Jaarlijks vergadert de Tweede Kamer
over het Nederlands wapenexportbeleid. Erg veel prioriteit lijkt dat
niet te hebben: het debat is voor de tweede keer voor onbepaalde tijd
uitgesteld. Intussen gebeuren er vreemde dingen bij de Kamercontrole
op grote exporten, ontdekte wapenonderzoeker Martin Broek.
Grote verdwijntruc binnen de
Nederlandse wapenexportcontrole
Wordt alles aan de kamer gemeld?
Ik heb op een rijtje gezet welke
vergunningen in 2020 werden verstrekt met een waarde groter dan € 2
miljoen, en wat blijkt? Er zijn leveringen van meer dan € 2 miljoen
die wel gemeld worden, en anderen die passeren zonder een dergelijk
brief. Waarom?
De website van de Tweede Kamer
(commissies/buitenlandse-handel-en-ontwikkelingssamenwerking)
stelt dat het Kabinet de Kamer informeert “in specifiek
omschreven gevallen via de versnelde rapportage over afgegeven
vergunningen. Hiervoor geldt een drempelwaarde van 2 miljoen euro.
Elke vergunningverlening boven deze drempelwaarde moet versneld aan
de Kamer gerapporteerd worden.” Deze leveringen hadden dus
gemeld moeten worden, al is dit uitgangspunt niet helemaal helder
geformuleerd. Immers betekent ‘in specifieke gevallen’ alles
boven de drempelwaarde van € 2 miljoen, of is er meer?
Bij
het invoeren van het beleid werd er van uitgegaan dat de Kamer
zou worden geïnformeerd over eerste aanvragen voor definitieve
uitvoer van complete wapensystemen met een drempelwaarde van €5
miljoen. Die drempelwaarde werd verlaagd naar 2 miljoen, dankzij de
motie van Kamerlid El Fassed. Verder werd in de motie niet
aangedrongen op aanpassingen.
Doorvoer niet gemeld – met
alle gevolgen van dien
In totaal verstrekte de overheid in 2020 79 definitieve vergunningen met een omvang groter dan het drempelbedrag. In één geval gaat het om een vergunning voor doorvoer van Italiaanse reddingshelikopters voor Saoedi Arabië (waarde €82 miljoen). Aangezien het hier weliswaar om een vergunning gaat, maar niet om export, is deze niet opgenomen in dit onderzoek (het is bovendien geen levering aan een militaire gebruiker). Doorvoervergunningen en passage boven de drempelwaarde zouden in een optimale situatie meteen en openbaar gemeld moeten worden. In dit geval ging het om onschuldige goederen, maar dat niet altijd het geval. Waarom zou de Kamer daar niet meteen over geraadpleegd worden? Je kan het antwoord raden. De Regering regeert, en de Kamer controleert, zo is de formele uitleg, maar zo konden wel hele ladingen Tsjechische munitie aan de oorlogvoerende partijen van de coalitie tegen Jemen geleverd worden. Je kan er op zijn minst over debatteren of doorvoer met een dergelijke omvang al dan niet aan de Kamer gerapporteerd moet worden, en op welke manier.
Vergunningen wel of niet gemeld
(zie tabel)
Van de 79 vergunningen betrof iets meer dan de helft (47) een nieuwe vergunning met een totale waarde van € 653 miljoen, de overige vervingen verlopende eerder verstrekt vergunningen. Die zijn niet in de tabel opgenomen.
Een Damen
landingsvaartuig (gebouwd in de VAE) en geleverd met technologie
aan Nigeria is weliswaar een herhaalde melding (16 mei 2019,
NL0074CDIU0111504), maar ook oorspronkelijk ontving de Kamer geen
brief, hoewel de drempelwaarde met € 6,6 miljoen ruimschoots
overschreden werd. Dit was reden de vergunning wel op te nemen in de
tabel. Wat ingewikkelder ligt het voor een levering aan Mexico. De
Kamer werd geïnformeerd over een levering van € 3,7 miljoen,
maar niet over de leveringen met een waarde van meer dan € 300
miljoen. Een zelfde methode zien we bij Maleisië. In
2017 werd de Kamer een levering gemeld ter waarde van €
4.525.000, blijkbaar geldt deze brief als informatie voor de levering
van 2020 (hoewel een nieuwe levering en niet een herhaling van een
eerder vergunning). Het beleid maakt al met al geen degelijke
indruk.
