maandag 30 januari 2017

Grootste Nederlandse wapenleveranties in oktober en november 2016

Vandaag kwam de Nederlandse overheid met nieuwe gegevens rond de wapenhandel. In de tabel zijn de tien grootste wapenleveranties opgenomen. Opvallend is dat het in vier en daarmee het merendeel om leveranties aan de Golfstaten VAE en Qatar gaat. Met zo'n 145 miljoen euro gaat bijna om de helft van het totaal in deze twee maanden naar het Midden-Oosten. Verder liggen de afnemers verspreid door de NAVO en EU (3x), Latijns-Amerika (2x) en in Oost-Azië, Zuid-Korea. De maanden oktober en november leverde wapenleveranties ter waarde van ruim 300 miljoen euro op.

Bron
Damen is de belangrijkste exporteur van militaire producten in oktober en november 2016 (de laatste twee maanden waarvoor informatie beschikbaar is). Het gaat om de levering van patrouille schepen aan de VAE van de Arialah-klasse deze 70 meter lange schepen zijn bewapend met een OTO Melara 76/62 scheepskanon, 2 stuks OTO Melara MARLIN 30mm geschut en een Raytheon Mk 49 Mod 2 11-cell raketafvuurinstallatie. Het schip is uitgerust met een keur aan gevechts- en vuurleidingssystemen van Thales Nederland.
De twee schepen die worden geleverd aan Jamaica zijn een stuk kleiner en vervangen drie in 2005 en 2006 geleverde onbewapende patrouille schepen (die worden vervoerd naar Nederland en daar te koop aangeboden).

Radar en C3-systemen zijn doorgaans producten van die andere grote handelaar in militaire producten, Thales Nederland. Het gaat om de al genoemde levering aan de VAE waarvan de wapens worden aangestuurd en hun informatie krijgen van Thales systemen, maar ook vaste Thales klanten Noorwegen met Squire, Zuid-Korea en Venezuela (met een groot aantal schepen uitgerust met Thales apparatuur, zoals 4 Guaiquerí-klasse patrouille schepen en 4 Guaicamacuto-klasse patrouille schepen, zie ook) zijn weer van de partij, en daarbij NAVO bondgenoot Noorwegen.

De derde leverancier is de overheid. Het gaat in dit geval om de levering van Leopard tanks aan Finland. De overheid is door de aard van de leveringen een opvallende wapenleverancier; ze neemt een groot deel van de niet maritieme leveranties van grote wapensystemen voor haar rekening.

Bron

Er zijn drie afnemers van het Fennek pantservoertuig. Dat zijn Duitsland, Nederland en Qatar. In Nederland produceert een volle dochter van het Duitse Krauss-Mafei, DDVS (Dutch Defense Vehicle Systems), de voertuigen. De levering aan Qatar kan volgens het Ministerie van Buitenlandse Zaken geen kwaad. De Fennek is niet bewapend en ongeschikt voor inzet in de woestijn. Dat is opmerkelijk voor een voertuig genoemd naar een woestijn vos en geleverd aan een zandbak aan zee. De website van het Ministerie van Defensie noemt ze “stil, onopvallend, scherp observerend en zo nodig snel en fel.” Een belangrijke functie is het opsporen en doorgeven van de locatie doelen, zodat die eventueel kunnen worden bestookt met projectielen. In Duitsland was de levering niet onomstreden. Gezien de bijdrage van Qatar aan de gevechten van islamisten in Syrië en bijdrage aan de oorlog tegen Jemen kunnen vraagtekens bij de levering worden geplaatst.

Onduidelijk is de categorie leveringen die wordt samengevat onder het kopje 'Delen voor vliegtuigen en helikopters,' voor EU, NAVO en bondgenoten (want daar staat die + voor: Australië, Japan, Nieuw Zeeland en Zwitserland). Door deze onduidelijke omschrijving valt weinig te zeggen over de leveringen. Valt Turkije eronder - een land dat zijn luchtmacht regelmatig inzet – of niet? Buitenlandse Zaken maakt in Nederland een uitzondering voor Turkije, maar doen de ontvangers van deze goederen dat ook? Gaat het om transport- of gevechtsvliegtuigen, patrouille- of aanvalshelikopters? De Nederlandse overheid verstrekt bovengemideld veel informatie, maar dat neemt niet alle vragen en twijfels weg.

