De minister van Defensie
gaat meer F 35 gevechtsvliegtuigen aanschaffen, een veel te duur
toestel dat is gekozen onder druk van de luchtmacht en de
wapenindustrie (en van de wens Amerikaanse nucleaire wapens te houden
in Nederland). Het volgende veel te dure project wordt alweer
overwogen, zowel in Nederland als in een aantal Europese landen.
Terwijl de ontwikkeling van onderwaterdrones ongekend snel gaat,
kijken de marines naar uitbreiding of vervanging van hun
onderzeebootvloot. Gaan deze landen uitgaven doen voor een verouderd
wapen?
bron |
De omgeving voor militaire
operaties verandert snel door de nieuwe technologie. Cyberspace is
door Nederland toegevoegd aan de militaire domeinen, naast land,
lucht, zee en ruimte. De mogelijkheden van kunstmatige intelligentie
zijn een nog amper ontgonnen gebied. Militaire satellieten gaan
steeds vaker en goedkoper de ruimte in om het aardoppervlak af te
zoeken voor het verzenden van data naar de andere kant van de wereld
en het waarnemen van bewegingen bij de tegenstander – zoals
snuiverende onderzeeboten. Deze technologische ontwikkelingen maken
dat wapens sneller verouderen. Dat is te zien in de verschuivende
verdeling van de Defensiebudgetten. Het Europese Defensie Agentschap
(EDA) becijferde dat in 2006 bijna twee derde naar weddes ging. In
2017 was dat minder dan de helft. Het aandeel van wapens en onderhoud
groeit snel.
Een van die militaire
ontwikkelingen zijn de drones, de onbemande vlieg-, voer- en
vaartuigen voor boven en onderwater. Onderwater drones zijn bedoeld
voor verschillende taken, waaronder het afvuren van raketten, het
leggen van zeemijnen, het lanceren van torpedo's en het verzamelen
van inlichtingen. Ze worden gebouwd in vier categorieën: klein,
gemiddeld, groot en extra groot. De Amerikaanse marine noemt ze
essentieel om de vloot van grote en kwetsbare schepen te
reorganiseren naar een vloot die bestaat uit meer en kleinere
eenheden, zoals in een recent onderzoeksrapport voor het Congres
wordt uitgelegd.
Een van die extra grote
onderwater drones is de de ORCA. Ze kan te water worden gelaten vanaf
een schip met een groot dek, wegvaren uit een inwendig dok of
vertrekken van een basis. De Amerikaanse marine besteed er in 2020 $
182 miljoen aan en heeft in de periode 2020-2024 een serieus bedrag
van ruim 800 miljoen dollar voor de aanschaf van negen van de boten
bestemd, waarvan er sinds februari 2019 al vijf bij Boeing zijn
besteld.
De eveneens bij Boeing
gebouwde voorganger van de ORCA had al een bereik van zo'n 6.500
zeemijlen en moest maanden onderweg kunnen zijn. In vergelijking met
bemande onderzeeboten zijn de onbemande schepen stiller, goedkoper en
kunnen ze ingezet worden bij risicovoller taken, aangezien bij
verlies geen getrainde bemanning zal sneuvelen.
In Nederland heeft
kennisinstituut TNO een evaluatie gedaan naar de mogelijkheden van
onbemande onderwater drones om door Nederland gewenste
onderzeeboottaken in 2027 uit te voeren. De conclusie dat ze falen
op het gebied van verplaatsing van Speciale Troepen voor geheime
missies spreekt vanzelf. Maar ze falen ook op andere aspecten,
vanwege technologische redenen. De ORCA wordt in de evaluatie niet
genoemd – waarvan er in 2024 dus al negen zullen moeten varen –
en daarmee ontbreken ook de voorziene mogelijkheden van deze
onderwater drone, zoals los van een moederschip opereren, het afvuren
Tomahawk kruisraketten en torpedo's.
Ontoereikendheid van beschikbare kunstmatige intelligentie speelt een hoofdrol om geschiktheid voor een aantal door Nederland gewenste militaire taken te betwijfelen. Investeringen in de ontwikkeling van AI gaan zo mogelijk nog sneller dan die van drones. Alleen al de militaire budgetten in de VS voor onderzoek naar kunstmatige intelligentie schieten de lucht in: in 2018 1,6 miljard naar 2,4 miljard in 2020 en verwacht mag worden dat hierdoor technologische barriéres geslecht zullen worden. Niet het conservatief onderzeeboten door onderzeeboten vervangen, maar een Nederlandse pas op de plaats lijkt gewenst en goedkoper.
Ontoereikendheid van beschikbare kunstmatige intelligentie speelt een hoofdrol om geschiktheid voor een aantal door Nederland gewenste militaire taken te betwijfelen. Investeringen in de ontwikkeling van AI gaan zo mogelijk nog sneller dan die van drones. Alleen al de militaire budgetten in de VS voor onderzoek naar kunstmatige intelligentie schieten de lucht in: in 2018 1,6 miljard naar 2,4 miljard in 2020 en verwacht mag worden dat hierdoor technologische barriéres geslecht zullen worden. Niet het conservatief onderzeeboten door onderzeeboten vervangen, maar een Nederlandse pas op de plaats lijkt gewenst en goedkoper.