Posts tonen met het label konfrontatie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label konfrontatie. Alle posts tonen

zondag 23 april 2017

Wij zijn de oorlogen zat

Het is zondag, eerste paasdag. De paus veroordeelt onderdrukkende regimes maar roept ook op tot terughoudendheid. Het urbi et orbi gaat aan me voorbij, maar ik lees het de volgende dag in de krant. Wat ik wel zie is politicologe en VVD-raadslid in Amsterdam Hala Naoum Néhmé aan tafel bij Buitenhof. Ze heeft een kraakhelder verhaal.

Ze vertelt dat de gang van zaken rond de gifgasaanval van 2013 nooit werd opgehelderd ook al stelde men na negen dagen dat het het regime van Assad was geweest. Néhmé haalt een afscheidsinterview met Obama aan waarin hij vertelde over de beslissing – na een gesprek met James Clapper, directeur van de Nationale Inlichtingendiensten – geen vergeldingsaanval uit te voeren. Trump schoot wel al na drie dagen uit de heup zonder een onderzoek af te wachten.

Olifant

Tussen Buitenhof en het TV verslag van de Amstel Goldrace – een aangename wielerwedstrijd over Limburgse heuvels – door lees ik me nog even door het zondagse wapennieuws. Een Taiwanese krant heeft een verhaal over de inzet van de GBU-43, beter bekend als de moeder van alle bommen. Hij werd op een ISIS-onderkomen in de bergen van Afghanistan gegooid. Zo'n negentig strijders werden gedood. Veel voet heeft de Islamitische Staat echter niet aan de grond in Afghanistan. De Taliban zijn de grote bedreiging voor de zittende macht. Er worden dan ook nogal wat vraagtekens geplaatst bij het gebruik: “Still, from a strategic standpoint, there is an unsettling takeaway here: The US pulled off a huge shock-and-awe mission against an enemy that isn’t even the top threat to the US in Afghanistan. The Taliban continues to sit pretty,” zegt Michael Kugelman van het Woodrow Wilson Center in Washington. Hier lijkt sprake van de spreekwoordelijke olifant in de porseleinkast. Het lijkt alsof Afghanistan is misbruikt om de Amerikaanse spierballen te tonen, een schouwspel gericht op Noord-Korea of zelfs op een range aan tegenstanders van Iran, Pakistan, Rusland tot China.

Wanorde

Nog even terug naar Buitenhof. Daar gaat het ook over Noord-Korea. Kim Jong-un is niet onberekenbaar, zegt Jan van der Putten gedecideerd. Van der Putten is Azië-kenner en de nieuwe columnist van het programma (Trump is veel onberekenbaarder, voegt hij toe). Kim heeft een nucleaire bom nodig om zijn bestaan als leider van Noord-Korea te verzekeren, zo zet hij de visie van Kim neer. Die mening is gemeengoed in de kringen van volgers, maar lijkt steeds als nieuw te komen. Kim heeft gezien hoe Saddam Hoessein uit het zadel werd gewipt. Ook Kadaffi legde het loodje. De Libische leider had zijn atoomprogramma wel stopgezet (een programma dat zich baseerde op dezelfde Pakistaanse kennis als dat van Korea, met een oorsprong in Nederland). VN-resoluties met betrekking tot het conflict in Libië waar Rusland en China schoorvoetend mee akkoord waren gegaan om een humanitaire ramp te voorkomen, werden door Europa en de VS ver opgerekt (een kwestie die het onderlinge vertrouwen daarna geen goed deed) en een ratjetoe aan oppositie werd door NAVO-landen met wapenleveranties en vanuit de lucht gesteund. Het leidde tot regionale wanorde, meer terrorisme en versterkt wantrouwen in de internationale relaties. De afgelopen twee weken waren er de raketbeschietingen en de moeder van alle bommen op Afghanistan. Bommen, interventies en bedreigingen leiden niet naar een oplossing. Juist steeds verder er vandaan. De Zwarte Piet alleen bij Kim leggen, is dan ook maar een deel van het verhaal. De NAVO staat niet voor onze veiligheid. Ze is er mede een bedreiging van.

Laat je horen!

De Engelse Mirror komt met een overzicht met 22 oorlogen, conflicten en kruitvaten. Dat is mijn Paaslunch. Je zou er hopeloos van worden. De woorden van de paus, zonder boter bij de vis, zullen dit niet veranderen. Maar met een lethargische houding schiet helemaal niemand iets op. Deze week stuitte ik ook op twee voorbeelden waarin mensen hun stem wel verheffen: een artikel over het stoppen van wapenhandel naar de landen van de door Saoedi-Arabië geleide coalitie tegen Jemen. En een Zwitserse actievideo met 'n 86-jarige in de hoofdrol om een campagne te starten voor een referendum waarin centraal staat dat banken wordt verboden wapenfabrikanten te financieren.

Vredesinitiatief

In Amsterdam is er een Vredesinitiatief AVI. Morgen organiseert dat een bijeenkomst onder het motto: Wij zijn de oorlogen zat (zie hier de uitnodiging). Tijdens die avond discussie en een inleiding van Robert Soeterik van de Middle East Research Associates. Het AVI zelf stelt dat in plaats van escalatie een onmiddellijke de-escalatie geboden is, en daarom moet de Nederlandse regering
1. zich inzetten voor een onmiddellijk staakt-het-vuren;
2. afstand nemen van zowel de gifgasaanval als de Amerikaanse aanval;
3. haar directe en indirecte oorlogsdeelname beëindigen;
4. de nog steeds voortlevende democratische idealen van de Syrische bevolking ondersteunen;
5. internationale vredesonderhandelingen (met soevereiniteit voor de Syrische bevolking) bevorderen.

Wat mij betreft komen er naast het AVI nog veel meer stedelijke vredesinitiatieven. De eis geen verhoging defensie-budget zou de verbindende leus kunnen zijn. Dergelijke initiatieven zijn hard nodig en óók mogelijk. Burgers moeten protesteren tegen de militarisering van de internationale politiek. Veiligheid is niet gebaat bij meer militair machtsvertoon, waar diplomatie geboden is.

woensdag 24 augustus 2016

Militair ecosysteem en de vierde industriële revolutie

Een fors deel van de samenleving – inclusief de overheid – zit wat betreft die verandering [in het informatiedomein] nog in de ontkenningsfase. Als je een beetje je best doet kom je er nog mee weg te doen of er niets aan de hand is en of steeds in de jaren zestig van de vorige eeuw leven.” Aan het woord is luitenant-generaal A, Schnitger, de commandant van de Nederlandse luchtmacht. Hij schildert een nabij vergezicht voor de Nederlandse krijgsmacht.

Technologie en informatie worden steeds centraler binnen het denken over de ontwikkeling van krijgsmachten. De Militaire Spectator (een vakblad voor officieren) van augustus 2016 begint met twee artikelen die het denken daarover een duw willen geven. Het ene gaat over een 'security ecosysteem' (een netwerk van structureel samenwerkende partners) en het andere over de organisatie van technologische vernieuwing, geschreven door Henk Geveke. Hij is algemeen directeur van TNO Defensie & Veiligheid. De militair ziet dat de technologie tot een verandering in militaire doctrines kan leiden en andersom dat door doctrines nieuwe technologie wordt ontwikkeld.

Er is sprake van een vierde industriële revolutie die de wijze van oorlogsvoering geheel zal veranderen. Dat is nodig ook volgens Geveke, want tijdens recente oorlogen is gebleken dat geavanceerde westerse legers niet gemakkelijk kunnen winnen van vastberaden guerrillastrijders voorzien van verouderde bewapening, die daarnaast evengoed kunnen beschikken over informatie, uitgeprinte wapens en google maps. Vervolgens komt de TNO-directeur met een scala aan projecten die verder uitgevoerd moeten worden door de Gouden Driehoek of triple helix (de samenwerking tussen overheid, kennisinstituten en industrie, m.n. Ook het civiele deel van die industrie, omdat de ontwikkelingen daar vaak sneller gaan dan in het militaire deel). Het overheidsbudget voor militair onderzoek moet daarvoor omhoog van 60 naar 120 miljoen euro per jaar. Niet alleen dat; er moet ook gewerkt gaan worden aan meer open vormen van innovatie, waardoor bijvoorbeeld ook toeleveranciers betrokken worden bij de ontwikkeling. De technologie gaat zo snel dat het anders niet bij te benen valt. Beide heren zoeken met een stevig beleidsadvies de openbaarheid.

De snelheid en omvang van de informatie hoeveelheden speelt ook in de visie van Schnitger een hoofdrol. De lineaire benadering van conflicten, met een binaire aanpak van conflictbeheersing, gebaseerd op kinetische capaciteiten en nationale besluitvorming van de afgelopen twee decennia, doen geen recht aan de complexe mechanismen die een rol spelen bij het ontstaan en beëindigen van conflicten en “is volledig mislukt,” zegt hij. Dure woorden leiden tot een stevige conclusie. Maar niet getreurd er is een nieuwe aanpak nodig die gestoeld is op informatie die besluitvormingsdominantie gaat opleveren om de grote uitdagingen van onze tijd (klimaat, armoede en gezondheid) gezamenlijk het hoofd te bieden. Niemand beter uitgerust dan de Krijgsmacht en dan vooral de luchtmacht om dat te doen, vindt deze hoogste luchtmachtofficier. In de toekomst zullen grote aantallen kleinere wapensystemen nodig zijn die snel van ontwerpfase naar inzetbaarheid evalueren.

