door Martin Broek
redactie Alex van Veen (Ravage Webzine)
De 56-jarige Can Dündar
was hoofdredacteur van de Turkse nationale krant Cumhuriyet die op 29
mei 2015 op de voorpagina het bericht plaatste dat de Turkse geheime
dienst MIT betrokken was geweest bij de smokkel van raketwerpers,
granaten, etc. naar Syrië. De wapens werden verborgen achter dozen
met medicijnen. De
krant kreeg een authentieke video toegespeeld waarop het openen van
de truck en de onthulling van de lading op 19 januari 2014 door de
politie te zien was.
Na lang wikken en
wegen, want een reactie van de Turkse staat was wel te verwachten,
besloot de redactie het artikel te plaatsen. De lezers hadden recht
op het nieuws. De volgende afweging was aan de hoofdredacteur zelf:
moest hij het land verlaten, in Londen blijven als hij daar zijn zoon
Ege bezoekt of afwachten wat de regering Erdogan voor hem in petto
heeft.“In een tijd van bedrog, is het vertellen van de waarheid een
revolutionaire daad”, haalt Dündar in zijn boek We Are Arrested George Orwell
aan.
Hij besluit af te
wachten, want “duidelijkheid en transparantie zijn de beste wapens
tegen geniepige vuiligheid.” Niet vluchten als een crimineel, of
eindigen als de foute persoon, omdat het publiceren van de onthulling
goed was. Als Dündar en zijn collega verslaggever Erdem Gül
uiteindelijk in november 2015 worden gearresteerd en in voorarrest
geplaatst, verstuurt hij de tweet 'We are arrested'.
Deze arrestatie staat
niet op zichzelf. Afgelopen week, op 25 april, veroordeelde de Turkse
rechter wederom 13 journalisten van Cumhuriyet. De krant lijkt kapot
te moeten worden gemaakt, maar de veroordeelde hoofdredacteur steltin Cumhuriyet: “Geen straf ons kan weerhouden van de journalistiek.
Als het moet, gaan we naar de gevangenis, maar we zullen doorgaan met
journalistiek.”
Aanslag
“Dit is Turkije's eigen
Irangate,” “dit betekent dat Turkije een rol speelt in de
Syrische burgeroorlog” en “dit waren de wapenleveranties die waren
ontkent door Erdogan”, schrijft de journalist, die afstudeerde op een
onderzoek naar staatsgeheimen en persvrijheid, in zijn boek over zijn gevangenschap na het bericht over de
Turkse geheime smokkel van wapentuig naar Syrië.
De media in het midden
van het politieke spectrum negeren het nieuws, maar de rechtse media
openen meteen de aanval. Ook Erdogan reageert: “Dit is de eerste
keer dat een Turkse president zelf vraagt om de zwaarst mogelijke
straf voor een journalist in een zaak die hem persoonlijk niet
aangaat.”
De berichtgeving leidde
ertoe dat Dündar en de hoofdredacteur van de Cumhuriyet-redactie in
Ankara, Erdem Gül, beschuldigd worden van spionage, het steunen van
een terroristische organisatie, poging tot omverwerping van de
regering en het onthullen van staatsgeheimen. De mannen worden, in
afwachting van hun proces, gedurende drie maanden in voorarrest
geplaatst in de Silivri-gevangenis. Het Constitutionele Hof gelastte
na 92 dagen hun vrijlating, maar ze werden niet vrijgesproken.
Voorafgaand aan de
laatste procesdag op 6 mei 2016 werd in een café in Istanbul een
aanslag gepleegd op Dündar. Een schot dat gepaard ging met de
schreeuw 'verrader!'. Zijn vrouw en een parlementslid van de
Republikeinse Volkspartij (CHP), die bij hem in het café zaten,
pakten de schutter bij de arm en z'n keel waardoor de aanslag met een
sisser afliep. Maar de dreigende toon was gezet. 'Verrader' was de
term die ook Erdogan gebruikte als hij het over Dündar had.
Na die aanslag werd
Dündar veroordeeld tot zes jaar cel, een straf die hij niet uit
wilde zitten. Hij week uit naar Duitsland. Zijn functie als
hoofdredacteur van Cumhuriyet moest hij neerleggen. Zijn vrouw Dilek
Dündar kreeg een uitreisverbod opgelegd.
Silivri-gevangenis
De gevangenis in
Silivri, waar Dündar zijn voorarrest uitzat, is gebouwd drie jaar
nadat de huidige president aan de macht kwam en is enorm. Er kunnen
15.000 gevangen in opgesloten worden.“Maar als ze in de nacht
afgevoerd zouden worden, zou ik het niet weten”, schrijft de
journalist in zijn betonnen cel afgescheiden van de overige
gevangenen. De cel van Dündar heeft een kleine buitenplaats.
