donderdag 4 januari 2024

The Economic Weapon

The Economic Weapon: The Rise of Sanctions as a Tool of Modern War is geschreven door Nicholas Mulder. Hij is hoogleraar Europese geschiedenis aan de New Yorkse Cornell universiteit in Ithaca. De Nederlandse historicus is onder meer opgeleid in Utrecht. Voor dit boek deed hij onderzoek in Nederland, Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, en Zwitserland. Hier mijn samenvatting, bespreking en commentaar. (Voor een kortere bespreking zie hier.)

Het boek is samengesteld uit tien hoofdstukken, een inleiding, conclusie, bevat een flink notenapparaat en een index. De hoofdstukken zijn verdeeld in kortere delen die een periode van een paar jaar en daarmee samenhangend onderwerp bespreken, zoals: de werking van de blokkade, 1914-1917; Sancties en neutraliteit, 1927-1931; of de angst voor blokkade in 1936-1939. Onderweg kom je langs ontwikkelingen en gebeurtenissen uit de eerste helft van de 20ste eeuw.

Grove samenvatting
The economic weapon kan grofweg worden samengevat als een beschrijving van de ontwikkeling van sancties als wapen in de internationale politiek gedurende en tussen de beide wereldoorlogen van de vorige eeuw. De sancties van de Eerste Wereldoorlog werden in de periode naar de volgende verder ontwikkeld en evolueerden naar een wapen tijdens vredestijd. De inzet in de jaren twintig was effectiever dan in de jaren dertig tegen de grotere landen die zich inmiddels hadden ingesteld op de mogelijkheid van sancties. In een laatste hoofdstuk worden de ontwikkelingen in de eerste helft van de 20e eeuw vertaald naar de recente geschiedenis. Tegenwoordig worden de maatregelen, geënt op de middelen van destijds, economische sancties genoemd. De schrijver constateert dat sancties een steeds bredere inzet hebben gekregen, maar niet efficiënter zijn geworden.1

Historische legpuzzel
Maar met een samenvatting doe je dit boek geen recht. Het lijkt op een puzzel van 10.000 stukjes die allen bewonderenswaardig op de plaats zijn gelegd waar ze horen. Er zijn er die een ontwikkeling, een citaat, een visie, of een historisch feit bevatten. Stukjes zonder betekenis, bij wijze van spreken met alleen lucht, zijn er niet veel bij. Vrijwel iedere zin in het boek staat en geeft nieuwe informatie of ondersteunt de opbouw van een een betoog binnen het grotere verhaal. Veel citaten en visies van prominente betrokkenen zijn bovengehaald door archiefonderzoek, dat geeft het boek nog meer waarde en de gebruikte archieven zijn overzichtelijk weergegeven in het notenapparaat. Het is geen lichte kost, maar je leest het wel met plezier of juist niet als je weer eens op een vreselijk stuk geschiedenis stuit. Het boek gaat over het economische wapen, maar zet deze ontwikkeling in de context van de geschiedenis van de wereld, en vooral die van Europa, de Verenigde Staten en Japan.

Ineffectief
Mulders boek werd door The Economist en Foreign Affairs uitgeroepen tot Beste Boek van 2022
. Het kreeg de prijs voor het beste debuut van de Society for Historians of American Foreign Relations (SHAFR). Het werd vertaald naar het Japans, traditioneel en vereenvoudigd Chinees, en een Vietnamese versie verschijnt in 2024, zo somt de schrijver zijn succesen op.
In de
Groene Amsterdammer verscheen al snel een interview met Mulder dat je kan zien als uitgebreide samenvatting die veel interessante constateringen uit het boek noemt, zoals: “Amerikaanse sancties falen gewoonlijk in het dwingen van andere landen om hun gedrag te veranderen. In de meeste gevallen stimuleren ze nationalisme en verhogen ongelijkheid,” en “sancties zijn veel slechter in het realiseren van politieke doelen dan in het toebrengen van schade”. Een andere conclusie is dat hoewel sancties het manusje-van-alles, het werkpaard, zijn geworden in de internationale politiek, ze niet werken. Bovendien: “Sancties houden internationale problemen in stand.”Al-met-al geen aanbeveling voor het middel.

Betekenis
Het woord sanctie heeft een geschiedenis die teruggaat naar de middeleeuwen. Toen werd het gebruikt door de katholieke kerk om erfrecht in Koninklijke kringen te regelen. In de negentiende eeuw krijgt het een volgende betekenis van verzekering of dwangmaatregel. Aangezien de wereld werd beheerst door grootmachten, kreeg het vooral de betekenis van strafmaatregelen bij overtreding van Europese regels en wetten. Kortom ze werden gezien als een werktuig om de civilisatie te beschermen tegen de barbarij. In de huidige vorm zijn ze een eeuw oud, gegrond op ontwikkelingen in de Eerste Wereldoorlog, daarna een economisch afschrikkingswapen in handen van de Volkenbond als medicijn tegen oorlog, vervolgens ontwikkeld naar een permanent onderdeel van de middelen van de georganiseerde mensheid,
“Het geloof in de macht van het economische wapen was deel van de politieke betrokkenheid geworden van de internationalisten,”2 zo constateert Mulder omtrent de situatie in het interbellum.

Moderne betekenis
Een vraag die aan het begin van de vorige eeuw voorlag was of ze onderdeel van de machtspolitiek moesten worden of deze overstijgen. Conservatieven, liberalen van verschillende snit, idealisten, internationalisten en realisten, zouden de degens kruisen over de invulling ervan. Maar Nie Wieder Krieg kreeg met de economische sancties een machtig wapen in handen.
De moderne betekenis van het woord omschrijft Mulder als volgt: materiële uitsluiting van de wereldeconomie om internationale normen op een offensieve wijze te verdedigen.
Of : “Sancties voorkomen alle invoer en uitvoer van een bepaalde soort goederen, en hiermee verwijzen ze naar het middel blokkade waarop ze zijn geïnspireerd. (…) sancties zijn beperkingen op uitwisseling gericht tegen een externe partij, ze zijn gericht op het ontwikkelen van macht tegen anderen actoren op afstand.”

Knelpunten
Een van de belangrijke knelpunten bij sancties is het aantal landen dat deelneemt. Hoe minder dat er zijn des te groter de mogelijkheden ze te omzeilen. In het geval van de sancties na de Eerste Wereldoorlog was het feit dat de Verenigde Staten geen lid van de Volkenbond waren in deze zin een belangrijk euvel. Een eenduidige benadering versterkt het sanctiewapen. Dat die er niet was ten opzichte van Duitsland kort na de Eerste Wereldoorlog, maakte de maatregelen ook zwakker. Dit tweede punt leek verholpen met het toelaten van Duitsland tot de Volkenbond in 1926. Politieke onenigheid hoe een krachtig systeem op te zetten, bleef echter. Wat ook niet meewerkte was de nationale politiek in verschillende landen die – begrijpelijkerwijs – vooral op de eigen belangen gericht was. Zo moesten de Britten beslissen of ze een marine voor de dominantie op zee ten opzichte van andere landen (m.n. de Verenigde Staten) of een marine in dienst van de Volkenbond op zouden zetten, beide was gezien de middelen niet mogelijk (een kwestie die het hele interbellum bleef spelen). Bovendien zouden de Britten en de Verenigde Staten niet akkoord gaan met een leger in dienst van de Volkenbond. De Fransen vatten de Britse houding als volgt samen:
“een beetje blokkade, zo min mogelijk economische druk, geen enkele militaire steun en heel veel ontwapening.”