Maar niet alleen dat. “We zijn allemaal medeverantwoordelijk voor onze collectieve veiligheid en het is tijd dat we die bal gezamenlijk oppakken. (…)” Stel je eens voor “wat we kunnen bereiken als één op de duizend aardbewoners, pakweg zeven miljoen mensen dus, hun energie in gaan zetten voor vrede, veiligheid en vrijheid. Zonder onderdeel te zijn van de formele organisatie, maar gewoon omdat ze het belangrijk vinden.” Het betrekken van mensen kan de weerbaarheid van de samenleving enorm versterken, voegt Schnitger ten overvloede toe. Een Amerikaanse militair hoorde ik al eerder bepleiten dat militairen zich zouden moeten roeren in de civiele sociale netwerken en zo vervaagt de norm tussen militair en burger steeds meer. Volgens de generaal zal Defensie in de toekomst geen op zichzelf staande organisatie meer zijn, maar een onderdeel van een ecosysteem. Wordt het leger dan civieler of militariseert de samenleving?

De conclusie van de beide heren is dat het 'militair ecosysteem' en de revolutie op militair gebied moeten leiden tot een verdere vervlechting van de krijgsmacht met industrie en (semi-)private kennisinstituten, en sterker nog dat de burger steeds meer als een legosteentje moet worden ingebouwd om de informatiepositie van de krijgsmacht te versterken. Alleen met militairen redden we het niet meer, daarom worden liefst alle burgers ingelijfd.

Zie ik spoken? Als antimilitarist ben ik voorstander van een leger in de kazerne dat doet wat de bevolking wil. En zeker geen voorstander van een alom gemilitariseerde maatschappij. Ik zie soms nuttige bijdragen van de krijgsmacht, maar ook een functie om de samenleving rustig te houden, bevolkingsgroepen (vluchtelingen!) te controleren en belangen van B.V. Nederland elders in de wereld te verdedigen. Deze taken zijn lang niet altijd in het belang van alle burgers. Bovendien betwijfel ik hartgrondig of het leger wel de geëigende organisatie is om problemen in de gezondheidszorg, klimaat en armoede aan te pakken. Verhogen van militaire onderzoeksbudgetten en een nieuwe lichting wapens gaan juist ten koste van die mooie doelen.

Eerder schreef ik over nieuwe technologie: De mens en mot als wapen

vrijdag 17 juli 2015

Armoede bestrijding en militaire uitgaven


Cordaid-directeur Simone Filippini benadrukt het belang van armoedebestrijding in fragiele conflictlanden, in tijden van grote onrust in Noord-Afrika en het Midden-Oosten,” zo begon een atikel in Het Financieele Dagblad van negen juli. Over het algemeen is daar niet veel tegenin te brengen. Natuurlijk is een aantal oorlogszuchtige landen in het Midden-Oosten (denk aan de Golfstaten, Saoedi-Arabië en Turkije) verre van arm en is alleen armoede bestrijding onvoldoende om het coflict om de macht in de regio te stoppen. Maar: baadt het niet dan schaadt het zeker ook niet.

Het artikel bleef me bij vanwege een paar zinnen: “Wereldwijd gaat er $140 mrd om in ontwikkelingssamenwerking, maar in de wapenhandel ruim $1800 mrd. Juist de landen die de meeste ontwikkelingshulp nodig hebben, gaan vaak gebukt onder gewelddadige conflicten die worden uitgevochten met wapens die worden geproduceerd in de relatief rijke landen. Ik heb het over de Verenigde Staten, Engeland, Rusland, China, maar ook Nederland met zijn nachtkijkers.” Hier is iemand begaan met de wereld en niet bang man en paard te noemen. Of het helemaal klopt?

De paus in Rome keerde zich eerder ook al tegen de schandalige wapenhandel met een omvang van $1.800 miljard. Maar had het dit jaar over de wapenindustrie met een omzet van $400 miljard en had zijn woorden aangepast aan de feiten. Want het hele militaire budget van bijna twee biljoen dollar gaat niet naar wapens. De helft daarvan is voor weddes van militairen. Een kleine procent van de wereldbevolking – ruim 60 miljoen (para) militairen – verdient zo zijn (en soms haar) geld. Hele families zijn er van afhankelijk.

Toen ik Simone Filippini erover tweette, reageerde ze als volgt: @martinbroek Precies: 1800 mld vr wapens & oorlog - 140 mld vr vrede & ontw + de wapenproducenten beslissen over vredesmissies #FFD3 huh?! Het klinkt wel lekker, dat moet ik zeggen. Maar legers gelijkschakelen met wapens en oorlog, gaat toch net een stap te ver. Bovendien ga je op deze manier met je goede bedoelingen de mist in.

Bij wapenaanschaf gaat het om een kwart van het wereldwijde militaire budget, nl. om zo'n $400-450 miljard. De Amerikaanse aanschaf van de JSF gaat volgens een rapport van de Amerikaanse rekenkamer (GAO) $400 miljard kosten. Wapenhandel (handel in wapens over de grens) gaat om een deel van de militaire productie, zo'n $40-60 miljard. Door alles maar op een hoop te gooien (militaire uitgaven, wapens, wapenhandel, oorlog) missen je pijlen doel. Soms heeft wat zorgvuldigheid zin.

Als je wilt dat er meer geld komt voor armoedebestrijding dan kan je beter de militaire budgetten aanpakken dan de wapenhandel. De hele wereldwijde wapenhandel heeft de omvang militaire uitgaven van India. Het Amerikaanse budget alleen al is vier maal zo groot als wat volgens de Cordaid-directeur nodig is voor wereldwijde armoede bestrijding. Door wapenhandel aan te kaarten is wel duidelijk te maken dat wapens en armoede hand in hand gaan. Het gros van de (dure) wapens gaat immers naar overheden en wordt betaald uit de schatkist net als uitgaven voor defensie. Die uitgaven gaan ten koste van uitgaven voor onderwijs, gezondheidszorg e.d. Er is wel gesteld dat wapens daardoor doden nog voordat ze gebruikt zijn.

Vijftien procent reductie in de militaire uitgaven in de VS en Europa en je hebt al genoeg geld losgepeuterd dan voor het VN armoede bestrijdingsprogramma nodig is. Los van dit praktische rekenwerk, is het hameren op wapenhandel ook vreemd als de westerse legers ongemoeid kunnen groeien en bloeien en elders optreden. Dat reduceren van de militaire uitgaven kan wel eens een zware campagne worden.
---


P.S. In Trouw van 13 juli verschijnt een artikel van Simone Philipini waar ze alweer de oorlog, Defensie, wapenhandel op de hak neemt. Daarvoor wordt meer belasting betaald dan voor ontwikkeling en vredesinitiatieven. “Acht van Europa 's grootste levensverzekeraars en pensioenfondsen hebben 6,8 miljard euro belegd in wapenhandel met corrupte regimes. Onze sociale zekerheid is andermans nachtmerrie,” merkt ze op. Op deze constateringen valt weinig af te dingen.

zondag 17 mei 2015

Airbus aandeelhoudersvergaderingactivisten

Frank van der Linde AGM 2014
Moet ik me opgeven voor de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van Airbus? Ik heb een aandeel voor het geval dat. Dit moet door de ING-bank geregistreerd worden en dan mag ik naar binnen, krijg een hapje en een drankje, en een kado dat meer kost dan mijn aandeel.

Airbus is wat wel het eerste Europese defensiebedrijf heet. Het is zoals veel van zijn branche genoten gevestigd in Nederland. Het heeft zelfs een klein kantoor in Leiden om de goede wil te tonen. Het gaat echter om het gunstige belastingklimaat in ons landje. Op die aandeelhouders vergadering zal het bedrijf aankondigen dat het de juridische status officieel zal veranderen in een Europees Bedrijf (Societas Europaea – SE) maar wel in Nederland gevestigd zal blijven.

Wendela de Vries, AGM 2013
Als ik binnen ben dan kan ik vragen stellen. De vraag die mij op de lippen brandt, is of de Saudi's al hebben laten horen hoe goed hun Typhoon gevechtsvliegtuigen presteerden bij het droppen van bommen op Jemen. Verder of die vliegtuigen de clusterbommen gooiden.

Nu al weet ik dat ik dan een prachtig antwoord zal krijgen van Tom Enders, de CEO van het bedrijf, met het minzame glimlachje rond de lippen. Een mooi vliegtuigspeeltje heb ik aan het eind van zo'n bezoek wel, maar een antwoord op mijn vraag niet. Hoewel een slimme ontwijking is ook een antwoord. Dat kan je later weer ergens opschrijven als non-informatie uit de eerste hand.

La Barbe, AGM 2013
Het zou meer zin hebben om het bedrijf te bevragen als er iets meer commotie om het bezoek zou zitten, maar al sinds 2002 (toen ik voor het eerst een aandeelhoudersvergadering van het bedrijf bezocht) gaat het allemaal zo netjes daar binnen. Als je wel een grote bek opzet, zoals de Franse activisten die twee jaar geleden de bijna volledig mannelijke top aan de kaak stelden, dan sta je zo buiten. Airbus zet zo'n 15 miljard euro aan wapens af per jaar, maar het accepteren van een beetje protest lijkt teveel gevraagd.

