Underground
empire; how America weaponized the world economy
is geschreven door Henry
Farrell en Abraham Newman.
Beide zijn als professor verbonden aan een universiteit. De eerste
aan de John Hopkins en de tweede aan de Georgtown University. Beide
schrijven ook voor dagbladen en dat merk je aan de verhalende manier
van schrijven.
In het eerste hoofdstuk wordt het ondergrondse netwerk van kabels vergeleken met een autoweg, waarop mensen 's morgens tussen velen anderen naar hun werk rijden. Ze zetten hun computer aan alsof ze in hun auto stappen en via de ondergrondse kabels versturen ze een bericht, ontvangen geld of maken het juist over.
'Alle wegen leiden naar Rome', is een bekend gezegde en Farrell en Newman stellen dat 99 % van alle internet verkeer via het Rome van de 21e eeuw, de Verenigde Staten, loopt. Samen met de financiële systemen en controle over delen van hoogwaardige chipproductie, maakt dit van de VS het nieuwe empire. Via de datasnelweg worden financiële transacties vervoerd, en gaan berichten over producten en transacties. Dat andere overheden de huidige situatie niet waarderen en andere routes willen bouwen, verbaast de schrijvers niet. Want de VS gebruiken de netwerken als middel om de wereld te domineren. Het boek wil laten zien hoe deze positie ontstond en de VS instaat stelde haar macht en enorme invloed tot over de grenzen uit te breiden door informatie te verzamelen, goederen te stoppen, en hele landen los te koppelen van de wereldeconomie. Hoe reageren de andere landen hierop; China en de EU bijvoorbeeld? Zijn er geen andere toepassingen die gezocht kunnen worden voor deze spin-in-het-web positie, zoals het bestrijden van belastingontwijking of het tegengaan van klimaatverandering, vragen de schrijvers zich af.
Plat beeld
Geen land zal ten oorlog trekken in een wereld waar productie geglobaliseerd is, want de aangevallen buurman levert door het vernielen van de economische relaties immers schade op voor de eigen economie, zo wordt Thomas Friedman aangehaald. De geglobaliseerde economie wordt wel vaker als medicijn tegen oorlog gezien, maar het valt toch vaak tegen. De wereld was in de eerste helft van de vorige eeuw ook al geglobaliseerd en we weten hoe die eruit zag. De werkelijkheid is interessanter en minder eenvoudig dan de visie van Poetin (die het internet een CIA project noemde) en het “twee dimensionale platte” beeld van Friedman, aldus de auteurs.
Toeval
De
VS waren de grootste winnaar van de Koude Oorlog en zouden door die
positie ook de inrichting van de wereld daarna grotendeels bepalen.
Zo is SWIFT weliswaar een instelling gevestigd in België, maar wel verbonden
met een datacenter in Ashburn, Noord-Virginia. Daar is een van de
knooppunten van het globale internet gevestigd. Door het beheersen
van internet knooppunten kunnen de Verenigde Staten op dergelijke
plekken afluisteren wat vijanden (en vrienden) elkaar doorgeven en ze
zelfs uitsluiten van de financiële systemen in de wereld.
Afluisteren
was voor het internet een kostbare zaak en werd veelal beperkt tot
hoogwaardige doelen. Nu kan ieder telefoontje in een land worden
opgevangen en worden bewaard. Niet langer is het verzamelen een
probleem, maar de opslag en het filteren van berichten uit de enorme
hoeveelheden. Het ontstane systeem met kabels en datacentra is niet
zo bedacht, maar steeds verder die kant opgegroeid, aldus de auteurs,
Dit ontstond door de mogelijkheden te gebruiken en ze verder uit te
breiden. Dus geen complot om de macht te veroveren, maar toeval dat dit meekwam met de technische ontwikkeling. Het werd
als extra present in de schoot geworpen en met graagte uitgepakt.
Vaak werden nieuwe mogelijkheden toegepast, omdat de nood aan de man
was. Later werd het beleid dan veralgemeniseerd, zoals het gebruik
van de dollar tegen landen of het uitsluiten van SWIFT gebruik als
strafmaatregel. De Verenigde Staten veranderde van de enige
supermacht, naar een macht met superkrachten. De wal kan het schip
wel eens keren, zo waarschuwen de schrijvers. Zo kunnen financiële
transacties de VS wel eens geheel gaan mijden.
