Over de
laatste vijf jaar vormen de VS, Rusland en China de top-3. Zij worden
gevolgd door een vijftal EU-landen: Duitsland, Frankrijk, Engeland,
Spanje en Italië. De Oekraïne en Israël maken de meest recente top
10 compleet. Daar zit Nederland voor het eerst sinds lange tijd niet
bij. Niet omdat de wapenexport hier afnam, maar door de wereldwijde
toename, waardoor het Nederlandse deel relatief kleiner is.
De omvang
van de wereldwijde militaire uitgaven was in 2014 ongeveer 1.500
miljard euro. Niet al die militaire uitgaven gaan naar wapens.
Sterker nog, het grootste deel gaat naar de betaling van de lonen van
militairen. Ongeveer een kwart gaat naar gebouwen, onderhoud en
gebruiksgoederen. In de VS gaat dertig procent van de
defensiebegroting naar wapenproductie. In de gezamenlijke Europese
Unie landen gaat het om een vijfde. Wereldwijd gaat het om een kwart,
zo'n 400 miljard euro die naar wapens gaat. Er is een lobby vanuit
Europese industrie en krijgsmachten om dit aandeel te vergroten. Want
het moderne wapen, waarmee je overwicht hebt op een tegenstander, is
een complex en duur en dus lucratief product. Van de hele wereldwijde
wapenproductie gaat zo'n 27 miljard de grens over als wapenhandel. De
rest, het grootste deel dus, is voor binnenlands gebruik.
Handel is
eigenlijk niet het goede woord voor wapentransacties. De branche
wordt zwaar gesubsidieerd door financiële garanties bij export, door
subsidies, extra onderzoeksbudgetten, gegarandeerde afname,
marketingsteun door de Koning naar een wapenbeurs, etc. Er zit een
enorme hoeveelheid steun achter. Staten zelf hebben dan ook belang
bij hun nationale wapenproductie, om hun hun eigen legers van wapens
te voorzien, en om invloed te krijgen binnen internationale
wapenprogramma's. Daardoor zijn defensie-industrieën en overheden
vaak twee handen op een buik.
Bovendien
lopen op een gemiddelde veemarkt meer klanten rond dan er wereldwijd
zijn voor de legale handel in militaire wapens. De enige klanten zijn
namelijk de overheden die hun krijgsmachten willen voorzien van de
modernste snufjes.
Het is dus
geen normale handel. Wapenexport dekt beter de lading. Al zijn er
natuurlijk wel bedrijven – ook in Nederland – die er meer dan een
goed belegde boterham mee verdienen, doorgaans binnen de kaders van
bestaande regelgeving. Men legt zich neer bij die regels want 'Wij
bijten niet in de hand die ons voedt,' stelde ooit een Nederlandse
wapenfabrikant.
Uit: tax evasion and weapon production, Transnational Institute (TNI) en Stop wapenhandel |
Kritiek, maar waarom?
Het is een zomerse maandagochtend in 2015 als ik in de kranten lees:
Turkije gebruikt bommenwerpers tegen Koerdische dorpen; het Verenigd
Koninkrijk voert wapenleveranties naar Egypte op; Saoedi Arabië doet
voordeel met Amerikaanse leveringen in de oorlog met Jemen;
Zuidoost-Azië moet zich zwaarder bewapenen tegen China.
Deze specifieke berichten laten meer in het algemeen vier van de
belangrijkste redenen zien waarom wapenhandel aan banden moet liggen.
Dat zijn oorlog, spanningen en
mensenrechten. Dat niet geleverd moet worden aan landen in oorlog en
daar waar de mensenrechten ernstig worden geschonden zou voor
zichzelf moeten spreken, maar ook leveringen aan spanningsgebieden
kennen risico's. Zwaar bewapende staten die conflicten hebben, gaan
eerder over tot een gewapend treffen blijkt uit decennia lang
onderzoek.*
Een vierde reden is de
verhouding tussen militaire uitgaven afgezet tegen de omvang van de
economie van het afnemende land. Wapens worden immers betaald uit
overheidsbudgetten en gaan zo ten koste van onder andere sociale
uitgaven, bijvoorbeeld voor gezondheidszorg. Er is dan ook wel
gesteld dat wapens doden ook al worden ze niet gebruikt. Denk hierbij
aan grote wapenaankopen van arme Afrikaanse en Aziatische landen die
zich hiervoor soms diep in de schulden steken. Het geldt niet voor de
genoemde voorbeelden: Saoedi-Arabië en Turkije zijn rijk en Egypte
kan rekenen op miljarden steun uit de VS.