Zo kan hij overdag
zichzelf luchten. Er staat wel een tien meter hoge muur omheen,
waarachter de zon in de winter verscholen blijft. Over die muur komen
pakjes van zijn buurman, ook journalist, in de belendende cel
terecht. De isolatie wordt eveneens doorbroken door een niet
aflatende stroom aan brieven en bezoekers, zoals parlementariërs die
met permissie gevangenissen bezoeken en advocaten. Zelfs zijn
uitgever mag langs komen en op bezoekdagen familie en vrienden.
Dündar beschrijft
terloops meer dan over zijn eigen haggie in de gevangenis. Al in het
voorwoord stelt hij dat een Turkije zonder Europa leidt tot een
anti-Westers en totalitair land en een Europa zonder Turkije tot een
éénkleurig, afgesloten en ineffectief continent. Juist het
jarenlang geseculariseerde Turkije zou het tegengif kunnen zijn voor
het rechts nationalisme dat hoogtij viert. De journalist is een
optimistisch ingesteld mens.
Het is optimisme dat in
het boek in vele gedaanten opduikt. De mensen die hem post sturen
krijgen een opkikker terug: "Niet zeuren, spreek. Niet lamenteren,
beweeg. Niet mompelen, spreek tegen. Niet mekkeren, vecht. Leg je
niet neer bij ellende, verzet je.” Zo komt het positieve geluid van
achter de tralies vandaan, het houdt Dündar op de been. Bezoekers
hadden vaak het idee dat ze op een soort rouwbezoek kwamen, terwijl
juist zij opgepept moesten worden. Dat ging wel eens ten koste van
Dündar's geestkracht.
Leven achter tralies
Er komt ook een heus
theatergezelschap langs. De voorstelling gaat over het leven achter
de tralies. Dündar denkt dat het bedoeld is om hen in Silivri te
laten zien dat het leven van anderen nog slechter is en dat het
verzoening met het eigen lot gemakkelijker maakt. Zelf herinner ik me
uit eigen ervaring in gevangenschap ook de films op het filmkanaal
van de penitentiaire instelling over het leven in gevangenissen,
zoals in Zuid-Afrika onder het apartheidsregime. Misschien ook in
hier om je erop te wijzen je zegeningen in een Nederlandse bajes te
tellen.
Can Dündar lijkt die
les niet echt nodig te hebben. Hoop is het enige medicijn tegen
angst, schrijft hij. Maar ook: “Als leven de kunst is van het geluk
vinden in kleine dingen dan is de gevangenis een kunstacademie.” Een
bladzijde verder lees je dat als je opgesloten zit het enige medicijn
vreugde is, niet de zorgen. Door te lachen zet je degene die je
gevangen laat zetten in zijn hemd en laat je zien dat het leven
triomfeert.
Goed, dat mag zo zijn,
maar je kan het ook overdrijven. “Wat je niet doodt, maakt je
sterker”, citeert Dündar de Duitse filosoof Friederich Nietze. Dit
lijkt eerder op een optimistische hyperbool want er zijn zoveel
voorbeelden van mensen die niet sterker uit narigheid en tegenslagen
zijn gekomen.
Optimisme en hoop
worden vaak verward met naïviteit. Naïef is Dündar zeker niet. Zo
schrijft hij over directeur Akin Atalay van Cumhuriyet, die november
2016 gearresteerd werd op verdenking van 'terroristische
activiteiten' die verband houden met Fethullah Gülen en de
Koerdische Arbeiderspartij PKK: “Als advocaat leed hij aan het
waandenken dat de wet nog steeds te vertrouwen was.” Atalay heeft
later zelf ook 500 dagen vastgezeten en werd 25 april vrijgelaten.
Als de macht zich bedient van rechteloosheid, moet je dat onder ogen
kunnen zien.
En dat doet Dündar.
Hij roept rond zijn proces de hulp in van Europa, maar niet na
geconstateerd te hebben dat Turkije 3 miljard euro van de EU kreeg om
de vluchtelingstroom in kaart te brengen en in te perken waardoor “mensenrechten en persvrijheid betekenisloos zijn geworden.” Maar je
kan het altijd proberen. Uiteindelijk constateert hij dat Europa het
houdt bij mopperen over de Turkse aanpak van Cumhuriyet en zich niet
echt uitspreekt, daarvoor is de vluchtelingendeal te belangrijk.