Snowden
Het
werk van Snowden wordt door de schrijvers geroemd, omdat de door hem
gelekte informatie duidelijk maakte wat een enorm netwerk de National
Security Agency | Central Security Service (NSA)
en zuster organisaties hadden gecreëerd om de wereld in de gaten te
houden. Nu zet de Verenigde Staten die superkrachten in tegen China,
en daarmee kwam de imperialistische strijd boven de grond. Het uit de
markt werken van Huawei noemen is onvermijdelijk in een boek als dit.
Farrell en Newman citeren een Europese ambtenaar die stelde dat de VS
boos was op China, omdat dit poogde te doen wat Washington allang
gedaan had; het omzetten van de globale communicatie netwerken in een
bolwerk voor controle. De dreiging die van de positie van Washington
uitgaat is duidelijk. Niet alleen voor China, maar ook voor delen van
Europa, maar wat kan je eraan doen? Corona, klimaat en mogelijke
grotere catastrofes in de nabije toekomst, vragen om antwoorden, maar
in plaats daarvan raakt de wereld verwikkeld in gevechten die de
digitale zijde route (die de wereld op vele vlakken bind) uit elkaar
kunnen trekken.
Waarschuwingen
Gezien
de inzet van de macht van de Verenigde Staten is het niet moeilijk om
je voor te stellen dat dit netwerk ook anders ingezet kan worden. Je kan ook
landen die het regenwoud kappen, alsof dit er niet toe doet, onder druk
zetten met die middelen, menen de schrijvers in de inleiding.
Dergelijke aanbevelingen worden in het laatste hoofdstuk uitgewerkt.
Het pad waarop Washington nu zijn koers uitzet zal leiden tot bittere
en hardnekkige conflicten, zo luidt een ernstige waarschuwing in het
boek. “Om
Amerika te beschermen heeft Washington langzaam maar gestaag de
economische netwerken veranderd in werktuigen voor zijn dominantie,”
zo stelde Paul
Kruger in een bespreking van het boek. Hij
schreef in diezelfde bespreking ook: “De
Verenigde Staten hebben stilletjes een postmoderne oorlog tegen China
gevoerd en gewonnen.” De
VS moet dan ook niet opkijken als andere landen op hun
machtsontplooiing – “de
economische equivalent van een atoomarsenaal”
– met een eerste stap (first
strike)
zullen reageren, is dan ook een waarschuwing van de auteurs.
Von
Hayek
Het
boek is verhalend geschreven. In de inleiding is de autoweg de
metafoor die de verschillende aspecten met elkaar verbindt. In
hoofdstuk twee is het Walter Wriston, CEO van de Citibank, en een man
met een vooruitziende blik, aan wiens hand het betoog wordt
uitgewerkt. Hij geeft het hoofdstuk het karakter van een verhaal met
een begin en een eind. Wriston schreef in 1970 dat de snelle
communicatie de informatie uitwisseling belangrijker zou maken en dat
die over grenzen heen zou gaan en daarmee de rol van de nationale
staten verkleinen. Vader Wriston was nauw betrokken bij het project
van de grondlegger van het neoliberalisme Friedrich von Hayek (die wordt droogjes de “beroemde econoom” genoemd die stond voor de vrije markt, een deel van de persoonlijke
vrijheid). Walter zelf was ook sterk beïnvloed door Von Hayek's
visie. Hij werd volgens de auteurs een van de mensen die ideeën van de ideoloog in de praktijk omzette en vaart gaf. Dit betreft
verschillende aspecten van de economische activiteiten. Er wordt een
vroege investering genoemd in een controversieel project om goederen
goedkoper te vervoeren, de container. Ze zijn inmiddels overal.1
Von Hayek komt later in het boek terug als voorstander van
gedecentraliseerde economie, omdat dit overheids ingrijpen moeilijk
maakt en als voorstander van private valuta. In dat deel komt de lezer langs
Pay Pal en cryptomunten en zogenaamde gedecentraliseerde autonome
organisaties (DAO), daar waar een beheersstructuur
blockchain-technologie gebruikt om bijvoorbeeld transactieverwerking
te automatiseren. Dit alles om de middelen in eigen handen te nemen,
vanuit libertaire, neoliberale of andere ideologische overwegingen.
De schrijvers noemen het vertrouwen erop niet alleen een Mickey Mouse
fantasie, ze geven er ook doorwrochter commentaar op door te laten
zien dat de overheid ingrijpt indien ze dit nodig vindt en dat hier
moeilijk aan te ontkomen valt. De nagestreefde 'vrijheid' past niet
binnen de structuur van de wereld.