Machtig wapen
In de Eerste Wereldoorlog wordt de werking van de economische oorlogvoering verfijnt. Het was al snel duidelijk dat het een machtig wapen was dat mogelijk als afschrikking voor oorlogen gebruikt kon worden. De blokkade werd een van economische experimenten met de grootste gevolgen in de twintigste eeuw, zo constateert de schrijver. Het gaat daarbij niet alleen om het stoppen van goederen, maar ook om de inzet van een financiële blokkade. De twee vormen kunnen nauw met elkaar verbonden zijn.

Mangaan

Bij goederen kijkt het boek allereerst naar mangaan.1 Dat is een element dat werd toegevoegd aan ijzererts om op goedkope wijze een gehard staal te krijgen. De controle er op was dan ook belangrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog. Duitsland was na de Verenigde Staten met een kwart van de wereldproductie de grootste producent van dit staal, die productie werd bij onze oosterburen gedomineerd door Krupp. Het mangaan kwam in een regelmatige stroom grotendeels van elders.

De constante aanvoer maakte dat er weinig voorraad nodig was. Dat is een vorm van kostenbesparing, maar zorgt ook voor kwetsbaarheid in tijden van oorlog en sancties.

Wat geleverd geleverd werd kwam grotendeels van verder weg, zoals uit Georgië. In Europa waren nauwelijks mangaanmijnen (Spanje nam iets minder dan een procent van de winning wereldwijd voor zijn rekening). Rusland was de belangrijkste toeleverancier voor Duitsland (65%), gevolgd door India (25%). Spanje en Brazilië waren respectievelijk goed voor 6 en 4 procent. Brazilië was de goedkoopste optie, vooral omdat vervoer over water mogelijk was. Bovendien was de zuiverheid van de Braziliaanse mangaanerts goed wat meer van het gewenste element per gewicht betekende.

Het aankopen was een complexe kwestie en liep via de locale afdeling van Deutche Bank in Brazilië, de Deutche Überseeische Bank. De mijn in Brazilië werd vanaf 1911 geëxploiteerd door de Britse Itabira Iron Ore Company. Erts ging per trein naar Rio de Janeiro en daar werd ze verkocht en kreeg Itabira een geldwissel op naam van Krupp. Daarmee was de betaling verzekerd. Wat ook verzekerd moest worden waren de zeetransporten. Hiervoor was Lloyd's in Londen verantwoordelijk. Verder moesten de schepen die werden gebruikt voor het vervoer brandstof kunnen bunkeren, vooral steenkool uit het Verenigde Koninkrijk. Dit was over de wereld verspreid opgeslagen in depots die ook al door de Britten werden gecontroleerd. Vanuit Rotterdam ging het erts per rijnaak naar Essen, een reis van 210 kilometer. Totdat Krupp betaalde waren de kosten voor Deutche Bank die leningen elders afsloot (bijvoorbeeld bij Crédit Lyonnais) om hiervoor voldoende kapitaal te hebben.

Deze geglobaliseerde handel in mangaanerts omvat minimaal zeven betrokken partijen. Elke beweging kent zijn zwaktes. Hoe deze constructie in te zetten om controle op de handelsbewegingen te krijgen was de voorliggende vraag en die tevens aan de basis stond van het moderne sanctiesysteem. Financiering en beschikking over brandstof gaf veel mogelijkheden. Later zetten de geallieerden alle mangaan op een lijst met producten die militair bedoeld waren en ten alle tijden in beslag genomen konden worden. Al snel controleerden ze meer dan 90 procent van de mangaan productie. Spanje en Boekovina (een gebied tussen Roemenië en Oekraïne) bleven over voor Berlijn en de Duitse militaire leiding richtte zich tevens op Rusland om toegang te krijgen tot het unieke metaal.

De sancties waren effectief. Door een gebrek eraan ging de kwaliteit van het Duitse staal snel achteruit met effecten op het slagveld. Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog is er een Duitse militaire actie om toegang te krijgen tot de mangaan voorraden in Oekraïne en de Kaukasus.
____________
1 Het verhaal rond de controle op de mangaanimporten - met militaire gevolgen - ontbreekt in het lijvige The arms of Krupp door William Manchester (Londen: Little Brown and Company, 1968). Een ommissie die 33 jaar later door het groeiende belang van sanctiepolitiek niet meer zou voorkomen.

Infrastructurele macht
Groot Brittannië speelde een centrale rol binnen de ontwikkeling van het sanctiewapen. Via de City van Londen liep de financiering van zo'n 60 procent van de wereldhandel. Het rijk werd ook wel het Saudi Arabië van die tijd genoemd, omdat het grote delen van de van belangrijkste brandstof, de kolen, controleerde. Ruim twee derde werd gewonnen op de Britse eilanden. Daarbij kwam dat het over 70 procent van de telegraafkabels beschikte. “De Britse infrastructurele macht over de activiteiten binnen de geglobaliseerde wereld – goederen, geld, brandstof en informatie – waren enorm,” zo vat de schrijver samen. Daarnaast was het ook een maritieme macht en werd de Britse marine ingezet om handelsstromen te controleren, ook op de Noordzee, wat ook van dit water een oorlogszone maakte.
De controles op 'smokkelwaar' waren vooral gericht op vervoer naar de neutrale Europese landen: Nederland, Zwitserland, Scandinavië en Spanje. Nederland kon de handel naar Duitsland niet stoppen, zo was de visie in Den Haag. Dat zou de neutrale positie in gevaar brengen. Maar de transithandel naar Duitsland was wel van groot belang voor de Duitse oorlogsinspanningen en moest militair gezien wel eindigen. Om dat te bereiken werd de diplomatieke druk
op Den Haag opgevoerd.

Organisatie en informatie
Voor handel en financiering werd een vergunningenstelsel opgezet door het Britse War Trade Department (WTD). Dit leverde meteen ook weer inlichtingen op het gebied van handelsstromen op. Die gegevens werden verwerkt door het Trade Clearing House (TCH). Toch bleef Duitsland goederen invoeren. De sancties zouden niet krachtdadig en niet waterdicht genoeg zijn, zo was de kritiek. Toch zou het nog tot 1916 duren voordat er een organisatie voor een krachtiger vorm van economische isolatie werd opgezet. In Groot Brittannië werd dit het Ministerie van Blokkade. Hiermee werd de inzet van economische oorlogsmiddelen gecentraliseerd. Het TCH werd gereorganiseerd en omgedoopt in het War Trade Intelligence Department (WTID).
Het verwerven van inlichtingen en het vertalen daarvan in sanctiemaatregelen zijn ook ruim een eeuw later nog een bepalende factor in de sanctiepolitiek (door de digitalisering van informatiestromen zelfs in sterkere mate).

Rantsoenering
Het verwerven van informatie zou steeds dwingender vormen aannemen. Er kwam een statistisch model dat ook wel rantsoeneringsmodel werd genoemd. Neutrale landen hadden aldus toegang tot de 'normale' hoeveelheden, gemeten naar eerdere import en import daarbovenop werden verhinderd. Nederland importeerde in 1915 bijvoorbeeld op grond van deze methode teveel lijnzaad, smeerolie en benzine. De behoeften van landen werden regelmatig te laag ingeschat. Als een land een periode minder gebruikte dan voorzien, dan werden de cijfers op grond daarvan naar beneden bijgesteld. De Britse marine stopte dan het doorlaten van verdere toelevering. Daarmee kregen de Engelsen controle over de wereldeconomie. Overigens zou de bedenker van dit statistische model, Arnold-Forster, later opmerken dat deze economische blokkade een verschrikkelijk middel was en in staat honderdduizenden te doden. De bajonet was dan wel ingeruild voor de pennenstreek, maar de verschrikkingen zouden blijven. Alleen zouden ze geen oorlog meer heten.