Journalistieke rol
Het boek geeft ook
lesjes over de rol van de journalistiek. De journalist en de
ambtenaar verschillen van elkaar van mening. Het kan de overheid goed
uitkomen een misstand te verhullen, maar het is de taak van de
journalist die te onthullen, zegt Dündar tijdens zijn proces tegen
aanklager Irfan Fidan.“Kan de inlichtingendienst toegeven dat het
wapens verscheept?”, vraagt de aanklager aan hem.
“Nee natuurlijk
niet”, antwoordt Dündar, “net zomin kan een journalist negeren
dat een inlichtingendienst illegaal wapens verscheept.”
Fidan heeft nog een
vraag: “Denkt u dan dat alles nieuws kan zijn?”
“Belang voor
het publiek definieert de grenzen”, antwoordt Dündar.“Er is
absoluut geen publiek belang mee gemoeid om naaktfoto's van politici
te publiceren (...) Maar als de staat wordt betrapt met zijn broek
naar beneden in een illegale affaire, dan zou ik geen moment
twijfelen om te publiceren.”
Voor de
Cumhuriyet-journalist betekent journalist zijn niet dat je geen
moreel of politiek kompas hebt. Je kan bijvoorbeeld links zijn,
volgens Dündar is daar niets mis mee. Het betekent ook geen aanval
op je eigen land, maar solidair zijn over grenzen heen, omdat het
niet grenzen zijn die mensen verbinden maar vrijheid, democratie,
mensenrechten, secularisme en recht. “Waar die waarden afwezig zijn
kan 'ons land' niet zijn”, tekent hij op.
Redactieleden van
Cumhuriyet werken door de staatsrepressie inmiddels dubbel zo hard.
Dündar en Gül, twee van hun kopstukken, zijn weggevallen. Ze waren
massaal aanwezig bij de rechtbank tijdens de veroordeling van hun
collega's. Ze demonstreerden geregeld voor de poort van de
Silivri-gevangenis. Ze worden bij een betoging uiteengejaagd met
traangas. Parlementsleden doen mee, uit solidariteit.
Stoelprotest
Dat er internationaal
enorm veel aandacht is uit de hoek van andere media, organisaties
voor de persvrijheid, mensen als Noam Chomsky etc, doet Dündar goed.
Dat er een solidariteitsactie is voor de muren van de gevangenis, dat
aanving met een stoel en een demonstrant (columnist Mete Akyol),
maakt hem oprecht blij. Dit stoelprotest kreeg al snel een
estafettekarakter. In het boek is een foto afgedrukt van de 95-jarige
architect Aydin Boysan die op deze stoel voor de gevangenis zit.
Dündar kreeg dus veel
aandacht, maar hij probeert zelf tegelijkertijd de aandacht te
vestigen op zijn gevangen zittende collega's in Silivri. Hij
beschrijft in dit verband het initiatief 'Wild Waves'. Dit begon in
de vorm van een organisatie die boeken stuurde naar de gevangenen.
Later kwamen er tentoonstellingen van bajeskunst, verhalen door
bajesklanten en correspondentie met bekende schrijvers bij.
Maar Dündar ziet in
zijn cel ook de ellende op zijn televisie en constateert dat het
Turkse publiek de ellende opzuigt als een spons, maar het nooit
uitspuugt. Kortom passief de ellende ondergaat. Even maakt zijn
optimisme plaats voor desillusie. Het verklaart mogelijk ook de tekst
op zijn kaarten bestemd voor hen die hem post stuurden, met “mekker
niet spreek” etc.
In 2000 protesteerde
Can Dündar zelf uit solidariteit met hongerstakers in een gevangenis
die een einde wilden aan de isolatie. Hij deed dit samen met andere
schrijvers, zoals de bekende Orhan Pamuk en de Koerdische schrijver
Yaşar Kemal. De hongerstaking eindigde in een tragedie: 122 doden en
400 gewonden. Niettemin geeft het aan dat de journalist zich tevens
begeeft in kritische literaire kringen.
Hij citeert in zijn
boek de Britse schrijfster en feministe Virginia Woolf: “Je kan geen
vrede vinden door het leven te vermijden.” Al eerder kwam een citaat
van Orwell voorbij. Het boek zit vol schrijvers en dichters. Ze
worden genoemd als inspiratiebron of als aanleiding tot overdenking.
Veel literatuur die hij benoemt gaat over gevangenschap: “Gevangenissen zijn scholen voor de literatuur”, schrijft hij in dit
verband.
