krachtiger vorm van economische isolatie werd opgezet. In Groot Brittannië werd dit het Ministerie van Blokkade. Hiermee werd de inzet van economische oorlogsmiddelen gecentraliseerd. Het TCH werd gereorganiseerd en omgedoopt in het War Trade Intelligence Department (WTID).
Het verwerven van inlichtingen en het vertalen daarvan in sanctiemaatregelen zijn ook ruim een eeuw later nog een bepalende factor in de sanctiepolitiek (door de digitalisering van informatiestromen zelfs in sterkere mate).

Rantsoenering
Het verwerven van informatie zou steeds dwingender vormen aannemen. Er kwam een statistisch model dat ook wel rantsoeneringsmodel werd genoemd. Neutrale landen hadden aldus toegang tot de 'normale' hoeveelheden, gemeten naar eerdere import en import daarbovenop werden verhinderd. Nederland importeerde in 1915 bijvoorbeeld op grond van deze methode teveel lijnzaad, smeerolie en benzine. De behoeften van landen werden regelmatig te laag ingeschat. Als een land een periode minder gebruikte dan voorzien, dan werden de cijfers op grond daarvan naar beneden bijgesteld. De Britse marine stopte dan het doorlaten van verdere toelevering. Daarmee kregen de Engelsen controle over de wereldeconomie. Overigens zou de bedenker van dit statistische model, Arnold-Forster, later opmerken dat deze economische blokkade een verschrikkelijk middel was en in staat honderdduizenden te doden. De bajonet was dan wel ingeruild voor de pennenstreek, maar de verschrikkingen zouden blijven. Alleen zouden ze geen oorlog meer heten.

Zwarte lijsten
Hiernaast kwam er ook een zwarte lijst met bedrijven die de regels overtraden, en waarvan goederen in beslag genomen konden worden. Naast deze openbare lijst waren er drie geheime zwarte lijsten: een met bankiers, een voor schepen, en een voor bedrijven die verdacht werden van handelen met de vijand. Om goederen te vervoeren konden exporteurs een vergunning voor vervoer aanvragen bij de Britse ambassade. En om nog toegang tot Britse kolen te hebben moesten schepen zich laten inspecteren in een Britse haven. Deze zogenaamde bunkercontrole werd een van de effectiefste delen van de sancties. De Fransen voegde nog een middel toe; voorraden van goederen werden opgekocht, zodat ze niet meer voor de vijand beschikbaar zouden zijn. (Overigens noteert de schrijver dat de Fransen hun mankracht efficiënter inzetten dan de Britten.)

Kleine banken
Naast deze middelen kwam er ook een systeem om banken in kleine landen (genoemd worden die in Amsterdam, Rotterdam, Kopenhagen, Christiania, Bergen, Malmö, Trondheim en Stockholm) te controleren. De volumes van de transacties bij deze kleine banken namen
tijdens de oorlog sterk toe. Wat normaal in een maand verwerkt werd ging er nu in een dag doorheen, aldus een WTD-circulaire. Om de financiële maatregelen goed van de grond te krijgen werden ervaren bankiers aangetrokken. Een belangrijke doelstelling was het voorkomen dat buitenlandse winsten door Duitse bedrijven terug naar het moederland zouden vloeien. Er wordt een voorbeeld genoemd van transacties vanuit Argentinië door Franse (Crédit Lyonnais) en Nederlandse (Banco Hollandés de la América del Sud) banken. Beide werden bestraft.
De Fransen waren voorzichtiger met strafmaatregelen dan de Britten. Banken zouden zich bij te strenge straffen immers ook los kunnen maken van de geallieerden en kiezen voor de vijand. Dan was het resultaat tegengesteld aan het beoogde doel. Het systeem zou zich daarom niet tegen banken, maar tegen transacties moeten keren. Dit vat een belangrijke probleem bij inzet samen; een die ook in de huidige tijd nog bestaat.

Voedsel en agrariërs
In Engeland was de vrijhandels adept burggraaf Cecil of Chelwood een groot voorstander van het sluiten van de markt voor Duitsland. Cecil zou tot ver na de oorlog blijk geven van een keiharde politiek waarbij het economische wapen een grote rol speelde. De politiek werd ingegeven door de Britse positie dat het land voor 65 procent van het voedsel, gemeten in calorieën, afhankelijk was van het buitenland. Die zwakte werd vertaald naar Duitsland en zorgde voor de dominantie van de zienswijze dat zo druk op Berlijn kon worden uitgeoefend. In Duitsland zou de oorlog echter een andere invloed op de oorlog hebben. Agrariërs werden gemobiliseerd wat het aantal landarbeiders in Duitsland verminderde en door de blokkade kon niet geëxporteerd worden, waardoor de inkomsten, ook die uit landbouw, afnamen. Dit sturen van de handelsstromen vanuit conservatieve kringen betekende overigens niet dat de hang naar vrijhandel in het algemeen verminderde. Conservatief Cecil werd wel de dominante kracht van de Britten bij het vormgeven van de economische oorlog.

Rusland
In 1917 wordt Rusland geconfronteerd met een blokkade. Zowel de toevoer vanuit de Zwarte als Oostzee wordt afgesloten door respectievelijk het Ottomaanse rijk en Duitsland. De havens in het Noorden waren maar zes maanden per jaar open en daarop kon het land niet draaien. Al snel had Rusland geen kolen meer voor spoorvervoer en kon het Russische leger en de bevolking niet meer van voedsel worden voorzien. In maart 2017 werd het regime van de Tsaar verdreven door de woedende bevolking.

Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog vielen de geallieerden Rusland binnen om te voorkomen dat Duitsland hier grondstoffen vandaan zou halen. Het was dus deel van de blokkade tegen Berlijn. De Duitsers meenden dat het hen niet zou treffen, maar het leidde tot enorm dodelijke gevolgen. I
n Centraal Europa zouden door honger en ziekte 300.000 tot 400.00 mensen omkomen.3

Het zijn slechts een paar van de voorbeelden dat jaar wat controle over het vervoer van grondstoffen kan betekenen. Het leek steeds meer een wapen om oorlogen te winnen.