Cryptomuntenafdeling
De
technologische ideeën worden wel serieus genomen. Ook door
overheden. Daarom staan de auteurs bijvoorbeeld ook stil bij de angst
van Beijing over de gevolgen die de opkomst ervan (zoals bijvoorbeeld
Facebook voorstond met Libra) kan hebben. De directeur van de
cryptomuntenafdeling van de Chinese Nationale Bank, Wang
Xin stelde dat
een dergelijke digitale munt “een
scenario zou kunnen creëren waarin … er in feite maar een baas
bestaat. Dat is de dollar en de Verenigde Staten.” Volgens
de Chinese leider Xi Jinping moest de Chinese Centrale
Bank daarom zelf gaan werken aan een digitale munt (de Central
Bank Digital Currency, CBDC).
Dat zou zowel defensieve als offensieve mogelijkheden openen.
Wat
begon als een experiment naar decentralisatie werd bij het succes
ervan juist gezien als mogelijkheid tot controle door de nationale overheid. Zuckerberg werkte niet aan een
project voor de overheid, maar aan de groei van zijn eigen macht en
dat was te hoog gegrepen. Libra zou het ondanks veel overleg met de
overheid niet redden. De Chinese vrees was hier ongegrond. Net als
Beijing wilde ook Washington de greep houden. En net als in China
gaan er ook in de VS stemmen op om een eigen CBDC op zetten.
“We kunnen de globale status van de dollar niet als vast gegeven
beschouwen,” stelde Lael Brainard, vice voorzitter van de Fed, de Centrale Bank
van de VS, als reden daarvoor.
Eurodollar
Maar
de belangrijkste invloed van Wriston draait om veranderingen in het
bankwezen. Als financiële transacties sneller en gedecentraliseerd
zouden verlopen dan zou het niet langer gecontroleerd kunnen worden
door staten; “In
plaats daarvan zou het hen de baas zijn.” De schrijvers rekenen af met dit idee. De wereld die Wriston en zijn
collega's bouwden was ook gericht op centralisering, maar dan via hun
kanalen en uiteindelijk zou ze de overheidscontrole niet verkleinen,
maar de deur ervoor juist wijdt open zetten. Hun centralisering,
maakte de houdgreep juist eenvoudiger.
De bankier zou mede aan de basis staan
van de euro-dollarmarkten die transacties in dollars vereenvoudigden.
Betalingen tussen Japan en Italië konden zo bijvoorbeeld via de
dollar lopen. Lires werd omgezet in dollars en die dollars weer in
yen. Het draaide hier wel om fictieve dollars die maar een doel
hadden: het kopen van andere valuta. Er circuleerden zo op een
gegeven moment meer dollars buiten dan binnen de VS. Wel werd iedere
dollar gedekt door een dollar bij de bank. Het
maakte de dollar niet alleen de munteenheid voor de wereld, het
maakte buitenlandse banken ook afhankelijk van die dollar en daarmee
van de regel- en wetgeving van Washington. De wereld was niet
gedereguleerd, maar juist kwetsbaar geworden door het
dollarverrekeningssysteem en bij een een uit de hand gelopen conflict
met een kleine Duitse bank, Herstatt, bleek dat twintig tot dertig
private banken het betalingsverkeer in de wereld grotendeels in
handen hadden.
Betalingsverkeer
Tevens
zette Citibank een standaard voor betalingswijze op die de bank aan
zijn contacten wilde opdringen: MARTI (Machine
Readable Telegraphic Input).
Het systeem faalde, niet iedere bank liet zich dwingen, en de
financiële markten wankelden door de conflicten en de moeilijkheden
binnen het betalingsverkeer die ontstonden. In Europa was op dat
moment het door de Nederlandse bankier Jan Kraa bedachte systeem
SWIFT (Worldwide Interbank Financial Telecommunication) uit 1973
werkzaam. SWIFT was gevestigd in België, om zo de
rivaliteit tussen Londen en New York te omzeilen. Als Citibank zijn
systeem door wil drukken, dan kiezen velen eieren (SWIFT) voor hun
geld en het kleinere systeem als tegenwicht voor de macht van de
kolos uit New York.