Zwarte lijsten
Hiernaast kwam er ook een zwarte lijst met bedrijven die de regels overtraden, en waarvan goederen in beslag genomen konden worden. Naast deze openbare lijst waren er drie geheime zwarte lijsten: een met bankiers, een voor schepen, en een voor bedrijven die verdacht werden van handelen met de vijand. Om goederen te vervoeren konden exporteurs een vergunning voor vervoer aanvragen bij de Britse ambassade. En om nog toegang tot Britse kolen te hebben moesten schepen zich laten inspecteren in een Britse haven. Deze zogenaamde bunkercontrole werd een van de effectiefste delen van de sancties. De Fransen voegde nog een middel toe; voorraden van goederen werden opgekocht, zodat ze niet meer voor de vijand beschikbaar zouden zijn. (Overigens noteert de schrijver dat de Fransen hun mankracht efficiënter inzetten dan de Britten.)

Kleine banken
Naast deze middelen kwam er ook een systeem om banken in kleine landen (genoemd worden die in Amsterdam, Rotterdam, Kopenhagen, Christiania, Bergen, Malmö, Trondheim en Stockholm) te controleren. De volumes van de transacties bij deze kleine banken namen
tijdens de oorlog sterk toe. Wat normaal in een maand verwerkt werd ging er nu in een dag doorheen, aldus een WTD-circulaire. Om de financiële maatregelen goed van de grond te krijgen werden ervaren bankiers aangetrokken. Een belangrijke doelstelling was het voorkomen dat buitenlandse winsten door Duitse bedrijven terug naar het moederland zouden vloeien. Er wordt een voorbeeld genoemd van transacties vanuit Argentinië door Franse (Crédit Lyonnais) en Nederlandse (Banco Hollandés de la América del Sud) banken. Beide werden bestraft.
De Fransen waren voorzichtiger met strafmaatregelen dan de Britten. Banken zouden zich bij te strenge straffen immers ook los kunnen maken van de geallieerden en kiezen voor de vijand. Dan was het resultaat tegengesteld aan het beoogde doel. Het systeem zou zich daarom niet tegen banken, maar tegen transacties moeten keren. Dit vat een belangrijke probleem bij inzet samen; een die ook in de huidige tijd nog bestaat.

Voedsel en agrariërs
In Engeland was de vrijhandels adept burggraaf Cecil of Chelwood een groot voorstander van het sluiten van de markt voor Duitsland. Cecil zou tot ver na de oorlog blijk geven van een keiharde politiek waarbij het economische wapen een grote rol speelde. De politiek werd ingegeven door de Britse positie dat het land voor 65 procent van het voedsel, gemeten in calorieën, afhankelijk was van het buitenland. Die zwakte werd vertaald naar Duitsland en zorgde voor de dominantie van de zienswijze dat zo druk op Berlijn kon worden uitgeoefend. In Duitsland zou de oorlog echter een andere invloed op de oorlog hebben. Agrariërs werden gemobiliseerd wat het aantal landarbeiders in Duitsland verminderde en door de blokkade kon niet geëxporteerd worden, waardoor de inkomsten, ook die uit landbouw, afnamen. Dit sturen van de handelsstromen vanuit conservatieve kringen betekende overigens niet dat de hang naar vrijhandel in het algemeen verminderde. Conservatief Cecil werd wel de dominante kracht van de Britten bij het vormgeven van de economische oorlog.

Rusland
In 1917 wordt Rusland geconfronteerd met een blokkade. Zowel de toevoer vanuit de Zwarte als Oostzee wordt afgesloten door respectievelijk het Ottomaanse rijk en Duitsland. De havens in het Noorden waren maar zes maanden per jaar open en daarop kon het land niet draaien. Al snel had Rusland geen kolen meer voor spoorvervoer en kon het Russische leger en de bevolking niet meer van voedsel worden voorzien. In maart 2017 werd het regime van de Tsaar verdreven door de woedende bevolking.

Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog vielen de geallieerden Rusland binnen om te voorkomen dat Duitsland hier grondstoffen vandaan zou halen. Het was dus deel van de blokkade tegen Berlijn. De Duitsers meenden dat het hen niet zou treffen, maar het leidde tot enorm dodelijke gevolgen. I
n Centraal Europa zouden door honger en ziekte 300.000 tot 400.00 mensen omkomen.3

Het zijn slechts een paar van de voorbeelden dat jaar wat controle over het vervoer van grondstoffen kan betekenen. Het leek steeds meer een wapen om oorlogen te winnen.

Anderzijds was er na de Eerste Wereldoorlog geen duidelijk verband aan te wijzen tussen economische druk en militair verlies. Toch was de overheersende mening dat het wel degelijk doorslaggevend was geweest. Dit kwam doordat de verslagenen zelf het verhaal versterkten om de schuld bij externe partijen te kunnen leggen. Bovendien bood de aldus benoemde schade ruimte bij het onderhandelen over de omvang van de compensatie maatregelen in het verdrag van Versailles. De betrokkenen aan geallieerde zijde hadden op hun beurt geen belang bij het het kritiseren van de eigen politiek.

De aldus ontstane mythe had vervolgens wel invloed op de ontwikkeling van het economische wapens in de rest van de eenentwintigste eeuw.

Onweerstaandbaar
Na de oorlog betekent het dat ook de Volkenbond een onweerstaanbaar wapen kan inzetten, zodat een machtspositie niet langer een onhaalbare wensdroom is; ze kan gaan heersen met een economisch drukmiddel. De voormalige Franse Premier Léon Bourgeois merkte op dat er ook een militaire strijdmacht aan de Volkenbond verboden moest worden voor het uitvoeren van militaire sancties. De militaire macht zou ook in het eerste concept handvest van juni 1918 staan. Dit naast vier soorten economische maatregelen: blokkade, embargo, ontzeggen grondstoffen en maatregelen gericht tegen buitenlandse financiering. De Franse juristen die het handvest opstelden lieten geen misverstand bestaan, de economische sancties waren extra bovenop een gewapende macht. Tegen dit plan kwam forse oppositie van de zijde van Londen en Washington. De Britten verzwakten het voorstel naar een waarin de Volkenbond de bevoegdheid kreeg om militaire inzet te organiseren. Van een militaire staf was geen sprake. De Amerikanen lieten militaire maatregelen helemaal buiten hun visie. Niet de Volkenbond maar het Congres moest besluiten tot militaire inzet.

Hiërarchie
Wel kwam er steun vanuit links voor economische sancties als afschrikkingsmiddel waaronder het controleren en zo nodig stopzetten van grondstoffen, waaronder ook voedsel viel. De Verenigde Staten zouden buiten de Volkenbond blijven. Duitsland zou in 1926 toetreden en Rusland in 1934 (en werd weer uit de organisatie gezet in 1939). De permanente leden werden de Britten, Frankrijk, Italië en Japan. De Europese landen (aangevuld met niet permanent lid België) dienden in het kader van het Verdrag van Versailles hun eigen belangen met de aan Duitsland opgelegde compensatie eisen. De Bond begon met het straffen van kleinere landen (Joegoslavië en Griekenland, het tweede land sterk afhankelijk van voedsel import en daardoor te dwingen stappen te zetten) en liet het Italië van de fascist Mussolini buitenschot. De schrijver oordeelt dat er een imperialistische hiërarchie was op grond waarvan economische drukmiddelen werden ingezet. De praktijk liet zien dat deze vooral de kleinere of Aziatische landen trof.

Regime change
In de Verenigde Staten bestond een andere inzet dan in Europa. De sancties moesten een middel zijn om het Duitse politieke systeem te democratiseren, daarmee zou de vrede gediend zijn. In Europa waren de sancties eerder een middel binnen de economische rivaliteit. In Londen en Parijs werd de aanpassing van het Duitse politieke systeem minder belangrijk geacht. Voor Washington moest Duitsland weer een deelnemer binnen de wereldeconomie worden en zo integreren, wat een bijdrage zou leveren aan het vallen van het militaristische systeem. De Volkenbond moest een ideologisch programma in die richting krijgen. Binnen de League to Enforce Peace (LEP) bestond de hoop dat president Wilson bij zou dragen aan het steunen van een sanctiepolitiek. (Mulder meldt hier als opvallende zijstraat dat men binnen de LEP nooit had gedacht aan de mogelijkheid dat de Verenigde Staten zelf wel eens onder sancties zouden kunnen vallen.)