Waarom is er niet een club die de kernwapenraketproductie met veel bombarie aankaart. Waarom komt er geen slachtoffer of familielid daarvan uit Aden, Tripoli of Mindenao? Of een delegatie van de vergelijkbare British Aerospace aandeelhoudersvergaderingactivisten? Waarom is er niet ergens een bezetting of blokkade? Waarom kan de Shell in Nigeria beweging dit wel en de anti-wapenhandel en kernwapenorganisaties niet?

AGM 2012
Op straat staan de traditionele activisten die de vergadering in ieder geval niet ongemerkt voorbij laten gaan. Ken je iemand die op 27 mei toevallig in de buurt van het Okura Hotel in de Pijp is? Dan kan die zich tussen 12.30 en 13.30 uur aansluiten bij de demonstranten die daar ieder jaar met kleurrijke borden staan opgesteld. Als je even googlet op Airbus en weapons dan heb je binnen een paar tellen voldoende informatie om zelf een korte krachtige tekst op je bordje te schilderen. Zelf denk ik dat ik me toch maar even aanmeldt voor de aandeelhoudersvergadering.



Meer info: Stopwapenhandel en Facebook

Foto's auteur 

zaterdag 21 juni 2014

Gouden Driehoek van de Defensie Industrie Strategie

Prioritaire technologie: geavanceerde materialen. bron
Begin juni van dit jaar publiceerde de Associated Press een artikel over "de grotere landen die goed zijn voor het leeuwendeel van de Europese defensieuitgaven." Nederland was er daar een van, samen met Verenigd Koninkrijk (VK), Frankrijk, Duitsland, Italië, Polen en Spanje. Al deze landen steunen hun wapenindustrie om hun nationale strijdkrachten te versterken. In een tijd van krimpende defensiebudgetten zijn innovatieve industriële producten nodig om een militaire voorsprong te behouden.

Het Nederlandse Ministerie van Defensie heeft net als het VK en Frankrijk wapentechnologieën uitgekozen die de prioriteit krijgen bij het ontwikkelen van een militaire industrie. Duitsland werkt al geruime tijd met een zogenaamde Gouden Driehoek tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen om de defensie-industriële basis te verstevigen. Die aanpak heeft Nederland onlangs overgenomen. Het Verenigd Koninkrijk heeft centra voor technologie-ontwikkeling aangewezen en reserveert een deel van het materieelbudget voor R&D. Spanje heeft zijn la Política de Armamento y Material, waarin alle materieelbeleid is gegroepeerd onder een staatssecretaris. Polen verklaarde onlangs dat het de ondersteuning voor de wapenindustrie zal vergroten. Een van de missies van de Italiaanse Segretariato Generale della Difesa e Direzione Nazionale degli Armamenti (SG/DNA) is het ondersteunen van de militaire industrie om 'effectief en wereldwijd te kunnen concurreren.' Sinds 2007 heeft de Nederlandse overheid een beleid om de defensie-industrie te ondersteunen, met de zogenaamde Defensie Industrie Strategie (DIS).

Op 11 juni bespraken de ministers van Defensie en Economische Zaken een geactualiseerde DIS met het parlement. Het was niet bepaald de trending topic van de dag; slechts 3 parlementariërs waren er voor gekomen. Alle deelnemers, op één na (Günal-Gezer, PvdA) waren lid van de VVD, met inbegrip van de ministers. Geen enkel lid van de oppositie was aanwezig.

Deze magere opkomst laat zien dat de meeste Parlementariërs de Nederlandse wapenindustrie als een irrelevant onderwerp zien. Zolang de strijdkrachten tegen niet al te hoge kosten hun werk doen, is het een onderwerp waar ze zich niet mee bemoeien. De defensie-industrie is vrij klein (12.000 arbeidsplaatsen) en de de overheid houdt in de gaten of het goed loopt, zo wordt blijkbaar gedacht. Het hebben van een wapenindustrie lijkt door de meeste parlementsleden te worden gezien als een managementvraagstuk.

Dit is echter een misverstand. De defensie-industrie is wel degelijk relevant, niet in de eerste plaats om economische redenen, maar vooral omwille van de internationale veiligheid. Daarbij komt dat de vermenging van economische en veiligheidsbelangen een riskante zaak is. Volgens het DIS moet Nederland de defensie- en veiligheidsindustrie eerder in het verwervingsproces uitnodigen; zelfs vóór de daadwerkelijke voorstellen voor aanschaf. De keuze moet dan worden gedaan samen met partners uit de industrie. Dit hoewel wordt erkend dat de wapenindustrie bekend staat om de 'conspiracy of optimism,' waarbij de kostenramingen bewust laag worden gehouden. De nadelen van een dergelijke samenwerking wordt tot in details uitgewerkt door William Hartung in zijn boek Prophets of War, over het beleid van Lockheed Martin. Het is verbazingwekkend dat, terwijl alle indicatoren laten zien dat het moeilijk is om de wapenfabrikanten aan de leiband te houden als het om kosten gaat dat de Nederlandse overheid die industrie een belangrijke positie in het besluitvormingsproces te geven. Ter geruststelling: Defensie blijft leidend bij wapenaankopen.

De DIS brengt tegenstellingen in het Nederlands beleid ten aanzien van wapenproductie en wapenhandel aan het licht. Normaal gesproken is de Nederland overheid vrije markt kampioen, maar niet wanneer het gaat om de wapenindustrie. In het verleden was een groot deel van de Nederlandse defensie-productie afhankelijk van zogenaamde offsetdeals (bestellingen direct of indirect verbonden met wapen bestellingen in het buitenland). Toen de
Europese Commissie besloot dat deze niet meer gewenst waren, vond de Nederlandse overheid de 'industriële participatie' uit (die meer dan 60 procent van de waarde kan zijn) bij de aanschaf van wapens. De naam is anders, maar heeft een grote gelijkenis met offsetproductie. De overheid maakt bovendien gebruik van de uitzondering op de vrijemarktregels voor militaire goederen binnen de EU (art. 346 van het EU-Verdrag) om de Nederlandse wapenfabrikanten te verdedigen tegen concurrenten. Volgens de Regering wordt Nederland gedwongen om dit te doen, omdat andere landen hun wapenindustrie ook steunen. De Nederlanders beschouwen zichzelf slechts als een 'smart follower'.

Naast het ondersteunen van de wapenindustrie via het Commissariaat Militaire Productie (onderdeel van Economische Zaken) wordt binnen de DIS benadrukt dat de overheidssteun voor de wapenindustrie ertoe leidt dat meer wapens op de internationale markt kunnen worden verkocht, omdat dit afgeleiden zijn van wapensystemen die eerst worden geproduceerd voor de binnenlandse markt. Bovendien werkt een thuismarkt als launching customer; bij binnenlandse afname stijgt nl. het vertrouwen bij buitenlandse klanten.

Tussen de 55 en 70 procent van alle Nederlandse militaire productie wordt geëxporteerd. De DIS is gericht op de wapenbazaars in Azië, het Midden-Oosten en Latijns-Amerika. "Daarnaast past deze opkomende economieën dat zij hun belangen ook beter militair willen verdedigen. Hierdoor is een sterke militarisering van Azië (rondom de Indische Oceaan) en ook het Midden-Oosten aan de gang,” zo wordt in een rapport gesteld dat als voorbereiding op de DIS is geschreven.

Terwijl de Europese markt licht krimpt en Amerikaanse bedrijven hierop steeds meer binnendringen (vanwege slinkende Pentagonbudgetten) groeien met name in Azië de wapenaankopen. De wapenwedloop in Azië begon al in de jaren tachtig van de vorige eeuw en is nu van start op volle gang. Hetzelfde lijkt gaande te zijn in het Midden-Oosten. Je moet daarbij wel bedenken dat de militaire budgetten van de VS en de EU samen goed zijn voor meer dan de helft van die uitgaven in 2017 aldus een IHS Jane's voorspelling.

In plaats van een besef dat militarisering een gevaarlijke ontwikkeling is die tot zorgvuldigheid en terughoudendheid noopt, ziet de Gouden Driehoek het juist als een kans voor de export. Dit is niet in overeenstemming met een verantwoorde controle op de wapenuitvoer, waarbij veiligheid het primaat zou moeten hebben. Bij wapenexporten moet economische winst zeker niet de drijvende kracht zijn. Een verantwoord veiligheidsbeleid en een op winst gedreven wapenexportbeleid zijn daarom een slechte mix. Wapenfabrikanten moeten juist ver van de besluitvorming over wapenaankopen en -verkopen worden gehouden.

Martin Broek
Engelstalige versie voor Stop Wapenhandel

zondag 4 mei 2014

Nederlandse 007 apparatuur; Koninklijke Ten Cate op innovatieve defensiemarkt

Special Forces hebben de bezuinigingen op defensiebudgetten het best ontlopen. Ze zijn een essentieel onderdeel van de nieuwe oorlog op afstand beleid, waarvan drones een ander in het oog springend element zijn. De nieuwe apparatuur voor deze XL-militairen appelleert aan de fantasie van een jongen. 

Bron: http://www.autoweek.com/article/20120625/carnews01/120629888
De Nederlandse Special Forces, het Korps Commando Troepen (KCT), bestelden vorig jaar onbemande parachutes van US Airborne Systems. Met GPS-navigatie uitgerust kunnen deze parachutes dag en nacht op de juiste plek landen om stiekem voorraden te leveren aan de troepen in het veld. De Nederlandse groene baretten hebben sinds het najaar van 2013 de beschikking over de Microfly en de Firefly, geschikt voor goederenvervoer tot respectievelijk 250 kg en 1000 kg. Het is het type uitrusting waarvan je verwacht dat 007 die gebruikt.