Anderzijds was er na de Eerste Wereldoorlog geen duidelijk verband aan te wijzen tussen economische druk en militair verlies. Toch was de overheersende mening dat het wel degelijk doorslaggevend was geweest. Dit kwam doordat de verslagenen zelf het verhaal versterkten om de schuld bij externe partijen te kunnen leggen. Bovendien bood de aldus benoemde schade ruimte bij het onderhandelen over de omvang van de compensatie maatregelen in het verdrag van Versailles. De betrokkenen aan geallieerde zijde hadden op hun beurt geen belang bij het het kritiseren van de eigen politiek.

De aldus ontstane mythe had vervolgens wel invloed op de ontwikkeling van het economische wapens in de rest van de eenentwintigste eeuw.

Onweerstaandbaar
Na de oorlog betekent het dat ook de Volkenbond een onweerstaanbaar wapen kan inzetten, zodat een machtspositie niet langer een onhaalbare wensdroom is; ze kan gaan heersen met een economisch drukmiddel. De voormalige Franse Premier Léon Bourgeois merkte op dat er ook een militaire strijdmacht aan de Volkenbond verboden moest worden voor het uitvoeren van militaire sancties. De militaire macht zou ook in het eerste concept handvest van juni 1918 staan. Dit naast vier soorten economische maatregelen: blokkade, embargo, ontzeggen grondstoffen en maatregelen gericht tegen buitenlandse financiering. De Franse juristen die het handvest opstelden lieten geen misverstand bestaan, de economische sancties waren extra bovenop een gewapende macht. Tegen dit plan kwam forse oppositie van de zijde van Londen en Washington. De Britten verzwakten het voorstel naar een waarin de Volkenbond de bevoegdheid kreeg om militaire inzet te organiseren. Van een militaire staf was geen sprake. De Amerikanen lieten militaire maatregelen helemaal buiten hun visie. Niet de Volkenbond maar het Congres moest besluiten tot militaire inzet.

Hiërarchie
Wel kwam er steun vanuit links voor economische sancties als afschrikkingsmiddel waaronder het controleren en zo nodig stopzetten van grondstoffen, waaronder ook voedsel viel. De Verenigde Staten zouden buiten de Volkenbond blijven. Duitsland zou in 1926 toetreden en Rusland in 1934 (en werd weer uit de organisatie gezet in 1939). De permanente leden werden de Britten, Frankrijk, Italië en Japan. De Europese landen (aangevuld met niet permanent lid België) dienden in het kader van het Verdrag van Versailles hun eigen belangen met de aan Duitsland opgelegde compensatie eisen. De Bond begon met het straffen van kleinere landen (Joegoslavië en Griekenland, het tweede land sterk afhankelijk van voedsel import en daardoor te dwingen stappen te zetten) en liet het Italië van de fascist Mussolini buitenschot. De schrijver oordeelt dat er een imperialistische hiërarchie was op grond waarvan economische drukmiddelen werden ingezet. De praktijk liet zien dat deze vooral de kleinere of Aziatische landen trof.

Regime change
In de Verenigde Staten bestond een andere inzet dan in Europa. De sancties moesten een middel zijn om het Duitse politieke systeem te democratiseren, daarmee zou de vrede gediend zijn. In Europa waren de sancties eerder een middel binnen de economische rivaliteit. In Londen en Parijs werd de aanpassing van het Duitse politieke systeem minder belangrijk geacht. Voor Washington moest Duitsland weer een deelnemer binnen de wereldeconomie worden en zo integreren, wat een bijdrage zou leveren aan het vallen van het militaristische systeem. De Volkenbond moest een ideologisch programma in die richting krijgen. Binnen de League to Enforce Peace (LEP) bestond de hoop dat president Wilson bij zou dragen aan het steunen van een sanctiepolitiek. (Mulder meldt hier als opvallende zijstraat dat men binnen de LEP nooit had gedacht aan de mogelijkheid dat de Verenigde Staten zelf wel eens onder sancties zouden kunnen vallen.)

Kanonneerbootdiplomatie
De geallieerden houden de blokkade tegen Duitsland echter in stand, ook na het sluiten van de wapenstilstand. Duitsland moest verzwakt worden als Europese mogendheid, zeker na het tekenen van het Brest-Litovsk verdrag tussen Rusland in Duitsland in maart 1918. Ook de Hongaarse en Russische Sovjetrepublieken blijven onder de blokkade vallen die daarmee naadloos van oorlogstijd naar vredestijd overgaat om de naoorlogs orde een kant op te dwingen. Het voelde weliswaar onplezierig dat vrouwen en kinderen hier het slachtoffer van werden, maar de druk was nodig, zo stelde Harold Nicholson, een diplomaat in dienst van Boerenleider Jan Smuts en tijdelijk onderhandelaar met het Hongaarse bewind.
Andere maatregelen zouden ook blijven bestaan. De bunkercontrole uit de oorlog zou nu tegen de Bolsjewieken worden ingezet. Deze naoorlogse inzet zou niet alleen in de getroffen landen tot veel debat en oppositie leiden. Maar ook in gevestigde Westerse kringen. Welke ethiek schuilde achter het treffen van burgers?
Naast het voortzetten van de oorlog met andere middelen, was er ook een andere reden voor het handhaven ervan. Parijs en London liepen op hun tandvlees en konden op een goedkopere wijze druk blijven uitoefenen en tegelijk de kostbare mobilisatie verkleinen. Pas in juli 2019 werden de maatregelen beëindigd.

