Een gekleurd relaas over ideologie,
media, diplomatie en wapens, maar ook over de bondgenootschappen van
gisteren en van morgen. Historicus Jude Woodward verdedigt China en
valt de VS aan.
door Martin Broek
De Verenigde Staten is in Azië
aanwezig alsof dat de regel is. De Britse historicus Jude Woodward
beschrijft in haar boek Amerika tegen China waarom de VS deze positie
zo gewoon vindt. Maar ze analyseert vooral de Chinese economische
macht die een einde zal maken aan de Amerikaanse overheersing van
Azië. Aziatische landen zullen eieren voor hun geld kiezen. Liever
moeizame relaties met de grote buur, dan met een tanende militaire
macht.
Tekst loopt door onder foto
F-35 onderhoudsles aan boord van het landingsschip USS Essex (LHD-2). |
In de westerse media is het omgekeerde
gebruikelijker. China is een gevaar voor onze welvaart en waarden, zo
start het Belgische tv-programma Nachtwacht
bijvoorbeeld. Het is de mediagenieke geostrateeg Jonathan Holslag die
deze stelling verdedigt. Lopen we in de val van een autoritair
regime, vraagt de redactie zich af.
Hylke Vandenbussche, hoofd van de
Onderzoeksgroep Internationale Economie van de Universiteit Leuven,
typeert de woorden van Holslag als angst en paniek zaaien. Ze zegt
dat dit eerder rond Japan gebeurde. “Het is niet het eerste gele
gevaar waarvoor we gewaarschuwd worden?”, vraagt de
gespreksleider dan weinig kies.
Koude Oorlog?
Jude Woodward schreef het boek met als
ondertitel De nieuwe Koude Oorlog? Je zou bijna denken dat die aan de
horizon opdoemt als je kijkt naar een tv-programma als Nachtwacht. De
ander wegzetten als (geel) gevaar maakt immers onderdeel uit van de
strijd om de wereldmacht. Hoe goed een tegenwicht ook is, het boek
lees ik met gemengde gevoelens. Woodward stelt veel vragen die
gesteld moeten worden. Tegelijkertijd heb ik regelmatig het idee dat
ik een werk lees uit de school van de Chinese propaganda.
Het focussen op machtspolitieke
ontwikkelingen betekent dat mensen die zoeken naar mensenrechten er
bekaaid vanaf komen. Zo'n keuze valt te begrijpen. Het boek gaat over
machtsverhoudingen, niet over mensenrechten. Pijnlijk is dat daar
waar wel over mensenrechten wordt gesproken het vooral is om te laten
zien hoe de slachtoffers middelen zijn in de handen van de Verenigde
Staten, zoals bij steunbetuigingen voor studenten op het
Tiananmenplein (plein van de Hemelse Vrede) in Peking, het oprakelen
van Free Tibet, en de protesten tegen het bestrijden van
terroristische groepen in Xinjiang die banden hebben met Al-Qaida.
De demonstraties in Hong Kong van 2014
worden afgedaan als door de westerse media opgeklopte opwinding. Dat
China het niet zo heeft op democratische bewegingen wordt als een
neutraal gegeven vermeld, want de Chinese overheid bemoeid zich
immers ook niet met binnenlandse zaken van andere landen. Woodward
draait niet om de hete brei heen maar je vraagt je af of ze de brei
wel heet vindt.
In het boek maakt de schrijfster een
denkbeeldige reis door de landen die rondom China liggen, zoals die
in Centraal-Azië, Zuidoost-Azië, Japan, de Korea's, Taiwan,
Australië, India, ze staat wat langer stil bij Moskou. Ze beschouwt
de economische, diplomatieke en militaire relaties van Washington en
Beijing in die landen.
De economische relaties worden
aangetoond met veel cijfers voor import en export en voor
buitenlandse investeringen (die hadden overzichtelijker in een tabel
kunnen staan). De cijfers tonen dat China overal sterke economische
relaties aanknoopt en zo invloed verwerft. De diplomatieke relaties
van China gaan uit van economische samenwerking en beogen een
win-winsituatie.
Europa, de VS en Rusland
Zo'n rondreis is een heldere en
interessante manier om naar een groot land als China te kijken.
Opmerkelijk zijn de minimale bezoeken aan de Europese Unie gedurende
deze reis. Op een zoektocht naar macht is die in het verdeelde Europa
misschien nauwelijks te vinden. De 28 lidstaten van de EU vormen
samen de grootste economie van de wereld, groter dan die van de VS en
China.
