dinsdag 21 september 2010

Taiwanese wapens uit Nederland

Taiwan wil zijn fregatten en “two Dutch-built diesel submarines” moderniseren.*

Wapenleveranties creëren banden tussen het leverende en ontvangende land; tussen industrie hier en krijgsmacht daar. Het is zo’n standaard zinnetje in theorieën rond wapenhandel. Taiwan is daarvan een mooi voorbeeld.

Nederlandse wapenleveranties aan Taiwan bestaan voor het grootste deel uit onderdelen voor de in 1981 door de Rotterdamse Droogdok Maatschappij geleverde onderzeeërs. Bijna dertig jaar later gaan de onderdelen nog steeds in ruime mate de toonbank over.

Alleen al in 2009 ging het om leveranties ter waarde van ruim € 20 miljoen. Verder worden er nog veel radaronderdelen door de jaren heen geleverd, vermoedelijk voor fregatten. Taiwanese onderzeeërs en fregatten worden al jaren opgelapt, in niet onbelangrijke mate met Nederlands wapentuig.

(Een volledig overzicht van leveringen in deze periode: martinbroek.nl)


Jaar


Onderzeeërs


Radar & vuurleiding


2009


20,4


6,2


2008


10,3


2,4


2007


9,7


0,04


2006


8,5


0,009


2005


1,4


-


2004


5,6


0,7


Bron: Maandrapportages 2004, 2005, 2006, 2007, 2008 en 2009. militaire-goederen


* The list includes 66 F-16C/D fighter aircraft, six C-27J cargo aircraft, upgrades for 145 aging F-16A/B fighters, upgrades to and six French-built La Fayette frigates, two more U.S.-built Newport-class tank landing ships and eight new diesel submarines — a longstanding request. Defense News, 13 september 2010.

vrijdag 10 september 2010

Amerikaanse armen rijken ver; Wenselijke machtspolitiek?

Vorige week kwam ik op het internet Thermon Europe weer tegen. Het bedrijf uit Pijnacker - dochter van xde Amerikaanse Thermon Manufacturing Company - was in de VS veroordeeld tot een boete van 18.500 dollar voor het wegpoetsen van elke band met Israël in zakelijke correspondentie met Arabische klanten.

Ook in september 2009 las ik al een aanklacht tegen het bedrijf. Het ging toen om de levering van warmte zoekende apparatuur (met Amerikaanse onderdelen). Thermon exporteerde deze vanuit Nederland naar Libië, Syrië en Iran, in totaal negen overtredingen. Per overtreding kan een maximum boete van 250.000 dollar of de dubbele waarde van de geleverde goederen worden opgelegd, zo staat dreigend in de aanklacht. Bij de schikking werd een boete van 176.000 dollar overeen gekomen tussen de Amerikaanse overheid en vijf dochters van Thermon die allen de export wetgeving hadden overtreden, waaronder dus ook Thermon Europe.

Het agressieve sanctiebeleid van de VS op de uitvoer van strategische goederen leidt bij mij tot de dubbele reactie van vreugde en scepsis. Zelf besteedde ik jarenlang mijn tijd en energie aan het zoeken naar en tegengaan van onwenselijke wapenleveranties. Af en toe kwam ik dit soort overtredingen van de Export Administration Act tegen. (Half oktober zijn er overigens weer twee seminars in Amsterdam over de toepassing ervan.) Het ging niet altijd om leveringen van belangrijke technologie, maar vaak om strafmaatregelen tegen vijanden. Uncle Sam deinst er niet voor terug om zijn armen daarbij te strekken tot Pijnacker of Heerhugowaard. Het is een onderdeel in het bredere buitenlandse beleid en wordt gebruikt om tegenstanders af te schilderen als gevaarlijke staten die op slinkse wijze wapentechnologie verzamelen, onder de ogen van bondgenoten.

De Britse golfer die via Rotterdam gespecialiseerde batterijen aan Iran leverde voor de Hawk-luchtdoelraketten moet je niet de hand boven het hoofd houden (al is de mogelijke gevangenisstraf van 35 jaar absurd); hij omzeilde immers de exportregels. De levering maakt wel duidelijk dat Iran zelfs bij onderdelen voor luchtdoelraketten, die nog aan de Sjah zijn geleverd, afhankelijk is van illegale importen.

Het sanctiebeleid blijft ook een moeilijk onderwerp, omdat het maar amper te verteren is dat het land dat verantwoordelijk is voor de helft van alle wereldwijde uitgaven voor wapens en militairen bepaalt wie wel en niet mag mee profiteren van die Amerikaanse militaire industrie. Een bedrijfstak die drijft op een stroom leningen uit de rest van de wereld.

Uiteindelijk ben ik wel blij dat gevaarlijke leveringen, die vaak via Rotterdam lopen, worden gestopt en bestraft. Het is jammer dat het uitsluitend de leveringen zijn aan de staten die het bij de VS verbruid hebben die aandacht krijgen. Bedrijven en personen die willens en wetens een loopje nemen met de exportregels hebben er waarschijnlijk evenmin moeite mee om strategische goederen te leveren aan landen die ze gebruiken bij schendingen van de mensenrechten, inzetten bij interne repressie en conflicten. Wapenleveranties die in het kader van het Wapenhandelverdrag (ATT) niet mogen krijgen minder aandacht van de opsporingsinstanties. Ze spelen immers geen rol in het machtspolitieke spel van de grote jongens.

Wie gaat die, zeg maar voor het gemak ATT-leveranties, opsporen als het wapenhandelverdrag in werking is en grote onafhankelijke NGO’s mogelijk hun handen van de strijd tegen de wapenhandel zullen aftrekken?

donderdag 2 september 2010

Combat proven: kustbeschietingen

Een goed wapens is combat proven (in de oorlog getest), tenminste dan heeft het zich bewezen. Het is de meest cynische reclame slogan die ik ken. Toch ga ik hem gebruiken om mijn verbeten gelijk te halen.