De ongeschonden budgetten voor dergelijke uitrusting biedt ook mogelijkheden voor bedrijven. In april werd de Koninklijke Ten Cate N.V. door General Dynamics Ordnance en Tactical Systems (OTS) geselecteerd om de bepantsering voor het Ground Mobility Vehicle (GMV) 1.1 voor het Amerikaanse Special Operations Command (SOCOM) te fabriceren. Het Commando is van plan om de komende zes jaar 1.300 GMVs te kopen voor zo'n US$ 245.000 per voertuig. Elk weegt minder dan 3.200 kg, is geschikt voor zeven militairen en door de lucht transporteerbaar met bijvoorbeeld CH-47 Chinook helikopters. (zie illustratie)

General Dynamics OTS krijgt de bepantsering als een complete set, klaar voor installatie. De bestelling bij de in Ohio gevestigde afdeling van Ten Cate heeft een waarde van ongeveer US$ 30 miljoen. Die opbrengsten zullen in de komende drie tot vier jaar binnen stromen. De productie begint in de tweede helft van 2014. Deze order maakt deel uit van een totale orderportefeuille van meer dan 100 miljoen dollar, die Ten Cate Advanced Armor in 2014 verwacht.

Eerder in 2014 haalde Ten Cate de krantenkoppen met een andere product voor Special Forces. In januari protesteerden de militaire vakbonden VBM en ACOM tegen de plannen van het Nederlandse ministerie van Defensie om Chinese uniformen kopen voor Nederlandse special forces die zouden worden ingezet in Mali. Verschillende parlementsleden stellen vragen bij de goedkopere, maar "inferieure" Chinese uniformen. Ten Cate hoopte dat het Ministerie voor de zogenaamde Defender M.' textiel zou kiezen. "Die beschermt onze militairen veel beter." Een paar maanden later leek het erop alsof het Ministerie van Defensie had geluisterd en werden nieuwe uniformen besteld, gemaakt van Defender M. en genaaid door kledingfabrikant NFM uit Noorwegen. De oude uniformen waren aldus het Ministerie op. Dat kwam goed uit.
De uniformen werden al gepot in januari tijden het concert ter ere van het 200 jarig bestaan van de Nederlandse landmacht waar prinses Beatrix uniformen inspecteerde uit de geschiedenis daarvan.
De textielfabrikant uit Nijverdal heeft meer militaire activiteiten. Composietmateriaal ontwikkeld in samenwerking met Fokker Aerostructures werd bijvoorbeeld gebruikt voor vleugeldelen van de Joint Strike Fighter (F-35). Maar de vijftig procent militaire omzet van Ten Cate die de Nederlandse lobbygroep voor de militaire industrie NIDV claimde, is een overdrijving; propaganda gebruikt in een poging om kortingen op de militaire begroting aan te pakken. De militaire omzet draait de laatste jaren om de 10 procent en dat zal ook dit jaar gehaald worden.

De nieuwste militaire klant van Ten Cate, SOCOM, is actief in 130 landen wereldwijd. Het heeft daarbij een twijfelachtige reputatie. De vraag is herhaaldelijk gesteld op grond van welk gezag de operaties van de snelle jongens vallen, in het bijzonder die waarbij onschuldige burgers werden gedood. Al Jazeera vat de taken van het Commando bondig samen: moorden, contraterrorisme, verkenningsacties, inlichtingen analyse en het trainen van buitenlandse troepen. Een van de belangrijkste onderdelen is de Joint Special Operations Command (JSOC), een sub-commando met als primaire taak het bijhouden en het doden van verdachte terroristen. JSOC is alleen aan de president verantwoording schuldig en valt onder diens bevel, waarmee democratische controle ontweken wordt. John Nagl, een voormalige top-adviseur op het gebied van opstandsbestrijding, noemde JSOC "an almost industrial-scale counterterrorism killing machine". Ten Cate's contract met deze moordmachine van onze bondgenoot zal desondanks niet onder het wapenexportbeleid vallen. Zou dat niet moeten veranderen?

Martin Broek

Geschreven voor Konfrontatie, engelstalige versie voor Campagne tegen Wapenhandel

zondag 9 maart 2014

Oefeningen en wapenhandel

De afgelopen drie weken vond de internationale oefening/operatie voor Special Forces in Afrika, Flintlock, plaats. Duizend militairen uit achttien landen werkten daarbij samen. Doel van de jaarlijkse oefening was dit maal het versterken van de invloed van de deelnemende landen in twee Noordwest Afrikaanse regio's: de zuidgrens van Libië en het grensgebied van Nigeria. Beide zijn belangrijke regio's voor wapensmokkel en gebieden waar islamitische terroristen opereren.
Van die achttien deelnemende landen komen er negen komen uit West-Afrika en negen uit West-Europa en Noord-Amerika.

De Afrikaanse deelnemers zijn Algerije, Burkina Faso, Tsjaad, Mali, Mauretanië, Marokko, Niger, Nigeria en Senegal. Verschillende van deze landen kampen met binnenlandse conflciten. Naar Mali gaan binnenkort Nederlandse troepen om deel te nemen aan de VN-vredesmacht in dat land. Sengalese Special Forces bestrijden in eigen land al decennialang een opstand in de zuidelijke provincie Casamance. De Defensiekrant meldt dat Senegal de samenwerkingspartner is van de Nederlanders tijdens de oefening. Nigeria heeft vaak de leiding bij vredesmissies van de Afrikaanse Unie, maar binnenlands laat het land, om het voorzichtig te zeggen, nogal wat steken vallen.

Als het gaat om wapenhandel dan zijn er internationale criteria waaraan voldaan moet worden. Als het gaat om oefeningen en samenwerking, dan is men minder kieskeurig. Waarom kan je dergelijke landen wel trainen in militaire operaties? De trainingen versterken militaire capaciteiten; ook daar waar die misbruikt worden. Het obligate lesje mensenrechten is daarbij een pleister op de wonde.

De militaire samenwerking vergroot de mogelijkheid om wapens te verkopen. Daar waar je oefent, leer je de militaire leiding kennen en worden contacten gelegd die de weg voor wapenleveranties openen. Door de strijd tegen de jihadisten is zelfs in de armste landen van Noordwest-Afrika een afzetgebied ontstaan. De aankoop door Mauretanië vorig jaar van vliegtuigen lijkt daar een voorbeeld van.

West-Afrika is niet het enige opvallende gebied waar Nederlandse troepen trainen. Minister Hennis stuurde onlangs een brief aan de Kamer waarin ze opsomde waar Nederlandse militairen actief zijn. Partners voor oefening, opleiding en training worden bijvoorbeeld gevonden in Gabon en Peru (jungletrainingsmogelijkheden) en in Jordanië en Israël (trainingsfaciliteiten voor Special Forces).

Militaire samenwerking kan ook wapenverkopen volgen. Nederland werkt militair samen “met landen in verband met instandhouding, verkoop en afstoting van materieel, bijvoorbeeld Chili, Estland, Finland, Jordanië, Marokko, Vietnam en Zuid-Korea,” zo meldde Minister Hennis de Tweede Kamer.

De belangrijkste afnemer van Nederlandse wapens in Noordwest-Afrika, Marokko, doet al mee aan Flintlock. Met ruim een half miljard aan wapenexporten naar Rabat in de afgelopen tien jaar heeft de Nederlandse wapenindustrie het land al binnen als klant. Marokko staat ermee op plaats vijf van een ranglijst met klanten voor Nederlandse wapens. Pas op plaats 37 komt het tweede Noordwest Afrikaanse land Algerije. Daarheen verkocht in 2013 voor 34 miljoen euro militaire goederen.


Deze column is geschreven voor Konfrontatie en is in gewijzigde en engelstalig vorm te vinden op stopwapenhandel

Meer informatie over Flintlock

maandag 11 november 2013

Voor of tegen (2): Heel groot schip

De afgelopen week kreeg ik twee vragen voorgeschoteld, waarop ik maar een half antwoord had, en niet het antwoord dat de vragensteller verwachtte. De eerste vraag ging over de interventie in Mali. Ik maakte er een column over die niet politiek correct is, maar een zich vormende mening. De tweede gaat over het zogenaamde Joint Support Ship. "Erg hé dat ruim 400 miljoen over de balk is gesmeten voor een oorlogsschip dat niemand wil?" Ja, geld over de balk smijten vind ik erg. ****

De aandacht kwam door een artikel in het Algemeen Dagblad (pagina 1, 2) of voor de tekst hier. Lobbyïsten die in de eerste helft van het afgelopen decennium lid waren van een van de grote partijen worden in dat artikel aan de paal genageld: Mat Herben (LPF), Bert Bakker (D'66), Roland Kortenhorst (CDA) en Hans van Baalen (VVD) worden erin geportretteerd. Het is vooral Roland Kortenhorst die ik me herinner als iemand die tijdens Kamerdebatten ongegeneerd voorlas wat hij kreeg van de industrie. Maar wat heb je aan die verontwaardiging over geld dat verdween en Kamerleden van vroeger en die inmiddels vervangen zijn?