In
het officiële EU-wapenexportstandpunt en internationale
wapenhandelverdrag (ATT) staat nog een aantal redenen voor
wapenexportbeperkingen, zoals de veiligheid van bondgenoten, de
houding van de afnemer tegenover terrorisme en het gevaar dat wapens
elders dan bedoeld terechtkomen.
Wapenhandel is een deel van de economische-, buitenlandse- en
defensiepolitiek van landen. Steun aan bondgenoten, het opbouwen van
invloed en relaties in de krijgsmachten van de afnemende landen, het
terugverdienen van investeringen in dure wapensystemen voor nationaal
gebruik, winst maken door export, het versterken van een land tegen
een gezamenlijke vijand (terrorisme, misdaad, onwelgevallig regime)
zijn een paar van de redenen waar industrie en overheid vaak een
gezamenlijk belang hebben. Dat verklaart de leveranties aan landen
die eigenlijk geboycot zouden moeten worden.
Wat te weinig genoemd wordt als reden tegen wapenhandel zijn de
wapens die krijgsmachten gewoonweg sterker maken, zoals tanks,
jachtvliegtuigen, marineschepen en onderdelen daarvoor.
Antimilitaristen en vredesbeweging zouden dit punt meer moeten
benadrukken, want zij richten zich immers ook tegen militaire
machtspolitiek en dan horen daar ook bij de vuurleidingssystemen,
onderzeeboottechnologie, F-16 of JSF-onderdelen en onderdelen van
voertuigen en zwaar geschut.
*
Zie publicaties Susan G. Sample
(http://www.pacific.edu/Documents/school-college/polisci/Sample%20CV%202013.pdf)
Gemaakt voor Stop Wapenhandel |
Wat zijn de regels?
Het
belangrijkste misverstand rond internationale wapenhandel is het idee
dat het wettelijk niet zou mogen. Dat telt maar voor een klein deel
van de wapenleveranties. Verboden zijn leveranties aan landen waar de
VN, of (voor lidstaten) de Europese Unie, een embargo tegen heeft, en
leveranties die in strijd zijn met internationale verdragen.
Er is een scala aan embargo's van de EU en VN.(1) Het blijkt dat deze
embargo's vaak niet zo sterk zijn. Tegen bijvoorbeeld Egypte geldt
wel een embargo, maar het geldt niet voor alle soorten wapens en is
niet bindend. Een algeheel wapenembargo is vrij zeldzaam en ook dat
laat ruimte voor uitvluchten.
Er zijn
verdragen gericht op een bepaald wapensysteem, zoals rond
non-proliferatie van kernwapens, biologische en chemische
strijdmiddelen, en een controleregime voor export van
rakettechnologie. In november 2015 kon de VARA televisie niettemin
een smakelijke uitzending maken over de smokkel van Nederlandse
nucleaire kennis naar Pakistan door atoomspion Kahn.(2) Dat premier
Ruud Lubbers van de Amerikanen het verzoek had gekregen de dader te
laten lopen, werd breed uitgemeten. Hogere belangen waren in het
geding dan handhaven van de wet.
Je hoort
vaak: landmijnen zijn verboden. Dat is niet waar. Het gaat om de
export, productie en opslag van landmijnen tegen personen. Die
AP-landmijnen zijn door veel rijke landen vervangen door systemen met
dezelfde werking, maar die makkelijker op te ruimen zijn. De
Verenigde Staten gebruikt nog wel AP-mijnen, met een aantal
aanpassingen.(3) De productie en export van zwaardere landmijnen gaat
door.
Sinds vorig jaar bestaat het wapenhandelverdrag ATT. Wat je ook denkt
van het verdrag, het lijkt sterk op de gedragscode die de Europese
Unie al had. Dit voorkwam niet dat jarenlang werd geëxporteerd naar
tal van dubieuze bestemmingen. Net als in de Europese gedragscode,
staat in het ATT dat er legitieme belangen zijn om wapens te
produceren, exporteren en te importeren. Wie of wat legitiem is, is
een kwestie van interpretatie. Deze verdragen zijn geen
ontwapeningsverdragen, ze zijn om wapenhandel te reguleren, niet om
wapenhandel te beperken.