Kanonneerbootdiplomatie
De geallieerden houden de blokkade tegen Duitsland echter in stand, ook na het sluiten van de wapenstilstand. Duitsland moest verzwakt worden als Europese mogendheid, zeker na het tekenen van het Brest-Litovsk verdrag tussen Rusland in Duitsland in maart 1918. Ook de Hongaarse en Russische Sovjetrepublieken blijven onder de blokkade vallen die daarmee naadloos van oorlogstijd naar vredestijd overgaat om de naoorlogs orde een kant op te dwingen. Het voelde weliswaar onplezierig dat vrouwen en kinderen hier het slachtoffer van werden, maar de druk was nodig, zo stelde Harold Nicholson, een diplomaat in dienst van Boerenleider Jan Smuts en tijdelijk onderhandelaar met het Hongaarse bewind.
Andere maatregelen zouden ook blijven bestaan. De bunkercontrole uit de oorlog zou nu tegen de Bolsjewieken worden ingezet. Deze naoorlogse inzet zou niet alleen in de getroffen landen tot veel debat en oppositie leiden. Maar ook in gevestigde Westerse kringen. Welke ethiek schuilde achter het treffen van burgers?
Naast het voortzetten van de oorlog met andere middelen, was er ook een andere reden voor het handhaven ervan. Parijs en London liepen op hun tandvlees en konden op een goedkopere wijze druk blijven uitoefenen en tegelijk de kostbare mobilisatie verkleinen. Pas in juli 2019 werden de maatregelen beëindigd.

Roergebied
Frankrijk zou niettemin of juist door diezelfde krappe beurs gedreven een militaire inval in Duitsland doen en het Roergebied bezetten om zich met Duitse steenkool de compensatie uit te betalen. De Britten vinden dat paal en perk aan de Franse interventies moet worden gesteld. Maar Parijs kan rekenen op steun van Brussel en Rome die zelf ook herstelbetalingen wensen. Belgische troepen maakten zelfs onderdeel uit van het 60.000 militairen sterke Frans-Belgische invasieleger.
De reactie in Duitsland laat zich raden. Van links tot rechts werd deze Franse kanonneerbootpolitiek veroordeeld. Rechts in Duitsland grijpt de inval aan om de eigen falende politiek er mee toe te dekken. Duitsland zoekt steun bij de Volkenbond, dat kan ook als niet lid (art. 17). De invasie zorgde juist voor Duitse eenheid tegen de inval en versterking van het nationalisme. De Fransen zouden echter uitgaan van de gedachte dat als Duitsland geen bakzeil haalde, en weigerde de compensatie te betalen, de inzet vergroot moest worden. De schrijver merkt op dat de Roer (en ook in het boek uitgebreid besproken Korfoe) kwestie het onplezierige imperialistische verleden van economische dwang terugbrachten in een organisatie die claimde er te zijn om machtspolitiek iets van het verleden te maken.

Sancties
Hoewel de Britten het in beginsel onwenselijk vonden, werden sancties het wapen van de Volkenbond. De president van de Verenigde Staten, Herbert Hoover, steunde het idee, evenals de Fransen. Het wapen was zwanger van de gedachte dat het de loop van de geschiedenis kon veranderen, “misschien wel buiten propporties”, zo koelt Mulder de verwachtingen aan het eind van hoofdstuk twee. Een precieze omschrijving van de voorwaarden voor inzet, die Nederland wenste, werd door de Britten weggebluft. Cecil wilde geen streng afgebakende betekenis.
Het sanctiewapen is een van de drijvende krachten binnen de oorlogsvoering geworden, niet slechts een ongewapende reactie erop. De logica in oorlogstijd verschuift naar de een visie gedurende vredestijd of in andere woorden “de oorlog met wapens is over, de economische oorlog gaat door,” en zo blijft Europa in de greep van de ontberingen.

Bemiddeling
Ook onder groepen die oorlog onder controle wilden brengen, kreeg het middel steeds meer aanhang, zoals van de arbitrage4 beweging die geschillen voor wilde leggen aan een internationaal hof. Het debat liep hoog op, terwijl de internationalist-koopman Léon Bollack voorstelde een totale boykot in te stellen van landen die een uitspraak van het hof weigerden uit te voeren, vroeg de Hongaarse socioloog André Maday zich af of het creëren van hongersnoden wel wenselijk was. Zo werd in 1917 tegen Griekenland een blokkade ingesteld om binnen het land een oppositie af te dwingen tegen de clique rond Koning Constatijn II die zich op Duitsland richtte. De honger en het dodental liep op in Athene. De Koning zou vervolgens aftreden.

De Eerste Wereldoorlog zou betekenen dat een theoretische discussie over het economische wapen praktische handen en voeten zou krijgen. Het zou tot op de dag van vandaag niet meer van de agenda verdwijnen. Toch zou met de inzet van het sanctiemiddel na de oorlog tegen de communisten in Rusland het debat weer oplaaien: “Luide campagnes door feministen, linkse, en liberale groepen hielp de bondgenoten echter om de economische druk op Centraal- en Oost-Europa te matigen vanwege de angst dat de bevolking in handen van de politieke radicalen zouden worden gedreven in plaats van naar burgerlijke stabiliteit.” Niettemin zou een blokkade op voedsel voor de Volkenbond een uiterste middel zijn, maar wel een middel dat ze in mocht zetten.

Aristocratie
De maatregelen zelf zijn ook geëvolueerd in de loop der tijd. Eerder moest de oorlog verklaard worden voordat sancties van kracht konden worden, ze waren kortom deel van de oorlog en gericht tegen materiële zaken (inkomen en grondstoffen). De periode van globalisering voor de Eerste Wereldoorlog werd overigens ook veroorzaakt door de wetgeving die privébezit beschermde tegen oorlog. Oorlog was immers geen activiteit tussen private partijen, maar tussen staten, zo was de idee. De ontwikkeling van het sanctiemiddel zou deze bescherming op de helling zetten. Door de dam tussen economie en oorlog werd het bijna onmogelijk economie en samenleving tot doelwit van oorlog te maken. Het systeem bracht de aristocratie de mogelijkheid een heldenstatus in oorlog te verwerven, terwijl de bezittingen buitenschot bleven, zo merkt de schrijver op. Wat hier een einde aan maakte waren de imperialistische oorlogen elders waar hele bevolkingsgroepen doelwit werden en er kwam oppositie vanuit de elite tegen dit onderscheid:
“er kan niet tegelijkertijd een oorlog met wapens zijn en een vrede in de handel,” zo merkte rechter en parlementslid voor Wales John Nicholl in 1800 al bondig op.

WILPF
Winston Churchill was van mening dat het inzetten van het economische wapen
“weerzinwekkend” is en bovendien zou je mensen ermee de armen van de Bolsjewieken in hongeren. Christabel Pankhurst van de Sufragettes was wel voor het handhaven. Ze vond zelfs dat Cecil te weinig krachtdadig was. (Overigens waren de meeste vrouwengroepen een andere mening toegedaan, voorop de WILPF. Deze nog steeds bestaande organisatie sprak zich uit tegen de uitroeiing, die begon met kinderen en ze zette zich in tegen de inzet van economische middelen die kapot maakten wat vrouwen hadden opgebouwd.) Wat overigens niet betekende dat ze de inzet van de economische middelen geheel afwezen, maar wel de inzet van voedsel als wapen. Een paar jaar later zou Emily Balch van de WILPF een tactisch argument naast het morele zetten. Door voedsel tot wapen te maken, zouden de armen en zwaksten getroffen worden. “Niet de rijken, machtigen en legers.” Die zouden er dan ook niet door gedwongen worden hun koers aan te passen. Later zou ook Balch meegaan met de oproepen, maar stellen dat ze “geen beweging van massale haat en oorlogsstemming mogen aanwakkeren.”

