dinsdag 9 februari 2016

Meer altijd maar meer

De NAVO-budgetten voor wapenaankopen groeien. In het NAVO rapport over het jaar 2015 stelt de militaire verdragsorganisatie dat in 2014 17,4% van de uitgaven van de NAVO-lidstaten werden gebruikt voor materieelaankopen. In 2015 was dit 2 procent meer, namelijk 19,7%. Jane's Defence Weekly (3 februari 2016, blz. 12) schrijft dat bij 23 van de 28 bondgenoten de uitgaven voor nieuw materieel toenamen. De NAVO is nog steeds verantwoordelijk voor meer dan de helft van de wereldwijde militaire uitgaven. Die groei is dan ook goed nieuws voor de wapenindustrie. In absolute cijfers betekent de 2 procent bijna US$ 18 miljard. Om een idee van verhouding te geven: US$ 18 miljard ongeveer de gecombineerde omvang aan wapenimporten door de 14 grootste klanten in 2014.

http://www.nato.int/cps/en/natohq/news_127537.htm

Deze voor de wapenindustrie gunstige ontwikkeling wordt veroorzaakt door de perceptie dat de wereld steeds gevaarlijker wordt. Achtereenvolgende Secretaris Generaals van de NAVO hadden allemaal een zin die ze keer op keer herhaalden: NAVO lidstaten moeten meer uitgeven aan defensie. Vaak werden en worden deze woorden begeleid met een bont scala aan dreigingen, zoals ISIS, Rusland, China, Taliban, terrorisme, vuile bommen, migranten, klimaatvluchtelingen, cyberaanvallen, en ook de traditionele klacht over free riding over de rug van Amerikaanse uitgaven. Dat de NAVO meer dan 50% van alle wereldwijde militaire uitgaven voor haar rekening neemt (de VS alleen is al verantwoordelijk voor 35%) wordt nauwelijks genoemd. Rusland, gezien als een grote bedreiging, is verantwoordelijk voor slechts 4,5% van de wereldwijde militaire uitgaven. Het leeuwendeel van de wapenaankopen gaat al ten koste van de westerse belastingbetaler, maar het constante herhalen dat de wereld een gevaarlijke plek is geworden blijkt eindelijk vruchten af te werpen. Een groot aantal NAVO-leden hebben hun militaire budgetten verhoogd, met name voor wapenaankopen.

AntiWar.com, een Amerikaanse website met informatie over en tegen oorlogen, publiceerde onlangs een artikel waarin de de standpunten van de Amerikaanse presidentskandidaten worden vergeleken. De schrijver, Thomas F. Lee, beschrijft hoe alle kandidaten stellen dat de wereld zich in een gevaarlijke situatie bevindt. "Amerika moet een leidende positie nemen in een gevaarlijke wereld," meent Hillary Clinton. Om zich te distanti
ëren van naïef optimisme stelt Bernie Sanders: "We leven in een moeilijke en gevaarlijke wereld, en er zijn geen gemakkelijke of magische oplossingen." (...) Marco Rubio's campagne website dendert binnen met: "De wereld is nog nooit zo gevaarlijk geweest als vandaag."
Lee veronderstelt dat die opmerkingen over toenemend gevaar zullen leiden tot nog hogere militaire uitgaven. Hij adviseert zijn lezers om eerst naar de feiten te kijken. Het is minder beroerd dan veronderstelt. Het aantal slachtoffers van gewapende conflicten daat wereldwijd al jaren, om maar eens iets te noemen. "We moeten bereid zijn om die vooruitgang te benoemen met een geestdrift die betrokkenheid stimuleert. Bevrijd van ongegronde zorgen, kunnen we werken aan een vreedzamer en menswaardige wereld," concludeert Lee.

Het is niet alleen Lee die ons vraagt naar de wereld te kijken op een manier die we niet meer gewend zijn. Het Nederlandse maandblad Militaire Spectator (nr. 1, 2016 blz. 18/04) publiceerde een langartikel over de toenemende veiligheid in de wereld gedurende een lange periode. De auteur, majoor Ducheateau-Polkerman, werkt bij de
Staf van het Commando Landstrijdkrachten (CLAS). Dit terwijl de minister Hennis-Plasschaert van Defensie herhaaldelijk spreekt over een minder veilige wereld. "Politici, hoogwaardigheidsbekleders en 'de gewone burger' lijken ervan overtuigd dat de wereld steeds onveiliger wordt. Ze lijken elkaar bovendien na te praten. Dit “ondanks de geringe harde bewijzen hiervoor. Er is juist des te meer hard bewijs voor het tegendeel." Volgens deze militaire expert wordt het gevoel van gevaar gebruikt om een hoger budget los te weken voor het Ministerie van Defensie. Het aanwakkeren van angst is een effectief instrument om een groter stuk van de taart te krijgen.

Thomas Lee merkt op dat het schilderen van een slechtste situatie ook gebruikt wordt als een mechanisme om aandacht te trekken voor een kwestie. Soms is dit noodzakelijk. Er zijn inderdaad delen van de wereldbevolking die moeten leven in ernstige en gevaarlijke situaties. Zoals de bevolking in Jemen, waar een wrede en in het Westen nauwelijks opgemerkt oorlog gaande is. In 2014 verkocht het Nederland wapens aan zes landen die deelnemen aan de Saoedische geleide coalitie in de oorlog in Jemen, zoals Stop Wapenhandel en Pax onlangs schreef in een brief aan ledenvan de Tweede Kamer. De Tweede Kamer bespreekt eerdaags het Nederlandse wapenexportbeleid van 2014.  

 
Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft beloofd te onderzoeken of Nederlandse wapens zijn gebruikt in de oorlog in Jemen, maar waarschuwde in een recente brief aan het Parlement dat dit onderzoek moeilijk zal zijn omdat 1) de Saoedische coalitie tegen externe controles is en 2) het vooral gaat om de verkoop van componenten.

Het eerste argument doet wenkbrauwen fronsen. Nederland levert wapens aan landen die niet bereid zijn om inzicht te geven in het gebruik ervan? Zelfs niet als er bezorgdheid bestaat over schendingen van het internationaal recht en de mensenrechten? Het tweede component-argument is gemakkelijk te weerleggen. Het onderzoeksrapport van Stop Wapenhandel, dat de aanleiding was voor het ministerieel onderzoek, begint met de identificatie van door de coalitie gebruikte houwitsers, F-16 gevechtsvliegtuigen, fregatten, patrouilleboten en tanks van Nederlandse origine of met Nederlandse onderdelen. De Nederlandse overheid hoeft niet te zoeken naar onderdelen, het moet gewoon kijken naar de wapens waarin deze onderdelen worden gebruikt en naar de geweren, kanonnen en tanks die gebruikt zijn voor het afvuren van de geleverde kogels, granaten en raketten.

Het goede nieuws is dat de wereld een veiligere plaats is dan je zou denken op grond van de krantenkoppen. Het slechte nieuws is dat het goede nieuws is wordt overschreeuwd door een sterke en krachtige lobby voor hogere militaire uitgaven en meer wapenhandel.

Martin Broek

Donderdag 11 februari 2016 tussen 15:00-18:00 zal het jaarlijkse wapenhandel debat plaatsvinden. Het is live te volgen op http://www.tweedekamer.nl/vergaderingen/livedebat/thorbeckezaal