Martin Broek





afgifte datum
goederen omschrijving
land (eind) van bestemming
Nederlandse producenten*
Bedrag
7-10-2016
Patrouillevaartuigen
VAE
Damen/Thales
70.000.000
6-10-2016
Leopard II tanks
Finland
Overheid
37.000.000
7-10-2016
Delen voor radar- en C3-systemen
Qatar
Thales
31.536.465
6-10-2016
Delen voor vliegtuigen en helikopters
EU/NAVO+
Onduidelijk
30.000.000
27-10-2016
Delen voor Fennek verkenningsvoertuigen
Duitsland (Qatar)
DDVS (Dutch Defense Vehicle Systems) 100% dochter van Krauss-Mafei
24.000.000
16-11-2016
Patrouillevaartuigen
Jamaica
Damen
23.429.179
24-10-2016
Radar- en C3-systemen
VAE
Thales
20.488.660
30-11-2016
Delen voor radar- en C3-systemen
Zuid-Korea
Thales
15.000.000
23-11-2016
Delen voor radar- en C3-systemen
Venezuela
Thales
11.775.200
26-10-2016
Draagbare rondzoekradars
Noorwegen
Thales
8.960.000

Totaal grootste tien oktober/november 2016
272.189.504

Totaal oktober/november 2016
309.901.495
Bron: tabel Maandelijkse rapportage uitvoer militaire goederen (van 30 januari 2017), zie https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2016/10/01/overzicht-uitvoer-militaire-goederen
* Kolom producenten, toegevoegd auteur


donderdag 26 januari 2017

Werkgelegenheid en militaire productie

'Militaireproductie en Neerlands welvaren,' dat is de kop boven een artikel in de Militaire Spectator van december 2016. Het blad is sinds 1832 de wetenschappelijke uitgave voor en over de Nederlandse krijgsmacht. Een blad voor houwdegens zou je denken. Oók. Maar ook een blad voor wetenschap en verdieping. De conclusie van het artikel door Dr. KTZA bd Bakker en prof. dr. Beeres van de Nederlandse Defensie Academie verraste me.

Deze Broekstukken is niet meer dan een signalering. Het is een aanrader het hele artikel te lezen.

De auteurs maken een onderscheid tussen studies naar de waarde van Defensie materieel projecten  voor de Nederlandse economie in het licht van die hele economie (voorbeeld Centraal Planbureau (CPB) studies) en studies met uitsluitend oog voor de defensie-industrie, zoals private onderzoeksinstellingen dat op verzoek doen. “Die [private instellingen] zijn vooral geïnteresseerd in de positieve effecten van militaire productie en de mogelijkheden om die productie binnen Nederland tot stand te brengen.” En die komen dan ook met mooie resultaten voor de werkgelegenheid. Echter als ook alternatieve aanwending van arbeid wordt meegewogen, zoals bij het CPB dan zijn de werkgelegenheidseffecten vrijwel nihil.

De auteurs noemen achtereenvolgens drie rapporten over de werkgelegenheidsgevolgen van de F-35: 2009 PriceWaterhouseCoopers (PwC) dat 50.000 manjaren werk voorziet; SEO Economisch Onderzoek stelde in 2012 dat er een krapte is op de markt voor technici, een krapte die voorlopig aan zou houden en er dus geen sprake van nieuwe werkgelegenheid, maar van verschuiving zou zijn; en in 2015 wederom PwC dat zijn mening heeft bijgesteld en voor onderhoud een vrijwel volledige verschuiving ziet van technici en geen extra werkgelegenheid. “De Minister meldt dit niet,” stellen de schrijvers. De krapte op de arbeidsmarkt zou volgens hen (bijna) een extra reden zijn om de relatie tussen militaire productie en werkgelegenheid niet te noemen, omdat werk in de militaire industrie leidt tot verlies elders.

Ook het toverwoord innovatie wordt door hen onder de loep genomen. Innovaties die zorgen voor extra werk en omzet die het gevolg zijn van product- en marktinnovaties (het gaat dan om innovaties die geen beslag leggen op menselijke capaciteit) zijn gunstig voor de betrokken bedrijven, maar: “Ze hebben voor de Nederlandse economie als geheel geen netto effect.” Als die kennis kan worden geëxporteerd en niet in Nederland wordt toegepast dan is er wel sprake van extra werkgelegenheid. Dat geldt ook bij innovatie van productieprocessen en organisatie. Daardoor ontstaat immers meer product zonder dat er sprake is van meer arbeid.

Opvallend is dat in de onderzoeken naar de economische effecten van militaire projecten deze verschillende vormen van innovatie niet worden meegenomen. De auteurs verwachten dat het merendeel van de innovaties voor de betrokken bedrijven goed zijn, maar voor de gehele economie van Nederland niet relevant.