Hoe stonden huidige Kamerleden in het dossier? Ze verbaasden zich in Feitelijke Vragen (anoniem gestelde vragen die duidelijkheid moeten verschaffen over een vraagstuk) over het schip dat in 2009 als een duveltje uit een doosje opdook en 100 miljoen duurder was geworden. Hoe zit het met de bezuinigingen, vroegen ze zich onder veel meer af. Uit die antwoorden blijkt dat het schip bedoeld was voor het vervoeren pantservoertuigen, ook de nieuwe typen. Niet voor de verdwenen tanks, zoals Frank Hendrix schrijft in het Algemeen Dagblad.

Jack de Vries, staatssecretaris van Defensie, stelde in november 2009: “Aan de B/C/D-brief van het project JSS die de Kamer op 3 november jl. heeft ontvangen ligt een principeovereenkomst met DSNS ten grondslag. Defensie is hiermee geen verplichting aangegaan voor de bouw van het schip. Dit is in het kader van het Defensie Materieel Proces de gebruikelijke procedure.” Dit ambtelijke jargon betekent dat hij een loopje nam met de gebruikelijke procedure om de Kamer stap-voor-stap op de hoogte te stellen. Jack stopt drie brieven in één brief. Maar belangrijker: de Kamer laat hem ermee wegkomen.Het schip was in de tussentijd wel flink groter, geavanceerder en dus ook duurder.

Van Velzen (SP) is het meest uitgesproken als het gaat om de prijs van het Joint Support Ship. Ze is tegen de aanschaf van het schip. In een Kamerdebat over de Defensiebegroting in december 2009 dient ze een motie in (nr. 63(32123 X) om te gaan heronderhandelen over de prijs. Die motie wordt gesteund door GroenLinks en Partij voor de Dieren. Hij wordt ontraden door de Staatssecretaris en het is met name Raymond Knops (CDA) die voor De Vries tijdens het debat de hete kolen uit het vuur haalt. Ten Broeke (VVD) gaat met Knops mee. Angelien Eijsink (PvdA) heeft nauwelijks een mening. Komt naderhand wel met procedure voorstellen gericht op de toekomst. Maar na dat debat van december 2009 is de aanschaf een gelopen koers. Waarom de pijlen op Mat Herben richten als ook op zittende Kamerleden als Knops, Ten Broeke en Eijsink het megaschip zonder problemen hebben geaccepteerd? Die Kamerleden zitten ervoor om de regering te controleren.

Er zit wel een logica in de aanschaf. Het huidige bevoorradingsschip, de Zuiderkruis, is aan vervanging toe. In 1982 voer ik er als opvarende van een Nederlands fregat al naast in een NAVO-eskader. Dat het vervangende schip zonder medeweten van de Kamer opgetuigd is met allerlei voorzieningen, zoals extra helikopterruimte, amfibische- en transportcapaciteit. Daar had het debat over moeten gaan. En of je dat al dan niet wilt hebben hangt af van de vraag welk leger je wilt. Die discussie op grote lijnen ontbreekt in de Nederlandse politiek. Landlocked Mali laat in ieder geval zien dat de marine niet altijd een voorname rol kan spelen.

zondag 10 november 2013

Voor of tegen (1): Mali

De afgelopen week kreeg ik twee vragen voorgeschoteld, waarop ik maar een half antwoord had, en niet het antwoord dat de vragensteller verwachtte. De eerste vraag ging over de interventie in Mali. Ik maakte er een column van die niet politiek correct is, maar een zich vormende mening. Schiet erop als je wilt.

*****

Ben je voor of tegen de militaire interventie in Mali? Men verwacht een TEGEN! van me te horen. Vervolgens wil men dan naar de argumenten vragen en dan is alles weer zoals het hoort.



Eerder dit jaar las ik een artikel van Samir Amin – de befaamde linkse Egyptische econoom – over de Franse interventie in Mali. Het heeft me aan het twijfelen gebracht. Amin stelt dat Mali van buiten geholpen moet worden om het gevaar van Al Qaída (in de Maghreb, AQIM) te bestrijden. Hij richt zijn pijlen liever op andere elementen van de politiek van de “imperialistische driehoek (VS, Europa, Japan)” zoals de opgedrongen vrijhandel, en niet op dit militaire vertoon.

Amin pleit voor de opbouw van een Malinees leger. Dat leger is verzwakt de afgelopen jaren. Eerst door de politiek van president Amadou Toumani Touré en vervolgens door een coup en de strijd om de macht in het Noorden. Door die verzwakking is Mali afhankelijk geworden van buitenlandse steun bij het bestrijden van AQIM. Als Mali in chaos wordt gestort dan heeft het ook geen plek om zich te verweren op het internationale toneel. Of er sprake is van een opbouw naar zelfstandigheid op militair terrein zou een ijkpunt kunnen zijn om een interventie te beoordelen.

Een ander ijkpunt is de houding vanuit de hoofdstad Bamako ten opzicht van de Toearegs, de nomaden in hun indigoblauwe gewaden in het Noorden; tellen alle bevolkingsgroepen mee? De moord op twee Franse journalisten afgelopen weekeinde in de noordelijke stad Kidal maakt juist dit toch al gecompliceerde probleem nog ingewikkelder. Het Noorden is verwaarloosd. Dat moet veranderen. In Bamako werd de moord meteen gezien als reden om honderden troepen naar Kidal te sturen. Een expert verklaart in Libération dat dit zelfs Parijs verontrust. “Malinese soldaten hebben een slechte reputatie in de regio.” Dit kan de opmaat betekenen voor “het langzaam maar zeker het moeras inglijden.” Het zal wel weer een vechtmissie worden.

Al dan niet ja tegen een interventie blijft dan ook een dilemma. Maar is Mali er mee geholpen als het in de steek wordt gelaten? Is het hameren op hulp een oplossing of moeten we weer vrezen voor situatie als in 2012 toen de islamisten het voor het zeggen kregen. Zijn de Toearegs er mee geholpen als ze aan Bamako worden overgelaten? En is het goed voor de regio als een (wapen) smokkelnetwerk dat de regio ontregelt blijft bestaan? Ik denk het niet, maar laten we ook de diepte in duiken, zoals bijvoorbeeld: het plunderen van de goudvoorraden van Mali; de onverantwoordelijk oorlog in Libië die ook Malië destabiliseerde; de onrechtvaardige economische orde die niet in het belang is van landen in het Zuiden. Laten we stellen dat de ondoordachte interventie in Libië meer leed heeft veroorzaakt dan opgelost. Op al die punten blijft kritiek mogelijk en zelfs nodig ook tijdens een interventie om aan duurzame oplossingen te werken.

Deel 2: Joint Support Ship

zondag 28 april 2013

Column: Bernhard Bommenwerper

De B is van Bernard, jacht(vliegtuig) en smeergeld. Afgelopen week gaf Maarten van Rossem drie vermakelijke minicolleges bij Pauw en Witteman over de mannelijk voorgangers  uit de 19e eeuw van Willem Alexander. Zijn opa bleef vanwege die laatste beperking buiten schot. Jammer want met zijn levenswandel als schuinsmarcheerder, neerkijkend op de democratische spelregels paste hij wonderwel in de Oranje dynastie en in het rijtje van Van Rossum.

Prins Bernhard met Lockheed-manager Robert E. Gross, '56
Eén van de schandalen die aan opa Oranje kleeft, is zijn jarenlange inzet voor de Amerikaanse defensie-industrie in Nederland. Defensie-industrie? Kan het beestje niet bij de naam worden genoemd? De smeergeldaffaire staat toch algemeen bekend als het Lockheed-schandaal? Dat laatste klopt, maar Lockheed was niet de enige wapenfabrikant waarvoor de prins zich inzette. Anthony Sampson stelde in zijn standaardwerk 'De Wapenindustrie': (...) binnen het kader van wapenindustrie bleven de belangen van de Prins niet tot Lockheed beperkt. Gedurende deze periode werkte hij tevens (...) voor Lockheeds voornaamste rivalen."

De belangrijkste daarvan was Northrop. De Commisie Donner, die door premier Den Uyl werd ingesteld toen de kritiek op de prins niet meer viel weg te masseren, deed onderzoek naar de banden van de prins met beide bedrijven. Een telex van de Haagse ambassade van de VS vermeldt dat de Commissie onderzoek deed naar het aanschafbeleid rond de Starfighter van Lockheed, de F-5 van Northrop en het maritieme vliegtuig Brequet Atlantique (Frans). Bij het presenteren van de rapporten werd het Northrop geheel weggemoffeld door de regering Den Uil. Zo ging de affaire als Lockheed-schandaal leven.

In 2005 kreeg Vrij Nederland toegang tot het Northrop rapport - met vooral bekende informatie -  van de Commisie Donner. Het weekblad wijst er op dat  de commissie klaagde dat van de Amerikanen geen documenten kreeg. De Amerikanen stelden op hun beurt dat 1) de commissie niet gezien kan worden als erkend opsporingslichaam en 2) ze vreesden dat de stukken niet vertrouwelijk zouden blijven. Ze hadden kortom geen zin om aan het Nederlandse onderzoek mee te werken.

De constructies en aan de prins gelieerde personen die in het Norhrop rapport stonden, kwamen ook al voor in het Lockheed-schandaal. Volgens Sampson en Wim Klinkenberg (schrijver van een boek over de prins) is het aannemelijk dat hij ook van Northrop heeft geprofiteerd. Ook Vrij Nederland acht dit op grond van het rapport rond de Northrop-zaak zeer wel mogelijk.

