Is een marineschip een wapensysteem? Of
hangt dat af van de mogelijkheden? Kan de Gemeenschappelijke Lijst
van Militairen van de Europese Unie een antwoord geven op deze
vraag?
De vragen komen voort uit twee recente militaire
exportvergunningen. In september 2022 heeft de Nederlandse overheid
een exportvergunning
afgegeven voor drie onderwaterdrones naar India. In dezelfde
maand rapporteerde Damen Shipyards over de capaciteiten van twee
oppervlakteschepen die het aan Pakistan had verkocht.
Om
de export van wapens te controleren is militaire technologie
gedefinieerd binnen de Europese Unie. In de Gemeenschappelijke
Militaire Lijst geeft Categorie ML9 (versie
aangenomen op 17 februari 2020) een definitie voor
marineschepen: ‘Oorlogsschepen (zowel oppervlakteschepen
als onderzeeboten), speciale scheepsuitrusting, toebehoren,
onderdelen en andere oppervlakteschepen.’ Beide
bovengenoemde verkopen vallen in deze categorie.
De
gemeenschappelijke lijst biedt twee pagina’s met details om
oorlogsschepen te definiëren. Maar alleen al de eerste clausule is
voldoende om de hierboven gestelde vragen te beantwoorden:
“vaartuigen (zowel oppervlaktevaartuigen als
onderzeevaartuigen) speciaal ontworpen of aangepast voor militair
gebruik en ongeacht de staat van onderhoud of de gebruiksconditie, en
al dan niet voorzien van systemen voor het lanceren van wapens of
voorzien van bepantsering, alsmede rompen of delen van rompen voor
deze vaartuigen, en onderdelen daarvoor speciaal ontworpen of
aangepast voor militair gebruik.” Alle andere regels zijn
bedoeld om de categorie uit te breiden. Er is geen twijfel: beide
zijn oorlogsschepen, in beide gevallen betreft het militaire
export.
De oppervlakteschepen van Damen
voor Pakistan zijn uitgerust voor elektronische
oorlogsvoering, operaties tegen schepen, hebben wapens en sensoren
voor luchtdoelen en beschikken over zelfbeschermingssystemen. De
schepen zijn volgens de
Roemeense pers (in Nederland is er tot nu toe geen aandacht
voor deze grote wapendeal) ook uitgerust voor een boordhelikopter en
drones (Unmanned Aerial Vehicles, UAV). Op basis van eerdere
leveringen aan Pakistan van iets kleinere schepen van dezelfde
klasse, zal de waarde zo’n € 80 miljoen bedragen (zie vergunning
NL0074CDIU0127901 van 27 december 2019). Dat is in
een klap een kleine tien procent van de jaarlijkse waarde van de
Nederlandse wapenexport. We weten van deze huidige
export dankzij een artikel over de schepen en hun capaciteiten
door Jane’s (een grote uitgeverij over militaire
zaken). De schepen zijn tot nu toe niet in een openbaar Nederlands
rapport opgedoken (laatst beschikbare informatie is van mei
2022).
De onderwaterdrones worden of zijn uitgevoerd door een
Nederlands bedrijf, zo staat in een brief van de Nederlandse minister
van Buitenlandse Handel. De schepen zijn voor
anti-onderzeebootoperaties (ASW) en hebben een waarde van €
7.784.565.
Hoewel de verkoop van de onderwaterdrones officieel
aan het parlement is gemeld, blijft veel vaag. Het is niet bekend of
de drones zullen worden uitgerust met aanvalswapens of dat ze voor
verkennings-, en observatietaken zijn om vijandelijke onderzeeërs te
vinden en die informatie te delen met schepen die ze op de korrel
kunnen nemen en vernietigen. We weten niet eens welk bedrijf de
drones levert (zie kader). Het is eigenaardig dat de onderzeeërs
waarop de drones zich richten hoogstwaarschijnlijk de Chinese of
Pakistaanse marine zullen zijn, waarbij Pakistan de belangrijkste
regionale bondgenoot van China is. We leverden het land
tegelijkertijd twee oorlogsschepen. Nederlanders hebben een
eeuwenlange traditie van verkopen aan beide partijen in een
conflict.