Hongerdoden
Vanuit de Volkenbond kwam het commentaar dat de sancties om afschrikkingwekkend te zijn ook genadeloos moesten zijn. Dat was juist om erger te voorkomen, zo was de stellingname. President Hoover had echter zijn twijfels over het handhaven van de blokkade, niet vanwege moreel problemen met sterfte door gebrek, maar ook vanuit tactische overwegingen dat de ontberingen mensen in handen van de radicalen zouden jagen. Hij had nog een reden. De blokkade was niet in het belang van boeren in de Verenigde Staten, die konden er hun producten immers niet kwijt. Een punt dat we ook veel later als argument zien opduiken onder president Reagan, zoals beschreven door Agathe Demarais.5 Ook na de Eerste Wereldoorlog kwamen exporteurs met een afzetmarkt in Rusland met een dergelijk argument en uiteindelijk werden de maatregelen op 16 januari 1920 beëindigd en zou handel met boerencoöperaties in Rusland weer mogelijk zijn. In de periode na het sluiten van de wapenstilstand werden hulpprogramma's opgezet om de nood te lenigen. De Supreme Allied Council (SEC) had dus ironisch genoeg zowel de macht om voedsel te verstrekken als om tegelijkertijd mensen uit te hongeren. De gewelddadige situatie in de getroffen landen verhulde nog enigszins de effecten van de hongerpolitiek. Maar duidelijk was dat verschrikkingen zowel in oorlogstijd als vredestijd konden bestaan.

Oorlogsmiddel in vredestijd
Het samenvoegen van concepten op het gebied van sancties in vredestijd uit de Verenigde Staten en van de Britten, in de zogeheten Cecil-Miller Draft, was de eerste keer dat het verband tussen blokkade en een oorlogsverklaring was verdwenen.
Het wapen ontwikkelt voor en in oorlogstijd verwierf de positie van een legitiem middel ten tijde van vrede. Zo werd dit in januari 1919 deel van de wereldpolitiek. Nog een nieuwigheid was dat de maatregelen zich niet tegen inwoners maar tegen nationaliteiten gingen richten, wat het mogelijk maakte strafmaatregelen in te stellen tegen partijen die elders in de wereld gevestigd waren, maar wel met de te treffen vijandige nationaliteit.
De Verenigde Staten kregen hun zin dat een raad van grootmachten mocht bepalen of een daad van oorlog had plaats gevonden
op grond waarvan een reactie bepaalt kon worden. Wat Frankrijk nog bijdroeg was een positief sanctiemiddel. Het zou alleen nog tot halverwege de de jaren twintig voordat dit verder werd ontwikkeld. Verder werden de oorspronkelijke Franse voorstellen verwaterd. Aan het slot van de oorlog maakte nieuwe wetgeving in de Verenigde Staten het ook nog mogelijk bezit van vijanden te onteigenen.
Dat er geen kogels gebruikt werden, maakte het economische wapen niet geweldloos, zoals hier eerder werd beschreven aan de hand van hongerdoden. Bovendien gaat al snel blijken dat de economische oorlog tegen de oorlog ook een nefaste invloed heeft op de wereldeconomie.

Aanjager oorlog
Duits militair theoreticus Erich Ludendorff stelde dat Duitsland de slag zou hebben verloren als ze het hadden moeten doen met de grondstoffen binnen de eigen grenzen. Ludendorf meende ook dat een krachtige economische oorlogsvoering de benodigde middelen voor het verwerven van een hegemoniale positie hadden verkleind.
De keerzijde van het wapen wordt dus al snel duidelijk. Landen zullen er op reageren door het verwerven van toegang tot grondstoffen elders. Dat was ook wat kleinere landen (zoals bijvoorbeeld Nederland, Denemarken en Zwitserland) vreesden met de instelling van de economische sancties door de Volkenbond tegen Duitsland. Het middel om oorlog te stoppen, werd juist een aanjager ervan. Deskundigen hadden dit al voorspeld.

Instabiliteit
Hoe verder de spanningen in de wereld opliepen en hoe meer het sanctiewapen werd bepleit hoe meer ook duidelijk werd dat het de instabiliteit eerder vergrote dan verdreef. Sancties werden onderdeel van de strijd om de macht. In algemenere zin hebben sancties het internationaal recht beïnvloed, de grens tussen oorlog en vrede verlegd en een nieuw middel om economische belangen te behartigen geïntroduceerd. De invoering riep vragen op. Hoe controleer je activiteiten van burgers van de getroffen staat elders in de wereld en hoe zorg je ervoor dat andere landen de sancties niet gaan doorkruisen? Iedere staat, bedrijf of individu moest bovendien bijdragen aan het isoleren van de agressor. Kortom liberale waarden zoals de vrije zee, een liberale economie en neutraliteit voor de wet moesten het ontgelden.

Tandeloos
De tijdens de Eerste Wereldoorlog opgedane kennis werd ingezet in de Volkenbond. De organisatie riep het zogenaamde artikel 16 in het leven waarin de economische sancties werden uitgewerkt. De Volkenbond beschouwde zich niet als een tandeloze tijger, zoals ze tegenwoordig vaak wordt gezien, maar als organisatie met een machtig afschrikkingswapen in handen, erger dan oorlog, zoals president van de Verenigde Staten, Woodrow Wilson, het typeerde. Het zou agressors de lust om te gaan vechten ontnemen en bovendien geen levens buiten de te treffen staat kosten. Eerder schreef een Amerikaanse journalist al dat het een
“kracht subtieler en groter [dan van strijdkrachten was], de macht van economische verstikking.” De politieke leiders van Frankrijk en Engeland vonden dat het een krachtig machtsmiddel moest zijn om agressors (wie dat zijn is niet zelden een politiek of moreel oordeel) onder druk te kunnen zetten.

Bajonetten of pennen
Pennen lijken schoner dan bajonetten, en daardoor wel zo gemakkelijk om in te zetten; zo ontstond na 1919 ook een permanente dreiging van economische oorlogvoering. Bovendien waren de koloniale machten geen vreemden van grote doden aantallen en konden ze de gevolgen op grond daarvan verdedigen, gemakkelijker wat betreft
Aziatische dan Europese slachtoffers. Dat laatste gold vooral de Fransen en Britten. Ze worden dan ook wel gezien als disciplineringsmaatregelen tegen de periferie.
De sanctie maatregelen hadden in oorlogsmoe Europa van de jaren twintig een positievere, stabiliserende, invloed, maar in de jaren dertig zorgde ze juist voor destabilisering. Ze versterkten het nationalisme eerder dan dat het er door afgezwakt werd. Hij zegt tegen Rutger van der Hoeven van De Groene Amsterdammer: (...) in de jaren dertig, tijdens de Grote Depressie, wakkerden sancties de internationale spanningen en instabiliteit aan,” dat is een van van de centrale een conclusies in het boek.6
Kleinere landen waren gevoeliger voor de strafmaatregelen dan grotere landen. Dat betekent niet dat ze daar geen effect hadden. Mussolini zou een volgende veroveringsoorlog moeten uitstellen vanwege de door de Volkenbond opgelegde sancties na de inval in Ethiopië. Ze bleken hier inderdaad een krachtig middel, en het verhaal van de zwakke Volkenbond wordt er weer mee genuanceerd.
Het was niet een zwakte van de instituties, maar een zwakte van de wil” de maatregelen uit te voeren, zo stelde een jurist uit de VS, Edwin Borchard. De Duitse econoom Moritz Bonn constateerde met betrekking tot de sancties tegen Italië, voorafgaand aan de Ethiopische oorlog:Het kan niet gezegd worden dat de sancties faalden. Druk die nooit uitgeoefend is kan immers niet hebben gefaald.

