dinsdag 25 mei 2021

Boekbespreking, On Western Terrorism

Het boek On Western Terrorism; From Hiroshima to Drone Warfare is de weergave van een lang gesprek tussen de beroemde taalwetenschapper en even beroemd politiek commentator, Noam Chomsky, en filosoof en publicist Andre Vltchek. Het werd voor het eerst gepubliceerd in 2013 (daarna zouden nog 13 boeken verschijnen van Chomsky, met of zonder coauteurs).


De vorm van het boek is een belangrijk gegeven. Het is een uitgeschreven wisselgesprek en dat maakt het vlot leesbaar. Je moet alleen uitkijken dat je verschil blijft maken tussen de uitgesproken Chomsky en de nogal horizontale Vltchek. Het grootste nadeel van deze vorm is dat een belangrijke eigenschap van een geschreven tekst mist; beweringen worden niet gestaafd door bronnen en dat is een manco. Soms duikt er opeens een op, maar dat vergroot niet altijd de degelijkheid.

Goochelen met doden
Als Vltchek beweert dat in 1965 in Indonesië 3 miljoen mensen zijn afgeslacht, dan pareert Chomsky met:
“zo'n hoog cijfer heb ik nog nooit gehoord, maar hoe hoog het ook was, het was vreselijk.” Vltchek krabbelt dan wat terug en zegt dat hij dit heeft van de opschepperige generaal van de beruchte speciale troepen Wibowo. Later in het gesprek herhaalt hij zichzelf alsof hij niet hoorde wat er gezegd werd. Doorgaans wordt het echter ook al onvoorstelbare getal van 500.000 doden genoemd. De goed geïnformeerde oprichtster en van mensenrechten organisatie Tapol Carmel Budiardjo schrijft in het boek dat verslag doet van haar persoonlijke ervaringen in 1965, Surviving Indonesia's Gulag (p. 51-52), afgewogen toe naar een miljoen doden. Het zijn deze cynische 'onsjes meer' om het erger te maken dan het al is, die je iets meer dan sceptisch maken bij het lezen van On Western Terrorism. Visies dreigen daardoor minder door te dringen.

Nederland als voetnoot
Bij een boek met een index is het mijn gewoonte om op Nederlandse trefwoorden te zoeken. De delta aan de Noordzee en hulpknechtje van het imperialisme is hier, zoals wel vaker, onzichtbaar. Nederland levert weliswaar een belastingparadijs aan de wereld, niche technologie (o.a. voor wapens), heeft belangrijke banken en transnationale bedrijven van eigen bodem, een forse dosis geschiedenis en een voor zo'n klein land grote economie, maar ontbreekt in de index. De uitgever Pluto Press leverde bij de papieren versie echter ook een digitaal boek en daarin komt Nederland wel een paar keer bovendrijven vanwege koloniale geschiedenis, als doelwit voor optreden van de VS als het Internationale Strafhof een partij uit de VS zou aanklagen en de weinig heldhaftige opstelling van het gros van de Nederlanders tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat laatste wordt nogal van dik-hout gebracht: Nederlanders collaboreerden met de nazi's, zo stelt Chomsky. Dat ook, maar het niets doen, het doorleven onder een nieuw bewind, was een belangrijker karakteristiek. En een klein verzet was er ook. Maar goed Nederland is in het boek niet meer dan een paar opmerkingen.

Verontwaardiging
Voor het lezen gaat mijn blik over een spread in de Volkskrant
Ze dompelen zichzelf even helemaal onder heet het verhaal over vrouwen die zich staarten laten aanmeten en even denken zeemeermin te zijn. Foto's van Elisa Maenhout laten die vrouwen met staarten zien. Het liberale ieder zijn ding, gaat toch wat wringen als op pagina 4 van het boek voorbij komt dat Tuvalu in zee aan het verdwijnen is. Je zou het maar zonder luxe zeemeerminnenstaart moeten doen als het land om je heen door golven wordt overspoelt. “Zonder enige aandacht van de pers,” zegt Vltchek. Het onderwerp is echter sinds 2010 meer aanwezig in de international pers. (In 2021 opmerkelijk genoeg bijna niet meer. Is dat omdat we onze eigen sores hebben die groter lijkt?) Het is een terugkerende opmerking van beide heren: de pers schrijft er niet over. Bij het nazoeken van sommige van die beweringen blijkt dat er wel degelijk stukken in kranten stonden. Dat de rapportages vaak geen zier verschil uitmaken in de politieke processen is wat anders. Daar lijkt mij het probleem te liggen: Hoe geef je de verhalen handen en voeten?