De EU wordt wel genoemd als belangrijke
handelspartner van China, ver voor Rusland en India, landen die veel
meer aandacht krijgen in het boek. Rusland lijkt gewonnen als stevige
bondgenoot voor China tegen de VS, en India wordt dat mogelijk ook
wat meer. New Delhi onthield zich bijvoorbeeld van stemming in de VN
toen Rusland in 2014 werd veroordeeld vanwege de inlijving van de
Krim. Maar het opbouwen van een stevige relatie met Europa zou
belangrijker kunnen zijn. Voorlopig haalt China daar nog veel van
zijn kennis (zie ook mijn eerdere bijdrage op Broekstukken
over dual use export).
De Europese landen spelen wel een rol
als bondgenoot van de VS en om de verslechterde relatie aan te geven.
Woodward: “Angela Merkel, anders dan andere westerse leiders,
besefte al snel dat de dreigementen van Trump en zijn adviseurs tegen
Duitsland en de EU geen holle woorden waren, maar een gevaarlijke
desintegrerende kracht in Europa.”
Ook Engeland komt aan bod omdat het
steun gaf aan de grotendeels door China gefinancierde Asia
Infrastructure Investment Bank (AIIB). De VS zag als hoeder van de
internationale economische orde de 'onafhankelijke' internationale
ontwikkelingsbank als aantasting van die positie. De Britten wilden
echter dat de City het belangrijkste entrepot voor de opkomende
Chinese munt, de renminbi, zou blijven. Die inzet ging boven de goede
relaties met Washington.
Ook de afwezigheid van Europa valt te
billijken. Het boek gaat over de verhouding tussen de VS en China en
de dans om de macht. Maar hier ligt juist de reden voor het gemis.
Welke rol zou Europa kunnen spelen in dit bal der grootmachten? Wat
zou daarvoor moeten veranderen? Is een verdere Europese
militarisering noodzaak? Zou een model voor samenwerking gevonden
kunnen worden?
Deze materie komt nauwelijks aan bod.
Behalve een terloopse opmerking dat Trump met zijn agressieve
handelsbeleid de band tussen China en Europa wel eens sterker kan
maken. Hier ligt een schat aan argumenten voor Woodward's theorie dat
China de overhand krijgt door economische samenwerking boven de
militaire samenwerking die de VS biedt. Het is een akker die ze braak
laat liggen.
Marco Poloroute
Is Europa in staat een eigen Marco
Poloroute naar het Oosten op te zetten, zoals China investeert in
zijn handelsroute van oost naar west, het zogenaamde Belt and Road
Initiative (BRI)? Kunnen die twee elkaar versterken? Chinese
bedrijven willen investeren, waar anderen het risico te groot achten.
Als de investeringen de positie van China verbeteren dan staat er een
machtige overheid achter de bedrijven. Dat maakt het nemen van
risico's wat eenvoudiger.
Het niet volgen van de vrije markt
route geeft ze een voorsprong ten opzichte van een kapitalistische
wereld die juist controle uit handen heeft gegeven. Wat kan Brussel
behalve de strategische delen van de Europese economie beter
afschermen? Kan het samen met of naast China een eigen economische
positie opbouwen?
Het economisch veel kleinere Rusland
heeft een veel prominentere rol in het boek. Het is een bondgenoot
die China een stuk sterker maakt als Euraziatische macht. Wil de VS
China de loef afsteken dan moet ze Moskou losweken van Beijing.
Voorlopig is de beweging al weer jaren de andere kant op. Het
opschuiven van de NAVO, het embargo na de inlijving van de Krim en de
treurige implosie van Rusland na de val van de Sovjet-Unie hebben het
land niet alleen dichter bij China gebracht, het is ook een
geschiedenis die door China als waarschuwing wordt gezien.
De fout van Gorbatsjov en Jeltsin, die
het land in chaos deed storten waarbij hulp uit het Westen een fata
morgana bleek, wil de Chinese Communistische Partij niet herhalen.
Met wie Rusland de sterkste band zal hebben, is waarschijnlijk de
belangrijkste factor in de komende geopolitieke ontwikkelingen, zo
benadrukt de schrijfster regelmatig.
Volgens de Russische ex-diplomaat
Alexander Lukin (die vorig jaar een boek publiceerde over de
Russisch-Chinese relaties*) is een terugkeer van Rusland naar het
Westen ondenkbaar. Het is geen factor van betekenis aangezien een
alliantie met de VS tegen China ondenkbaar is. Maar de relatie van
Londen, Brussel (of afzonderlijke Europese hoofdsteden) met Beijing,
dat zijn vraagstukken die minimaal even belangrijk zijn maar geen
aandacht krijgen van Woodward.