Leveringen aan EU en NAVO+ landen is in de politieke
constellatie van het moment niet controversieel. De bondgenoten
kunnen buitensporig optreden maar ze blijven bondgenoten die
verantwoordelijk zijn voor hun eigen beleid. De 36 vergunningen voor
deze landen zijn eveneens niet in de tabel opgenomen. Alleen voor
Turkije geldt een restrictiever beleid (al is dat recentelijk wel
wat
afgezwakt) en dat land blijft staan als leverancier van
Pakistaanse marineschepen waar Nederland militaire technologie voor
leverde.
Datum vergunning |
Nummer |
SGP |
Cat. |
Omschrijving |
Land van |
Waarde in € |
Brief Kamer J/N |
||
bestemming |
Eind bestemming |
Oorspong/ herkomst |
|||||||
22-07-20 |
CDIU0143571 |
ML5b; ML21a1; ML21b4; ML22a |
A10 |
Delen en technologie voor radar- en C3-systemen |
Duitsland |
Egypte |
NLD |
114.038.400 |
|
27-10-20 |
CDIU0143469 |
ML5b; ML21a1; ML22a |
A10 |
Radar en delen, software, technologie voor radar- en C3-systemen |
Turkije |
Pakistan |
NLD |
46.729.000 |
|
02-06-20 |
CDIU0138876 |
ML5b; ML21a1; ML21b4; ML22a |
A10 |
Radar en C3-systemen en technologie |
Indonesië |
Indonesië |
NLD |
34.200.000 |
|
20-11-20 |
CDIU0143623 |
ML5b; ML21a1; ML22a |
B4 |
Radar en C3-systemen, inclusief programmatuur en technologie |
Maleisië |
Maleisië |
NLD |
17.074.200 |
N |
29-12-20 |
CDIU0147363 |
ML9a1 |
A10 |
Delen voor onderzeeboten |
Taiwan |
Taiwan |
NLD |
6.815.000 |
N |
10-07-20 |
CDIU0143005 |
ML9a1 |
A10 |
Delen voor Sea Dragon onderzeeboten |
Taiwan |
Taiwan |
NLD |
6.753.000 |
N |
28-05-20 |
CDIU0140675 |
ML22a |
B9 |
Technologie voor scheepsontwikkeling |
Indonesië |
Indonesië |
NLD |
4.500.000 |
N |
31-01-20 |
CDIU0133609 |
ML9a1 |
A10 |
Delen voor Sea Dragon onderzeeboten |
Taiwan |
Taiwan |
NLD |
2.899.998 |
N |
21-02-20 |
CDIU0136023 |
ML5b; ML21a1; ML21b4; ML22a |
A10 |
Delen, software, technologie voor radar- en C3-systemen |
Thailand |
Thailand |
NLD |
2.465.013 |
N |
11-12-20 |
CDIU0144862 |
ML9a1; ML22a |
A10 |
Delen voor fregatten |
Marokko |
Marokko |
NLD |
2.263.251 |
N |
De Kamer is in 2020 gerapporteerd
over vier gevallen (de overheid meldt er 3, maar de
Kamer werd in 2020 ook nog geinformeerd over een vergunning die
in februari 2019 was verstrekt voor communicatiesystemen voor
landingsschip voor de Qatarse marine. Deze brief is niet opgenomen in
het overzichtje met het ‘Overzicht versnelde rapportages’ in het
de rapportage Nederlandse
wapenxportbeleid over 2020). Snel kan je de melding in dit geval
niet noemen, maar de brief werd wel in dit kader door de Regering
verstuurd. Wat niet versneld wordt gemeld wordt opgenomen in de
maandrapporten, die verschijnen een paar maanden nadat de vergunning
verstrekt is. Anders dan de versnelde melding aan de kamer heeft dit
weinig tot geen invloed op het beleid, gedane zaken nemen immers
zelden een keer.
Onderdelen niet door Kamer
gecontroleerd
De levering van € 7,8 miljoen, het
uitgangspunt voor dit blog, is een levering van “delen van.”
Deze twee woorden zorgen voor de grote verdwijntruc binnen het
systeem van directe rapportage aan de Tweede Kamer. Door dit
uitzondering te laten zijn op de redenen de Tweede Kamer direct te
informeren, blijven van de ruim 1.000 verstrekte vergunningen in 2020
er maar drie/vier over die gemeld moeten worden aan de Tweede Kamer.
Dat lijkt op efficiëntie die het doel (de Kamer informeren en
enigszins betrekken bij het wapenexportcontrolebeleid ) voorbij
schiet. Zo hoeft de Kamer zelfs in het geval van terughoudend beleid
– waar in het geval van de Emiraten sprake van is – geen melding
te krijgen. Aangezien een zeer groot deel van de Nederlandse
militaire export uit onderdelen bestaan valt zo ook veel buiten die
controle.
Geschreven voor Stop Wapenhandel