Inmiddels gaan er per jaar 10 miljard
berichten door het netwerk met een astronomische financiële omvang
van $1,2515 of een quadriljoen. Om toegang tot het internationale
betalingsverkeer te hebben is het onmisbaar geworden. De schrijvers
van Underground Empire benadrukken dat ook hier een flinke
Amerikaanse invloed bestaat2.
Amerikaanse bankiers werden voorzitter van SWIFT en in het bestuur
zaten ook Amerikaanse banken en toegang tot de dollar was nog steeds
wezenlijk. Bovendien kon de overheid van de Verenigde Staten
ingrijpen indien nodig, zo wordt hier gewaarschuwd. Erg uitgewerkt
wordt dit in dit boek niet.
Hubs
Snellere
transacties zijn mogelijk door de opkomst van het internet. Ook aan
deze technologie wordt een optimistische visie opgehangen. Het
wereldwijde web zal iedereen meer vrijheid geven. Wriston dacht
bijvoorbeeld dat overheden de controle over de stromen informatie
zouden gaan verliezen en dat menselijke kennis en intelligentie zich
vrij over de wereld zou kunnen bewegen. Farrell en Newman waarschuwen
weer; niemand lette op de bedrading en kabels die de informatie
vervoerden of de datacentra waar langs de berichten werden geleid. De
functie daarvan maken ze weer duidelijk via de metafoor van
transport, hier luchtvervoer. De datacentra worden daarin vergeleken
met hubs, die dienen om over te stappen op vluchten naar andere
vliegvelden. Net zoals een vliegveld met iedere lijnvlucht die ervan
gebruik maakt een sterkere positie krijgt, gaat dat ook zo met
datacentra. Zo ontstaan knooppunten. In het boek wordt de
ontwikkeling van Noord-Virginia beschreven, waar bijvoorbeeld het
eerder genoemde Ashburn ligt, waar SWIFT zijn informatie heeft
gestald. Servers trokken daar andere servers aan, en die weer andere
etc, etc. Het één plakt blijkbaar aan het andere. Het begon met de
aanwezigheid van ARPA (tegenwoordig DARPA3).
Er kwamen daarna private initiatieven. Inmiddels heeft Amazon er zijn
Cloud gevestigd. Hoewel de naam anders voorspiegelt, hangt die wolk niet dromerig in
de lucht, maar bevindt zich in een gebouw met servers
die zijn verbonden met het internet via glasvezelkabels.
Niemand
had de knooppunten gepland, maar ze kwamen er wel en maakte gebruik
van bestaande infrastructuur. Het is een centrale boodschap in
Underground Empire. Die machtsstructuren kunnen ogenschijnlijk
toevallig tot nieuwe leiden. Op een klein grondgebied komt dan heel
veel technologie en informatie samen. Dat biedt ook mogelijkheden om
ze in de gaten te houden en te gebruiken.
Oorlogszone
Inmiddels
zijn halfgeleiders (semiconductors)
een wezenlijk onderdeel van de technologie achter een machtspositie.
Ze produceren is een proces dat bestaat uit verschillende stappen. Er
moet ontwerp software zijn, en machines om ze maken (en zelfs
machines om die machines te maken) en er moeten kostbare ($12 miljard
af te schrijven in 5 jaar, wordt genoemd) werkplaatsen zijn om ze the produceren. De
Verenigde Staten heeft veel van de ontwerp deskundigheid in huis
(Qualcomm bijvoorbeeld). In andere landen (Taiwan, Zuid-Korea, China)
staan de fabrieken om ze te maken met machines ontworpen in Japan en
Nederland als belangrijke en bestuurd door software van bedrijven uit
de VS. Het lijkt de visie van een gedecentraliseerde geglobaliseerde
liberale economie op basis van informatie uitwisseling te
onderstrepen. Maar de auteurs bederven deze pret weer.
Het
Taiwanese TSMC was een zeer dominante producent op ongeveer 100 km
afstand van de belangrijkste tegenspeler voor de VS, China. Als de
toevoer van TSMC chips zou stoppen dan zou dat gigantische effecten
hebben voor de Noord-Amerikaanse economie. Aardig die globalisering
en winstgevend, maar wel voor een tijd zonder machtspolitieke
onenigheid. Als de spanningen oplopen dan wordt ook de halfgeleider
business een oorlogszone. Net zoals de florerende Euro-dollarzone er
alleen maar was, omdat de Verenigde Staten het systeem liet groeien
en bloeien. Ook de centrale overheid had er belang bij. Maar als dat
voordeel een nog groter nadeel oplevert dan wordt ertegen opgetreden.
