De komende maanden
worden besluiten genomen met gevolgen op lange termijn voor militaire
uitgaven en wapenproductie. De wapenindustrie heeft recentelijk delen
van haar productie verplaatst van zwaarden naar ploegscharen om te
helpen bij het produceren van de medische apparatuur die nodig is om
het coronavirus te bestrijden. Dit is breed uitgemeten door
industrie, pers en regeringen. Maar niet alle zwaarden zijn
omgesmeed.
Vertaling:
Wendela de Vries
De industrie produceert
nog steeds wapens, en fabrieken die zijn stopgezet vanwege de
lockdown worden overal zo snel mogelijk weer heropend. In
India
dringen Europese en Amerikaanse wapenbedrijven als Boeing,
Lockheed Martin en Airbus er op aan om de productie van militaire
componenten snel te hervatten, zelfs in dit land in volledige
lockdown met een zeer kwetsbare bevolking.
Creatieve geesten in de wapenindustrie tarten de intelligentie van
het publiek. Een futuroloog
van Airbus Defence and Space merkte op dat de militaire industrie
zich snel kan aanpassen aan noodsituaties “hetgeen in de
corona-crisis ten goede kwam aan de gezondheidszorg en de samenleving
als geheel”. Misschien denkt hij dat mensen niet slim genoeg
zijn om de enorme aanpassingen op te merken in het functioneren van
supermarkten, ziekenhuizen, bejaardentehuizen en woonvormen voor
gehandicapten. We hebben allemaal onze huishoudens razendsnel
veranderd, zonder militaire training.
Een onderzoeker van het
conservatieve Wilfried Martens Centrum in Brussel (een van de tien
grootste denktanks ter wereld) verwacht
vanwege COVID minder geld voor projecten van de militaire industrie
in de EU en vraagt beleidsmakers in Brussel en andere EU-hoofdsteden
alvast na te denken over de invloed van de pandemie op veiligheid en
defensie. Aviation
Week & Space Technology signaleert positieve en negatieve
gevolgen - meer van het eerste - voor de defensie-industrie, net zo
ingrijpend als na 9/11. Een van de meest cynische verwachtingen die
het blad omschrijft is de ineenstorting van staten op verschillende
plekken in de wereld, en de kans dat externe machten daar op zullen
inspelen.
In de Verenigde Staten geeft de regering de
militaire industrie alle mogelijke steun. Onder meer zijn de regels
versoepeld voor het maken van prototypen, zodat het
productieproces versneld kan worden. De federale overheid heeft de
2,5 miljoen werknemers in de sector opgedragen om hun werk voort te
zetten, op basis van nationale veiligheid. Ook in Australië,
Zuid-Korea
en Noorwegen
zijn ondersteunende maatregelen voor de defensie-industrie ingevoerd.
In de Europese Unie komt de industrie zelf met voorstellen en
probeert het post-COVID-beleid te beïnvloeden. Lobbyorganisatie ADS
(voor 1100 bedrijven die actief zijn in de ruimtevaart-, defensie-,
veiligheids- en ruimtevaartsector) meldt dat de Britse regering
een reeks ondersteunende faciliteiten heeft. Opvallend is het aanbod
van twee van de grootste Europese defensie-industrieën, Thales
en Leonardo,
van gratis cyberveiligheidsonderwijs aan andere ondernemingen,
waarmee ze hun huidige positie in deze groeiende sector promoten.
Nederland heeft een
defensie- en veiligheidslobbyorganisatie, de Nederlandse Industrie
voor Defensie en Veiligheid (NIVD). De NIVD staat dicht bij de
Commissie Militaire Productie bij het Ministerie van Economische
Zaken en Defensie.
Het komt met een pakket
beleidsmaatregelen om de industrie te helpen, zoals versnelde
betalingen, extra militaire en veiligheidsaanbestedingen door de
regering en snellere besluitvorming over defensiebudgetten in het
parlement. Soortgelijke
eisen worden ook gesteld door de lobby van de maritieme industrie
(NMT) om de
agenda hun kant op te bewegen. De militaire industrie en het
Ministerie van Defensie hebben geleerd van de economische crisis van
2008, toen de militaire uitgaven ook daalden.
Midden in de
aanstormende economische crisis stemt de Tweede Kamer zeer binnenkort
over een wet die de
komende vijf jaar € 20 miljard reserveert voor militair
materieel, en de verwachting is dat de wet wordt aangenomen. Dit zal
zelfs in de verwachte magere jaren, onafhankelijk van toekomstige
regeringen, inkomen voor de militaire industrie veiligstellen.
Terwijl er in het
VK juist een broodnodige pauze is ingelast voor nieuwe
defensieplannen, om redenen die welsprekend zijn verwoord door Andrew
Smith van de Campaign Against Arms Trade: “Dit zou een tijd
moeten zijn voor reflectie en heroverweging van prioriteiten in de
nasleep van de COVID-19 crisis. Hoe komt het dat zoveel artsen en
verpleegkundigen geen basale beschermingsmiddelen kunnen krijgen,
terwijl het VK nog steeds miljarden ponden ploegt in
vliegdekschepen?”
NIDV
en NMT
zijn niet alleen actief op Nederlands niveau, ze adviseren ook de
Nederlandse industrie om beter gebruik te maken van de Europese
defensie-industriële ondersteuningsmechanismen in het kader van het
Europees Defensiefonds. De Europese Commissie heeft onlangs een
oproep gedaan voor innovatieve militaire projecten (niet alleen
wapens) met een te verdelen bedrag van 160
miljoen euro.
De wapenindustrie is
goed gepositioneerd, het zijn veelal private bedrijven die toch dicht
bij de overheid staan, omdat overheden verreweg de belangrijkste
klanten zijn voor militaire wapens. De militaire markt van ongeveer
$100 miljard is beperkt tot een selecte groep klanten: ministeries
van defensie, binnenlandse veiligheidsorganisaties enz. Regeringen
zijn afhankelijk van de militaire- en veiligheidsindustrie om een
militair beleid te kunnen ontwikkelen en te beschikken over
instrumenten ter verdedigen, oorlogvoering en power projection.
Vanwege deze veiligheidsbelangen is militaire productie uitgesloten
van openbare aanbestedingen in belangrijke handelsovereenkomsten
zoals de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel GATT.
Regeringen zoeken
manieren om de economische neergang door de coronacrisis te
bestrijden, maar wapenaankopen gaan ten koste van de budgetten voor
ouderenzorg, herstel van ziekenhuizen en steun aan degenen die het
zwaarst door de corona-crisis zijn getroffen. En ten koste van de
transitie van een fossiele brandstofmaatschappij naar een duurzame
samenleving, die nodig is om die andere grote crisis, de
klimaatcrisis, een halt toe te roepen. Militair Keynesianisme is niet
in het belang van de samenleving als geheel. De corona-crisis heeft
laten zien dat zelfs geavanceerde en rijke samenlevingen heel
kwetsbaar zijn. Thomas
Piketty stelt dat om het ergste te vermijden, een sociale staat
nodig is, geen afgesloten staat. Ik wil hieraan toevoegen dat er niet
meer wapenindustrie nodig is, maar meer medicijnen en sociale
uitgaven. Laten we positie bepalen, de toekomst is nu.