Roergebied
Frankrijk zou niettemin of juist door diezelfde krappe beurs gedreven een militaire inval in Duitsland doen en het Roergebied bezetten om zich met Duitse steenkool de compensatie uit te betalen. De Britten vinden dat paal en perk aan de Franse interventies moet worden gesteld. Maar Parijs kan rekenen op steun van Brussel en Rome die zelf ook herstelbetalingen wensen. Belgische troepen maakten zelfs onderdeel uit van het 60.000 militairen sterke Frans-Belgische invasieleger.
De reactie in Duitsland laat zich raden. Van links tot rechts werd deze Franse kanonneerbootpolitiek veroordeeld. Rechts in Duitsland grijpt de inval aan om de eigen falende politiek er mee toe te dekken. Duitsland zoekt steun bij de Volkenbond, dat kan ook als niet lid (art. 17). De invasie zorgde juist voor Duitse eenheid tegen de inval en versterking van het nationalisme. De Fransen zouden echter uitgaan van de gedachte dat als Duitsland geen bakzeil haalde, en weigerde de compensatie te betalen, de inzet vergroot moest worden. De schrijver merkt op dat de Roer (en ook in het boek uitgebreid besproken Korfoe) kwestie het onplezierige imperialistische verleden van economische dwang terugbrachten in een organisatie die claimde er te zijn om machtspolitiek iets van het verleden te maken.

Sancties
Hoewel de Britten het in beginsel onwenselijk vonden, werden sancties het wapen van de Volkenbond. De president van de Verenigde Staten, Herbert Hoover, steunde het idee, evenals de Fransen. Het wapen was zwanger van de gedachte dat het de loop van de geschiedenis kon veranderen, “misschien wel buiten propporties”, zo koelt Mulder de verwachtingen aan het eind van hoofdstuk twee. Een precieze omschrijving van de voorwaarden voor inzet, die Nederland wenste, werd door de Britten weggebluft. Cecil wilde geen streng afgebakende betekenis.
Het sanctiewapen is een van de drijvende krachten binnen de oorlogsvoering geworden, niet slechts een ongewapende reactie erop. De logica in oorlogstijd verschuift naar de een visie gedurende vredestijd of in andere woorden “de oorlog met wapens is over, de economische oorlog gaat door,” en zo blijft Europa in de greep van de ontberingen.

Bemiddeling
Ook onder groepen die oorlog onder controle wilden brengen, kreeg het middel steeds meer aanhang, zoals van de arbitrage4 beweging die geschillen voor wilde leggen aan een internationaal hof. Het debat liep hoog op, terwijl de internationalist-koopman Léon Bollack voorstelde een totale boykot in te stellen van landen die een uitspraak van het hof weigerden uit te voeren, vroeg de Hongaarse socioloog André Maday zich af of het creëren van hongersnoden wel wenselijk was. Zo werd in 1917 tegen Griekenland een blokkade ingesteld om binnen het land een oppositie af te dwingen tegen de clique rond Koning Constatijn II die zich op Duitsland richtte. De honger en het dodental liep op in Athene. De Koning zou vervolgens aftreden.

De Eerste Wereldoorlog zou betekenen dat een theoretische discussie over het economische wapen praktische handen en voeten zou krijgen. Het zou tot op de dag van vandaag niet meer van de agenda verdwijnen. Toch zou met de inzet van het sanctiemiddel na de oorlog tegen de communisten in Rusland het debat weer oplaaien: “Luide campagnes door feministen, linkse, en liberale groepen hielp de bondgenoten echter om de economische druk op Centraal- en Oost-Europa te matigen vanwege de angst dat de bevolking in handen van de politieke radicalen zouden worden gedreven in plaats van naar burgerlijke stabiliteit.” Niettemin zou een blokkade op voedsel voor de Volkenbond een uiterste middel zijn, maar wel een middel dat ze in mocht zetten.

Aristocratie
De maatregelen zelf zijn ook geëvolueerd in de loop der tijd. Eerder moest de oorlog verklaard worden voordat sancties van kracht konden worden, ze waren kortom deel van de oorlog en gericht tegen materiële zaken (inkomen en grondstoffen). De periode van globalisering voor de Eerste Wereldoorlog werd overigens ook veroorzaakt door de wetgeving die privébezit beschermde tegen oorlog. Oorlog was immers geen activiteit tussen private partijen, maar tussen staten, zo was de idee. De ontwikkeling van het sanctiemiddel zou deze bescherming op de helling zetten. Door de dam tussen economie en oorlog werd het bijna onmogelijk economie en samenleving tot doelwit van oorlog te maken. Het systeem bracht de aristocratie de mogelijkheid een heldenstatus in oorlog te verwerven, terwijl de bezittingen buitenschot bleven, zo merkt de schrijver op. Wat hier een einde aan maakte waren de imperialistische oorlogen elders waar hele bevolkingsgroepen doelwit werden en er kwam oppositie vanuit de elite tegen dit onderscheid:
“er kan niet tegelijkertijd een oorlog met wapens zijn en een vrede in de handel,” zo merkte rechter en parlementslid voor Wales John Nicholl in 1800 al bondig op.

WILPF
Winston Churchill was van mening dat het inzetten van het economische wapen
“weerzinwekkend” is en bovendien zou je mensen ermee de armen van de Bolsjewieken in hongeren. Christabel Pankhurst van de Sufragettes was wel voor het handhaven. Ze vond zelfs dat Cecil te weinig krachtdadig was. (Overigens waren de meeste vrouwengroepen een andere mening toegedaan, voorop de WILPF. Deze nog steeds bestaande organisatie sprak zich uit tegen de uitroeiing, die begon met kinderen en ze zette zich in tegen de inzet van economische middelen die kapot maakten wat vrouwen hadden opgebouwd.) Wat overigens niet betekende dat ze de inzet van de economische middelen geheel afwezen, maar wel de inzet van voedsel als wapen. Een paar jaar later zou Emily Balch van de WILPF een tactisch argument naast het morele zetten. Door voedsel tot wapen te maken, zouden de armen en zwaksten getroffen worden. “Niet de rijken, machtigen en legers.” Die zouden er dan ook niet door gedwongen worden hun koers aan te passen. Later zou ook Balch meegaan met de oproepen, maar stellen dat ze “geen beweging van massale haat en oorlogsstemming mogen aanwakkeren.”