Draaipunt richting Azië
De Verenigde Staten kondigde in 2011
aan dat de nadruk van het beleid voortaan op Azië zou liggen. Die
draai werd bekend door het begrip pivot to Asia. Onder Obama speelde
niet alleen het handelsverdrag TTIP tussen de VS en Europa, maar ook
het Trans-Pacific Partnerschap (TTP) om de landen in Azië te binden
aan de Amerikaanse economie. Naast de verschuiving van de militaire
middelen stond dit verdrag centraal in de aanpak van de VS in Azië.
TTP draaide de soep in door het beleid
van Trump om zich niet op internationale samenwerking te richten,
maar uit te gaan van de Amerikaanse machtspositie om unilateraal een
betere positie te bedingen. Het is een voorbeeld dat wordt aangehaald
om te onderstrepen dat de Amerikaanse draai naar Azië is mislukt. In
plaats van een Nieuwe Amerikaanse Eeuw zien we het begin van een eeuw
van Azië. Fukuyama voorspelde ooit het einde van de geschiedenis.
In dit boek komt Fukuyama ook aan het
woord. Hij zegt dat de VS door ISIS wordt afgeleid van wat veel
belangrijker is, de dreiging van China. Het wordt verkocht alsof het
een natuurwet is: de VS is leider van de wereld en die orde moet ten
alle prijzen verdedigd worden. Al vanaf het begin van het bestaan van
de Verenigde Staten wordt gesteld dat Amerikaanse belangen parallel
lopen met de belangen van de democratie en de 'vrije wereld'.
Woodward vat in een paar pagina's dit concept van het Amerikaanse
exceptionalisme en haar kritiek erop samen.
“Het ideaal van Amerika is in hoge
mate het ideaal van de hele mensheid”, stelde Thomas Paine, een
van de grondleggers van de Verenigde Staten al in 1776. De tweede
president van de VS, John Adams formuleert het in 1813 nog wat
scherper: “Onze zuivere, rechtschapen, sociaal gezinde,
federatieve republiek zal eeuwig blijven bestaan, de aarde besturen
en de ideale mens introduceren.”
Dat idee bestaat nog steeds en de VS
zet hun tanden in de rest van de wereld als het hen goeddunkt. In
1870 had de VS Groot-Brittannië al ingehaald als grootste economie
van de wereld. Toch hebben ze de rol van wereldleider pas zo'n 80
jaar geleden echt overgenomen van de Britten en Fransen. Dit nadat de
economie van de VS tijdens de Tweede Wereldoorlog verdubbelde en
Europa en Japan juist op hun rug lagen.
Woodward haalt linkse denkers aan om te
stellen dat het Amerikaanse beleid in de eerste plaats de belangen
van het Amerikaanse kapitaal heeft gediend en niet die van de vrije
wereld. Inderdaad was het nog nooit zo duidelijk als nu dat de steun
aan de vrije wereld een mythe is. Een columniste
van The Guardian schreef dit jaar bijvoorbeeld dat het beleid van
Trump bedoeld is Europa te vernielen.
Chinese assertiviteit
Dat betekent niet dat de hele elite in
de VS het erover eens is dat ze zo hun uitzonderlijke rol moeten
vervullen. Dat de plicht bestaat de 'vrije wereld' te verdedigen
tegen de bedreiging van autocratie en staatsbemoeienis, daarover
bestaan weinig meningsverschillen. De vrije wereld, die andere delen
van de wereld de vrijheid met geweld mag opleggen, loopt daarbij op
tegen een autocratie van de Chinese Eenpartijstaat die niet van
wijken weet en de wereld aan zich bindt door de eigen markt te
beschermen en te profiteren van de vrijheid bij de ander om zich daar
in te kopen.
China is in dit krachtenspel de
voorzichtige, maar allang niet meer onzichtbare macht. Nog meer
assertiviteit valt te verwachten. Woodward doet alsof het heden ook
de toekomst bepaalt en dat ze onbekend is met de slogan “resultaten
uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.”
Ze betoogt: “In dit boek probeer
ik aan te tonen dat het Chinese buitenland beleid in de praktijk
strookt met deze principes en ideeën [bevorderen wereldvrede en
wederzijdse ontwikkeling] en dat de sceptici die beweren dat dit
alleen maar mooie woorden zijn om een meedogenloze opmars naar
regionale hegemonie te verhullen dat niet overtuigend kunnen
bewijzen.”
Hoewel het Chinese leger wel in het
buitenland is ingezet (Cambodja, Korea, Vietnam) heeft China “nooit
een aanvalsoorlog gevoerd om ook maar een inch grond van een ander
land te bezetten”, citeert ze de Chinese overheid. De VS en
veel Europese landen kunnen Beijing dat niet nazeggen.