Pakistan is niet alleen bondgenoot van China, het is
ook het land dat sinds de deling van 1947 in conflict is met India.
De Nederlandse regering neemt het gemakkelijke standpunt in dat een
militaire escalatie tussen beide landen niet waarschijnlijk is. Ja
inderdaad, er zijn gesprekken om geschillen op te lossen. Maar al
tientallen jaren worden dit soort gesprekken afgewisseld met
gewelddadige uitbarstingen. Als een muntje op zijn kant ligt, kan hij
naar beide kanten vallen. bij voorkeur richting vrede, de Global
Conflict Tracker schat het gevaar van conflicten echter in
als aanzienlijk. Kranten
uit de regio zijn ook niet optimistisch. Het is een
politieke keuze om niet te willen zien dat een al bijna 75 jaar
bestaand conflict niet wordt opgelost met een volgende gesprek en
detail-overeenkomst tussen beide partijen.
De optimistische
Nederlandse regering voegt daaraan toe: “Gelet op de
afwezigheid van de Indiase marine binnen bovengenoemde
conflicten [langs de grens en vanwege Kasjmir] en
het beoogde eindgebruik bestaat er geen duidelijk risico dat de
transactie bijdraagt aan agressie of het met kracht bijzetten van
territoriale aanspraken.” Het is alsof er een garantie is
voor conflicten in Kasjmir of de grens tussen India en Pakistan (de
Line of Control, ook wel Line of Conflict genoemd) dat het beperkt
zal blijven tot deze plekken. De zee maakt niettemin toch echt deel
uit van de militaire krachtsverhoudingen, zoals Sawney en Wahab
uitleggen in hun uitgebreide boek over de Indiase militaire
uitdagingen Dragon on your doorstep (pp.
275-77).
Als je een conflict ontkent en mogelijke
betrokkenheid van het maritieme deel van de krijgsmacht uitsluit, kun
je net doen alsof je vasthoudt aan een strak wapenexportbeleid, maar
dat is dan een praatje voor de vaak. De positie van de Nederlandse
overheid en de marktkansen van de maritieme en exportgerichte
Nederlandse militaire industrie vallen samen als een gesmeerde
rits.
De bevolking van Pakistan heeft grotere problemen dan
wapens en conflicten en ziet zijn veiligheid bedreigd door extreme
moessons, waarbij twee derde van het land onder water is gelopen en
levens en bezittingen verwoest worden. De verkoop van twee
marineschepen ter waarde van ongeveer € 80 miljoen om de
‘veiligheid’ voor deze mensen te verbeteren is cynisch en
moeilijk te accepteren.
Kader: Nederlandse onderwaterdrones
Op zoek naar Nederlandse
onderwaterdrones (ROV, UUV, AUV) kwamen enkele Nederlandse onbemande
onderwaterschepen boven (goedkope versies variërend van € 800 tot
€ 60.000 voor duikers, vissen, constructie etc. niet inbegrepen).
De eerste is een product van Marin,
ontwikkeld in samenwerking met overheid,
onderzoeksinstituten TNO, NLR, nationaal & internationaal
maritiem bedrijfsleven. Een drone bruikbaar voor
onderwaterpatrouilles is het zogenaamde modulaire Autonomous
Underwater Vehicle (mAUV) voor “zowel
militaire als civiele operaties.” Het lijkt te veel
in de ontwikkelingsfase voor export. De Light Autonomous Underwater
Vehicle (LAUV) is al
in 2017 getest door de Nederlandse marine voor ASW-taken,
maar is van Portugese oorsprong maar uitgerust met Nederlandse
technologie. De exportvergunning voor India is niet het eerste
onderwatervoertuig dat door Nederland wordt geëxporteerd.
De meeste
gingen naar Rusland, één naar Taiwan, allen voor
zeebodemonderzoek en ze werden gecategoriseerd voor tweeërlei
gebruik. Hier is sprake van een militaire toepassing.