Door Wendela de Vries (Stop Wapenhandel) en Martin Broek
De komende week vergaderen de Europese Raad, de Commissie en het Europees Parlement over de invoering van een Europees Defensie Fonds. De bedoeling is om besluiten snel te nemen, nog voor de Europese verkiezingen. Je zou verwachten dat de kiezer nu juist geconsulteerd zou worden over zoiets groots als 13 miljard euro subsidie voor de wapenindustrie. Te meer daar het tot nu toe altijd taboe was om militaire zaken door Europa te laten financieren. Maar helaas. Wat betreft burgers consulteren heeft de EU nog steeds forse blinde vlekken. De Europese Commissie heeft een infographic laten maken met poppetjes en vliegtuigjes (EPSC Strategic Notes 04/2015) waarop te zien is dat de Amerikaanse krijgsmacht 11 typen gevechtsvliegtuigen in gebruik heeft op het totaal van 2.279 toestellen. De gezamenlijke krijgsmachten van de Europese Unie hebben negentien typen, bij een totaal van 1.703 gevechtsvliegtuigen. De boodschap is: de Europese bewapening is veel te versnipperd. Er is meer samenwerking en stroomlijning nodig, en daarom moet de wapenindustrie volgens de Commissie financieel gesteund worden.
Gevechtsvliegtuigen
Het is altijd nuttig om bronnen te checken, vooral bij versimpelde informatie in een infographic. Op grond van een eigen telling komt Stop Wapenhandel tot 10 verschillende typen Europese gevechtsvliegtuigen in de EU, inclusief drie Russische types die Oost-Europese lidstaten hebben overgehouden uit de Koude Oorlog. Vooral opvallend is daarnaast dat in Europa zeven verschillende typen Amerikaanse gevechtsvliegtuigen rondvliegen. De meeste daarvan zijn geproduceerd door Lockheed Martin, maar ook Boeing is een grote leverancier. Tegelijkertijd hebben de VS geen enkel Europees gevechtsvliegtuig gekocht, behalve 24 lichte Tsjechische trainingsvliegtuigen in bezit van een privaat militair opleidingsbedrijf.
De simpele infographic van de communicatie-afdeling van de Europese Commissie is overgenomen door de Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in een rapport over het Nederlandse veiligheidsbeleid (Veiligheid in een wereld van verbinding 05/10/2017). De boodschap wordt herhaald: de Europese bewapening is te versnipperd, de industrie moet gesteund worden om meer synergie te krijgen. Terwijl het bepaald niet slecht gaat met de militaire luchtvaartindustrie in Europa. Volgens lobby-organisatie ASD (AeroSpace and Defence Industries Association of Europe) komt bijna 50 procent van de €45 miljard omzet van de luchtvaartindustrie in 2016 uit militaire productie. Een aandeel dat waarschijnlijk groeiende is door de snel toenemende populariteit van militaire drones en satellieten. Overigens schreef diezelfde ASD in een eerste ‘position paper’ over het Europese Defensie Fonds nadrukkelijk dat de Europese wapenindustrie vooral gebaat is bij Europese krijgsmachten die voor Europese wapens kiezen. Je hoort ze daar niet meer over sinds er miljarden te verdelen zijn, maar deze analyse staat nog steeds als een huis.
JSF
Op dit moment maakt de Amerikaanse F-35 of Joint Strike Fighter zijn debuut in veel EU-landen, een keuze ten koste van Europese gevechtsvliegtuigen. Wapenboer Lockheed Martin (ook bekend als belastingontwijker op de Amsterdamse Zuidas) vierde dit met een paginagrote advertentie in Nederlandse dagbladen: een interessant voorbeeld van lobbyen per krant. Volgens de Nederlandse luchtmacht heeft de F-35 de beste prijs/kwaliteit-verhouding. Opmerkelijk genoeg had het toestel al de voorkeur toen het nog in de eerste ontwikkelingsfase zat en er nog niets was getest. Belangrijk is natuurlijk dat de Nederlandse wapenindustrie mee kan verdienen aan de F-35, met productie en onderhoudsfaciliteiten in onder meer Woensdrecht. En dat de F-35 waarschijnlijk de F-16 op zal volgen als draagsysteem voor de Amerikaanse kernwapens op Nederlandse bodem. Die overigens ook worden gemoderniseerd, zodat ze gemakkelijker inzetbaar worden.
Ondanks de Amerikaans marktdominantie zijn het Duits/Franse Airbus en het Franse Dassault vol goede moed samen begonnen aan een nieuw Europees gevechtsvliegtuig: de Future Combat Air System (FCAS). En met de export gaat het ook niet slecht: Europese gevechtsvliegtuigen worden geëxporteerd naar Brazilië, Chili, Egypte, India, Irak, Israël, Koeweit, Oman, Qatar, Zuid-Afrika, Saoedi-Arabië en Thailand. De grootste klanten zijn te vinden in het Midden-Oosten, toneel van oorlog en grove mensenrechtenschendingen. Het meest succesvolle exportvliegtuig is de Typhoon of European Fighter Aircraft, een Duits/Spaans/Italiaans/Brits product. Het heeft tien verschillende klanten in Europa en het Midden-Oosten, er zijn er 72 verkocht aan Saoedi-Arabië dat er Jemen mee bombardeert. Voor Duitsland zou dat een reden zijn om de export te stoppen. Maar daar komt een ander voordeel van Europese samenwerking om de hoek kijken: De verkoop loopt officieel via Groot-Brittannië dat een minder strikt wapenexportbeleid heeft. Voor het toekomstige Europese gevechtsvliegtuig van Airbus en Dassault zullen de Fransen ongetwijfeld bereid zijn om exportvergunningen te verstrekken.
Het is onbegrijpelijk dat Europa investeert in zijn wapenindustrie en niet in een strenger wapenexportbeleid, terwijl oorlogsvluchtelingen aan de Europese grenzen verkommeren.
Geschreven voor Joop.nl