Woodward citeert veel en vaak treffend.
Hier komt een ex-diplomaat uit Singapore aan het woord: “Beijing
heeft bijna een geopolitiek wonder verricht door de tweede
wereldmacht te worden zonder de wereldorde te verstoren (...) Als het
Westen strategisch even terughoudend zou zijn als China, kon het
misschien eindelijk een decennium van geopolitieke mislukkingen
afsluiten.”
Om haar punt te maken haalt ze met
instemming cracks uit de Amerikaanse geopolitieke wereld aan. De
neoliberale politiek denker Nye zegt: “Als macht het vermogen is
anderen te beïnvloeden teneinde de gewenste uitkomsten te bereiken,
mogen we niet vergeten dat onze macht soms groter is als we
samenwerken met anderen dan wanneer we ze commanderen.”
Henry Kissinger, een nog bekendere
Amerikaan (zeker als het om China en machtspolitiek gaat) zegt: “In
een echt conflict hebben beide partijen de mogelijkheid en de
vindingrijkheid om elkaar catastrofale schade te berokkenen. Tegen de
tijd dat zo'n hypothetische brandhaard zou uitdoven, zouden alle
deelnemers uitgeput en verzwakt zijn. Ze zouden dan opnieuw
geconfronteerd worden met taken die ze nu al onder ogen moeten zien:
de opbouw van een internationale orde waar beiden landen een
belangrijk deel van uitmaken.”
Toch winnen volgens Woodward de
agressieve neoconservatieven steeds opnieuw. Dat is een terechte
waarschuwing met een Nationaal Veiligheidsadviseur als de Amerikaan
John Bolton, een rabiaat China-hater.
Bouwen aan de vrede?
Intussen is de westerse militaire
strategie erop gericht de Chinese defensieve systemen te doorbreken.
Het kan immers niet zo zijn dat China de westerse militairen toegang
tot het land ontzegt. Het opbouwen van nog sterkere defensiesystemen
door Beijing is daarom niet onbegrijpelijk, dat ben ik met Woodward
eens. Maar zijn de killer robots die China ontwikkelt alleen voor
zelfbescherming – tegen die de VS ontwikkelen – of gaan ze later
ook verder van de eigen kusten en grenzen opereren?
“China heeft defensie nodig die
krachtiger is dan waarover ze nu bezit om vrede te ontwikkelen in
Azië-Pacific en daarbuiten. Een vredig Azië-Pacific zal Europa ten
goede komen”, aldus een Chinese
militaire publicatie op het internet. Vrede is prachtig, maar wat
betekent het bouwen van vrede hier?
Woodward steekt haar hand in het vuur
voor de Chinese intenties. Het volksleger ontwikkelt zich om
wereldwijd aan vrede te bouwen. Een wat sceptischer houding zou niet
misstaan, omdat in China ook verschillende ideeën bestaan over hoe
het militaire apparaat op moet kunnen treden. Dat overheersing ook
met economische middelen kan worden vormgegeven, waarbij een sterkere
partij de zwakkere een poot (een haven bijvoorbeeld) uitdraait, dat
kom je in het boek niet tegen of wordt vergoelijkt, zoals in het
geval van Sri Lanka waar China op die manier een zeehaven in bezit
kreeg.
Europa werd in de jaren '80 ook gezien
als een succesvol economisch project, goed voor de markt en goed voor
de vrede. Maar dit jaar zette de EU een fonds voor de wapenindustrie
op en de afgelopen decennia namen Europese landen deel aan een serie
Amerikaanse interventies. Daarmee is het beeld minder rooskleurig
geworden.
Als in 2011 een deel van de Libische
bevolking in opstand komt tegen het bewind van Gaddafi dan neemt de
Verenigde Naties een resolutie aan die luchtsteun mogelijk maakt
zodra de bevolking wordt aangevallen. Die resolutie wordt door de
Europese landen dermate breed uitgelegd zodat het een mogelijkheid
biedt om sowieso luchtsteun te verlenen aan de opstandelingen.
China, Rusland en de landen van de
Afrikaanse Unie zijn niet blij met deze creatieve uitleg. Voor China
en Rusland zou het betekenen dat ze in het vervolg vaker tegen
resoluties in de VN zullen stemmen. Het Europese misbruik van de VN
heeft alleen al daarom meer kwaad dan goed gedaan. Deze Europese
misstap is een verklaring voor de assertieve Chinese positie, maar
kan toch niet gebruikt worden als blinddoek om een andere kijk op de
militaire ontwikkelingen in dat land te ontkennen en mee te gaan in
het Chinese verhaal.
