donderdag 9 april 2020

Onderdelen voor de oorlogsvoering

Op het moment dat de oorlog aan de Europese deuren klopt, is Brussel zelfs niet in staat een besluit te nemen over een gemeenschappelijk wapenembargo tegen Turkije. Er was een tijd dat de Europese Unie beschouwd werd als voorbeeld dat een andere veiligheidspolitiek mogelijk was. Dat veiligheid gebaseerd kon zijn op de kracht van onderhandelingen in plaats van militair geweld.

Download in PDF / website
Maar op dit moment – nu twee programma’s op stoom komen om de defensie-industrie te ondersteunen – verliest Europa in snel tempo zijn witte duivenveren. Het Europese Defensiefonds (EDF) en het Verdrag van Aken wijzen op een heel andere mentaliteit in Brussel.

Elzbieta Bienkowska, het vertrekkende Poolse lid van de Europese Commissie, benadrukte onlangs dat de 10 miljard dollar, die wordt uitgetrokken voor het Europese Defensiefonds een van de belangrijkste prestaties van de Commissie in de laatste vijf jaar is geweest. Ze zei dat dit bedrag gering is in vergelijking met de omvang van de hele Europese defensie-industrie, maar toch meer dan symbolisch. Voor het eerst in de geschiedenis zijn de lidstaten van de EU het eens geworden om samen te werken op het gebied van defensie.

In de zomer van 2019 schreef Philippe Leymarie in het Franse intellectuele maandblad Le Monde Diplomatique over Europese defensiepolitiek en vroeg zich af of het Europese Defensiefonds beperkt zou blijven tot Europese bedrijven. “Of zal het wijd opengesteld worden, zoals bepleit door Nederlandse liberalen, Duitse sociaaldemocraten, de regering van Polen en functionarissen van de VS, die de EU al hebben bedreigd met vergelding als Amerikaanse bedrijven worden uitgesloten.”

De website Politico meldde in november voorstellen van de Benelux-landen om spelers van buiten de EU te betrekken bij de 34 Europese samenwerkingsprojecten van PESCO. Het zou op zijn minst opmerkelijk zijn als een fonds, dat wordt gepresenteerd als noodzakelijk voor de versterking van de Europese wapenindustrie, de industrie van de VS zou gaan financieren. Maar met of zonder de VS, Europa is zijn beleid aan het militariseren.

VERDRAG VAN AKEN

Ondertussen waren Frankrijk en Duitsland druk bezig een as te vormen op het gebied van economische, buitenlandse en defensie(industrie)politiek in de vorm van het Verdrag van Aken. Onderdeel van dit verdrag is een regeling voor de tegenstrijdige wapenexportpolitiek van beide landen. Er zijn eerder pogingen geweest om dit probleem op te lossen in een aantal specifieke gevallen, maar het Verdrag van Aken lijkt van meer algemene aard en gaat een stuk verder. De Franse krant La Tribune merkte op dat “de tot nu toe uiterst gespannen betrekkingen tussen Duitsland en Frankrijk op het gebied van wapenexporten lijken te kalmeren. Dat blijkt uit de beslissing van Berlijn om de verkoop aan de Verenigde Arabische Emiraten van twee korvetten van Naval Group Gowind met Duitse motoren van MTU niet te belemmeren.”

In september berichtte de Times: “President Macron en Angela Merkel hebben een poging gedaan om de Frans-Duitse wrijving over wapenexporten – vooral die naar Saoedi-Arabië – te verlichten door het tekenen van een geheime overeenkomst. Het akkoord moet een einde maken aan de Berlijnse blokkade bij de levering van Franse wapens met Duitse onderdelen aan landen met een twijfelachtige staat van dienst op het gebied van mensenrechten.” En hierbij verwijst de Britse krant naar een bijlage bij het verdrag.