Hongerdoden
Vanuit de Volkenbond kwam het commentaar dat de sancties om afschrikkingwekkend te zijn ook genadeloos moesten zijn. Dat was juist om erger te voorkomen, zo was de stellingname. President Hoover had echter zijn twijfels over het handhaven van de blokkade, niet vanwege moreel problemen met sterfte door gebrek, maar ook vanuit tactische overwegingen dat de ontberingen mensen in handen van de radicalen zouden jagen. Hij had nog een reden. De blokkade was niet in het belang van boeren in de Verenigde Staten, die konden er hun producten immers niet kwijt. Een punt dat we ook veel later als argument zien opduiken onder president Reagan, zoals beschreven door Agathe Demarais.5 Ook na de Eerste Wereldoorlog kwamen exporteurs met een afzetmarkt in Rusland met een dergelijk argument en uiteindelijk werden de maatregelen op 16 januari 1920 beëindigd en zou handel met boerencoöperaties in Rusland weer mogelijk zijn. In de periode na het sluiten van de wapenstilstand werden hulpprogramma's opgezet om de nood te lenigen. De Supreme Allied Council (SEC) had dus ironisch genoeg zowel de macht om voedsel te verstrekken als om tegelijkertijd mensen uit te hongeren. De gewelddadige situatie in de getroffen landen verhulde nog enigszins de effecten van de hongerpolitiek. Maar duidelijk was dat verschrikkingen zowel in oorlogstijd als vredestijd konden bestaan.

Oorlogsmiddel in vredestijd
Het samenvoegen van concepten op het gebied van sancties in vredestijd uit de Verenigde Staten en van de Britten, in de zogeheten Cecil-Miller Draft, was de eerste keer dat het verband tussen blokkade en een oorlogsverklaring was verdwenen.
Het wapen ontwikkelt voor en in oorlogstijd verwierf de positie van een legitiem middel ten tijde van vrede. Zo werd dit in januari 1919 deel van de wereldpolitiek. Nog een nieuwigheid was dat de maatregelen zich niet tegen inwoners maar tegen nationaliteiten gingen richten, wat het mogelijk maakte strafmaatregelen in te stellen tegen partijen die elders in de wereld gevestigd waren, maar wel met de te treffen vijandige nationaliteit.
De Verenigde Staten kregen hun zin dat een raad van grootmachten mocht bepalen of een daad van oorlog had plaats gevonden
op grond waarvan een reactie bepaalt kon worden. Wat Frankrijk nog bijdroeg was een positief sanctiemiddel. Het zou alleen nog tot halverwege de de jaren twintig voordat dit verder werd ontwikkeld. Verder werden de oorspronkelijke Franse voorstellen verwaterd. Aan het slot van de oorlog maakte nieuwe wetgeving in de Verenigde Staten het ook nog mogelijk bezit van vijanden te onteigenen.
Dat er geen kogels gebruikt werden, maakte het economische wapen niet geweldloos, zoals hier eerder werd beschreven aan de hand van hongerdoden. Bovendien gaat al snel blijken dat de economische oorlog tegen de oorlog ook een nefaste invloed heeft op de wereldeconomie.

Aanjager oorlog
Duits militair theoreticus Erich Ludendorff stelde dat Duitsland de slag zou hebben verloren als ze het hadden moeten doen met de grondstoffen binnen de eigen grenzen. Ludendorf meende ook dat een krachtige economische oorlogsvoering de benodigde middelen voor het verwerven van een hegemoniale positie hadden verkleind.
De keerzijde van het wapen wordt dus al snel duidelijk. Landen zullen er op reageren door het verwerven van toegang tot grondstoffen elders. Dat was ook wat kleinere landen (zoals bijvoorbeeld Nederland, Denemarken en Zwitserland) vreesden met de instelling van de economische sancties door de Volkenbond tegen Duitsland. Het middel om oorlog te stoppen, werd juist een aanjager ervan. Deskundigen hadden dit al voorspeld.

Instabiliteit
Hoe verder de spanningen in de wereld opliepen en hoe meer het sanctiewapen werd bepleit hoe meer ook duidelijk werd dat het de instabiliteit eerder vergrote dan verdreef. Sancties werden onderdeel van de strijd om de macht. In algemenere zin hebben sancties het internationaal recht beïnvloed, de grens tussen oorlog en vrede verlegd en een nieuw middel om economische belangen te behartigen geïntroduceerd. De invoering riep vragen op. Hoe controleer je activiteiten van burgers van de getroffen staat elders in de wereld en hoe zorg je ervoor dat andere landen de sancties niet gaan doorkruisen? Iedere staat, bedrijf of individu moest bovendien bijdragen aan het isoleren van de agressor. Kortom liberale waarden zoals de vrije zee, een liberale economie en neutraliteit voor de wet moesten het ontgelden.

Tandeloos
De tijdens de Eerste Wereldoorlog opgedane kennis werd ingezet in de Volkenbond. De organisatie riep het zogenaamde artikel 16 in het leven waarin de economische sancties werden uitgewerkt. De Volkenbond beschouwde zich niet als een tandeloze tijger, zoals ze tegenwoordig vaak wordt gezien, maar als organisatie met een machtig afschrikkingswapen in handen, erger dan oorlog, zoals president van de Verenigde Staten, Woodrow Wilson, het typeerde. Het zou agressors de lust om te gaan vechten ontnemen en bovendien geen levens buiten de te treffen staat kosten. Eerder schreef een Amerikaanse journalist al dat het een
“kracht subtieler en groter [dan van strijdkrachten was], de macht van economische verstikking.” De politieke leiders van Frankrijk en Engeland vonden dat het een krachtig machtsmiddel moest zijn om agressors (wie dat zijn is niet zelden een politiek of moreel oordeel) onder druk te kunnen zetten.