Mislukken
Toch zou de inzet van de sancties tegen Italië om drie redenen mislukken: ze werden voor het eerst ingezet tegen een relatief omvangrijke geïndustrialiseerde staat, de inzet was halfwas (een olie embargo waarvoor Mussolini vreesde werd niet ingezet en de financiële sancties waren niet afdoende), en ten derde werd een deel van de sanctiepolitiek minder effectief doordat landen als Japan, Duitsland en Italië een zelfvoorzienende economie (autarkie) opzetten. Overigens zou zelfvoorziening voor Italië onhaalbare blijken. Het land zou zich daarom verder verbinden met Duitsland om meer economische armslag te krijgen. Beide zouden ook elders oorlog gaan voeren juist om toegang tot grondstoffen te krijgen. Duitsland beschreef die optie in het Vierjaarplan van 1936, daarin werd naast autarkie en veroveringen ook het belang van routes over land naar grondstoffen genoemd.

Verbruik
Sanctie politiek veranderde in de jaren dertig. Geconstateerd werd dat niet alleen aanvoer, maar ook verbruik een grote rol speelde. De geïndustrialiseerde landen verbruikten in de jaren dertig twee keer zoveel kolen en negen maal zoveel olie als in 1900. Die brandstof moest er wel zijn of aangevoerd worden. Oorlogsinspanningen voerden de behoeftes nog verder op, en de verwachting was dat juist oorlogsvoering de positie van Italië zou verzwakken; met andere woorden de militaire avonturen waren juist de strop waarmee Mussolini zichzelf zou wurgen. Drastische strafmaatregelen waren daarom niet nodig; voorraden grondstoffen en financiële reserves zouden toch wel uitgeput raken. Dus bleef het Suez-kanaal open, kwam er geen olie-embargo en maritieme blokkade om de oorlog in Ethiopië tegen te gaan. Het kanaal werd niet gesloten op grond van een verdrag uit 1888 (De conventie van Constantinopel7). Mussolini dreigde het afsluiten ervan als oorlogsverklaring te
zullen beschouwen. Reden genoeg voor de Fransen en Britten om er van af te zien. Zo werd de geest van oorlog vermeden, maar Italië ook niet gedwongen van de oorlog af te zien; Rome werd er juist toe gezet.

De strafmaatregelen leidden bovendien tot een neiging naar autarkie, waardoor de invloed
door strafmaatregelen van buiten op die landen juist afnam, een mechanisme dat een belangrijke rol speelt in het afwijzen van sancties, zoals beschreven door Agathe Demarais in Backfire. De reactie van Japan en Duitsland erop maakte de wereld onbedoeld juist instabieler dan ze al was. Het zoeken naar autarkie en de steeds krachtiger sancties waren eerder een escalatiespiraal. De dreiging met sancties zou de ook de globale economische situatie negatief beïnvloeden.

Negatieve en positieve sancties
Overigens hadden de Volkenbondsancties zowel een positieve als negatieve kant; het steunen van slachtoffers van interstatelijk geweld naast het onthouden van producten aan agressors. Dat waren de doelstellingen ze uitvoeren stuitte op vele barrières. Juist het negatieve deel van de sanctiepolitiek zou dominant worden en van de positieve vorm een ondergeschoven kindje maken. In het begin steunde vooral Frankrijk de positieve vorm als permanent middel; later vielen Finland en Polen Parijs bij. Als ook Nederland, Tsjecho-Slowakije, Roemenië en Griekenland het middel gaan steunen, komt Duitsland in het verweer. Gevreesd werd dat vooral Frankrijk er zijn economische voordeel mee zou doen. Berlijn ging er vanuit dat het sanctiewapen zwak was en wilde dit al in de jaren twintig zo houden. De uitvoering ervan zou stagneren. D
e Verenigde Staten kon het niet binnen zijn neutrale politiek passen. Een land dat aangevallen wordt steunen is immers niet neutraal. Dus geen positieve sancties, in de vorm van hulp aan Ethiopië en juist niet aan Italië bijvoorbeeld. Die houding zou de Italianen in Ethiopië goed uitkomen. Wel werd een plan voor financiële steun uitgewerkt in Verdrag inzake financiële bijstand. Het aannemen van dit verdrag werd gekoppeld aan internationale ontwapening. Toen deze plannen tijdens de Wereld Ontwapeningsconferentie in 1933 – in een wereld waar samenwerking geen prioriteit had – faalden, ging ook de financiële steunwetgeving de mist in. Al snel zouden ook andere ideeën, zoals het Kellogg-Briand Verdrag waarin oorlog als instrument voor nationale politiek werd afgewezen, uitgekleed worden.

Verenigde Staten
De VS claimden het recht op zelfverdediging (inclusief overzeese belangen), de Britten wilden hun regio's met speciale en vitale belangen kunnen verdedigen. Zelfverdediging werd zo een breed begrip. En het afwijzen van oorlog, met uitsluiting van zelfverdediging, kreeg hierdoor minder betekenis.

Dat de Verenigde Staten geen deel van de Volkenbond waren zorgde voor nog een probleem. Als de Volkenbond een agressie oorlog zou bestraffen en handelaren van de VS zouden onder het mom van neutraliteit doorgaan met het bevoorraden ervan, dan moest er gekozen worden tussen het steunen en handhaven van de Volkenbond politiek of die van de Verenigde Staten. Voor de Britten was het duidelijk als de VS niet mee zouden doen dan konden ze de Volkenbond niet steunen.
De jaren dertig begonnen kortom op het gebied van sancties weinig belovend. Toch zouden ze uiteindelijk ingezet worden in alle delen van de wereld, waar een militaristisch Japan, een Nazistisch Duitsland en een fascistisch Italië zich bewapenden, zich land toe-eigenen en een imperium opbouwden. Maar of ze ook doortastend werden inzet? Vele betwijfelen dat. De VS en de Britten weigerden hierbij het voortouw te nemen, aldus auteur
Charles Kindleberger. Ook Zara Steiner verweet dit de Britten. Zelfs toen de Sovjet Unie (sinds 1934 permanent lid van de Volkenbond) sancties tegen Nazi Duitland niet uitsloot, weifelden Westerse regeringen, omdat ze bang waren voor de gevolgen op hun nationale economieën. Het boek staat vol redenen die landen gaven of hadden om niets te doen. Het verminderen van wapenexport werd bijvoorbeeld niet gewenst door de militaire industrie. De VS had dan wel een verdrag tegen agressie oorlogen getekend, maar het land weigerde, voor dat Roosevelt president werd, er daadwerkelijke tegen op te treden.