Online versie, hier. |
Tussen de documenten die Edward Snowden bij de NSA weghaalde zat een kaart, de zogenaamde Stormbrew kaart. Deze geeft aan hoofdstuk twee van het boek de titel. De kaart geeft inzicht in het ondergrondse netwerk van het rijk. STORMBREW was de naam voor een van de programma's die na 911 werd opgezet en bedoeld om informatie op te vangen die via de glasvezels door de Verenigde Staten kwam. Wat eerder signal intelligence was, werd met de komst van het internet vervangen door digitaal verkeer (emails, clics en telefoonberichten). Digitaal verkeer wordt niet in radiogolven, maar in de vorm van licht verzonden.
Dat internetverkeer liep in belangrijke mate via de VS. De verbindingen daar zijn zo goed dat het vaak sneller is om data via een omweg langs dit netwerk te sturen (de snelheid van het licht maakt de invloed tijd relatief klein ten opzichte van afstand). Op de kaart staan hoofdkabels die de wereld omspannen en de knoop- of verdeelpunten in de Verenigde Staten; vier aan de Westkust en drie aan de Oostkust.
De NSA zou Verizon/MCI inschakelen om een methode te vinden om de binnenkomende gegevens van de kabels te halen. Afluisteren ging bij digitaal verkeer niet. Onderscheppen ging wel. De hoofdverbindingen die via de Verenigde Staten liepen gaven ook de mogelijkheid dit verkeer te tappen. De knooppunten zouden onderscheppingspunten worden. Je hoeft daarvoor niet naar de zeebodem; de aanlandings- knooppunten zijn afdoende. Voor het opvangen van de uitgaande berichten was een ander programma (PRISM). De kaart laat op een heldere manier de positie van de Verenigde Staten in dit geheel zien, wat de NSA de Ruggengraat van de Wereldwijde Telecommunicatie noemde. De knooppunten zijn ook de plaatsen in het netwerk punten waar bedrijven of hele landen van de snelle hoofdverbindingen kunnen worden afgesneden.
Bovendien werd stilletjes een juridische mogelijkheid gecreëerd dit te doen, de zogenaamde transit authority. Voor de NSA was er wel een probleem. NSA misstappen uit het verleden hadden tot beperkingen geleid voor de inlichtingen diensten op het gebied van taps. Binnenlandse gebruik was gelimiteerd. Dat betekent dat op buitenlandse verkeer geen restricties waren. Toen de NSA directeur Michael Hayden in het Congres werd gevraag hoe de privacy van buitenlanders werd gerespecteerd, antwoordde hij simpelweg dat het Vierde amendement geen international verdrag was.
Medewerking
Intussen
ging het binnenharken van digitale informatie rustig door.
Toevalligerwijs komt een medewerker van AT&T erachter dat in het
gebouw waar hij werkte een 'geheime kamer' werd gebouwd onder de
ruimte waar de lange afstandskabel het gebouw binnenkwam. Hier kon de
NSA digitaal verkeer tappen. De technologie van PRISM werd gebruikt
om de lichtbundels te splitsen in twee identieke stromen. De ene ging
verder op zijn route om emails, webverkeer en data naar hun
bestemming te brengen. De andere werd bewaard om geanalyseerd te
worden met de Narus
STA 6400 machine van Israëlische makelij. AT&T leverde medewerking en kennis aan
het NSA en werd daar goed voor betaald en medewerking was ook vrijwel
gegarandeerd doordat de overheid de strenge regelgeving op het gebied
van telecommunicatie in kon zetten om onwelwillende bedrijven tot
coöperatie te bewegen. Een zaak tegen Yahoo! wordt in het boek uit de doeken gedaan.4
Het bedrijf zou na een uitspraak dat het medewerking moest verlenen
op straffe van $250.000 per dag boete als het dit niet deed, bakzeil
halen. Buitenlandse bedrijven werden er verder met klem toe bewogen
om dochters in de VS te vestigen om ze zo ook toegankelijk te maken.
Wetgeving is aangepast “om
bedrijven te dwingen informatie te geven, zelfs als het zich bevindt
op servers in het buitenland,” stellen de schrijvers en “glasvezelkabels
die door de VS lopen worden nog steeds afgeleid naar geheime kamers.”
Voor
mensen die het volgen is dit alles geen nieuws, maar de auteurs
beschrijven het beknopt en helder en zoveel mogelijk in wat je
'gewone mensen taal' zou kunnen noemen.