Oranje zat door de affaire even in de hoek waar de klappen vielen. Juliana wilde niet dat haar man juridisch een haar gekrenkt werd en dreigde met aftreden. Beatrix zou geen koningin willen worden van een land waar haar ouders het koninklijk toneel gedwongen hadden moeten verlaten. Een constitutionele crisis dreigde. Doch prominenten in de PvdA, zoals Max "Gladio" van der Stoel, namen het voor het koninklijk huis op. Maar bovenal vreesde Den Uyl groot verlies voor de PvdA als de oranje hysterie zich tegen de socialisten zou keren. Bernhard raakt daarom niet veel meer dan zijn militaire functies en uniform kwijt. Het Koninklijk Huis hing even aan een zijden draadje. Dat was niet de eerste en waarschijnlijk ook niet de laatste keer. Het Northrop rapport bleef om de boel niet nog verder op de spits te drijven dertig jaar geheim.

Martin Broek

Geschreven voor konfrontatie.nl

woensdag 20 februari 2013

Tom en Dick klagen


Tom did you enjoy your meal?” vraagt hij zijn tafelgenoot. Burbage eet alsof hij nooit wat krijgt. Hij zegt daarbij geen woord. Daar gaat ie weer voor een volgend portie baked beans. Is hij daarvoor helemaal uit Oldenzaal naar Den Haag gereden?

Tom we moeten praten over de tegenslagen bij de JSF. We zitten hier niet voor roereieren met spek,” ontploft Dick Berlijn zowat tegen zijn tafelgenoot. Burbage is toch niet de minste als het gaat over de straaljager die steeds duurder wordt. Hij is jarenlang JSF-projectleider geweest bij Lockheed Martin. Berlijn wilde nog even wat doorpraten en het contact warm houden. Want hij ziet Burbage vast terug in een volgende functie. 


A pitty they don't have pancakes on this side of the Atlantic,” zegt Mr. JSF. Berlijn kijkt hem vragend en meewarig aan.


“Rustig Dick. Ze vliegen. Er wordt voor betaald. We zijn de grootste en de sterkste. We zijn de slimste. Maak je niet druk. Weet je wat jij moet doen: je moet zeggen dat er altijd zo negatief over de F-35 wordt bericht. Jij bent toch lobbyïst? Het enige wat we nodig hebben is dat politici besluiten over te gaan tot aanschaf. En dat doen ze. Het zou mooi zijn als ze niet de hele tijd kritiek moeten pareren. Gewoon: het nieuws is eenzijdig! Deal?”

Berlijn knikt deemoedig met het hoofd en stuurt een tweet uit:

“Vanochtend ontbeten met scheidende Lockheed topman Tom Burbage. Verbazingwekkend hoe eenzijdig de berichtgeving is over #F-35”

Ja hij is lobbyïst. Nadat hij zijn funktie als commandant der Strijdkrachten neerlegde, maakte  een tocht van 24 dagen op de fiets naar Santiago de Compostella. Hij is vervolgens thuis niet gaan zitten kniezen. Hij is mee gaan doen in het koor van JSF-lobbyïsten. Hij werkt ook nog voor Thales. Het bedrijf waar Nederland trots op mag zijn vanwege de geweldige defensie technologie.

Ja hij is lobbyïst. Over de JSF geen zorgen. Dat zei Tom goed. De JSF komt er toch wel 'koste wat kost' zoals Arend-Jan al zei. Hij denkt terug aan het begin van het project en het gerommel dat nodig was om wat geld los te maken. Toen is de JSF in de steigers gezet. Eigenlijk dus al in 1994. Heel stilletjes werd het een project binnen Defensie. De pers hoefde er toen geen lucht van te krijgen. Stel je voor. Gmelich Meijling steunde het en later ook Joritsma met 200 miljoen gulden. Het is eigenlijk een VVD-Kok vliegtuig met een beetje steun van 't CDA. Gelukkig toch ook steeds als het er op aan komt van de PvdA.

Leuk dat zijn tweet gelijk instemmend begroet wordt. Hij weet zelf ook wel dat het onzin is. Dat ze op het juiste moment geen, daarna positieve artikelen (journalisten meenemen naar Lockheed in de States maakt ze zo vriendelijk) en pas toen alles al in kannen-en-kruiken was kwamen de azijnpissers die ieder mooi plan neersabelen. Ja daar heb je er weer één. Martin Broek tweet:

@DickBerlijn @dizzetiiddeze nieuwe #Australische #JSF-promotie video al gezien? http://bit.ly/11QpHGQ


Zal hij nog een tweet doen? Voordat hij weet is ie de deur al uit:

 “@martinbroek <@dizzetiid Ik ben er zelfs voor geïnterviewd, maar nuancerende opmerkingen pasten kennelijk niet in de documentaire.”


De lijn is duidelijk. Clingendael krijgen we ook wel weer binnen de rangen. Ze waren wel erg negatief in hun rapportage. Nog ruim een half jaar voor een beetje massage.

Martin Broek

De tweets en de video zijn echt. De rest is fantasie. Geschreven voor Konfrontatie.nl

zondag 14 oktober 2012

Nobelprijs voor wapenhandel

Bron: euronews.com/.../2011/01/29/egyptian-army-armoured-vehicle-on-fire/
“I read you have more information about export armed equipment to Egypt? I would love if you have information about companies in Holland for sale used trucks and used equipment for armed. if you have pleas send for me feed back . with my best wishes.”
Dit is de volledige tekst van een 'google-translate-arabisch-in-engels mail' die ik onlangs kreeg. Het zijn vragen die je wel vaker krijgt als je over wapenhandel schrijft. De schrijver ervan leest de publicaties die hij op het internet vindt dan niet goed. Dat ik juist kritisch ben als het over wapenhandel gaat, wordt gemist. Routinematig zoek ik wel even de afzender van die mails op. In dit geval is het een bedrijf in tweedehands onderdelen met een vestiging in Saoedi-Arabië en – dat komt veel minder voor – Nederland.

NozhaBusiness Company offers all kinds of imported spare parts for cars, trucks and all types of equipment needed by the domestic market in good condition and at competitive prices to the local market.” Het bedrijf is gericht op de Egyptische markt. Het bedrijfje heeft zelfs een amateuristische YouTube met een filmpje uit een magazijn online.

 Dat een bedrijf in Nederland zoekt naar tweedehands militaire onderdelen voor de Egyptische markt is zo gek niet. Egypte heeft 1.000+ Nederlandse pantserwagens in zijn arsenalen en het zou wel eens goedkoper en gemakkelijker kunnen zijn om versleten onderdelen via een dergelijk bedrijf te laten importeren. Dumps en handelaren in tweedehands goederen worden daarvoor wel vaker gebruikt. Soms ook om ze sneaky te exporteren. Maar van dat laatste wil ik Nozha helemaal niet beschuldigen.

 Het bedrijf zal wel weten dat hoewel de exportregels voor militaire goederen naar Egypte onlangs zijn versoepelt, maar dat nog niet alles mag. Demissionair minister Rosenthal en staatssecretaris Bleker schreven de Kamer op 8 oktober jl. in een brief“Amnesty International roept in dit licht [van twee rapporten, nl. “Agentsbof repression” en “Brutality unpunished and unchecked”] exporterende landen op voorlopig alle leveranties van traangas*, kleine en lichte wapens en bijbehorende munitie, en gepantserde voertuigen stop te zetten, totdat de nieuwe Egyptische autoriteiten maatregelen hebben ingevoerd om mensenrechtenschendingen door veiligheidstroepen bij de ordehandhaving van protesten te voorkomen. De regering verleent geen vergunningen voor dergelijke goederen.”

Nohza verkent slechts de markt als het beleid nog verder versoepelt, zullen we maar denken. Want aan het versoepelen is het. Niet alleen vanuit Nederland. Onlangs publiceerde het Instituut voor de Studie van Conflicten en Humanitaire Actie (IEACH) in Madrid een rapport over wapenhandel. De organisatie beschrijft daarin leveranties aan landen in het Midden-Oosten, zoals Bahrein, Saoedi-Arabië en Egypte (meer dan de helft van de Spaanse wapenexporten waren overigens voor Venezuela) lees ik in het Vlaamse tijdschift *MO. Wat voor Spanje geldt, telt ook voor andere Europese landen.

Bron: 2012_of_top10_exp_pie.jpg
Van de tien grootste wapenexpeurs in de periode 2007-2011 zijn er zes West-Europees. Samen zijn Duitsland (9%), Frankrijk (8%), het Verenigd Koninkrijk (4%), Spanje (3%), Nederland (3%)en Italië (3%)goed voor een derde van de wereldwijde wapenexporten. Dat is evenveel als de Verenigde Staten (30%) en vier maal zoveel als China (7%) en ruimschoots meer dan Rusland (24%). Het gangbare beeld ligt anders, maar dit zijn de cijfers van het alom gerespecteerde Stockholm International Peace Research Instituut. Misschien had het Noors Nobelcomité er eens een werkbezoekje kunnen afleggen en daarmee een blunder voorkomen.**

Met Nozha komt het wel goed als ze zich een beetje aan het wapenexportvergunningenstelsel houden. Want restrictief zijn de Europese landen alleen voor de bühne, niet in de werkelijkheid.

Martin Broek

Geschreven voor Konfrontatie

woensdag 6 juni 2012

Hollands Next Top Lobbyist; Why?