De door Dündar
aangestipte literatuur loopt uiteen van Herman Melville (schrijver
van Moby Dick), Dostoyevski (Aantekeningen uit het ondergrondse),
Albert Camus, Stefan Zweig, Franz Kafka en Nazim Hikmet. Tot aan de
voor mij onbekende schrijfster Mine Söğüt en dichter Turgut Uyar
die 'Stop, aanschouw de hemel' schreef:
Let everyone sleep, that's good; that pleases meThe thieves, the policemen, the rich, the poor; let them sleepLet everyone sleep, except for you, except for meWe'll be when everyone's gone, let us not sleepWe're drunk anyway, we'll kiss on the streets anywayLet me be, let's contemplate the sky
Galgenhumor en ironie
Dündar heeft ook films
en regisseurs in het boek verwerkt. In het hoofdstuk 'Liefde' wordt
uitgebreid geciteerd uit kleine briefjes die de Tsjechische communist
Julius Fučik in gevangenschap onder de nazi's aan zijn vrouw
schreef. Fučik zou het niet overleven, zijn vrouw en de briefjes
wel. Alleen al de pijnlijke schoonheid van de beschrijving van die
liefde roert tot tranen en maakt het boek waardevol.
Verslaggevers Zonder
Grenzen, een NGO die persvrijheid nastreeft, gaf Cumhuriyet de Prijs
voor de Persvrijheid 2015. “Wat een bittere vreugde”, schrijft Dündar
met gevoel voor ironie, want tijdens de uitreiking wordt de redactie
omsingeld door de politie, aangezien er “een reëel gevaar voor een
bomaanslag” zou bestaan. Het is een vorm van galgenhumor die wel
vaker in het boek voorkomt. Zo kon Dündar in de
gevangenisbibliotheek zijn door hem zelf geschreven boeken opvragen.
Die ironie komt ook
terug in een uitgebreide brief aan Erdogan, waarin hij hem bedankt
voor het vele werk dat hij voor Dündar heeft gedaan. Zoals: “Het
nieuws van onze arrestatie weerklonk rond de wereld, van Japan tot
Canada, van Oceanië tot Indonesië. Er zal geen mens zijn die het
gemist heeft; we kunnen u niet genoeg bedanken voor uw bijdrage.”
Als een journalist
overlijdt die kort daarvoor in een kolom de familie van Dündar heeft
bezoedeld, schrijft hij dat zijn oma zou zeggen: God is groot. Dat is
haar stoplap bij van alles en nog wat. Meestal niet met zijn
instemming. Nu wel. Overigens haalt hij meteen daarna Metin Toker,
journalist en een gevangene uit de jaren '50 van de vorige eeuw, aan
die schreef dat de gevangenis niet tot een wraakzuchtige houding moet
leiden.
Veerkracht
We Are Arrested is een
boek vol veerkracht. Dat maakt het lezen lichter dan je van een
gevangenisboek in een dictatoriaal land zou verwachten. De Turkse
roman Istanbul Istanbul van Burhan Sonmez [*] die ik onlangs las en
zich afspeelt in de kerkers, bevat meer keiharde narigheid, maar ook
daar onder de grond scheen vaak meer licht. Ook in dat boek speelt
literatuur een belangrijke, zelfs centrale, rol. Evenals humor. Zo
schop je de lach in het leven.
Het overigens fraai
uitgegeven boek van Dünnar eindigt met 'Not the end'. Op de dag dat
ik deze recensie schrijf, probeert de Turkse overheid Europol te
bewegen Can Dündar op de lijst van gezochte personen te zetten.
België is verzocht hem uit te wijzen. Dündar woont sinds juni 2016
in Duitsland en hij vermoedt dat men hem half april heeft
gesignaleerd tijdens een bezoek aan België. Dündar denkt dat het
Turkse verzoek vooral bedoeld is om hem schrik aan te jagen.
Erdogan kan zowel een
ondenkbaar positief antwoord op die vraag voor binnenlands gebruik
aanwenden, maar ook een te verwachten weigering van Europol en België
kan hij uitmeten als teken dat Europa Turkije laat barsten. Dat de
president alias straatvechter met dergelijke kwesties uit de voeten
kan, heeft hij al vaak in toespraken laten zien. Je zou bijna
vergeten dat de zaak begon met een illegaal Turks wapentransport naar
Syrië.
Intussen gaat de
persbreidel door en werkt de Turkse president gestaag verder aan de
uitbouw van zijn positie als dictator. Laten we hopen dat dit
inderdaad het einde niet zal zijn.
* Istanbul Istanbul
wordt door Rene van Veen vertaald naar het Nederlands en verschijnt
in het najaar, uitgegeven door Orlando. In april won het de EBRDLiterature Prize 2018.