Dienstbode
SWIFT
Oorlogsvoering
en zogenaamde veiligheidspolitiek heeft ook een financiële kant. Dat
bracht ook het Amerikaanse ministerie van Financiën in de wereld van
de zogenaamde veiligheidspolitiek. Dit had vele oorlogen
gefinancierd, maar er nog nooit een gevochten, zo stellen Farrell en
Newman. De adviseur van het Ministerie David
Aufhauser merkte in de Senaat op dat het daarvoor al wel bruikbare inlichtingen
had. Hij vertelde niet waar deze vandaan kwamen. Maar al snel werd
duidelijk dat het draaide om informatie van SWIFT, de bron voor een
overzicht van wie geld overmaakt naar wie, waar vandaan en wanneer.
De in België gevestigde organisatie werd daarmee van een politiek onafhankelijke
dienstverlenende organisatie voor banken gemaakt tot een alles
overziende dienstbode voor de Verenigde Staten. Toen SWIFT een keer de
deur had opengezet, bleek deze niet meer gesloten te kunnen worden.
Het internet verkeer had de mogelijkheden voor de financiële macht
in de wereld vereenvoudig, versneld en geconcentreerd. Met en steeds
vaker zonder hulp van andere landen werd dit middel door de Verenigde
Staten gebruikt.
Rond die Alleingang waren wel verschillen van inzicht binnen de bureaucratie van de VS.
De staatssecretaris van Financiën voor Internationale Relaties, John
Taylor, pleitte voor het opbouwen van internationale
bondgenootschappen. Echter het Office voor Foreign
Assets Conrol (OFAC) opereerde zonder die internationale samenwerking. Taylor zou
het afleggen tegen de de doortastende medewerkers van OFAC. Al snel
zou door hen een operatie tegen Banco Delta Asia opgezet worden waar
Noord-Korea tegoeden had. De Macaose bank werd verboden nog zaken te
doen met banken in de VS. Voor vrijwel alle banken werd Banco
daardoor een besmette collega. Al snel zou ze op grond van de
beperkingen die opleverde het loodje leggen. Het was daarmee niet
zomaar een sanctie.
Banken
Het internationale bankwezen zou een favoriet doelwit voor OFAC worden zoals HSBC en BNP Parisbas zouden merken. Beide moesten respectievelijk bijna $2 miljard en $9 miljard aan boetes betalen. De eerste voor witwaspraktijken. De tweede voor transacties met de gesanctioneerde landen Iran, Cuba en Sudan. De VS was in staat de banken de nek om te draaien en die hadden geen andere keus dan de boetes te betalen. Bovendien werden ze gedwongen controles in te stellen. HBSC door een interne controle systeem en BNP Parisbas door het opzetten van een nalevingskantoor dat onder OFAC toezicht zou vallen.Iran zou een volgend doelwit worden.5. In de Verenigde Staten werd gerekend op weerwerk van andere landen. Dat bleef grotendeels uit. De Europese Unie ging zelfs schoorvoetend mee met het beleid van VS door SWIFT te verbieden met de Iraanse instituties samen te werken die doelwit waren voor de maatregelen uit Washington. Als de druk op Iran zijn werk heeft gedaan, dan blijkt het vrijwel onmogelijk de maatregelen te beëindigen. Banken en bedrijven vreesden dat er weer sancties zouden komen en ook zij getroffen zouden worden door maatregelen uit de VS. Samenvattend stellen de auteurs: “De Verenigde Staten had zichzelf te machtig gemaakt om nog vertrouwd te worden.” Dit herbergt als mogelijk resultaat dat sancties hun effectiviteit verliezen, “uiteindelijk worden bedrijven weg geduwd van het financiële systeem van de VS,” stelde staatssecretaris van Financiën onder president Obama, Jack Lew als mogelijk gevolg van die macht.
Huawei,
Meng en Ren
Het
hoofdstuk War
without gunsmoke
begint met de arrestatie in Canada van Meng Wanzhoe in 2018. Weng was
het hoofd financiële zaken van het Chinese telecombedrijf Huawei en
dochter van de oprichter en CEO Ren Zhengfei. Weng start meteen een
juridische procedure om uitlevering naar de Verenigde Staten te
voorkomen. De autoriteiten in Washington sluiten na jaren een
overeenkomst in de zaak en de zakenvrouw kan in 2021 naar China
vertrekken. Maar in de tussenliggende jaren zit de overheid van de
Verenigde Staten niet stil en kleed het bedrijf zoveel mogelijk uit.