Ook is de kwaliteit van veel onderzoeken twijfelachtig, aangezien ze zich op de toekomst richten en dus op verwachtingen. Die verwachtingen zijn grotendeels gebaseerd op enquêtes en interviews met managers van bedrijven en kenniscentra. SEO vraagt zich af of er geen sprake is van wishful thinking in plaats van redelijke verwachtingen.

De positieve effecten moeten gezocht worden in de waarde van de producten die de krijgsmacht kan verwerven en die krijgsmacht beschermt op haar beurt de Nederlandse economie, zodat die er ook baat bij heeft. Dat is een politieke redenering, waar over te discussiëren valt. Ondanks deze studie vermoed ik dat het argument van werkgelegenheid zonder gêne gebruikt zal blijven worden bij militaire aanschaf en de tekst van Bakker en Beeres zal worden genegeerd.

woensdag 25 januari 2017

War from space

The official headquarters of Airbus can be found in the middle of Leiden, near the oldest university of the Netherlands. In big white washed production halls, robot arms for a space station are hanging in a frame. The well-known Ariane rocket, the European launch vehicle for the European Space Agency satellite launchings, is maintained in Leiden. But also the smaller VEGA rocket, which can bring satellites into space in a more cost-efficient way. Far reaching ideas can be expected in this environment. Leiden University is the Dutch institute which educated and employed the most Nobel Prize Laurates. Airbus Leiden is tapping into this pool of knowledge. 


Airbus Defence and Space Netherlands is not directly focussed on weaponry. For the Dutch government, the military and the industry, this facility is an entrance into the wide portfolio of Airbus Defence projects in Europe. Knowledge created in Airbus Leiden Space Production is shared with other facilities, included this on defence and weaponry. Technology developed in Leiden is used in military simulation and training, such as the Embedded Combat Aircraft Training System (ECATS) for the F-35. Airbus Leiden also cooperates with the Dutch Ministry of Defence for tailor made products.

Space (and interconnected cyber) is the quick developing new dimension of warfare and thus of military applications, soft- and hardware. It is also a priority for the European Union to develop this. The European Commission adopted a Space Strategy for Europe with the aim, among other things, to develop additional European space-based services such as developed by Airbus. Satellites bring devices into space for military communication and intelligence. Such as the advanced military multi-band communication satellite GSAT-7 launched for the Indian Space Research Organisation (ISRO). It was 17th Indian satellite launched from ESA with the Airbus Ariane from the launch site in French Guyana.

The main military applications for satellites are navigation (including for guided weapons and drones), communication and intelligence surveillance and reconnaissance (ISR), all roughly taking one third of its milsatcom capacity. All market surveys expect enormous growth of the military satellite market (now roughly US$ 5 billion), from a forecast of 5 percent annual growth rate (CAGR) to a prediction of 70 percent in the next ten years.

“We are launching military satellites for many countries so we have all the security means in place for these satellites, which are very sensitive in terms of access to the spacecraft and the data,according to Jacques Breton, senior vice president of sales and business development at Arianespace, to IHS Jane's. One of its last launches, in December 2016, of an Airbus VEGA-rocket brought in space a GÖKTÜRK-1 satellite as part of a contract with the Under-secretariat for Defence Industries of Turkey (SSM). “Its images are intended for civilian and military applications. Even the US has considered rockets from Airbus Space for its military launches.

But it is not only the scale of warfare changing which includes new dimensions, it is also the relation between market and military which creates new rules of play. Satellites and ISR information give companies their own intelligence input, which can be sold and shared. Private companies as providers of intelligence are a relatively new phenomenon. An example is the cooperation with IHS (publisher of military magazines) which offers its readers satellite images of hot spots in Syria, the South China Sea or the region around Yemen. IHS provides this information for clients worldwide. Which brings a range of questions on how is this controlled and who is responsible for that control.

In February 2016, Airbus announced the launch of one of eight satellites forming the privately owned so-called Skynetwork. Part of this is the XEBRA milsatcom service meant for secure tactical and intelligence communication in harsh and remote environments by primarily the military and governments.

Airbus Defence and Space provides all Beyond Line of Sight (BLOS, over 600 miles) communications to the UK Ministry of Defence and also allows other NATO and allied governments to use Skynet's services: “ensuring reliable and tactical communications, even on the edge of cover, making it ideal for naval and airborne platforms.” This leasing of communication and intelligence capacity is blurring the lines between government and private entities on core military activities. It is incredible that communication, navigation and intelligence gathering are privatised. War and conflict are no economic activities to gain profit from. They must be controlled by governments decisions and kept far from commercial interests.


dinsdag 24 januari 2017

Will the war in Yemen improve the Dutch arms export policy

Late October the Dutch parliament organised its annual debate with the government on arms exports of the previous year. The war in Yemen which was the main issue, like it is an important subject in many European countries. Dutch exports and trans-shipments to Saudi Arabia and the coalition are connected to other countries, like Belgium, the Czech Republic, France, Germany, Spain and inescapable the US. 