Japan
Sancties tegen Japan werden niet doorgezet, omdat men vreesde dat dit Tokio tot meer militaire acties aan zou zetten. Sterker nog. In 1938 klaagde Robert Cecil, op dat moment lid van het huis van afgevaardigden, dat de Verenigde Staten vliegtuigen aan Japan bleven leveren. De VS zouden samen met Nederlands Indië in 1940 belangrijke leveranciers van grondstoffen voor Japan worden. Als de VS uiteindelijk wel economische sancties tegen het land uitroept dan zal de Japanse agressie zich snel door de regio van de Stille Oceaan verspreiden, een gevolg waarvoor al gewaarschuwd was.
Op het moment dat de Verenigde Staten alle export naar Japan onder een vergunningplicht bracht die was bedoeld om een
“stop om de Japanse nek te zijn” en ook de Britse en Nederlandse overheid de politiek van de VS volgden en Japanse bezittingen werden bevroren toen was het niet meer dan een een rekensom om te zien dat Tokio snel zonder buitenlandse valuta zou zitten en tekorten van bijvoorbeeld brandstof niet meer kon aanvullen door aankopen op de internationale markt. Niet moeilijk om te begrijpen dat Japan die tekorten door veroveringen in Zuidoost Azië aan zou gaan vullen. Die dreiging was er voor de harde maatregelen niet, aldus de VS-admiraal Harold Stark.
Zijn Japanse collega Admiraal Osami Nagano stelde:
“onze voorraden krimpen geleidelijk, als we gaan vechten, dan denk ik hoe eerder hoe beter.” De Japanse marine verbruikte 400 ton brandstof per uur. Ze werd door het embargo tot oorlog gedreven, stelt de schrijver. Elders had het olie-embargo wel gewerkt. Franco had eerder na een olieboykot besloten buiten de oorlog te blijven. Bij Japan liep dat anders. Een standaard aanpak werkte niet. Tokio kon niet winnen, maar koos voor oorlog om toegang te krijgen over bijvoorbeeld de Oost-Indische olievoorraden.

Toen en nu
Dat is een van de wezenlijke aspecten van het boek. Niet het wapen van de sancties was zwak, maar de maatregelen werden halfwas ingezet, vooral om redenen van eigen belang of dit nu economisch of ideologisch was. Het roept tevens de vraag op of de kritiek van de schrijver dat sancties niet hun werk doen tegen sterkere landen en tot meer instabiliteit en conflict hebben geleid, niet ingeruild moet worden voor een visie dat sancties met meer inzet, meer kracht en minder ontziend moeten worden ingezet? Die vraag komt ook in het boek aan de orde als reactie op de oproep Raymond Buell in 1932 tot een krachtiger opstelling. Als Berlijn duidelijker had geweten wat het over zich af riep aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog dan was de oorlog te voorkomen geweest. Maar die visie is niet gebaseerd op historische gegevens, maar op een nieuwe filosofie rond de internationale orde, merkt Mulder als reactie op.
De vraag is niet alleen deel van een historisch boek, maar ook uiterst actueel. Misschien ligt daar ook het antwoord. De sancties van dit moment tegen Rusland doen (grotendeels) hun werk niet. Toch
worden er nog steeds strafmaatregelen toegevoegd.8 De sancties tegen China vertragen op zijn best de technologische ontwikkeling in het Rijk van het Midden, maar maken het ook onafhankelijker van Westerse technologie. De eindbalans lijkt ook daar niet in het voordeel van de maatregelen uit te pakken. Anderzijds het peuteren van microprocessoren uit wasmachines om ze te gebruiken in zogenaamd hightech wapens, tekent ook de gedeeltelijke effectiviteit van dit deel van de sancties.

Doordat positieve sancties niet van de grond kwamen en zodoende werd gekozen voor discipline en straf en voor buitenlandse hulp aan de getroffen partij, werd sanctiepolitiek een factor die de economische instabiliteit vergrootte. De schrijver haalt de bekende econoom Keynes aan die al in 1924 een voorstander van die positieve sancties was. Pas als de Tweede Wereldoorlog al gaande is, krijgt die kant van de sancties meer vorm. President Roosevelt ging zowel in China als Zuid-Amerika steun verlenen om de invloed van Japan en Duitsland terug te dringen. Tijdens de oorlog was de voorloper van de Verenigde Naties al actief met de blokkade van Europa, oorlogsinspanningen (Duitse steden massaal gebombardeerd) en ook plande het hulpprogramma's voor getroffen burgers. Na een aanvankelijk weinig florissante start bleven de positieve maatregelen bestaan en zouden na de oorlog aan hun volgende leven binnen de Verenigde Naties beginnen. Na twee oorlogen kregen sancties hun volgende vorm. Het was duidelijk dat het economische wapen ook na de oorlog zou blijven bestaan.

Toen er bemoeienis kwam van de New Dealers met de Verenigde Naties, bleek Cecil in Engeland niet verheugd. Hij vreesde dat linkse economen de VN wilden gebruiken voor hun plannen. Toch konden de VS en Cecil elkaar wel weer vinden rond ideeën wat noodzakelijk was na de oorlog. De Verenigde Staten wilden meer militaire samenwerking. Cecil zag de noodzaak van een internationale organisatie met militaire macht.

Actuele tint
“De strijd tot het vormen en gebruik van het sanctie wapen vormde de wereld tussen de oorlogen verregaand en daardoor de structuur van de politieke en economische orde die we vandaag de dag nog bevolken,” zo geeft Mulder zelf een actuele tint aan zijn zoektocht. De gruwelen van de Tweede Wereldoorlog (Auzwititz, Hiroshima/Nagasaki) maakten dat er na de oorlog meer speelruimte bestond voor sancties dan daarvoor. Daar kwam nog bij dat de VN een veel preciezer, krachtiger en gestroomlijnder set van economische sancties had (artikelen 41 en 42) dan artikel 16 van de Volkenbond. Er ging onderweg nogal wat aan flarden. Bevolking van andere landen werden legitieme doelwitten, privé bezit en voedselveiligheid werden verzwakt. Dat sancties destijds werden gezien als een oorlogsmiddel (nu veelal als alternatief voor oorlog), maakte het zetten van dergelijke stappen normaler. Een medewerker aan de Britse blokkade kon schrijven dat de maatregelen bedoeld waren om Duitsers het te laten berouwen dat ze ooit kinderen op de wereld hadden gezet en we zullen er voor zorgen dat ze wel geboren worden ze zo behoeftig zullen zijn dat ze ook dan zo goed als dood zullen zijn, voegde hij daar aan toe. Afschrikkingswoorden of wraakzucht?

Karakter
Waarop sancties zich richten en de functie ervan is na de Tweede Wereldoorlog veranderd. De Verenigde Staten als wereldmacht zouden het middel omarmden en verder uitbreideden. In het interbellum waren sancties het middel in handen van de heersende machten, het werd wel een middel in handen van het Europees imperialisme genoemd. Na de Tweede Wereldoorlog kregen ze door inzet ervan binnen Verenigde Naties en Europese Unie meer krediet. Mensenrechtenschendingen, druk op dictators, gericht tegen nucleaire proliferatie, en andere zaken werden reden van inzet; niet langer het afschrikken van oorlog. Maar het zwaartepunt verschoof al snel van VN-kantoren naar de instituties van de VS, zoals OFAC. Het karakter van de Verenigde Staten met een sterke financiële positie en de vooraanstaande rol in de internationale economie op het gebied van regelgeving en technologische ontwikkelingen, heeft ook de vorm van de sancties bepaald. Inmiddels zijn sancties zo wijdverbreid dat een derde van de wereldbevolking onder een vorm van sancties leeft.

Ontwrichten

Er zijn de maatregelen tegen Rusland (waar de olieopbrengsten door de verschuiving van de export alleen maar toegenomen zijn, zie grafiek). In een wereld waar lang niet iedereen achter de Westerse politiek staat en allen brandstof nodig hebben, is het juist gunstig voor anderen dat het Westen cq. Europa zichzelf buitenspel zet als afnemer en zijn politiek ook niet door wil zetten ten koste van eigen inkomsten. Eigenbelangen waren in het interbellum een sturende kracht en dat zijn ze nog steeds. Tegelijkertijd “vergroten sancties wel de spanningen die bestaan in de geglobaliseerde wereld.” Ook dat was in het interbellum zo, en is nog steeds zo. Dat sancties juist bedoeld zijn om de internationale stabiliteit te vergroten is, helaas, geen verdediging tegen het risico dat onbedoelde negatieve gevolgen even groot en destructief kunnen zijn, merkt Mulder op. De behandelde stof en de wereld van dit moment geven daartoe uitgebreid aanleiding.

