Op het moment dat de
oorlog aan de Europese deuren klopt, is Brussel zelfs niet in staat
een besluit te nemen over een gemeenschappelijk wapenembargo tegen
Turkije. Er was een tijd dat de Europese Unie beschouwd werd als
voorbeeld dat een andere veiligheidspolitiek mogelijk was. Dat
veiligheid gebaseerd kon zijn op de kracht van onderhandelingen in
plaats van militair geweld.
Maar op dit moment – nu twee
programma’s op stoom komen om de defensie-industrie te ondersteunen
– verliest Europa in snel tempo zijn witte duivenveren. Het
Europese Defensiefonds (EDF) en het Verdrag van Aken wijzen op een
heel andere mentaliteit in Brussel.
Download in PDF / website |
Elzbieta Bienkowska,
het vertrekkende Poolse lid van de Europese Commissie, benadrukte
onlangs dat de 10 miljard dollar, die wordt uitgetrokken voor het
Europese Defensiefonds een van de belangrijkste prestaties van de
Commissie in de laatste vijf jaar is geweest. Ze zei dat dit bedrag
gering is in vergelijking met de omvang van de hele Europese
defensie-industrie, maar toch meer dan symbolisch. Voor het eerst in
de geschiedenis zijn de lidstaten van de EU het eens geworden om
samen te werken op het gebied van defensie.
In de zomer van 2019
schreef Philippe Leymarie in het Franse intellectuele maandblad Le
Monde Diplomatique over Europese defensiepolitiek en vroeg zich af of
het Europese Defensiefonds beperkt zou blijven tot Europese
bedrijven. “Of zal het wijd opengesteld worden, zoals bepleit
door Nederlandse liberalen, Duitse sociaaldemocraten, de regering van
Polen en functionarissen van de VS, die de EU al hebben bedreigd met
vergelding als Amerikaanse bedrijven worden uitgesloten.”
De website Politico
meldde in november voorstellen van de Benelux-landen om spelers van
buiten de EU te betrekken bij de 34 Europese samenwerkingsprojecten
van PESCO. Het zou op zijn minst opmerkelijk zijn als een fonds, dat
wordt gepresenteerd als noodzakelijk voor de versterking van de
Europese wapenindustrie, de industrie van de VS zou gaan financieren.
Maar met of zonder de VS, Europa is zijn beleid aan het
militariseren.
VERDRAG VAN AKEN
Ondertussen waren
Frankrijk en Duitsland druk bezig een as te vormen op het gebied van
economische, buitenlandse en defensie(industrie)politiek in de vorm
van het Verdrag van Aken. Onderdeel van dit verdrag is een regeling
voor de tegenstrijdige wapenexportpolitiek van beide landen. Er zijn
eerder pogingen geweest om dit probleem op te lossen in een aantal
specifieke gevallen, maar het Verdrag van Aken lijkt van meer
algemene aard en gaat een stuk verder. De Franse krant La Tribune
merkte op dat “de tot nu toe uiterst gespannen betrekkingen
tussen Duitsland en Frankrijk op het gebied van wapenexporten lijken
te kalmeren. Dat blijkt uit de beslissing van Berlijn om de verkoop
aan de Verenigde Arabische Emiraten van twee korvetten van Naval
Group Gowind met Duitse motoren van MTU niet te belemmeren.”
In september berichtte
de Times: “President Macron en Angela Merkel hebben een poging
gedaan om de Frans-Duitse wrijving over wapenexporten – vooral die
naar Saoedi-Arabië – te verlichten door het tekenen van een
geheime overeenkomst. Het akkoord moet een einde maken aan de
Berlijnse blokkade bij de levering van Franse wapens met Duitse
onderdelen aan landen met een twijfelachtige staat van dienst op het
gebied van mensenrechten.” En hierbij verwijst de Britse krant
naar een bijlage bij het verdrag.
Wapenhandel is een
belangrijke prioriteit, die direct verband houdt met gezamenlijke
wapenproductie. De Fransen hebben namelijk in het algemeen een heel
liberaal wapenexportbeleid, terwijl Duitsland veel striktere normen
hanteert. Zo heeft Duitsland sinds 2016 wapenleveranties aan Ankara
beperkt, vooral na het Turkse militaire offensief tegen de regio
Afrin in het noorden van Syrië. Frankrijk gaat daarentegen gewoon
door met exporteren. Tussen 2014 en 2016 was Turkije de 13e importeur
van wapens ter wereld in omvang. Dankzij het verdrag van Aken zal
Duitsland volgens Die Zeit niet langer gezamenlijke wapenprojecten
blokkeren en omgekeerd zal Frankrijk Duitse exporten niet tegenhouden
(hoewel dat sowieso momenteel onvoorstelbaar is). Op dit moment wordt
aangenomen, dat volgens het verdrag de partij die betrokken is bij
minder dan 20% van de waarde van een contract, afziet van invloed op
het besluit om de wapens te exporteren. Er wordt nog gesleuteld aan
de juridische formuleringen en de onderhandelingen met Parijs zijn
“grotendeels afgerond, maar we willen niet vooruitlopen op het
resultaat van de afsluitende besprekingen,” aldus het Duitse
ministerie van Economische Zaken.
