zondag 17 juli 2011

BBC: The Battle for Helmand (2011)

Een indrukwekkende documentaire over de Britse aanwezigheid en falende strategie om Helmand onder controle te krijgen. Een strijd die duizenden Afghanen het leven kostte en honderden Britten. Een analyse waarom het Westen ingreep wordt niet gegeven, wel een waarom en hoe het misliep.

De militairen volgden de orders op, ook al wisten zij dat hun militaire bijdrage niets betekende voor het verbeteren van de situatie in Afghanistan en dat de inzet zelfs contraproductief was. “What did we achieve?” vroeg een van hen zich retorisch af. “Zero. F---ing zero.” (telegraph). De politici wilden er niet van weten.

Er zijn meer paralellen met de Nederlandse inzet. Ook de Britten begonnen met een peace keeping en opbouw missie, maar het werd al snel een vecht missie.

Door Mark Urban voor de BBC in vier delen van YouTube:

Deel 1:


Deel 2:


Deel 3:


Deel 4:

maandag 11 juli 2011

mastodonten in de haven


Afgelopen week nam ik de veerboot naar Texel. Je hebt bij vertrek een mooi overzicht over de marinehaven in Den Helder. De veerpont is net als de Nederlandse marineschepen gebouwd door scheepswerf Damen. Altijd kijk ik. Vaak tot groot vermaak van mijn familieleden die er de draak mee steken.

Texel is meestal een vakantiebestemming. Nu ging ik er naartoe om een dagje te fietsen. Alleen. Dus ik kon rustig kijken, zonder het ingehouden gelach te trotseren. Ook schoot ik wat fotootjes van de schepen. Er ligt een donkergrijze (ieder land heeft zijn eigen grijs) mijnenjager van de Alkmaar-klasse. Hij is verkocht aan Letland en gaat LVNS Rūsiņš heten. Opvallender is dat er maar liefst vier Luchtverdedigings en Commando Fregatten (LCF) in de haven liggen.

De schepen horen op hun gebied tot de top. Vergeleken met de Amerikaanse evenknieën zijn ze niet eens extreem duur. Maar als je een zeehond – ik blijf maar even in de Waddensferen – met een walvis gaat vergelijken dan is ook het grootste Nederlandse roofdier klein. Vier van die schepen heeft Nederland. Ze liggen er dus allemaal.

Die fregatten zijn het duurste wapensysteem dat Nederland heeft. De vier samen hebben tot nu toe zo'n 1900 miljoen euro gekost. Een romp vol state-of-the-art wapens en technologie van wereldklasse. Maar wel kostbaar. En daar liggen ze nu in de haven stilletjes groot en sterk te zijn. Vanaf het dek van de Dokter Wagemaker zie ik het resultaat van de keuzes die het Ministerie van Defensie heeft gemaakt voor: groot, sterk en zwaar.

Hebben we wel behoefte aan dergelijke grote wapensystemen waar Nederland mee kan vechten in het hoogste geweldspectrum, zoals – grote oorlogen sinds een jaar of tien – zo prachtig worden genoemd? Of hebben we in tijden dat grootschalige bedreigingen op korte termijn niet meer bestaan behoefte aan een leger dat het land kan verdedigen tegen zotten. Of hooguit aan een leger dat kan meedoen aan een missie om ergens de vrede te bewaren. Niet aan een krijgsmacht om hem te bouwen of af te dwingen, zoals in Afghanistan.

Met een dergelijke visie kan je bij alle krijgsmachtonderdelen aan de slag. Geen JSF's en pantserhouwitzers kunnen eruit. In het geval van de marine zou ik zeggen weg met die veel te dure en zware schepen. Ze leveren dan nog wat op. De schepen zijn bedoeld voor de Koude Oorlog die al afgelopen is. Of als onderdeel van een groter vlootverband voor een oorlog tegen Rusland, India of China als die over enige decennia een aanval lanceren, de deskundigen weten het zeker dat is wat Beijing wil.

Nu liggen de LCF's in de haven, omdat het geld voor varen, oefenen en schieten op rantsoen is. Het is wel armetierig om hele dure speeltjes te hebben, maar ze niet mogen gebruiken uit angst dat ze kapot gaan en brandstof verbruiken. Eigenlijk is dat pas echt slecht omgaan met het geld.
Zuinigheid is niet de sterke kant in Den Helder. Het gemiddelde schip van Hare Majesteits marine gaat niet langer mee dan een jaar of vijftien en wordt dan verkocht – dat is leuk voor Damen en Thales die mogen dan weer nieuwe spulletjes leveren. Het is ook fijn voor Indonesië, Griekenland, de Emiraten en Chili die zo voor een prikkie marineschepen kochten. De voorspelde oorlog met China zullen ook deze fregatten daarom toch niet meer halen.

Achter Hr. Ms. Evertsen zie ik op de foto nog een schip liggen. Het is nog niet helemaal klaar. Vermoedelijk is het een van de korvetten die Damen bouwt voor de Nederlandse marine. Het is zeker niet te klein of licht uitgerust voor tal van taken, zoals: schip van de wacht in Noordzee of de wateren rond de Antillen en voor de inzet tegen smokkelaars, piraten, illegale vissers en onverlaten die rotzooi in zee dumpen. Iets voor een nieuwe koers?