Beknoptheid
Het grootste deel van de pers is er niet om zaken voor het voetlicht te brengen, maar om te vermaken, bromt Noam Chomsky. Dergelijke verzuchtingen gaan meestal wel gepaard met de opmerking dat hij ook goede journalisten tegen is gekomen en dat ze niet allemaal in hotellobby's blijven hangen om de verhalen van persvoorlichters na te praten. Het gros geeft niet echt om de zaak, stelt hij
niettemin. Misschien is er ook buitengewoon veel lef voor nodig om van de bar de woestheid in te lopen en zelf op onderzoek uit te gaan.

Er is ook geen censuur, maar vooral een systeem waar voor commentaar geen plaats is, zodat zaken onterecht overeind blijven staan. Je mag best zeggen dat de Verenigde Staten zich schuldig maken aan terrorisme, maar krijgt niet de tijd dit te onderbouwen, zodat je overkomt als iemand van Mars. Die beknoptheid wordt niet gevraagd uit kwade wil, maar omdat je tussen twee reclame blokken moet passen, of omdat het behapbaar moet blijven voor de kijker, verteld hij uit eigen ervaring.

De toon wordt nog meer gezet door de opmerking van
Vltchek dat uit onderzoek van hem blijkt dat sinds de Tweede wereldoorlog 55 miljoen mensen zijn omgekomen door Westers imperialisme (ik kan geen onderbouwing van die telling vinden) of die van Chomsky dat de inheemse bevolking in Amerika is gedecimeerd.

Zoeken
Als Chomsky in Hongarije op bezoek gaat dan treft hij alleen volgers van westerse ideeën. Het schokte hem. Er waren wel anderen, maar omdat hij die niet tegen kwam gaat hij er blijkbaar vanuit dat ze niet bestonden. Hoe zit het eigenlijk nu met Alba Kor? De organisatie – actief tussen 1990 en 2004 – tegen het automatisch toetreden van Hongarije tot de NAVO die 'geen inch naar het Oosten zou opschuiven' en wapenexporten is officieel in 2014 verdwenen,
stelt wikipedia. Er zijn vast nieuwe mensen actief geworden. Kwaadheid is een motor, een graafmachine naar feiten, maar verongelijktheid leidt niet tot de beste resultaten. Draag niet alleen aan wat mis is, maar ga ook nog meer op zoek naar wat wel wil bijdragen aan een veilige en leefbare wereld voor allen.

Lives matter
Het boek is acht jaar oud, maar wel zeer actueel. Het gaat over kolonialisme en wat wij daarover weten en dat is vrijwel niets (ook hier komt een Nederlandse diplomaat in een bar om de hoek piepen, hij vond het verkeerd dat Nederland Indië had verlaten). De film de Oost bijvoorbeeld wrijft 70 jaar later nog in een open wond. Mensen in Azië, Afrika, en Latijns-Amerika zijn vaak veel beter geïnformeerd. De invloed van het kolonialisme en imperialisme op verder afgelegen delen van de wereld en de mensen die er wonen is of zou een belangrijk deel van black lives matter moeten zijn. Het boek staat barstens vol voorbeelden waarvan je gaat huiveren en die je wel mee moet nemen in je visie op het Westerse model dat zichzelf voortdurend op de borst klopt.

Hoeders van vrijheid
Chomsky maakt zich nog duidelijk kwaad over de opmerking van Václav Havel in het Congres dat de Verenigde Staten “de hoeders van de vrijheid zijn,” en dat hij die uitspraak deed een paar dagen nadat Salvadoraanse troepen zes oppositionele priesters hadden omgebracht. Die troepen waren zojuist teruggekeerd uit de Verenigde Staten waar ze werden opgeleid en later aangestuurd door Washington. Václav is een beste man, zegt Chomsky, maar met weinig mededogen voor oppositionele collega's elders. Oost-Europese dissidenten kan je niet met de Latijns-Amerikaanse oppositie vergelijken, als je dat wel doet dan valt het hele systeem om waarin mensenrechtenschendingen worden gebruikt als kritiek op de tegenstander en daarmee onderdeel van de machtspolitiek. Vltchek laat helemaal geen spaan heel van de heilige koeien van het Westen, zoals Havel en Kundera.

Horizontaal
Op den duur gaat het tegenstaan dat Vltchek het vrije Rusland en het fijne China ophemelt. De Sovjet Unie was de kracht die instond
“voor vrijheid van alle arme delen van de wereld; tegen kolonialisme, imperialisme en voor sociale rechtvaardigheid.” Niets over de machtspolitieke doelen achter het wel of niet bewapenen van groepen om de eigen positie te versterken, het leegvissen van de zeeën (ja de anderen ook), en de bijvoorbeeld de nucleaire vervuiling in afgelegen gebieden. Nee. De Rus heeft een socialistische ziel, zo merkt hij op. Tja.