Momenteel bombarderen
Turkse F-16 vliegtuigen het noorden van Syrië. Die F16s zijn
ontworpen door Lockheed Martin. Maar toen Lockheed ze verkocht aan
zijn klanten, bedongen veel van hen – waaronder lidstaten van de EU
– compensaties als onderdeel van de koopovereenkomst. Zo worden
bijvoorbeeld “van Israël tot Indonesië en van Turkije tot
Taiwan F-16s ingezet met Nederlandse onderdelen,” aldus Frank
Slijper, destijds van de Nederlandse Campagne tegen Wapenhandel, in
2003. Onlangs werden er aan de Nederlandse regering vragen gesteld
over de leveranties van militaire onderdelen (87% van de totaal
Nederlandse militaire export ter waarde van 750 miljoen euro in
2018). De staatssecretaris voor buitenlandse handel antwoordde dat in
het geval van export aan bondgenoten, deze beschouwd worden als
eindbestemming wanneer de uiteindelijke eindbestemming niet duidelijk
is. Niettemin was tussen de VS en Nederland overeengekomen dat
wederuitvoer van “defensieproducten en -diensten, waaronder
technische informatie met origine op het grondgebied van de andere
partij alleen zal plaatsvinden met voorafgaande schriftelijke
toestemming van de regering van de oorspronkelijke leverancier.”
Maar soms is het handiger om je te verbergen achter een ander land
(althans publiekelijk) in plaats van een controlemechanisme te
ontwikkelen. Terwijl Duitsland en Frankrijk tenminste de
besluitvorming over gezamenlijke projecten regelen. lijkt de
trans-Atlantische samenwerking op het gebied van wapens uitsluitend
een kwestie te zijn van het bondgenootschap.
EUROPESE RONDE TAFEL
Dit zijpaadje op het
gebied van trans-Atlantische samenwerking op het gebied van
defensie-industrie roept een aantal vragen op met betrekking tot de
inhoud van het verdrag van Aken. Ten eerste, zijn er overeenkomsten
gesloten tussen Europese landen en de VS om wederuitvoer te
controleren en zo ja, welke? Wat zal de positie van derde landen
worden ten opzichte van de Frans-Duitse programma’s? Spanje is
bijvoorbeeld een belangrijk onderdeel van het Airbus concern en neemt
deel in de productie van het militaire transportvliegtuig A400M,
waarvan 10% zijn uitgevoerd naar Turkije. Dit roept ook de vraag op
of en hoe het Duitse en Franse publiek zal worden geïnformeerd over
de waarde en bestemming van onderdelen bij gezamenlijk geproduceerde
wapensystemen. Zal er verslag worden uitgebracht aan andere leden van
COARM? Merkel en Macron hebben in oktober samen gedineerd met de
‘Europese Ronde Tafel’ in Toulouse bij Airbus. Dit is een
pressiegroep waar de leiders van grote Europese defensiebedrijven
inzitten. Ze hebben gesproken over “een Europese industrie- en
innovatiepolitiek met meer ambitie.” Terwijl Europa op weg is
naar een militair-industriële politiek kunnen we die etentjes beter
goed in de gaten blijven houden.
Martin Broek
Op 15 oktober 2019
in het Engels verschenen op het blog Broekstukken.
Vertaald door Kees Kalkman, redacteur AMOK/Onderzoeksdossier Vredesmagazine voor nr. 2, 2020.
Vertaald door Kees Kalkman, redacteur AMOK/Onderzoeksdossier Vredesmagazine voor nr. 2, 2020.
VERKLARENDE
BEGRIPPEN:
PESCO Permanent
Structured Cooperation – het deel van het Europese Unie
veiligheids- en defensie beleid waarin 25 van de 28 nationale
gewapende legers structurele integratie nastreven.
COARM
Conventional Arms Exports – De werkgroep over Conventionele
Wapenexport doet het werk aangaande export controle rond
conventionele wapens.