Koude Oorlog
De bedoeling van de Verenigde Staten is
om China via militaire bondgenootschappen te omsingelen, buurlanden
te bewapenen en conflicten te stimuleren, schrijft Woodward. “Het
eindspel is een strop die kan worden aangetrokken om China op
militair, economisch en diplomatiek gebied te vetoën, te straffen,
te bedreigen, of onder druk te zetten, en de Chinese opties te
beperken.”
Eindspel moeten we dan bijna lezen als
oorlog. De onvrede bevorderen, klinkt als een complot. Complot of
niet, veel deskundigen voorspellen dat China uiteen zal vallen door
onvrede in achtergestelde gebieden, een onevenwichtige
bevolkingsopbouw, ethische spanningen en de volksverhuizing van
platte land naar de stad en geven daarmee brandstof aan de mogelijke
onvrede. Woodward rekent met al deze negatieve voorspellingen af.
Even verder schrijft ze dat het ware
doel van de Amerikaanse politiek is om de technologische ontwikkeling
en de groei van China af te remmen en zo de onvrede en politieke
instabiliteit te bevorderen. Het afremmen van technologische
ontwikkelingen is momenteel het meest zichtbaar rond telecomgigant
Huawei. Het bedrijf komt in het boek één keer voor en dat geeft aan
hoe snel ontwikkelingen gaan. Wat een bijzaak lijkt, kan al snel
onderdeel van de hoofdzaak zijn.
Het is onduidelijk wie deze slag tegen
Huawei gaat winnen of dat er zelfs een onderhandelde oplossing komt.
Momenteel claimen beiden de voorsprong op de ander: de Global Times
publiceert een cartoon waar het Amerikaanse bedrijf Apple Sansyung en
Huawei uit Azië niet bij kan benen. Een Amerikaanse site stelt dat
de bondgenoten van de VS Huawei laten
vallen.
Het lijkt er volgens Woodward op of de
VS aanzet tot iets wat sterk lijkt op een nieuwe Koude Oorlog. Ze zet
in het laatste hoofdstuk van haar boek uiteen dat de situatie tussen
de Sovjet-Unie en VS van 1949-1989 een heel andere was dan de
huidige. De machtsverhoudingen zijn anders dan 70 jaar geleden. De
Sovjet-Unie is economisch gezien nooit een gelijke partij geweest
voor de VS. Op militair gebied is de VS wel de machtigste staat ter
wereld, maar economisch haalt China de VS binnenkort in.
President Trump probeert als antwoord
de militaire bondgenoten te dwingen een groter deel van de militaire
kosten voor hun rekening te nemen en voert een agressief America
First handelsbeleid om het tij te keren. Hij speelt daarmee wel met
vuur in eigen keuken, want de bondgenoten zijn onmisbaar bij het
kopen van schatkistpapieren om de VS van een faillissement te redden.
Dat begrotingstekort loopt ieder jaar opnieuw in de honderden
miljarden, maar de VS is vooralsnog too big to fail.
China vriendelijk
China is vreedzaam want initiatieven
van Beijing faciliteren handel en energiezekerheid, zijn gericht op
het ontwikkelen van internationale partnerschappen, het ontwikkelen
van Azië (BRI handelsroute), en het heeft wel militaire relaties met
buurlanden versterkt, maar geen allianties gevormd. Als China zijn
vloot westwaarts stuurt en havenfaciliteiten verwerft dan is dit een
strategie die alle landen die aan deze oceanen en zeeën liggen
voordelen biedt.
Dit alles wordt met droge ogen
opgeschreven door Woodward. Zou je ditzelfde stellen als het westerse
initiatieven gold, dan word je, en niet ten onrechte, naïviteit
verweten. Het is niet afwijkend dat een grootmacht zijn militaire
greep vergroot. Dat deden Spanje, Nederland, Engeland, Frankrijk en
de VS immers ook. Maar het militair beschermen van handelsbelangen
tot in de Middellandse Zee is militaire expansie voor een land dat
nog maar dertig jaar geleden nauwelijks een marinevloot had.
Woodward rekent af met critici van
China, of ze nu rechts zijn of links. Wang Chaohua, die in 2015 voor
de New Left Review een artikel schreef hoe het Chinese beleid van de
bevolking op het platteland paupers maakte, roept de toorn over haar
af: “Er klopt niets van”. Als ik de
conclusie van Chaohua's artikel lees, snap ik dat het niet past
binnen de visie van Woodward.