Bajonetten of pennen
Pennen lijken schoner dan bajonetten, en daardoor wel zo gemakkelijk om in te zetten; zo ontstond na 1919 ook een permanente dreiging van economische oorlogvoering. Bovendien waren de koloniale machten geen vreemden van grote doden aantallen en konden ze de gevolgen op grond daarvan verdedigen, gemakkelijker wat betreft
Aziatische dan Europese slachtoffers. Dat laatste gold vooral de Fransen en Britten. Ze worden dan ook wel gezien als disciplineringsmaatregelen tegen de periferie.
De sanctie maatregelen hadden in oorlogsmoe Europa van de jaren twintig een positievere, stabiliserende, invloed, maar in de jaren dertig zorgde ze juist voor destabilisering. Ze versterkten het nationalisme eerder dan dat het er door afgezwakt werd. Hij zegt tegen Rutger van der Hoeven van De Groene Amsterdammer: (...) in de jaren dertig, tijdens de Grote Depressie, wakkerden sancties de internationale spanningen en instabiliteit aan,” dat is een van van de centrale een conclusies in het boek.6
Kleinere landen waren gevoeliger voor de strafmaatregelen dan grotere landen. Dat betekent niet dat ze daar geen effect hadden. Mussolini zou een volgende veroveringsoorlog moeten uitstellen vanwege de door de Volkenbond opgelegde sancties na de inval in Ethiopië. Ze bleken hier inderdaad een krachtig middel, en het verhaal van de zwakke Volkenbond wordt er weer mee genuanceerd.
Het was niet een zwakte van de instituties, maar een zwakte van de wil” de maatregelen uit te voeren, zo stelde een jurist uit de VS, Edwin Borchard. De Duitse econoom Moritz Bonn constateerde met betrekking tot de sancties tegen Italië, voorafgaand aan de Ethiopische oorlog:Het kan niet gezegd worden dat de sancties faalden. Druk die nooit uitgeoefend is kan immers niet hebben gefaald.

Mislukken
Toch zou de inzet van de sancties tegen Italië om drie redenen mislukken: ze werden voor het eerst ingezet tegen een relatief omvangrijke geïndustrialiseerde staat, de inzet was halfwas (een olie embargo waarvoor Mussolini vreesde werd niet ingezet en de financiële sancties waren niet afdoende), en ten derde werd een deel van de sanctiepolitiek minder effectief doordat landen als Japan, Duitsland en Italië een zelfvoorzienende economie (autarkie) opzetten. Overigens zou zelfvoorziening voor Italië onhaalbare blijken. Het land zou zich daarom verder verbinden met Duitsland om meer economische armslag te krijgen. Beide zouden ook elders oorlog gaan voeren juist om toegang tot grondstoffen te krijgen. Duitsland beschreef die optie in het Vierjaarplan van 1936, daarin werd naast autarkie en veroveringen ook het belang van routes over land naar grondstoffen genoemd.

Verbruik
Sanctie politiek veranderde in de jaren dertig. Geconstateerd werd dat niet alleen aanvoer, maar ook verbruik een grote rol speelde. De geïndustrialiseerde landen verbruikten in de jaren dertig twee keer zoveel kolen en negen maal zoveel olie als in 1900. Die brandstof moest er wel zijn of aangevoerd worden. Oorlogsinspanningen voerden de behoeftes nog verder op, en de verwachting was dat juist oorlogsvoering de positie van Italië zou verzwakken; met andere woorden de militaire avonturen waren juist de strop waarmee Mussolini zichzelf zou wurgen. Drastische strafmaatregelen waren daarom niet nodig; voorraden grondstoffen en financiële reserves zouden toch wel uitgeput raken. Dus bleef het Suez-kanaal open, kwam er geen olie-embargo en maritieme blokkade om de oorlog in Ethiopië tegen te gaan. Het kanaal werd niet gesloten op grond van een verdrag uit 1888 (De conventie van Constantinopel7). Mussolini dreigde het afsluiten ervan als oorlogsverklaring te
zullen beschouwen. Reden genoeg voor de Fransen en Britten om er van af te zien. Zo werd de geest van oorlog vermeden, maar Italië ook niet gedwongen van de oorlog af te zien; Rome werd er juist toe gezet.

De strafmaatregelen leidden bovendien tot een neiging naar autarkie, waardoor de invloed
door strafmaatregelen van buiten op die landen juist afnam, een mechanisme dat een belangrijke rol speelt in het afwijzen van sancties, zoals beschreven door Agathe Demarais in Backfire. De reactie van Japan en Duitsland erop maakte de wereld onbedoeld juist instabieler dan ze al was. Het zoeken naar autarkie en de steeds krachtiger sancties waren eerder een escalatiespiraal. De dreiging met sancties zou de ook de globale economische situatie negatief beïnvloeden.

Negatieve en positieve sancties
Overigens hadden de Volkenbondsancties zowel een positieve als negatieve kant; het steunen van slachtoffers van interstatelijk geweld naast het onthouden van producten aan agressors. Dat waren de doelstellingen ze uitvoeren stuitte op vele barrières. Juist het negatieve deel van de sanctiepolitiek zou dominant worden en van de positieve vorm een ondergeschoven kindje maken. In het begin steunde vooral Frankrijk de positieve vorm als permanent middel; later vielen Finland en Polen Parijs bij. Als ook Nederland, Tsjecho-Slowakije, Roemenië en Griekenland het middel gaan steunen, komt Duitsland in het verweer. Gevreesd werd dat vooral Frankrijk er zijn economische voordeel mee zou doen. Berlijn ging er vanuit dat het sanctiewapen zwak was en wilde dit al in de jaren twintig zo houden. De uitvoering ervan zou stagneren. D
e Verenigde Staten kon het niet binnen zijn neutrale politiek passen. Een land dat aangevallen wordt steunen is immers niet neutraal. Dus geen positieve sancties, in de vorm van hulp aan Ethiopië en juist niet aan Italië bijvoorbeeld. Die houding zou de Italianen in Ethiopië goed uitkomen. Wel werd een plan voor financiële steun uitgewerkt in Verdrag inzake financiële bijstand. Het aannemen van dit verdrag werd gekoppeld aan internationale ontwapening. Toen deze plannen tijdens de Wereld Ontwapeningsconferentie in 1933 – in een wereld waar samenwerking geen prioriteit had – faalden, ging ook de financiële steunwetgeving de mist in. Al snel zouden ook andere ideeën, zoals het Kellogg-Briand Verdrag waarin oorlog als instrument voor nationale politiek werd afgewezen, uitgekleed worden.

Verenigde Staten
De VS claimden het recht op zelfverdediging (inclusief overzeese belangen), de Britten wilden hun regio's met speciale en vitale belangen kunnen verdedigen. Zelfverdediging werd zo een breed begrip. En het afwijzen van oorlog, met uitsluiting van zelfverdediging, kreeg hierdoor minder betekenis.

