De stapels werden door verschillende mensen doorgewerkt en de artikelen, die voor ons interessant waren, werden eruit geknipt. De nadruk lag daarbij op militarisme in de regio Amsterdam en marine activiteiten, zowel nationaal als internationaal. De artikelen werden gerubriceerd en opgeborgen in hangmappen. Volle hangmappen werden leeggehaald en de artikelen werden in een ordner gestopt.
In 1989 begonnen we ermee en het ging door tot 2002. Twee oude vrouwen, de een anarchiste (opgegroeid als dochter van een bekende linkse drukker (Bram Storm) en verzetsvrouw) en de ander met sympathie voor het trotskisme (ze typte als jonge vrouw manuscripten voor Henk Sneevliet), die iedere week langs kwamen zal ik niet vergeten: Tine Kombrink en Truke Kranendonk. De computer en verzakelijking van het werk maakten een einde aan deze gezellige en nuttige nijverheid.
Laatst was ik weer op dat kantoor, omdat ik iets op wilde zoeken over logboeken en onderzeeërs. De Commissie Davids had namelijk gesteld dat in de logboeken, dagrapporten, scheepsjournalen en patrouilleverslagen van de Walrus in de Perzische Zee niets stond over spioneren voor de oorlog in Irak en degradeerde op grond hiervan het verhaal van RTL-Nieuws en Argos tot fabel.(p. 393) Hiermee ontkent Davids een belangrijk karakteristiek van het militair bedrijf: openheid als dat voordelig is, geslotenheid als dat nodig is.
In 1993 schreef gerenomeerd journalist Jos Slats: “Meestal namen de onderzeeërs deel aan oefeningen in NAVO-verband, maar die duurden nooit langer dan enkele dagen of hooguit een week. Wat er aan zo’n oefening vooraf ging, of wat er na afloop gebeurde, is militair geheim. Zelfs in de logboeken van de onderzeeboten is niets terug te vinden over de vaarbewegingen in de Middellandse Zee. Zo ontbreekt in het journaal van Hr. Ms. Walrus een hele maand. Vorig jaar zette de onderzeeër vanuit Den Helder koers naar Gibraltar, maar daar houden de aantekeningen in het logboek abrupt op.” (Jos Slats, Volkskrant 27/4/93) Ik wist dat niet meer zo precies, maar wel ongeveer. Het artikel kon ik op het internet niet vinden. Daarom naar mijn vroegere werkplek.
Uit de kast pakte ik map 4.06 over Joegoslavië. Het nummer kende ik nog uit mijn hoofd. Vier staat voor Oost-Europa en daarachter heeft een land of groep landen een eigen nummer. Er was niets meer aan de map toegevoegd. Al die artikelen zaten nog wel ordelijk bij elkaar in een band. Het las als een geschiedenis boek; een overzicht van een paar jaar marine optreden in de oorlog tussen de Joegoslavische deelrepublieken en buitenlandse betrokkenheid. En ik vond ook nog wat ik zocht.
De oude kranten gaan nu op zijn best naar het oud papier. Ze zijn veel meer waard.