Enige tijd geleden ging ik meedoen aan de Amnesty wedstrijd Hollands Next Top Lobbyist. De winnaar mag mee naar de Verenigde Naties in New York. Daar wordt in juli gestemd over het wapenhandelverdrag. De bedoeling van de wedstrijd is dat ik zoveel mogelijk mensen krijg die me 'leuk' vinden, 'liken' en met vanaf mijn url een handtekening zetten. Het verdrag wordt als de oplossing gezien voor ongebreidelde wapenexporten. Maar is dat waar?  

Protest bij Koreaanse marinebasis, Jeju. Bron
De Europese Unie heeft bijvoorbeeld prachtige regelgeving rond de handel in wapens. Die regels worden niet alleen door de EU-landen omarmd, maar ook door Canada, Cyprus, Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en de geassocieerde landen in Midden- en Oost-Europa. Deze landen zijn samen verantwoordelijk voor de helft van alle wapenexporten. Bovendien gaat een groot deel van de wereldhandel vrijwel ongehinderd door de Europese lucht- en zeehavens (ook goederen uit de VS).

Controle is wel mogelijk. Dat merkt vrijwel iedere zakenman, waar dan ook in de wereld, die het in zijn hoofd haalt iets meer dan een doos staafmixers met onderdelen uit de VS aan Iran of Noord-Korea te leveren. Daar staat gevangenisstraf of, na volledige medewerking, enige tonnen boete op. De straf van Uncle Sam ontlopen is er niet bij. Regelmatig duikt de Rotterdamse haven in de Amerikaanse processen op als draaischijf voor al dan niet ernstige leveranties.

Als controle op wapenexporten spoort met buitenlands beleid dan is er veel mogelijk. Helaas laat dat beleid zich doorgaans niet leiden door mooie zaken als mensenrechten en ontwikkeling, maar door economische en geostrategische belangen. Duitsland levert daarom een serie onderzeeërs aan Israël, bedoeld om kernwapens af te schieten. Dat is strijdig met een handvol regels uit de gedragscode. Geen haan die er naar kraait. Waarom dan nog meer regels? En Putin, Obama en Jintao laten zich heus niet door een verdrag dwingen. De wereld zou er bij gebaat zijn als er een campagne kwam voor het strikt uitleggen van wapenexportregels, strenge controle op goederen die het land verlaten, en dan bij overtredingen even assertief vervolgen als de VS nu doet.

Ruim een jaar geleden stelde de Campaign Against Arms Trade uit Londen, CAAT, dat wapenleveranties aan het Midden-Oosten aantonen dat handel boven mensenrechten gaat. Ook in Europa. CAAT pleitte voor een onmiddellijk wapenembargo voor de hele regio en een zinnig gebruik van de gedragscode door de regeringen van EU-landen. April dit jaar schreven onderzoekers een rapport over Europese wapenexporten. Bij de presentatie stelde één van hen dat ze hoopte dat de EU-lidstaten de kwaliteit van hun beslissingen inzake exportvergunningen van de afgelopen jaren zélf gaan evalueren en er conclusies uit trekken: ‘Het idee dat de Europese Commissie of het Parlement zich daarover zouden mogen uitspreken, dat is waarschijnlijk hopen op sprookjes.’ Hop in Den Haag, Madrid, Boedapest en Boekarest aan de slag. Maar of ze dat doen?!?

Ook als deelnemer aan de Amnesty competitie lukte het me niet te gaan geloven in de aanpak. Blijft de vraag wat wél helpt. Wapenhandel zou een sexy onderwerp kunnen zijn voor activisten en pers. Ze zouden kunnen onderzoeken, namen en shamen, lobbyen (en dat betekent niet alleen zoveel mogelijk 'likes' en handtekeningen binnenhalen), artikelen en boeken schrijven, organiseren, acties op poten zetten. Samen met anderen dwingen dat die controle er in Nederland komt.

Samen betekent ook samen met mensen die zich inspannen voor een Wapenhandelverdrag (Arms Trade Treaty, ATT). Als je ze al gemakkelijk in twee groepen zou kunnen verdelen dan zijn de verschillen tussen hen die het ATT steunen en hen die het afwijzen kleiner dan de overeenkomsten. De ene groep focust echter op een regeling, de andere op controle en het verijdelen van wapenexporten (binnen de huidige mogelijkheden). Een actie voor het ATT kan actuele wapenexporten aankaarten en zo ook bijdragen aan een controle in het heden. Het gaat hier dus niet om een zwartwit onderscheid. Wel pleit ik voor het direct op het doel af gaan en dat is betere controle. Niet om de controle, maar omdat wapens worden gebruikt om mensen te onderdrukken en arm te houden en andere rijk en machtig te maken.

Geschreven voor: Konfrontatie

vrijdag 6 mei 2011

deuk in het JSF-frame

Onlangs sprak ik met twee journalisten over een onderwerpskeuze voor een TV-programma. Terloops kwam ook de JSF ter sprake. Dat komt wel vaker voor. Het vliegtuig is een populair en makkelijk onderwerp als het bij praten blijft.* Meestal is de toon sceptisch tot negatief. Maar dat ik nog sprak over andere jachtvliegtuigen dan de peperdure en door een aaneenschakeling van tegenslagen geteisterde JSF/F-35 verbaasde hen. De beeldvorming, ook bij leken die kritisch staan ten opzichte van de JSF, is doorgaans toch in het voordeel van het Amerikaanse toestel.

Dat er al zo'n vijfentwintig jaar aan de straaljager wordt gewerkt, maar er inmiddels pas moeizaam een paar testvliegtuigen zijn gebouwd en dat de grootste records gebroken worden op het gebied van budgetoverschrijdingen en projecties van onderhoudskosten, doet amper af aan het beeld van Amerikaanse degelijkheid. Dat is een knap staaltje van framing door een machtig gezelschap bestaande uit belangrijke delen van de Amerikaanse overheid, wapenfabrikant Lockheed Martin, denktanks en de vrienden die “koste wat kost,” juist dat vliegtuig willen hebben.

Als je moet bezuinigen zou het zinvol zijn ook naar andere opties te kijken. Er is bijvoorbeeld de goedkopere SAAB Gripen. De Gripen is een vliegtuig dat met oog op export wordt gemaakt samen met Britisch Aerospace Systems (BAES), een wapenfabrikant uit de wereldwijde top drie qua omzet op het gebied van bewapening. Niet het product van een soort knutselclubje op een zolder dus. Er is inmiddels een heel rijtje landen die de Gripen vliegen: Zweden, Tsjechië, Hongarije, Zuid-Afrika, Thailand en de Engelse gebruiken hem als opleidingsvliegtuig. Het vliegtuig dingt nog mee in competities in een aantal Oost-Europese landen en Brazilië. De Gripen heeft in Nederland geen kans gekregen. Maar vooral in Midden-Europa vliegt hij al wel rond.

De Franse Rafale is ook al in gebruik. Maar Frankrijk en Nederland passen niet bij elkaar. Belachelijk om zelfs maar te denken dat dit iets kan worden. Dan is er ook nog de European Fighter Aircraft (EFA) of Typhoon. Alleen al het woord European al doet de buiken schudden. Maar soms rolt er toch ook wel een een wapen van de band waar optimistisch europees voor is gezet. Sterker nog de EFA wordt of is gekocht door Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Italië, Spanje, Oostenrijk en Saoedi Arabië. Dat is voorwaar geen min lijstje. Het werd onlangs ook nog eens ingezet voor aanvallen op Libische doelen en kan zich nu tooien met de hoofdprijs voor een marketeer in wapentechnologie: 'combat proven.'

Ook India gaat Europees kopen. Het land heeft besloten of de Rafale of de EFA te kiezen voor de vernieuwde luchtvloot. Het gaat in eerste instantie om 126 exemplaren, maar de verwachting is dat Delhi uiteindelijk tweehonderd jachtvliegtuigen van het gekozen type zal kopen. De afvallers zijn Boeing (F/A-18) en Lockheed (F-16) uit de VS, United Aircraft Corp (MIG-35) uit Rusland en Saab (Gripen). De financiële omvang van de order is ruim tien miljard euro. Technologie overdracht voor binnenlandse productie zou wel eens een belangrijke rol in de afweging gespeeld kunnen hebben. Hindustan Aeronautics Ltd. wil na de levering van de eerste 18 vliegtuigen zelf de productie in handen nemen. De VS hebben het niet zo op technologie overdracht. Beeldvorming is mooi maar de feiten zijn toch net iets meer in het voordeel van Europa dan wel eens wordt gedacht.

De aankoop heeft weinig met veiligheid, maar meer met het prestige en de militaire ambities passend bij een regionale supermacht te maken. Ook in India kan je andere bestemmingen voor miljarden euro's bedenken. Voor de veiligheid zou een verdeel systeem voor voedsel, het verlichten van de armoede van de allerarmste veel belangrijker zijn. Het zoeken van een oplossing voor de vele binnenlandse conflicten o.a. langs de hele oostgrens wordt niet geholpen met de aankoop. Maar dat buiten beschouwing gelaten, maakt de keuze van de India duidelijk dat het aanbod breder is en bovendien dat Europese vliegtuigen ook een eerste keus kunnen zijn.

De Amerikaanse ambassadeur in India, Timothy Roemer, die voor Lockheed en Boeing heeft gelobbied zegt: “We zijn zwaar teleurgesteld door dit nieuws. We kijken er naar uit om de militaire samenwerking met India uit te breiden en voort te zetten. We blijven overtuigd dat de Verenigde Staten onze militaire partners op aarde kan voorzien van 's werelds meest geavanceerde en betrouwbare technologie.” Deze mooie woorden kunnen toch niet verhullen dat er een flinke deuk is geslagen in dit beeld. Den Haag wil gewoon de JSF, deuk of niet.