Ik zal Wang hier uitgebreid citeren:
“De Chinese samenleving heeft een uitgebreid proces van
commercialisering en vermarkting doorlopen – dat betreft
economische activiteiten, sociale diensten tot het culturele leven –
waarin financieel kapitaal (van staat of buitenland) de drijvende
kracht was. Boeren, werknemers en zelfs kleine bedrijven hebben heel
weinig macht om hun eigen belangen te beschermen. En als ze dat toch
proberen, worden ze vaker geconfronteerd met vertegenwoordigers van
de staat – ambtenaren, partijkaders, stadspatrouilles (chengguan),
politie en in ernstige gevallen, de strijdkrachten – dan met de
vertegenwoordigers van het kapitaal.”
“Deze instanties”, zo
vervolgt Wang, “handelen in naam, niet van het kapitalisme, maar
van het socialisme – of met een hedendaagse saus, de 'harmonieuze
samenleving' genoemd. Als dorpsbewoners uit hun huizen worden
verdreven door dammen aan de Jangtsekiang, of herders uit hun weiden
in Binnen-Mongolië, dan staat dit allemaal in het teken van het
grotere 'socialistische' goed. De bruikbaarheid van het discours van
'socialisme met Chinese kenmerken' ligt dan ook in het maskeren van
het tegenovergestelde van de principes die het veronderstelt te
verdedigen.”
Woodward relativeert de visie dat
mensen zonder vergunning om in de stad te wonen (het hukou-systeem)
tweederangsburgers zijn. Ze leven dan wel onder harde omstandigheden,
maar elders in Azië is het veel slechter gesteld. Je moet China
beoordelen als land in het zuiden, schrijft ze. Dat het ook een land
met supermacht aspiraties en uitgaven is, wordt dan weer even
vergeten.
Naast deze dooddoener wordt het
hukou-systeem in China gelukkig echt hervormd. Want velen leven wel
degelijk onder mensonterende omstandigheden in Chinese steden.**
Vergunningen om in kleinere steden te wonen zijn sinds 2014 mogelijk
en het systeem wordt geleidelijk afgebouwd. Ontwikkelingen in China
gaan snel, zeker niet alleen ten kwade, ook wel ten goede onder hoede
van de Partij en partijleider Xi.
Amerikaanse neergang
China krabbelt weer op en is zeker geen
nieuwkomer op het internationale toneel. Zo'n twee eeuwen geleden was
het een belangrijke economische macht (zie grafiek) die door Westerse
landen en zeer gewelddadige interne strijd op de knieën is
gedwongen. Woodward toont de Chinese groei op alle mogelijke manieren
aan.
Dat het internationale bankwezen, met
vier Chinese banken aan de top, wordt gedomineerd door de Chinezen,
beschreef ik al in de bespreking
over de Britse relaties met de Golf van David Wearing. Dat bankwezen
komt ook in dit boek aan de orde. Woodward bekijkt de Forbes-lijst
met de 2.000 grootste bedrijven en noteert dat dat er vijftien
Chinese bedrijven bij de eerste honderd staan. China groeit en
verandert snel – het kan niet vaak genoeg herhaald worden – en de
lijst over 2018 levert twintig bedrijven op, waarvan twee in Hong
Kong.
Tegelijkertijd neemt de macht van de VS
militair en economisch af en wordt de grootmacht in de steek gelaten
door bondgenoten. Zelfs Taiwan, dat toch afhankelijk is van
bescherming door de VS om zelfstandig te kunnen bestaan, weigerde
zich ondanks Amerikaanse druk uit te spreken tegen de Chinese Air
Defence Indification Zone (ADIZ) die de zone van Taiwan overlapte.
Zo bevat het boek tientallen
voorbeelden van afvalligheid van Amerikaanse bondgenoten. Vietnam,
een land met een eeuwenlang conflict met de grote noorderbuur,
balanceert “op het slappe koord, waarvan China het ene uiteinde
vasthoudt en de VS het andere.” Ze meent dat landen voor China
kiezen omdat de VS niet meer weet te domineren in de regio en aan
militaire bescherming een prijskaartje van binnenlandse bemoeienis
heeft gehangen.
Wapentuig
Als gevolg van die neerwaartse beweging
is de VS ook minder in staat de politiek van landen naar hun hand te
zetten. De VS is ook niet langer in staat om de dominante wereldmacht
te zijn door gebrek aan middelen. Vandaar ook dat ze zich wil
terugtrekken uit gebieden en bondgenoten dwingend vraagt meer te
besteden aan wapens (bij voorkeur wel gekocht in de VS).
De weg leidt onherroepelijk naar het
einde van het Amerikaanse wereldleiderschap. Het vertoog van Woodward
speelt in de kaart van hen die een krachtiger VS willen zien
tegenover het machtige China en is daarmee eerder een steun aan dan
een verzwakking van de opflakkerende Koude Oorlog's retoriek.