De oorlog van Israël tegen Hamas en de andere bewoners van Gaza eind 2008 - begin 2009 werd uitgevoerd vanaf land, uit de lucht, de ruimte (satellieten leverde beelden en communicatiekanalen) en zee. Alle vier de dimensies werden gebruikt, maar ik wil het over de laatste hebben.

In 2006 bombardeerden marineschepen Libanon vanaf zee. Een Nederlandse jongen - op bezoek bij zijn familie - zag het en meldde het in het jeugdjournaal. Robert Fisk, woonachtig in Beiroet, tekende de beelden - die hij vanaf zijn balkonnetje zag -, op in zijn boekje over die oorlog (Bericht uit Beiroet).

Ook bij de oorlog van 2008-2009 hoef ik niet langer dan 0,31 seconde te zoeken om de eerste treffer te vinden:
"Israeli Navy Begins Heavy Bombardment Of Gaza From Sea". Elders vind ik:
“The naval forces participated in bombing Gaza destroying many buildings and premises on the coastal areas”.
Het zijn de berichten van respectievelijk een solidariteitsactivist en Palestijnse journalist, beide vanuit Gaza. Solidariteit betekent partijdigheid en onbetrouwbaarheid. Tenminste dat is de smaak die het burgerlijk fatsoen en erger er aan willen kleven. Al Jazeera sla ik daarom ook maar over. Maar ook de BBC meldt het:
"Israeli air and naval forces continued to bomb and shell targets in the Gaza Strip on Saturday".
En voor de twijfelaars die ook de BBC tot het linkse kamp rekenen, Fox:
"Early Monday, Israeli navy gunboats fired more than 25 shells at Gaza City, setting fires and shaking office buildings, including the local bureau of The Associated Press". De Israëlische marineschepen zijn dus combat proven. Dat waren ze al. Dat zijn ze nu nog eens extra.

Kustbeschietingen. Het woord doet denken aan de zware slagschepen van de Iowa-klasse die in 1991 de kust van Irak bestookten. Dat beeld klopt niet. Niet alleen bestaan er geen slagschepen meer (de Iowa en zijn zusjes zijn musea geworden vol met militaire parafernalia of gesloopt), ook is het grootste Israëlische marineschip allerminst een indrukwekkend grijs monster. De schepen van de Eilat klasse zijn 85 meter lang en kunnen worden uitgerust met een kanon van 76mm. De Iowa had 406mm kanonnen, het zwaarste Nederlandse scheepsgeschut is 127mm. Het grootste deel van de in Nederland gebouwde marineschepen is uitgerust ( ) met een 76mm kanon. Ook de oppervlakte schepen die Nederland exporteert.

Dat laatste is precies de reden dat ik hier zo’n fuss over maak. Jarenlang heb ik een verbeten strijd gevoerd om duidelijk te maken dat FAC’s, OPV’s, korvetten, fregatten - en hoe die krengen verder ook mogen heten - geen grijs geschilderde pleziervaartuigen zijn, maar multi-tasking wapensystemen. Kustbeschietingen is een van de taken die ze uit kunnen voeren.

Er waren tal van redenen hiervoor blind te zijn. De regering wilde Damen laten leveren en toegeven dat de schepen deze capaciteit hebben, zou levering strijdig kunnen maken met het wapenexportbeleid. NGO’s vreesden subsidie en hielden daarom de kiezen op elkaar. Er was zelfs een NGO die samenwerkingsprojecten met de overheid niet in gevaar wilde brengen door hier oppositie tegen te bedrijven. Het onafhankelijke Amnesty was de witte raaf . Kamerleden dachten niet na (op SP en GL na) of trokken hun bek niet open (D’66) of waren het ermee eens om de kluit te belazeren. Allemaal geloofden ze het op zeker moment, lijkt het: met een kanon kan je geen mensen treffen en geen gebouwen in puin schieten. Lenin zei het al: als je leugen maar vaak genoeg herhaalt gaat men denken dat het de waarheid is. Zelfs voor de onkreukbare Minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot ging dit op.*

Koopt geen Hollandsche Waar! zou ik willen adviseren maar Israëlische dat doet wel waarvoor het bedoeld is.

Zie ook:
Deutsche Waffenexporte nach Israel; Der unsichtbare Dritte
Five Palestinians wounded after Israeli naval gun-ship strike on Gaza
Israel Debuts Arms in Gaza (in de reactieruimte van het oorspronkelijke artikel)

Ter aanvulling uit een oude tekst van mijn hand over Nederlandse marine wapenexporten naar Israël: "Ook onderzeebootbemanningen worden opgeleid met simulatoren. Een paar jaar geleden beschreef NRC-Handelsblad (12 juli 2003) dat Siemens Nederland - nog niet onder de deelnemers aan ITEC 2005 - een EMRSsimulator leverde voor Israëlische onderzeeërs voor de marinebasis in Haifa. Een woordvoerder van Siemens zegt dat de EMCS wordt gebruikt om het gebruik van alle kleppen en beweegbare delen van onderzeeërs te beoefenen. De bedoeling is de betreffende Israëlische onderzeeër uit te rusten met raketten met kernkoppen." Het sluit mooi aan bij het Duitse verhaal van Otfried Nassauer.

* VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Wapenexportbeleid, 22 054 Nr. 114, Vastgesteld 20 november 2006. Zijn woorden worden in het verslag afgezwakt weergegeven: “Ook de bewapening van de schepen kan niet of nauwelijks worden ingezet tegen de burgerbevolking.” Het ‘niet of nauwelijks’ laat nog enige ruimte.