Geschreven voor Konfrontatie

zondag 3 juli 2011

De val van Moebarak

Eind april 2011 spreekt onder de hanenbalken van de vergaderruimte bij het Transnational Institute Amy Holmes. Ze is werkzaam aan de American Universiteit in Kaïro. Vanaf dag twee maakte ze van dichtbij de acties mee die leiden tot de val van Moebarak en liep in de periode daarna mee met de vrouwelijke presidents kandidate: Buthayna Kamel. Ze komt vrijwel direct uit Egypte naar Amsterdam. Aan haar verhaal is dat regelmatig te horen; de directe betrokkenheid geeft haar verhaal kracht. De titel van haar inleiding is niettemin: Towards a Structural Explanation of the Egyptian Revolution.


In 18 dagen bereikte de Egyptische oppositie de val van Moebarak. Holmes verdeelt deze periode in twee fasen:
1. 25 tot vrijdag 28 januari naar de Dag van de Woede
2. 29 januari tot 11 februari wegvallen steun voor regime Moebarak
De verklaring voor het snelle succes ligt niet in de ideologische standpunten van de oppositie – ook niet in het gebruik van Facebook overigens – maar het verdwijnen van de steun van vier verschillende steunpilaren van Moebarak: de nationale elite, de militairen, de middenklasse en de Verenigde Staten.

Breed verzet

Door het hele land heen waren er echter steeds meer stakingen, er werden zeker honderd politiebureaus aangevallen en ook kantoren van de Nationaal Democratische Partij (NDP, de partij van Moebarak) gingen in vlammen op. Het was een strijd van de arbeiders en steeds groter deel van de middenklasse, benadrukt Holmes. De politie probeerde door het vrijlaten van gevangenen en het daarna volledig afzijdig blijven het land te destabiliseren. Ook de afzijdigheid van het leger wordt door Holmes in dit kader geplaatst. De demonstranten vulden vervolgens het vacuüm en regelden mensen die de orde gingen bewaken, waardoor veiligheid en verkeer geregeld werden. Later zouden ze ook noodhospitalen en de inkoop van verbandmiddelen organiseren.

Tahrirplein


Op 28 januari staat Holmes bij een brug over de Nijl. Urenlang is er een kat-en-muis-spel tussen politie en demonstranten die het Tahrirplein willen bezetten. De strijd is nog niet beslecht als Holmes met een groepje journalisten besluit naar elders te verkassen. Ze lopen het lege Tahrirplein op. Er wordt een vrouw opgepakt en naar een witte bus gebracht. Ze gaan erop af. De vrouw is TV-persoonlijkheid Kamel. Later zal Holmes met Kamel optrekken tijdens de presidentscampagne. Ze weten haar uit handen van de politie te houden. Angstig gaan beide vrouwen vervolgens een kantoor in dat grenst aan het plein. Vanaf het terras zien ze opeens “zover het oog reikt” een massa mensen het plein opkomen. Tijdens dit verhaal voel je haar angst en opgewonden siddering van dat moment nog. Met plezier vertelt ze over de tactische inzet van wachthuisjes en voertuigen om bescherming te bieden tijdens de urenlange gevechten om het plein. Even geen structurele uitleg, maar emotie. Het tekent de activist in de wetenschapper. De oppositie heeft zijn kracht laten zien. Bij het geslaagde veroveren van het plein begint de tweede fase en met het opzetten van steeds sterkere structuren en toenemende steun uit de middenklasse.

Wegvallen steun regime

Op 31 januari verklaart de op één na rijkste Egyptenaar, Naquib Sawiris, dat hij de opstand steunt. Sawiris werd gepasseerd toen de Egyptische economie geprivatiseerd werd en kon niet mee profiteren. Moebarak verloor daarmee ook zijn steun op het moment dat hij die goed kon gebruiken.
Moebarak trachtte nog wel het leger sterker aan zich te binden door belangrijke generaals binnen het Kabinet te halen. De belangrijkste was de benoeming van inlichtingen chef Omar Suleiman tot vicepresident. Suleiman beschikte over zeer veel wie-is-wie kennis over hoge militairen. Ondanks deze herschikking zou het leger juist een belangrijke rol spelen bij het winnen van kracht door de oppositie. Doordat het grotendeels afzijdig bleef gaf het de oppositie vertrouwen. Na de achtentwintigste zouden steeds meer militairen de kant van de oppositie kiezen.
De Verenigde Staten houden lange tijd alle ijzers in het vuur. Op 5 februari nog zegt VS-diplomaat Frank Wisnar dat Moebarak aan de macht moet blijven om de reorganisaties van de regering te organiseren. Kort daarop gaat de VS steeds sterker stellen dat geen geweld mag worden gebruikt en worden contacten met hoge generaals verstevigd. De dagen van Moebarak zijn dan geteld. De steun van cruciale partijen is weggevallen.

Holmes besluit haar verhaal met een paar opmerkingen. Allereerst dat het de volksbeweging was die Moebarak van zijn troon stootte en verder waarschuwt ze dat het leger de belangrijkste winnaar is. De protesten gaan door en dat daarbij sneuvelen nog steeds mensen. In de drie weken tot de val van Moebarak vielen 700 doden te betreuren. Vlak voor haar toespraak werden nog twee officieren in een demonstratie gedood. De werkwijze van de activisten heeft haar getroffen; de humor bij het bespotten van de macht, de publieke bidstonden en de organisatie die er stond toen ze nodig was. “Het oude regime is nog niet verdwenen,” zo zegt niettemin aan het eind van haar presentatie.

Martin Broek

Geschreven voor het Vredesmagazine