Dat de Verenigde Staten geen deel van de Volkenbond waren zorgde voor nog een probleem. Als de Volkenbond een agressie oorlog zou bestraffen en handelaren van de VS zouden onder het mom van neutraliteit doorgaan met het bevoorraden ervan, dan moest er gekozen worden tussen het steunen en handhaven van de Volkenbond politiek of die van de Verenigde Staten. Voor de Britten was het duidelijk als de VS niet mee zouden doen dan konden ze de Volkenbond niet steunen.
De jaren dertig begonnen kortom op het gebied van sancties weinig belovend. Toch zouden ze uiteindelijk ingezet worden in alle delen van de wereld, waar een militaristisch Japan, een Nazistisch Duitsland en een fascistisch Italië zich bewapenden, zich land toe-eigenen en een imperium opbouwden. Maar of ze ook doortastend werden inzet? Vele betwijfelen dat. De VS en de Britten weigerden hierbij het voortouw te nemen, aldus auteur
Charles Kindleberger. Ook Zara Steiner verweet dit de Britten. Zelfs toen de Sovjet Unie (sinds 1934 permanent lid van de Volkenbond) sancties tegen Nazi Duitland niet uitsloot, weifelden Westerse regeringen, omdat ze bang waren voor de gevolgen op hun nationale economieën. Het boek staat vol redenen die landen gaven of hadden om niets te doen. Het verminderen van wapenexport werd bijvoorbeeld niet gewenst door de militaire industrie. De VS had dan wel een verdrag tegen agressie oorlogen getekend, maar het land weigerde, voor dat Roosevelt president werd, er daadwerkelijke tegen op te treden.

Japan
Sancties tegen Japan werden niet doorgezet, omdat men vreesde dat dit Tokio tot meer militaire acties aan zou zetten. Sterker nog. In 1938 klaagde Robert Cecil, op dat moment lid van het huis van afgevaardigden, dat de Verenigde Staten vliegtuigen aan Japan bleven leveren. De VS zouden samen met Nederlands Indië in 1940 belangrijke leveranciers van grondstoffen voor Japan worden. Als de VS uiteindelijk wel economische sancties tegen het land uitroept dan zal de Japanse agressie zich snel door de regio van de Stille Oceaan verspreiden, een gevolg waarvoor al gewaarschuwd was.
Op het moment dat de Verenigde Staten alle export naar Japan onder een vergunningplicht bracht die was bedoeld om een
“stop om de Japanse nek te zijn” en ook de Britse en Nederlandse overheid de politiek van de VS volgden en Japanse bezittingen werden bevroren toen was het niet meer dan een een rekensom om te zien dat Tokio snel zonder buitenlandse valuta zou zitten en tekorten van bijvoorbeeld brandstof niet meer kon aanvullen door aankopen op de internationale markt. Niet moeilijk om te begrijpen dat Japan die tekorten door veroveringen in Zuidoost Azië aan zou gaan vullen. Die dreiging was er voor de harde maatregelen niet, aldus de VS-admiraal Harold Stark.
Zijn Japanse collega Admiraal Osami Nagano stelde:
“onze voorraden krimpen geleidelijk, als we gaan vechten, dan denk ik hoe eerder hoe beter.” De Japanse marine verbruikte 400 ton brandstof per uur. Ze werd door het embargo tot oorlog gedreven, stelt de schrijver. Elders had het olie-embargo wel gewerkt. Franco had eerder na een olieboykot besloten buiten de oorlog te blijven. Bij Japan liep dat anders. Een standaard aanpak werkte niet. Tokio kon niet winnen, maar koos voor oorlog om toegang te krijgen over bijvoorbeeld de Oost-Indische olievoorraden.

Toen en nu
Dat is een van de wezenlijke aspecten van het boek. Niet het wapen van de sancties was zwak, maar de maatregelen werden halfwas ingezet, vooral om redenen van eigen belang of dit nu economisch of ideologisch was. Het roept tevens de vraag op of de kritiek van de schrijver dat sancties niet hun werk doen tegen sterkere landen en tot meer instabiliteit en conflict hebben geleid, niet ingeruild moet worden voor een visie dat sancties met meer inzet, meer kracht en minder ontziend moeten worden ingezet? Die vraag komt ook in het boek aan de orde als reactie op de oproep Raymond Buell in 1932 tot een krachtiger opstelling. Als Berlijn duidelijker had geweten wat het over zich af riep aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog dan was de oorlog te voorkomen geweest. Maar die visie is niet gebaseerd op historische gegevens, maar op een nieuwe filosofie rond de internationale orde, merkt Mulder als reactie op.
De vraag is niet alleen deel van een historisch boek, maar ook uiterst actueel. Misschien ligt daar ook het antwoord. De sancties van dit moment tegen Rusland doen (grotendeels) hun werk niet. Toch
worden er nog steeds strafmaatregelen toegevoegd.8 De sancties tegen China vertragen op zijn best de technologische ontwikkeling in het Rijk van het Midden, maar maken het ook onafhankelijker van Westerse technologie. De eindbalans lijkt ook daar niet in het voordeel van de maatregelen uit te pakken. Anderzijds het peuteren van microprocessoren uit wasmachines om ze te gebruiken in zogenaamd hightech wapens, tekent ook de gedeeltelijke effectiviteit van dit deel van de sancties.

Doordat positieve sancties niet van de grond kwamen en zodoende werd gekozen voor discipline en straf en voor buitenlandse hulp aan de getroffen partij, werd sanctiepolitiek een factor die de economische instabiliteit vergrootte. De schrijver haalt de bekende econoom Keynes aan die al in 1924 een voorstander van die positieve sancties was. Pas als de Tweede Wereldoorlog al gaande is, krijgt die kant van de sancties meer vorm. President Roosevelt ging zowel in China als Zuid-Amerika steun verlenen om de invloed van Japan en Duitsland terug te dringen. Tijdens de oorlog was de voorloper van de Verenigde Naties al actief met de blokkade van Europa, oorlogsinspanningen (Duitse steden massaal gebombardeerd) en ook plande het hulpprogramma's voor getroffen burgers. Na een aanvankelijk weinig florissante start bleven de positieve maatregelen bestaan en zouden na de oorlog aan hun volgende leven binnen de Verenigde Naties beginnen. Na twee oorlogen kregen sancties hun volgende vorm. Het was duidelijk dat het economische wapen ook na de oorlog zou blijven bestaan.