Tibet wordt vergeleken met Kasjmier, waarbij de situatie in het tweede gebied veel ernstiger is dan in het eerste. De kritiek zou voor mij meer gewicht hebben als het een niet gebruikt zou worden om het andere te verzachten. Kom liever met goed verhaal, waarin zaken worden uitgevlooid en beschreven, zoals wel gebeurt rond het militaire optreden in Libië. Hier traden NAVO-landen op buiten de orde van een in de Veiligheidsraad overeengekomen resolutie om. Daarmee werd vertrouwen tussen de internationale machten onderuitgehaald, met zeer negatieve effecten voor Libië,
een groot gebied om Libië heen, en voor de samenwerking in de internationale politiek.

Heeft Vltchek het China van 10 jaar gelden voor ogen bij zijn woorden over de heilstaat? De situatie ging toen niet alleen economisch, maar ook sociaalpolitiek vooruit, het roer werd echter overgenomen door de autoritaire leider Xi Xiping. Mijn zoeken naar begrip is naïef: bij het overlijden van de filosoof in oktober 2020 wijdde de South China Morning Post een artikel aan hem, waarbij het uitdrukkelijk een
verdediger van de Chinese politiek in Tibet en Xinjiang. Het zijn niet alleen deze grote landen waar hij het voor opneemt, ook Nicaragua komt voorbij als voorbeeld voor ons allen. Tientallen pagina's later komt er nog een reactie van Chomsky waarin hij stelt dat de bijvoorbeeld Humberto Ortega (broer van de President) zich zozeer verrijkte dat hij in een ommuurd landgoed midden in Managua kon gaan wonen. Of hij reageert op het ideale Afghanistan onder de Russen van Vltchek met de opmerking dat ook die periode “behoorlijk verschrikkelijk” was.

Vrijheid en democratie
Deze week beschreef
The Independent dat het Verenigd Koninkrijk de bombardementen op Gaza steunt. Aantal doden 217, inclusief 63 kinderen voegde de krant aan deze constatering toe. Mensenrechten en het tegengaan van militaire repressie is een opdracht voor anderen, moet de constatering zijn. In Nederland is mooipraat de deken over die steun. Zo leidt het tot minder commotie. Vltchek merkt op dat “vrijheid en democratie” de begrippen zijn die het Westen inzet om zijn oorlogen en onderdrukking te verkopen. Dit welzijns imperialisme heeft tot veel geweld, vernietiging en doden geleid. Iets wat al te gemakkelijk onder het tapijt wordt geveegd.

Niet-mensen
Dat kan omdat voor de
unpeople, de niet-mensen (begrip ontleent aan Georg Orwell), geen of veel minder democratische uitgangspunten en mensenrechten gelden, aldus Chomsky. De Palestijnen worden als voorbeeld aangehaald, maar je kan evengoed denken aan de Amerikaanse oorlog in Zuidoost Azië: in 1971 waren al 20.587 Vietnamezen vermoord, omdat ze op een dodenlijst stonden; etc. Bij de Vietnamoorlog constateert hij scherp dat normaal gesproken alles wat 50 jaar oud is uitgebreid wordt herdacht, maar het begin van die oorlog 50 jaar na dato niet herdacht werd. Verlies moet je in het publieke debat zo snel mogelijk vergeten (en intern gebruiken om lessen uit te trekken), hoe enorm de kwestie ook was. Het uitwissen van Japanse oorlogsmisdaden van voor 7 december 1941 in het Vredesverdrag van San Francisco was ook gebaseerd op dit niet-mensen fenomeen. De Amerikanen waren er niet door getroffen, maar alleen de onmensen in Azië. Het wegnemen van menselijke waardigheid is een voorwaarde om nauwelijks belemmerd op te kunnen treden leerde Frames of War; When is life grievable van Judith Butler.

Nederlands kolonialisme
Het debat over waarom Maleisië zo ver voorliep op Indonesië wordt genoemd als voorbeeld van het accepteren van koloniaal bestuur. Of dat zo is, is de vraag; het is eerder een kritiek op de eigen kolonisator. Het standpunt dat het voorbeeldige Britse bestuur, tegenover het minderwaardige Nederlandse, de reden is van dat verschil in ontwikkeling, herken ik uit een discussie die in in 1996 in Jakarta voerde en waarbij wetenschappers werden aangehaald om de stelling te verdedigen. Het is een idee dat tegen de borst stuitte, maar moet wel begrepen worden binnen de kritiek op een van de langst zittende dictaturen ter wereld van de vorige eeuw, die van Soeharto. Het is wel een gelegenheidsargument. Er zijn immers voldoende voormalige Britse kolonies die door allerlei factoren boven of juist onder Indonesië scoren. De belangrijkste Britse kolonie India staat bijvoorbeeld nog steeds ver onder Indonesië in de Human Development Index. Dat laat onverlet dat het Nederlandse optreden in de Oost Indië, het sinds 1945 onafhankelijke Indonesië, al meteen op achterstand zette. De zogenaamde politionele acties en het gevangen nemen van de politieke leiding van de verse Republiek zadelde de nieuwe Indonesië op met een gepolitiseerde krijgsmacht (p. 62).