In NRC-Handelsblad van 13 december 2023 deden drie schrijvers de oproep om de
Russische samenleving te ontwrichten. In de hoop dat dit niet tot meer saamhorigheid tegen de buitenlandse invloed in Rusland leidt, zoals de ervaring leert dat gebeurt, maar tot opstand tegen Poetin en zijn kliek.Dat probeerde men ook een eeuw geleden met de eerste inzet van het sanctiewapen in vredestijd. Ook toen had dit tot val van de macht in Rusland moeten leiden. Het bleek niet te werken. Je kan beter de idealisten voeden dan hen bevechten, zei een Britse diplomaat destijds. Ook tijdens de oorlog vielen de directe effecten tegen en werkte ze op doorslaggevende aspecten juist averechts. Voorstanders bleven ze echter bepleiten en overwaarderen. Iets wat we ook nu zien. De vreselijke gevolgen, de honderdduizenden doden van toen, werden voor het gemak vergeten. Ook nu is het een gok met een ongewisse afloop.

Dreiging
De inzet van sancties is sterk vergroot, maar de effecten ervan zijn steeds minder geworden, zo schrijf Mulder aan het eind van zijn boek. Eerder noemde hij de effectieve inzet ervan in de jaren twintig van de vorige eeuw tegen Joegoslavië en Griekenland, maar eigenlijk was het hier vooral de dreiging met inzet die de doorslag gaf, niet het sanctiewapen zelf. Als die sancties dan vaker niet dan wel effectief zijn roept dit een vraag op of de inzet wel wenselijk is.
In het boek komt ook de CoCom voorbij, het forum uit de Koude Oorlog om export van technologie naar de Communistische wereld te voorkomen of te beperken. Afspraken op om het gebied van deze producten werden na 1991 steeds breder gemaakt.
Vijanden van voorheen maakte nu samen afspraken. En ze zijn nu meer nodig dan ooit met nieuwe strategische technologie, zoals: drones, cyber, kunstmatige intelligentie en hypersonische wapens. Het streven naar samenwerking lijkt echter ingeruild voor uitsluitend confrontatie en beperkingen opleggen. Nog steeds zijn er goede redenen om geen strategische goederen te leveren aan landen die niet voldoen aan een set criteria. Dat is ook een sanctie, maar niet een sanctie waar de bevolking onder leidt, maar doorgaans juist baat bij heeft.

Het verbaast me dat sancties op het gebied van strategische goederen nauwelijks genoemd worden, alleen de machtspolitieke kant van export van strategische goederen. Het boek biedt hier en daar wel aanleiding als sprake is van wapenembargo's en bijvoorbeeld de C
apper Resolution uit 1929 dat een embargo op wapenleveranties bevatte. Het wordt tijd dat specialisten op dit gebied zich ook meer met het debat rond sancties gaan bemoeien. Rond de huidige oorlog van Rusland in Oekraïne wordt veel gesproken over sanctiebeleid op strategisch niveau. Deskundigen grijpen het werk van Mulder aan om sancties coûte que coûte te verwerpen, ze missen dan wel dat het in diens beschouwing gaat om sancties die doorgaans veel omvangrijker zijn (geweest) dan een verbod op de levering van strategische goederen voor militaire doeleinden. Die laatsten kunnen wel impact hebben, zoals bijvoorbeeld het bericht duidelijk maakt dat Rusland voorraden moet gebruiken die bedoeld zijn voor 2024-25 om dringende behoeften te voorzien en daarmee een hypotheek legt op de soepele voortgang van de productie in de nabije toekomst. Dat klinkt toch op zijn mint als een minimaal succes. Het Kremlin en spreekbuis persbureau TASS komen wel regelmatig met positieve berichten maar die worden doorgaans op hun beurt weersproken.9

Vijandigheid vlechten in de samenhang van internationale betrekkingen en mensenrechten is van weinig nut in een steeds veranderende wereld.” Met deze laatste zin neemt de schrijver een duidelijke positie in. Maar het niet leveren van raketten is iets heel anders dan een sanctiepolitiek in de breedte of het afsluiten van de financiële markten.

Vooral in dit laatste deel zijn mijn mening en die van Mulder en zijn beschrijvingen door elkaar gaan lopen. Voor nog geen vijftien euro koop je het boek zelf, en daarmee een veel uitgebreidere blik op de ontwikkelingen van het sanctiewapen helemaal van Nicholas Mulder zelf. Het is zijn prijs meer dan waard.

Noten:

1 Deze constatering kwam ik ook al tegen in Backfire van Agathe Demarais. Het boek is wel heel duidelijk een aanvulling op Backfire, niet alleen omdat het voor het overgrote deel een andere periode beschrijft, maar iets toevoegt aan het werk van Demarais. Waar zij de oorsprong van het sanctiewapen toch heel erg in de VS legt, laat Mulder juist zien dat de VS tot president Roosevelt juist dwarsligger waren bij de ontwikkeling ervan. Hij benadrukt de Britse en Franse inzet tijdens de Eerste Wereldoorlog als basis voor het middel.
2 Het begrip internationalisten heeft een connotatie met linkse stromingen, maar in het boek wordt het gebruikt voor hen die internationale oplossingen voorstaan voor wereldproblemen, zoals bijvoorbeeld via de Volkenbond, los van een links-rechts onderscheid.
3 De inzet van het sanctiewapen leidde tot in Syrië tot ernstige honger. Er zouden hierdoor naar schatting een half miljoen mensen omkomen. De machthebbers in Ankara leken daar niet van onder de indruk. Sterker nog ze vonden het geen probleem dat Armeniërs en Arabieren het loodje legden.
In de volgende oorlog wereldoorlog zou Duitsland overigens zelf een Hungerplan inzetten om het Westen van de Sovjet Unie te ontvolken en daarmee een groter deel van de voedselproductie voor de eigen bevolking te hebben. De tekst van het plan meldde dat verwacht moest worden dat “tientallen miljoenen zouden omkomen van de honger of zouden vluchten naar Siberië” en dat was ook precies de cynische bedoeling.
4 Arbitrage is een begrip nog terug te vinden in de naam van de Swedish Peace and Arbitration Society (SPAS) een vredesorganisatie die al sinds 18833 bestaat.
5 Zie p. 2 onder 'nadelen'. https://drive.google.com/file/d/1hthLgnZDF3Mb5liPMqgnRvTI5Bno-J8i/.
6 Econoom en columnist Paul Krugman haalt in een bespreking van Underground Empire: How America Weaponized the World Economy,  door Henry Farrell and Abraham Newman, de woorden van de schrijvers aan dat het tot wapen maken van handel een van factoren is die tot de Tweede Wereldoorlog hebben geleid: Duitsland en Japan gingen beide veroveringsoorlogen aan, gedeeltelijk om toegang tot grondstoffen te krijgen die ze bang waren te verliezen door internationale sancties. (Een stellingname gebaseerd op het werk van Mulder, zie p. 2003 van Underground Empire).
7 Het in het boek genoemde Verdrag van Constatinopel is van 1832. Aangezien 1888 wordt genoemd (p. 220) zal het over de Conventie van Constantinopel gaan.
8 Lee Ferrant, 'US tightens squeeze on Russia’s ‘war machine’ money, including diamonds and seafood', Breaking Defense 22 december 2023, https://breakingdefense.com/2023/12/us-tightens-squeeze-on-russias-war-machine-money-including-diamonds-and-seafood/ Nieuwe maatregelen komen er wekelijks bij, soms zelfs meerdere per week.
9 Het Kremlin en spreekbuis persbureau TASS komen wel regelmatig met positieve berichten en die worden op hun beurt dan weersproken door de Oekraïnse pers, in tijdschriften en op websites met militaire analyses, alleen al over de omvang van de Russische tank arsenalen en kwaliteiten daarvan zijn zo velen artikelen geschreven.