Bovendien moet je bij die tanende
Amerikaanse militaire invloed wel vraagtekens zetten. Die zogenaamd
zwakke VS kon in 2018 beschikken over 4.000 kernkoppen (minus die op
ontmanteling wachten) en China in 2015 volgens een schatting over 260
kernkoppen. De VS is ook op conventioneel niveau een stuk sterker dan
China. Heel Azië beschikt over vier vliegdekschepen (China, India,
Rusland, Thailand allen één). De VS over elf vliegdekschepen, plus
negen met
F-35 uitgeruste landingsschepen (America en Wasp klasse).
Ook de Amerikaanse bondgenoot Japan
beschikt over twee schepen die uitgerust kunnen worden met de F-35.
Juist deze grote en kwetsbare vliegdekschepen en mogelijkheden tot
penetratie spelen een rol in het doorbreken van de Chinese defensie.
Onderzeeërs uitgerust met strategische kernwapens, verhouding 14:6
met de VS in het voordeel (beide landen zijn bezig met nieuwbouw).
Woodward kan het niet laten om China
toch sterker te maken dan het is. De J-20 zou een beter
gevechtsvliegtuig zijn dan de Amerikaanse of Europese
gevechtsvliegtuigen. Het is gelukkig nog niet getest en we moeten het
bij die bewering doen met een artikel uit de Wall Street Journal van
2011. Een lange neus trekken naar een land dat militair de rest van
de wereld nog steeds ver achter zich laat en de spil is van het
machtigste militaire bondgenootschap ooit, de NAVO met partners zoals
Japan, Australië en Zuid-Korea, is wat te makkelijk. Die militaire
achterstand zien de Chinese buitenland-deskundigen zelf
ook.
Regionale conflicten
Het boek bevat een kaartje van de
Chinese aanspraken op de Chinese Zee. Het viel me op dat de Natuna eilanden net buiten deze negen-strepen-lijn vallen. Toch ziet Indonesië de Chinese claim op een deel van de Natuna eilanden als illegaal. De strijd om de eilanden zullen
voorlopig wel een ernstige bron van conflicten blijven en inderdaad
uitgespeeld worden door de VS, zoals Woodward uitgebreid betoogt, om
hun militaire aanwezigheid te legitimeren.
Al die conflicten worden uitgewerkt in
overzichtelijke hoofdstukjes, maar daarbij wordt dan toch vooral de
Chinese argumentatie gevolgd. Als je dat op de koop toeneemt dan
bevatten de paragrafen een schat aan informatie. Bijvoorbeeld hoe de
Vietnamese leiding verdeeld is over de manier waarop de conflicten
moeten worden opgelost, waarbij de pro-Chinese vleugel de overhand
kreeg.
Dat de conflicten het best in overleg
kunnen worden opgelost, daarover zijn de meeste betrokkenen het eens.
Maar dat betekent niet dat alle Chinese claims in 'de Chinese
achtertuin' kloppen, ook niet als de VS en Groot-Brittannië eerder
dergelijke streken uithaalden in de wateren bij Alaska of rond de
Falklands. Dat is een jij-bak die geen recht doet aan de kleinere
landen rond de Zuid-Chinese Zee.
Dat de Chinezen zelf in vredestijd
weinig belang hebben bij het hinderen van het vrije
scheepvaartverkeer is duidelijk, daar hebben ze de VS niet voor
nodig. Dat China weinig behoefte heeft aan militaire bases van andere
landen die menen recht te hebben op de riffen en kliffen is
begrijpelijk, maar dat maakt onderdeel uit van een
onderhandelingsproces, niet van een claim. Als dat niet onderling
opgelost kan worden, dan moet er bij voorkeur in het kader van het VN
Verdrag voor de Zee (UNCLOS) naar een oplossing gezocht worden.
Kwesties
Naast portretjes van de conflicten
rondom eilanden, zijn er hoofdstukjes over de bescherming van
kwetsbare zeeroutes, over de kwestie Taiwan, etc. Het boek barst uit
zijn voegen van allerlei kwesties die minutieus en zeer informatief
beschreven worden. De meeste Amerikaanse militairen buiten de VS zijn
gelegerd in Japan, bijna 50.000. En ook in Zuid-Korea is een flinke
Amerikaanse legermacht van 23.468 militairen geïnstalleerd. Dit
soort feiten zetten me aan het denken. Stel je voor dat in Engeland
50.000 Chinezen zouden zitten en in Denemarken nog eens 25.000. Het
zou ons in Nederland op zijn minst zenuwachtig maken.