Keurmerk
Amartya Sen is een soort keurmerk. De bewering van de econoom en Nobelprijs Laureaat wordt aangehaald dat tussen 1947 en 1979 100 miljoen mensen in India stierven, veel meer dan in China tijdens de beruchte hongersnood als gevolg van de Grote Sprong Voorwaarts. Een opmerking om te onderstrepen. Bij nadere lezing blijkt de tekst nogal te rammelen. Het onderzoek uit 1991
Hunger and Public Action staat gedeeltelijk online, waaronder de tekst die de basis is voor de opmerking. Uit die tekst blijkt dat in India ieder jaar 3,9 miljoen meer mensen stierven van honger dan in China, dat betekende iedere acht jaar net zoveel als tijdens de Grote Sprong. Sen heeft anderzijds ook beweerd dat democratie een “beschermende” functie heeft tegen “spectaculaire crises zoals hongersnoden, maar een veel onduidelijker rol speelt in het bestrijden van armoede en honger. Sen (1983, 1999) toonde dat terwijl het democratische India beter optrad tegen hongersnood dan het autoritaire China, deze tweede beter functioneerde bij het organiseren bestrijding van armoede,” met de genoemde resultaten. Het verschil tussen beide landen heeft niet met een verschil in rijkdom en de aanwezigheid van voedsel te maken, maar met voorzieningen en beleid. Een niet onbelangrijke extra nuance. Maar het Indiase beleid is dus minstens even cynisch geweest als dat van China tijdens de Sprong.

Iraanse of Saoedische olie
In 1953 organiseerde de Britten en Amerikanen een coup in Iran. Eisenhower wilde meedoen op voorwaarde dat Amerikaanse bedrijven 40% van de Britse olieconcessies over konden nemen. De Amerikaanse oliegiganten wilden dat helemaal niet. De Saoedische olie was makkelijker winbaar en daarmee winstgevender en bovendien zou een verschuiving naar Iran niet goed vallen in Riyad. Ze werden echter door Washington verplicht. De korte termijn belangen van de industrie moesten wijken voor de lange termijn Staatsbelangen, zo stelt Chomsky. Het zijn dit soort analyses die maken dat je het boek met interesse blijft lezen.

Dat de Arabische lente niet op onvoorwaardelijke steun kon rekenen werd al duidelijk uit
de visie van de Nederlandse Militaire Inlichtingen en Veligheidsdienst (MIVD) dat: “Een groot voordeel van een autocratisch bestuur is echter dat voor langere tijd stabiliteit en een prowesterse koers verzekerd zouden kunnen zijn. De Westerse geostrategische belangen (ook olie) zouden in dit scenario doeltreffend gewaarborgd kunnen worden.” Het citaat komt uit een openbaar gemaakte notie van de dienst. Volgens Chomsky zullen Westerse mogendheden er alles aan doen om de democratische elementen van de Arabische Lente te ondermijnen, zelfs als dat betekent steun aan het Islamitische fundamentalisme.

Als het werkt, werkt het

Als je bang bent dat je in de slaapstand bent verzeild dan maakt dit boek je wakker. Recht op het doel af en met oog voor misstanden en constructies. Bijvoorbeeld deze, als er beweerd wordt 'China en Rusland doen of vinden dit of dat', kijk dan of het inderdaad alleen deze twee landen zijn of dat ook andere (grote) landen de visie delen. En leg je niet bij de gegeven zaken neer, want: “Dingen veranderen,” en zelfs de grootste constructies kunnen door beleid veranderd worden, zoals het aangetoond wordt met het voorbeeld dat Zuid-Korea de kapitaalvlucht aan banden legde met als sanctie zware straffen.

Door het boek heen kom je veel fijne mensen tegen. Een strijdbaar leven geeft voldoening. “Als je realistisch wilt zijn, dan ziet het er niet hoopvol uit, maar we hebben slechts twee keuzes: een is om te zeggen 'het is hopeloos, laten we het opgeven' en dan zal het ergste gebeuren. De andere is om te zeggen 'we zouden willen dat zaken beter worden, dus we zullen het proberen.' Als het werkt, dan werkt het, zo niet dan komen we uit bij de slechtste optie,”zegt de beroemde taalkundige aan het slot.

1 opmerking:

kaethegaby zei
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.