Wapenhandel is een belangrijke prioriteit, die direct verband houdt met gezamenlijke wapenproductie. De Fransen hebben namelijk in het algemeen een heel liberaal wapenexportbeleid, terwijl Duitsland veel striktere normen hanteert. Zo heeft Duitsland sinds 2016 wapenleveranties aan Ankara beperkt, vooral na het Turkse militaire offensief tegen de regio Afrin in het noorden van Syrië. Frankrijk gaat daarentegen gewoon door met exporteren. Tussen 2014 en 2016 was Turkije de 13e importeur van wapens ter wereld in omvang. Dankzij het verdrag van Aken zal Duitsland volgens Die Zeit niet langer gezamenlijke wapenprojecten blokkeren en omgekeerd zal Frankrijk Duitse exporten niet tegenhouden (hoewel dat sowieso momenteel onvoorstelbaar is). Op dit moment wordt aangenomen, dat volgens het verdrag de partij die betrokken is bij minder dan 20% van de waarde van een contract, afziet van invloed op het besluit om de wapens te exporteren. Er wordt nog gesleuteld aan de juridische formuleringen en de onderhandelingen met Parijs zijn “grotendeels afgerond, maar we willen niet vooruitlopen op het resultaat van de afsluitende besprekingen,” aldus het Duitse ministerie van Economische Zaken.

Momenteel bombarderen Turkse F-16 vliegtuigen het noorden van Syrië. Die F16s zijn ontworpen door Lockheed Martin. Maar toen Lockheed ze verkocht aan zijn klanten, bedongen veel van hen – waaronder lidstaten van de EU – compensaties als onderdeel van de koopovereenkomst. Zo worden bijvoorbeeld “van Israël tot Indonesië en van Turkije tot Taiwan F-16s ingezet met Nederlandse onderdelen,” aldus Frank Slijper, destijds van de Nederlandse Campagne tegen Wapenhandel, in 2003. Onlangs werden er aan de Nederlandse regering vragen gesteld over de leveranties van militaire onderdelen (87% van de totaal Nederlandse militaire export ter waarde van 750 miljoen euro in 2018). De staatssecretaris voor buitenlandse handel antwoordde dat in het geval van export aan bondgenoten, deze beschouwd worden als eindbestemming wanneer de uiteindelijke eindbestemming niet duidelijk is. Niettemin was tussen de VS en Nederland overeengekomen dat wederuitvoer van “defensieproducten en -diensten, waaronder technische informatie met origine op het grondgebied van de andere partij alleen zal plaatsvinden met voorafgaande schriftelijke toestemming van de regering van de oorspronkelijke leverancier.” Maar soms is het handiger om je te verbergen achter een ander land (althans publiekelijk) in plaats van een controlemechanisme te ontwikkelen. Terwijl Duitsland en Frankrijk tenminste de besluitvorming over gezamenlijke projecten regelen. lijkt de trans-Atlantische samenwerking op het gebied van wapens uitsluitend een kwestie te zijn van het bondgenootschap.

EUROPESE RONDE TAFEL

Dit zijpaadje op het gebied van trans-Atlantische samenwerking op het gebied van defensie-industrie roept een aantal vragen op met betrekking tot de inhoud van het verdrag van Aken. Ten eerste, zijn er overeenkomsten gesloten tussen Europese landen en de VS om wederuitvoer te controleren en zo ja, welke? Wat zal de positie van derde landen worden ten opzichte van de Frans-Duitse programma’s? Spanje is bijvoorbeeld een belangrijk onderdeel van het Airbus concern en neemt deel in de productie van het militaire transportvliegtuig A400M, waarvan 10% zijn uitgevoerd naar Turkije. Dit roept ook de vraag op of en hoe het Duitse en Franse publiek zal worden geïnformeerd over de waarde en bestemming van onderdelen bij gezamenlijk geproduceerde wapensystemen. Zal er verslag worden uitgebracht aan andere leden van COARM? Merkel en Macron hebben in oktober samen gedineerd met de ‘Europese Ronde Tafel’ in Toulouse bij Airbus. Dit is een pressiegroep waar de leiders van grote Europese defensiebedrijven inzitten. Ze hebben gesproken over “een Europese industrie- en innovatiepolitiek met meer ambitie.” Terwijl Europa op weg is naar een militair-industriële politiek kunnen we die etentjes beter goed in de gaten blijven houden.

Martin Broek

Op 15 oktober 2019 in het Engels verschenen op het blog Broekstukken.
Vertaald door Kees Kalkman, redacteur AMOK/Onderzoeksdossier Vredesmagazine voor nr. 2, 2020.

VERKLARENDE BEGRIPPEN:

PESCO Permanent Structured Cooperation – het deel van het Europese Unie veiligheids- en defensie beleid waarin 25 van de 28 nationale gewapende legers structurele integratie nastreven.

COARM Conventional Arms Exports – De werkgroep over Conventionele Wapenexport doet het werk aangaande export controle rond conventionele wapens.