Met of zonder wetten en
gedragscodes zijn er politieke, ethische en humanitaire redenen om
tegen wapenhandel te zijn. Activisten moeten dat aan de orde stellen
en dat kan. Onlangs moest de Mexicaanse politie
een hoeveelheid Duitse geweren terugleveren, omdat het gevaar bestond
dat ze werden ingezet bij mensenrechtenschendingen.(4) Die stap is er
gekomen omdat pers en activisten in Duitsland en Mexico gezamenlijk
de druk bleven opvoeren. Zonder drang gaan bedrijven en overheden
door met leveren.
- Het Stockholm International Peace Research Institute geeft er een compleet overzicht van (http://sipri.org/databases/embargoes).
- Barriers, Obstacles, and Mine Warfare for Joint Operations, Joint Chiefs of Staff (VS), 17 June 2011 (http://www.dtic.mil/doctrine/new_pubs/jp3_15.pdf ).
- Mexican state to return about 2,100 German assault rifles, AP 11 mei 2015 (http://news.yahoo.com/mexican-state-return-2-100-german-assault-rifles-190657226.html).
Uit het Defence Data Booklet van de European Defence Agency (EDA) |
Onderzoek
Onderzoek
naar wapenhandel kent verschillende invalshoeken. De centrale vraag
is: Wie verdient er aan en hoe ondersteunt het bestaande
machtsstructuren? Daarnaast kan je bijvoorbeeld kijken naar: Hoe past
de export in de nationale economie en in het beleid van individuele
wapenbedrijven? Hoe passen de wapenleveranties in de buitenlandse
politiek? Is er verband tussen wapenhandel en corruptie?
Globale
wapenexportcijfers worden maar door een paar organisaties verzameld.
Twee zijn Amerikaanse overheidsinstellingen (CRS en ACDA). De meest
gebruikte zijn die van het Stockholmse vredesonderzoeksinstituut
SIPRI. Voor Europa zijn de cijfers van de Europese Unie het meest
bruikbaar. Je kan al die cijfers vergelijken, duiden, hergroeperen en
trends constateren.
Je kan ook
zoeken naar concrete wapenleveranties en beoordelen hoe deze passen
binnen morele of internationale normen. Uitgangspunt daarbij kunnen
wapenleveranties naar een bepaald land zijn waar oorlog is of zware
onderdrukking of onderzoek naar een type wapens, zoals gebeurde met
landmijnen, clusterwapens e.d. Het onderzoek kan wereldwijd zijn of
bijvoorbeeld gericht op Nederland. Achteraf, soms zelfs meer dan twee
jaar later, publiceert de overheid maandoverzichten van de afgegeven
vergunningen. Ze zijn het waard om door te spitten. Onderdelen voor
Pars pantservoertuigen in april 2014 naar Turkije? Google het
voertuig. Wie heeft het gemaakt? Combineer met politieke
ontwikkelingen? Hoe zit het met de mensen rechten in Turkije?
Pantservoertuigen worden toch ingezet?
De
Nederlandse wapenhandel is te verdelen in drie groepen: de handel
door de overheid in wapens afgestoten door het Nederlandse leger; de
handel in maritieme systemen en (kleine) oorlogsschepen en de handel
in onderdelen voor vrijwel alle typen conventionele wapensystemen. De
overheidsexporten worden gepubliceerd. Die kan je tegen het licht
houden. Googelen naar F-16's en Jordanië brengt je op het conflict
in Syrië en Irak, maar ook verder weg naar de door Saoedi-Arabië
geleide oorlog in Jemen.
Marinesystemen
en oorlogsschepen zijn vaak grote aankopen voor landen en daarom vaak
van te voren bekend. Voldoet zo'n levering niet aan bepaalde normen
dan kan je stampei maken. Want dat is toch de uitdaging. Iets vinden,
beoordelen en effectief aan de orde stellen in pers en politiek. Maar
anderzijds is ongewenste inzet juist bij maritieme leveringen
moeilijk hard te maken. Zo kan Duitsland Israël onderzeeërs leveren
waarvan analisten stellen dat ze kunnen worden uitgerust met
kernraketten.