Toen er bemoeienis kwam van de New Dealers met de Verenigde Naties, bleek Cecil in Engeland niet verheugd. Hij vreesde dat linkse economen de VN wilden gebruiken voor hun plannen. Toch konden de VS en Cecil elkaar wel weer vinden rond ideeën wat noodzakelijk was na de oorlog. De Verenigde Staten wilden meer militaire samenwerking. Cecil zag de noodzaak van een internationale organisatie met militaire macht.

Actuele tint
“De strijd tot het vormen en gebruik van het sanctie wapen vormde de wereld tussen de oorlogen verregaand en daardoor de structuur van de politieke en economische orde die we vandaag de dag nog bevolken,” zo geeft Mulder zelf een actuele tint aan zijn zoektocht. De gruwelen van de Tweede Wereldoorlog (Auzwititz, Hiroshima/Nagasaki) maakten dat er na de oorlog meer speelruimte bestond voor sancties dan daarvoor. Daar kwam nog bij dat de VN een veel preciezer, krachtiger en gestroomlijnder set van economische sancties had (artikelen 41 en 42) dan artikel 16 van de Volkenbond. Er ging onderweg nogal wat aan flarden. Bevolking van andere landen werden legitieme doelwitten, privé bezit en voedselveiligheid werden verzwakt. Dat sancties destijds werden gezien als een oorlogsmiddel (nu veelal als alternatief voor oorlog), maakte het zetten van dergelijke stappen normaler. Een medewerker aan de Britse blokkade kon schrijven dat de maatregelen bedoeld waren om Duitsers het te laten berouwen dat ze ooit kinderen op de wereld hadden gezet en we zullen er voor zorgen dat ze wel geboren worden ze zo behoeftig zullen zijn dat ze ook dan zo goed als dood zullen zijn, voegde hij daar aan toe. Afschrikkingswoorden of wraakzucht?

Karakter
Waarop sancties zich richten en de functie ervan is na de Tweede Wereldoorlog veranderd. De Verenigde Staten als wereldmacht zouden het middel omarmden en verder uitbreideden. In het interbellum waren sancties het middel in handen van de heersende machten, het werd wel een middel in handen van het Europees imperialisme genoemd. Na de Tweede Wereldoorlog kregen ze door inzet ervan binnen Verenigde Naties en Europese Unie meer krediet. Mensenrechtenschendingen, druk op dictators, gericht tegen nucleaire proliferatie, en andere zaken werden reden van inzet; niet langer het afschrikken van oorlog. Maar het zwaartepunt verschoof al snel van VN-kantoren naar de instituties van de VS, zoals OFAC. Het karakter van de Verenigde Staten met een sterke financiële positie en de vooraanstaande rol in de internationale economie op het gebied van regelgeving en technologische ontwikkelingen, heeft ook de vorm van de sancties bepaald. Inmiddels zijn sancties zo wijdverbreid dat een derde van de wereldbevolking onder een vorm van sancties leeft.

Ontwrichten

Er zijn de maatregelen tegen Rusland (waar de olieopbrengsten door de verschuiving van de export alleen maar toegenomen zijn, zie grafiek). In een wereld waar lang niet iedereen achter de Westerse politiek staat en allen brandstof nodig hebben, is het juist gunstig voor anderen dat het Westen cq. Europa zichzelf buitenspel zet als afnemer en zijn politiek ook niet door wil zetten ten koste van eigen inkomsten. Eigenbelangen waren in het interbellum een sturende kracht en dat zijn ze nog steeds. Tegelijkertijd “vergroten sancties wel de spanningen die bestaan in de geglobaliseerde wereld.” Ook dat was in het interbellum zo, en is nog steeds zo. Dat sancties juist bedoeld zijn om de internationale stabiliteit te vergroten is, helaas, geen verdediging tegen het risico dat onbedoelde negatieve gevolgen even groot en destructief kunnen zijn, merkt Mulder op. De behandelde stof en de wereld van dit moment geven daartoe uitgebreid aanleiding.

In NRC-Handelsblad van 13 december 2023 deden drie schrijvers de oproep om de
Russische samenleving te ontwrichten. In de hoop dat dit niet tot meer saamhorigheid tegen de buitenlandse invloed in Rusland leidt, zoals de ervaring leert dat gebeurt, maar tot opstand tegen Poetin en zijn kliek.Dat probeerde men ook een eeuw geleden met de eerste inzet van het sanctiewapen in vredestijd. Ook toen had dit tot val van de macht in Rusland moeten leiden. Het bleek niet te werken. Je kan beter de idealisten voeden dan hen bevechten, zei een Britse diplomaat destijds. Ook tijdens de oorlog vielen de directe effecten tegen en werkte ze op doorslaggevende aspecten juist averechts. Voorstanders bleven ze echter bepleiten en overwaarderen. Iets wat we ook nu zien. De vreselijke gevolgen, de honderdduizenden doden van toen, werden voor het gemak vergeten. Ook nu is het een gok met een ongewisse afloop.

Dreiging
De inzet van sancties is sterk vergroot, maar de effecten ervan zijn steeds minder geworden, zo schrijf Mulder aan het eind van zijn boek. Eerder noemde hij de effectieve inzet ervan in de jaren twintig van de vorige eeuw tegen Joegoslavië en Griekenland, maar eigenlijk was het hier vooral de dreiging met inzet die de doorslag gaf, niet het sanctiewapen zelf. Als die sancties dan vaker niet dan wel effectief zijn roept dit een vraag op of de inzet wel wenselijk is.
In het boek komt ook de CoCom voorbij, het forum uit de Koude Oorlog om export van technologie naar de Communistische wereld te voorkomen of te beperken. Afspraken op om het gebied van deze producten werden na 1991 steeds breder gemaakt.
Vijanden van voorheen maakte nu samen afspraken. En ze zijn nu meer nodig dan ooit met nieuwe strategische technologie, zoals: drones, cyber, kunstmatige intelligentie en hypersonische wapens. Het streven naar samenwerking lijkt echter ingeruild voor uitsluitend confrontatie en beperkingen opleggen. Nog steeds zijn er goede redenen om geen strategische goederen te leveren aan landen die niet voldoen aan een set criteria. Dat is ook een sanctie, maar niet een sanctie waar de bevolking onder leidt, maar doorgaans juist baat bij heeft.