Geschreven voor Konfrontatie

* De Canadese televisie maakte recent een programma over de aanschaf.

vrijdag 14 januari 2011

De verkiezingen: de Joint Strike Fighter (1)


Het is maar wat je belangrijk vindt. Nog meer wapens of ... er is zoveel te kiezen. Voor PvdA, SP, GroenLinks en zelfs D'66 is het duidelijk geen deelname aan de ontwikkeling van de JSF. CDA, VVD, LPF, Christen Unie en SGP zijn voor de bodemloze put.

Half oktober kwam de Rekenkamer met een rapport over de aanschaf van het nieuwe gevechtsvliegtuig voor de Nederlandse luchtmacht. Uit de tekst van het begeleidende persbericht:

Stand van zaken financiële risico's rond JSF

Nederland loopt financiële risico's met deelname aan de ontwikkeling van de Joint Strike Fighter. Het is niet mogelijk om de kostprijs per toestel te berekenen. Sinds 1996 zijn de ontwikkelkosten met ruim 80% gestegen. Nu ontbreekt het inzicht in de verdere kostenontwikkeling nog steeds, omdat 65 % van de testfase nog moet worden uitgevoerd. In 1999 berekende het Ministerie van Defensie dat het project minimaal 10 miljard gulden (ruim 4,5 miljard euro) zou kosten bij afname van 114 toestellen. De laatste berekeningen, gebaseerd op 85 toestellen gedurende 30 jaar, zijn 14,6 miljard euro. Maar dit zou ook hoger kunnen uitvallen. Dit blijkt uit een monitoringsrapport dat de Algemene Rekenkamer vandaag naar de Tweede Kamer stuurde.


Overigens doet de Algemene Rekenkamer geen uitspraak over `wel of niet doorgaan met de JSF'. Dat hoort de Algemene Rekenkamer ook niet te doen; het is aan de politiek om hierover te besluiten.

Gerust stellende gedachte dat we een nieuwe Regering kunnen kiezen. Het is immers nog al wat het aantal aan te schaffen vliegtuigen neemt af met een kwart van 114 naar 85 en niettemin verdrievoudigt de prijs. Als Albert Heijn zo zijn prijzen zou bepalen had het de supermarktoorlog al lang verloren van Super de Boer.

Halverwege de jaren negentig stelde toenmalig staatssecretaris voor Defensie Gmelich Meijling dat Nederland op de trein moest springen die het JSF-project volgens hem was. Nu lijkt het eerder zaak een noodrem te zoeken om de bodemloze put te vermijden.

Mijn eeerste Konfrontatie column,Oktober 2006

Met link naar Bob Fosko's JSF-versie van Paranoid van Black Sabbath

De verkeerde column

Waarom staat er nergens in ronde woorden, dat de JSF vier maal zoveel geluid produceert dan de F-16. Dat het kortom een geluidsmonster is. Dat haal ik wel uit een levendig geschreven artikel (F-35: Ik ben gevechtsvliegtuig, hoor me brullen) op een Amerikaanse militaire site. Die 4 x F-16 zegt me tenminste iets. Dan weet ik wat me op Vlieland te wachten staat.

De Tweede Kamer kent zo zijn vaste rites. Niets tegen rites overigens, ze geven vastigheid in een chaotische wereld. Een van die rites is dat Parlementsleden via de griffie vragen mogen stellen over brieven van de Regering (soms met een aangehecht rapport) aan de Tweede Kamer.

Meestal zijn die vragen niet het meest spetterende deel van de werkzaamheden, maar hooguit de opmaat tot een debat. Slechts een enkele keer zijn ze nieuws, zoals rond de Nederlandse militaire betrokkenheid bij Irak. Deze week staan Feitelijke Vragen over een JSF-geluidsoverlastonderzoek op de agenda.

Het is niet zo slim om er aandacht aan te besteden in een column die fris en fruitig geschreven moet zijn; bij stoffigheid haken de lezers immers af. Blijven ze wel hangen dan zijn ze al geïnteresseerd en daarmee niet degenen die ik zoek. Zij kunnen gelijk door naar de laatste twee alinea’s.

De brief en het rapport zijn saai. Laat ik daarover eerlijk zijn. Bovendien waar gaat het helemaal om? Ten eerste over geluidsbelasting voor de direct omwonende van de vliegbasis Leeuwarden en Volkel. De rest van Nederland zal het wel merken. Ten tweede over de Niemeskant-variant. Dat laatste is een norm waarbij in Volkel nieuwbouw mogelijk is binnen als acceptabel vastgestelde geluidsnormen. Het is geen spetterde tekst dus. Dat lijkt bijna opzet. Het woord ‘toename’ zocht ik tevergeefs. Het woord ‘geluidsoverlast’ komt niet voor, laat staan ‘takkeherrie’. De conclusie is saai en laat alleen zien dat er met de JSF minder gevlogen kan worden dan met de F-16 binnen dezelfde geluidsnormen.


Een van de vragen die de defensiewoordvoerders indienen luidt waarschijnlijk: “Is al bekend wat de constatering dat het noodzakelijk is dat de huidige middelen voor handhaving van de geluidsbelasting, voorafgaand aan de eventuele invoering van de F-35, gemodificeerd moeten worden, voor kosten met zich mee zal brengen?” Kosten daar draait het immers om. Je zou ook nog kunnen vragen welk buitenland de niet binnen de normen vallende vliegoefeningen wil hebben. De luchtmacht wil die gaan exporteren. Wat dat dan weer kost en of er al afspraken in die richting zijn.

Als domper op het doorworstelen van het rapport komt dan: “De resultaten zijn geldig zolang de uitgangspunten die gehanteerd zijn voor de berekeningen niet wijzigen.” Menig belegger weet wat deze formulering betekent. Alsof het niet genoeg is, voegen de onderzoekers daar nog aan toe: “De gebruikte uitgangspunten voor geluidsbelasting berekeningen zijn gebaseerd op een momentopname. Door voortschrijdend inzicht is het mogelijk dat de uitgangspunten voor de berekeningen wijzigen. Indien dit plaatsvindt, dienen nieuwe berekeningen te worden uitgevoerd om de geluidsbelasting te bepalen.” Daarmee zijn de antwoorden op de vragen ook al grotendeels gegeven.

Zo houd je jezelf lekker aan het werk als onderzoeker van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium. Sterker nog dit bedrijf werkt al vanaf het begin aan de Joint Strike Fighter. Het zegt zelf: the replacement project is of great importance to us.. Belanghebbende zou je dan zeggen en daarom niet geschikt om het onderzoek uit te voeren. Eigenlijk is het van de gekke dat het Parlement zich met zo’n kluitje in het riet laat sturen. Je neemt daarmee je eigen werk niet serieus. Ze zouden over dit rapport helemaal geen vragen moeten stellen. Het aan de kant moeten slingeren en een onafhankelijk onderzoek moeten eisen.

Ze hebben toch wel iets beters te doen dan zich met een werkverschaffings-project van de militaire industrie bezig te houden. Verder alleen bedoeld om kritiek binnen de PvdA te verstommen. Ze zouden zich ook nog meer kunnen buigen over de geopolitieke gevolgen van de interventie in Afghanistan en de gezondheidsaspecten voor de betrokken militairen. De afkeer in Nederland over deze zinloze missie wordt steeds sterker. Hé wacht eens, had ik zelf niet beter een column kunnen schrijven over de rol van ons leger in Afghanistan.

Dat had ik moeten doen. Krachtige en duidelijke uitspraken kwamen gelukkig al van Wim van den Burg van de grootste Nederlandse militaire vakbond. Daar kan ik me mooi achter verschuilen. Maar ik had daarnaast nog kunnen schrijven over het feit dat het Nederlandse leger samenwerkt met het grootste huurlingenleger uit de geschiedenis. Of met een leger waar martelen niet strafbaar is. Een krijgsmacht die volgens Amnesty International een loopje neemt met de mensenrechten. Ja daarover had ik moeten schrijven en ik neuzel mee over decibellen. Hoewel, je zou er maar last van hebben.

Zie ook: Dutch worried about noise new us planes, RNW 7-01-10

Over geluidsoverlast wordt ook in Australië geklaagd:


Newcastle Herald (Australia)
May 31, 2011 Tuesday

Jet noise action could set example

PORT Stephens residents' High Court action over jet noise will begin next month, with their lawyers saying other countries buying Joint Strike Fighter planes should watch it closely. Canberra firm Goodman Law has filed a writ of summons on behalf of Raymond Terrace resident Carol Moxey. That mediation will take place next month, with a class action for others to follow. Defence opposed Mrs Moxey's bid to build houses on her land because noise from the new fighters could affect them. The government will buy at least 14 of the F-35 Lightning II Joint Strike Fighters for a projected $3.2 billion. Goodman principal director Steven Gavagna said the class action loomed as a watershed. "I'd call it a landmark for how people live with and around technology," he said. The federal government says it will establish a taskforce on RAAF base issues and and development and planning in Port Stephens" but lobby groups say residents' property values and lifestyles have suffered years ahead of the fighters' planned introduction in 2018. Goodman Law will host a meeting for potential class action participants at Raymond Terrace Bowling Club at 6pm on June 15.