Onderzoek
is van belang om je argumenten sterker te maken. Het geeft je nieuwe
invalshoeken. Het moeilijkste blijft: hoe weeg en breng ik mijn
informatie. Zelfs als je alle onderzoek rond hebt, dan nog blijkt het
vaak aan dovemansoren gericht. Gewoon doorgaan, omdat het soms ook
wel lukt.
Wat kan je er tegen doen
Laatst
stuurde iemand me een foto op uit 1988. Ik zat samen met andere
Nederlanders, Iraniërs, Irakezen en Koerden achter een stapel
brandende autobanden voor de ingang van Muiden Chemie, destijds een
bekende kruitfabriek die leverde aan beide partijen in de oorlog
tussen Iran en Irak (1980-1988). De blokkade mislukte (er was nog een
achteringang), maar er werd wel een stevig punt tegen die handel
gemaakt.
Je kan je
punt ook maken bij pakkende teksten. Een jaar geleden zei de Ierse
vertegenwoordiger bij de Verenigde naties dat ieder jaar wereldwijd
voldoende munitie wordt gemaakt om elk mens minstens twee maal te
doden. Ieder jaar opnieuw! Er zijn mensen die hier boos van worden.
En er zijn mensen die hier een cartoon over kunnen maken die mensen
aan het denken zet en als een virus door de sociale media gaat.
Er zijn
anderen die schrijven diepgravende teksten en analyseren de
ontwikkelingen. Welke bedrijven verdienen aan de politiek om
vluchtelingenstromen te controleren en beheersen? Wie maakt
onderdelen van kernwapens? Wijs ze aan; ze zitten in uw buurt. Zelf
rondde ik net een stuk af over de Nederlands/Europese regelgeving
rond wapenexporten en deed nieuwe kennis op. Dat levert
aangrijpingspunten op.
De
boosheid of het medeleven moet omgezet worden in een activiteit. Je
kan beginnen bij een land. Geen wapens naar Saudi Arabië of Turkije
bijvoorbeeld. Of neemt een wapensysteem. Geen kernwapenproductie of
robotwapens. Mogelijk begin je bij regelgeving en/of de verankering
daarvan in beleid. Of een combinatie van alle drie. Je kan denken,
schrijven of actievoeren. Dat laatste kan gaan van het meedenken over
Kamervragen en lobbyen op het Ministerie tot het weghalen van voedsel
tijdens een receptie van wapenbedrijf om dat symbolisch naar de
vluchtelingen kampen in Calais te brengen of het aanspannen van een
proces.
Wapens
worden gemaakt door bedrijven die lang niet altijd ook een
consumententak hebben. Damen, een van de grootste wapenproducenten
van Nederland, maakt civiele en militaire schepen. Dat maakt het
moeilijk om mensen te betrekken. Financiering van wapens is daarom
een belangrijk onderwerp geworden om actie te kunnen voeren. Het gaat
om beleggingen, bijvoorbeeld door pensioenfondsen en om financiering
door banken via exportkredieten. Thales maakt militaire radar en
vuurleiding, en de poortjes om het station in te gaan. Met enige
fantasie is daar wel een actie op te bouwen.
Als je het
kan: organiseer, werk samen, maak je zo sterk mogelijk. Actievoeren
kost geld, vergeet dat niet; een beetje ondernemer zijn voor het
goede doel moet kunnen. Maar ook de enkelingen die met verstand
kleine steentjes naar het waterhoofd van de wapenindustrie slingeren,
kunnen heel wat bereiken. Wat je ook doet, doe het efficiënt met oog
voor het effect, en probeer het ook nog een beetje leuk te vinden.
Visie, creativiteit, kennis en organisatie gebruiken voor
verandering, daar gaat het om. Wapenhandel is daarbij een goed
onderwerp. Succes!
Gemaakt voor mijn twitter account op de dag dat SIPRI met een rudimentaire database kwam. Je ziet de oorlogen (Korea, Vietnam, Koude Oorlog, Iraq etc.) terug, maar ook de steeds toenemende militaire utigaven (in constante dollars). We dachten in de Koude Oorlog de top te hebben bereikt. Niets is minder waar. |