Het verbaast me dat sancties op het gebied van strategische goederen nauwelijks genoemd worden, alleen de machtspolitieke kant van export van strategische goederen. Het boek biedt hier en daar wel aanleiding als sprake is van wapenembargo's en bijvoorbeeld de C
apper Resolution uit 1929 dat een embargo op wapenleveranties bevatte. Het wordt tijd dat specialisten op dit gebied zich ook meer met het debat rond sancties gaan bemoeien. Rond de huidige oorlog van Rusland in Oekraïne wordt veel gesproken over sanctiebeleid op strategisch niveau. Deskundigen grijpen het werk van Mulder aan om sancties coûte que coûte te verwerpen, ze missen dan wel dat het in diens beschouwing gaat om sancties die doorgaans veel omvangrijker zijn (geweest) dan een verbod op de levering van strategische goederen voor militaire doeleinden. Die laatsten kunnen wel impact hebben, zoals bijvoorbeeld het bericht duidelijk maakt dat Rusland voorraden moet gebruiken die bedoeld zijn voor 2024-25 om dringende behoeften te voorzien en daarmee een hypotheek legt op de soepele voortgang van de productie in de nabije toekomst. Dat klinkt toch op zijn mint als een minimaal succes. Het Kremlin en spreekbuis persbureau TASS komen wel regelmatig met positieve berichten maar die worden doorgaans op hun beurt weersproken.9

Vijandigheid vlechten in de samenhang van internationale betrekkingen en mensenrechten is van weinig nut in een steeds veranderende wereld.” Met deze laatste zin neemt de schrijver een duidelijke positie in. Maar het niet leveren van raketten is iets heel anders dan een sanctiepolitiek in de breedte of het afsluiten van de financiële markten.

Vooral in dit laatste deel zijn mijn mening en die van Mulder en zijn beschrijvingen door elkaar gaan lopen. Voor nog geen vijftien euro koop je het boek zelf, en daarmee een veel uitgebreidere blik op de ontwikkelingen van het sanctiewapen helemaal van Nicholas Mulder zelf. Het is zijn prijs meer dan waard.

Noten:

1 Deze constatering kwam ik ook al tegen in Backfire van Agathe Demarais. Het boek is wel heel duidelijk een aanvulling op Backfire, niet alleen omdat het voor het overgrote deel een andere periode beschrijft, maar iets toevoegt aan het werk van Demarais. Waar zij de oorsprong van het sanctiewapen toch heel erg in de VS legt, laat Mulder juist zien dat de VS tot president Roosevelt juist dwarsligger waren bij de ontwikkeling ervan. Hij benadrukt de Britse en Franse inzet tijdens de Eerste Wereldoorlog als basis voor het middel.
2 Het begrip internationalisten heeft een connotatie met linkse stromingen, maar in het boek wordt het gebruikt voor hen die internationale oplossingen voorstaan voor wereldproblemen, zoals bijvoorbeeld via de Volkenbond, los van een links-rechts onderscheid.
3 De inzet van het sanctiewapen leidde tot in Syrië tot ernstige honger. Er zouden hierdoor naar schatting een half miljoen mensen omkomen. De machthebbers in Ankara leken daar niet van onder de indruk. Sterker nog ze vonden het geen probleem dat Armeniërs en Arabieren het loodje legden.
In de volgende oorlog wereldoorlog zou Duitsland overigens zelf een Hungerplan inzetten om het Westen van de Sovjet Unie te ontvolken en daarmee een groter deel van de voedselproductie voor de eigen bevolking te hebben. De tekst van het plan meldde dat verwacht moest worden dat “tientallen miljoenen zouden omkomen van de honger of zouden vluchten naar Siberië” en dat was ook precies de cynische bedoeling.
4 Arbitrage is een begrip nog terug te vinden in de naam van de Swedish Peace and Arbitration Society (SPAS) een vredesorganisatie die al sinds 18833 bestaat.
5 Zie p. 2 onder 'nadelen'. https://drive.google.com/file/d/1hthLgnZDF3Mb5liPMqgnRvTI5Bno-J8i/.
6 Econoom en columnist Paul Krugman haalt in een bespreking van Underground Empire: How America Weaponized the World Economy,  door Henry Farrell and Abraham Newman, de woorden van de schrijvers aan dat het tot wapen maken van handel een van factoren is die tot de Tweede Wereldoorlog hebben geleid: Duitsland en Japan gingen beide veroveringsoorlogen aan, gedeeltelijk om toegang tot grondstoffen te krijgen die ze bang waren te verliezen door internationale sancties. (Een stellingname gebaseerd op het werk van Mulder, zie p. 2003 van Underground Empire).
7 Het in het boek genoemde Verdrag van Constatinopel is van 1832. Aangezien 1888 wordt genoemd (p. 220) zal het over de Conventie van Constantinopel gaan.
8 Lee Ferrant, 'US tightens squeeze on Russia’s ‘war machine’ money, including diamonds and seafood', Breaking Defense 22 december 2023, https://breakingdefense.com/2023/12/us-tightens-squeeze-on-russias-war-machine-money-including-diamonds-and-seafood/ Nieuwe maatregelen komen er wekelijks bij, soms zelfs meerdere per week.
9 Het Kremlin en spreekbuis persbureau TASS komen wel regelmatig met positieve berichten en die worden op hun beurt dan weersproken door de Oekraïnse pers, in tijdschriften en op websites met militaire analyses, alleen al over de omvang van de Russische tank arsenalen en kwaliteiten daarvan zijn zo velen artikelen geschreven.