Er zijn ook heel veel vergeten of
onbekende feitjes. Zo heeft de NAVO samenwerkingsverbanden
met landen elders op de wereld. Eén van die landen is het ver weg
aan de Chinese grens gelegen Mongolië.
China is na Nederland de grootste investeerder in dat land. Het zijn
van die opmerkingen die nieuwsgierig maken.
Waarin investeert, of beter,
investeerde Nederland in dat lege land van het wuivende gras en een
extreem klimaat? Het waren de belastingvoordelen die een verdrag
tussen Nederland en Mongolië tot stand deed komen. De Australische
mijnbouwreus Rio Tinto wist die weg eerder te vinden. Want het is
niet alleen China dat de economie inzet om ten koste van anderen een
win-win winst te maken.
Woodward gaat uitgebreid in op
Centraal-Azië. De landen daar zijn lid van de Shanghai
Samenwerkingsorganisatie (SFO) die in bekendheid onder doet voor
BRICS (het overleg tussen Brazilië, India, China en Zuid-Afrika),
maar minstens even belangrijk is en sterk groeiende qua inhoud en
geografische omvang.
Vaak begint Woodward een deel van haar
boek met een korte samenvatting. De samenvatting rond Centraal-Azië
luidt zo: “Hier kijk ik naar de onderlinge strategische relaties
van de VS, China en Rusland in Centraal-Azië vanuit het perspectief
van de Chinese zorg over de stabiliteit van de kwetsbare provincie
Xinjiang, en de kansen die de Verenigde Staten zien voor een
militaire en strategische opmars in de regio.”
Genoeg stof voor een nieuw boek lijkt
me, want de huidige pagina's stippen veel problemen aan die om een
samenhangende uitwerking vragen. Wat betekent de aanwezigheid van de
NAVO in Afghanistan? Hoe wordt economische ongelijkheid
(voedingsbodem voor Oeigoerse protesten) in Xinjiang opgelost?
Verliest de VS terrein aan Rusland met zijn wapenleveranties en aan
China met zijn Handelsroute in Centraal-Azië? China ziet de regio op
langere termijn als de spil om van Europa en Azië een gebied te
maken door Oost-West routes over land. Welke mogelijke conflicten
levert dat op?
Staat van dienst
Op zoek naar informatie over Jude
Woodward op het internet vond ik een foto
van haar uit 1971. Uit die tijd stamt ook zo'n beetje de enige
kritiek op China in haar boek. Het is verklaarbaar dat China in 1971
koos voor het aanhalen van de banden met de VS om zo de kwetsbaarheid
te verkleinen, stelt ze. Maar China “verloor de steun van de
ontwikkelingslanden en de loyaliteit van linkse bewegingen”,
omdat het banden onderhield met het Chili van Pinochet, het weigerde
Israël te veroordelen en leverde wapens aan UNITA, de rechtse
rebellen in Angola.
Ze haalt inmiddels de leer van Adam
Smith en Karl Marx aan als verklaring voor het Chinese succes boven
het westerse falen. Dat ook de Chinese groei vertraagt, is echter
geen verzinsel uit het Westen, maar een reëel probleem waar de
Chinese overheid op reageert met investeringen in megaprojecten.
Walden Bello, een man met een enorme
staat van dienst als het gaat om de economische ontwikkelingen in de
wereld en Zuidoost-Azië in het bijzonder, waarschuwt in zijn komende
boek dat het Chinese model wel eens kan
vastlopen. Dan bestaat ook nog de mogelijkheid dat de Chinese
positie in het Zuiden verslechtert als China havens en eilanden van
andere landen claimt in ruil voor (niet terugbetaalde) leningen.
Laten we hopen dat het zover niet zal
komen. Veel Chinezen hebben de extreme armoede achter zich kunnen
laten en dat de Chinese economie in 2015 7 procent groeide en het
energieverbruik met 0,5 procent is natuurlijk goed nieuws. Daar kan
het Westen nog wat van leren. Maar het is jammer dat Woodward bijna
onvoorwaardelijk voor de zijde van de Chinese leiding heeft gekozen.
Dat ondergraaft de boodschap dat samenwerking wel eens tot meer
ontwikkeling kan leiden dan ingevlogen militaire steun en wapens.
Noten:
* Alexander Lukin, China and Russia;
the new rapporchement (Polity: Cambridge 2018)
** Hsiao-hung Pai, Scattered sand; the
story of China's rural migrants (Verso: Londen, 2012)
titel Amerika tegen China. De nieuwe
Koude Oorlog?
auteur Jude Woodward
uitgave Paperback, 440 pagina's
uitgever EPO, 2018
prijs 29,90 euro
isbn 9789462671430
Geschreven voor Ravage Webzine