zondag 16 januari 2022

Beëindiging onderzeeboot-capaciteit


Er zijn van die stukken die print je uit om later nog eens te lezen en vervolgens blijven ze liggen op een stapel. Eindelijk las ik de visie van Ko Colijn op een taakspecialisatie voor de Nederlandse krijgsmacht: Beter twee dingen goed doen dan drie dingen half.
Het kan en moet beter is de steeds terugkerende boodschap.

Verspilling

Een kort fragment vat goed samen waarom het geschreven is:
De Europese landen geven al jaren achtereen, na de VS, gezamenlijk veel méér aan defensie uit (in de orde van € 300 miljard) dan bijv. Rusland (orde € 70 miljard), een kloof die eigenlijk niet uit te leggen is, maar dat komt door nationale versnippering niet tot uiting in navenante krachtsverhoudingen. Nu zijn nationale autonomie en soevereiniteit vaak de rechtvaardiging voor deze versnippering, maar evengoed het eufemisme voor vérgaande verspilling.” Als alle landen alles zelf willen blijven doen dan zal dit niet veranderen. Vandaar dat niet alleen de luchtmacht zich moet beperken tot drie squadrons (3x12) F-35's (en vervangen vredesverliezen), maar ook de Nederlandse marine het expeditionair varend vermogen moet beëindigen en zich richten op: “a) patrouillecapaciteit voor het Noordzeegebied en de Middellandse Zee, b) bewaking van vitale onderzeese internetkabels, c) mijnenveegcapaciteit voor de Noordzee.”

Uitgaven

Voor nieuwe onderzeeërs is in dit beeld geen plaats. Daar zijn naast argumenten gelegen in efficiëntie en rationalisatie ook andere argumenten voor. Allereerst wijst Colijn erop dat er geen inzicht is in de reële kosten van de nieuwe onderzeebootcapaciteit. De Algemene Rekenkamer berekende dat “het budget tenminste € 730 miljoen hoger ligt dan in de vertrouwelijke bijlage van de B-brief staat vermeld.” Na het enorme F-35/JSF project is dit het tweede miljarden – inmiddels al € 5 miljardproject dat “niet slechts onderschat is, maar intussen ook in enkele jaren verdrievoudigd en tussentijds met ruim een miljard euro [om precies te zijn € 1,14 miljard] verhoogd is, en dat de AR zich verbaasd toont over het feit dat het ministerie van Defensie de kritiek gewoon naast zich neerlegt.” Het is wederom een project dat jarenlang een groot beroep zal doen op de financiële middelen van Defensie, waarmee andere plannen in de verdrukking komen.

Verblind

Het is verbazingwekkend dat de meeste Kamerleden naast zich neerleggen dat Nederland geen ervaring heeft met de bouw van volledige onderzeeboten. Colijn haalt uit naar de mogelijkheid ze aan te besteden bij werven die geen ervaring hebben, dat leidt tot schimmigheid en is niet rationeel. Bovendien:
“Ontwikkelen in eigen beheer met behulp van de eigen industrie, of het participeren hierin, heeft ons in het verleden een aantal keren weinig goeds gebracht, denk bv. aan de Walrus-affaire en de NH90-helikopter.” (Die laatste stuitte – na 40 jaar ontwikkeling – afgelopen week in Frankrijk nog op kritiek van de Minister van Defensie en moest het kortgeleden in Australië ontgelden.) Maar Kamerleden slaan graag een rood-wit-blauwe vlag om en die verblindt blijkbaar voor de realiteit.

Dan valt het doek

Als je voor een marine light gaat, dan ligt het voor de hand om hier geen onderzeeboot capaciteit binnen te hebben. Met het verdwijnen van de onderzeeboten vervalt ook de Nederlandse onderzeeboot-inlichtingencapaciteit vervallen,
“waar telkens op gehamerd wordt, maar die volstrekt niet transparant en controleerbaar is.” De huidige onderzeeboten van de Walrus-klasse mogen nog wel opgeknapt worden, de zogenaamde end-life update, maar aan het einde van hun levensduur valt het doek.

Strategisch

Overigens betekent dit alles niet dat Ko Colijn voor grote bezuinigingen pleit in zijn artikel, en zijn voorstellen sluiten geen 'strategisch autonoom europa' uit. Hij wijst er echter op dat als alle landen binnen Europa een soevereine Staat met een volledige krijgsmacht willen zijn dat de kosten groter zijn dan de baten.

Hij is echter ingehaald door de werkelijkheid van de nieuwe regering die meent dat niet alleen strategische autonomie van de EU moet worden nagestreefd, maar ook
“onze strategische onafhankelijkheid.” Je zou kunnen opmerken dat het de muis is die brult, maar als Nederland hangt aan die onmogelijke positie dan gaan specialisatie en rationalisatie naar het oud vuil. Dat maakt het tamboereren op de Russische dreiging niet alleen minder geloofwaardig, het is inderdaad een ongehoord “vérgaande verspilling,” waar een deel van de wapenindustrie garen bij spint.

Mogelijk ten overvloede: goed onderwijs, betaalbare en afdoende gezondheidszorg, en sociale voorzieningen bieden voor veel Nederlanders meer veiligheid dan straaljagers en onderzeeboten. De-escaleren en betekenisvolle dialoog worden daarbij momenteel zwaar onderschat.