Bron: http://defence-blog.com/army/m109-howitzer-emerged-in-southern-yemen.html

Report and investigation.

In November 2015 Stop Wapenhandel and Oxfam Novib published a report on Dutch exports to the countries participating in the Yemen war. The government promised to investigate the exports mentioned.

Until now no satisfactory answers were given. The Government defended its failed search by three arguments: hard to find the delivered small components; deliverances are far into the past; and countries participating in the war do not cooperate.

But facts in the report were mostly based on overviews provided by the Government itself, also the most recent. Components may be hard to find, but for finding exported howitzers parts it is better to look for the M-109 howitzer as a whole. Must be possible, it is the biggest land weapon around. When Stop Wapenhandel is able to find evidence they were used, the Government must be more capable with military attachés and embassy's in the region. When exporting radar equipment and fire control it is better to search for the French and US built vessels for the Egyptian navy on which they are fitted.

Although the explanation was rather clumsy, the end conclusion was remarkable. Lianne Ploumen, minister of foreign trade stated (according to the short hand notes): “The research is based on historical overviews and confidential information. Based on this information it cannot be confirmed the military materiel delivered by the Netherlands is part of the fight in Yemen, but the public list provides ample space to presume parts delivered by the Netherlands are used in Yemen. (…) We [the Government] deem it likely.” (Definitive report)

F-16 deliverances

The Dutch government sold 15 F-16's to Jordan. The issue was also part of the debat late October (again short hand notes): “We cannot exclude that the Jordanese air force at a moderate level was active in the air space above Yemen. We do not know in what exact role. But it seems to have been auxilary. As far as we know only the Kingdom of Saudi Arabia now is active in the Yemen air space.”

In November 2015 however a Dutch reporter specialised in Air Forces interviewed the commander of the Jordan air force general major Mansour S. Aljobour for a widely published article. The RJAF has deployed four F-16s for the effort but, says Aljobour, “this is a secondary target for the RJAF. The primary target remains [Daesh] in Syria.” The interview also mentioned a AC 235 gunship (based on Spanish Airbus plane, but adopted to this counterinsurgency role by US defence corporation ATK, now Orbital ATK) in use with the Special Forces of Jordan, which was based in Saudi Arabia in connection to the Yemen war.

Jordan's F-16's are delivered by the US, Belgium and the Netherlands. So it is hard to prove the Dutch versions are used, but that is not what is interesting. Interesting is that under the current Government major surplus weapon systems were transported which now may be used in a bloody war in which the population is suffering bombardments, war and famine. And there is no reason to downplay (“moderate”) the Kingdom's participation with five heavenly armed planes.

Dutch German armoured vehicles

The Dutch government follows a motion tabled spring 2016 to consider the war in Yemen and strictly follow the arms trade guidelines. But on the Dutch/German armoured Fennek vehicles sold to Qatar the Minister of Foreign Affairs, Koenders, was clear. They are unarmed and only useful in relatively safe environments. Thus the dessert fox (fennek) is not useful in the desert. That's pitiful for Qatar the only country which bought the German Dutch vehicle. But on the Dutch MoD website they are more capable of guiding grenades to the target, silent, discrete, sharp in making observations and when needed sharp and fierce although they need regular overhaul and spare parts (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26396-90.html). In Germany criticism was countered by the Qatari Emir with the argument that the country is participating in the war against IS.

Rotterdam harbour for the Czech Republic

In January 2016 96 million small calibre bullets passed the Netherlands on there way to Saudi Arabia. The bullets came from the Czech republic to Rotterdam, the major Dutch harbour, to be shipped to Saudi Arabia. A shipment which can not be separated from the war in Yemen. Ploumen said the transport was in the category without trans-shipment, because it was part of a larger means of transport (a container) and it was not a complete system. Almost 100 million bullets is half a container at least. If a bullet is not a complete system, it is important and enables a war.

EU debate on transit

However the Minister said she would raise the issue with Prague. But also she wants to look in the issue of transits from allies in general, “without delaying container cargo ships for weeks” and raise it inside the EU. The debate focussed on this transit example, but more ammunition transits to countries participating in the Yemen war where at stake. So maybe the Netherlands will stop to turning a blind eye towards transit of military equipment and ammunition by EU and NATO partners not in line with a strict interpretation of arms export guidelines. The question remains why a war is necessary to improve the arms export policy.