Allereerst werd de financiële macht van de VS ingezet om druk uit te
oefenen op de HSBC-bank, zodat deze belastende informatie leverde
tegen Meng. Huawei had sancties van de VS geschonden, maar dat was
geen grond voor uitlevering. Fraude was dit wel. HSBC leverde voor
die beschuldiging de bewijzen. De bank werkte mee om zelf de gevolgen
van meer OFAC-maatregelen af te wenden. De bank was al een boete
opgelegd van $1,9 miljard voor het financieren van zogenaamd illegale
leveranties. Als tweede stap wordt het leveren van
halfgeleiders aan Huawei gedwarsboomd. Leveranties aan Huawei mogen
alleen nog met een speciale vergunning. Ook producten met een deel
kennis6
(hier nog 25 procent) die van oorsprong uit de VS komt, werd aan
banden gelegd. Door de sterke aanwezigheid van de VS in delen van het
ontwerp van halfgeleiders – zoals die van Cadence in het ontwerp
ervan – krijgen de VS zo op veel leveranties invloed. Door met
krachtige middelen overtreders van VS-sancties tegen het bedrijf te
straffen, krijgt Washington een sleutelpositie in handen en ontstaat
een nieuw economisch wapen om te voorkomen dat Huawei geholpen wordt
bij het ontwikkelen van G5 en Cloud computer technologie.
Taiwan
Semiconductor Manufacturing Company
De
grootste leverancier van geavanceerde halfgeleiders (kleiner dan 10
nanometers) in de wereld is TSMC. Het bedrijf was goed voor ruim
90 procent van de wereldproductie in 2021.
De grootste klant was Apple, gevolgd door Huawei. De VS dwongen het
bedrijf te kiezen voor de VS of voor China. Het werden de VS. Als
TSMC voor Huawei wegvalt, wordt het voor het Verenigd Koninkrijk ook
gemakkelijker uit het bootje van Ren te stappen, ook al was dit
voordeliger dan de alternatieven. Het VS beleid volgen mag voor Londen wat kosten. Zo kunnen de VS de ontwikkeling en sterke positie
van Huawei breken en de positie van de VS versterken. Het zou ook de
verkoop van mobiele telefoons raken. Het wereldwijde marktaandeel van
Huawei neemt daarin af van 20 naar 4 procent. Het zijn de economische
voordelen aan de sanctiepolitiek. Hoewel de VS na een goede start
inmiddels vrijwel afwezig is op de GSM-markt.
De Verenigde Staten
was bang dat Huawei China aan een eigen overzees kabelnetwerk zou
helpen en daarmee de controle door Washington zou verzwakken. Het
bedrijf moest gehinderd worden, niet alleen vanwege het verwerven van
strategische technologie en invloed op handelsstromen, maar ook om de
dominantie van de VS te waarborgen. Het conflict draaide daarmee dan
ook niet om mobiele telefoons of het netwerk erachter, maar was een
nieuwe stap in een keiharde geopolitieke strijd tussen het Imperium
en de opkomende macht die zich slachtoffer van het ondergrondse rijk
voelde. Overigens was Huawei was zich er van bewust dat het niet
uitsluitend een economische rol speelde, maar ook een militair
strategische (maar goed dat doen andere tech giganten ook; al is dit
in het Westen anders georganiseerd).
Macht
en geopolitiek
Pappa
Ren stelde in 1994 tegen de hoogste man van de Chinese Communistische
Partij, Jiang Zemin, dat “een
land dat zijn eigen centrales (switching equipment) niet heeft,
vergelijkbaar is met een land zonder krijgsmacht.” Jiang
waardeerde deze opmerking met een compliment.
Het opzetten van
eigen knooppunten door G5 centrales zoals Huawei voorstaat, is een
methode om de controle door de VS te ondergraven. Ook
bedrijfstechnisch handelde Huawei met strategisch inzicht.
Langzaamaan breide het zijn positie uit door de grote partijen eerst
met rust te laten en zich steeds verder naar binnen te werken.
Bedrijven als Nokia en Ericsson moesten het uiteindelijk afleggen,
omdat ze niet konden concurreren tegen de lage Huawei prijzen.
Toch
zou het Chinese telecombedrijf binnen de wereld van de geopolitiek
tegen de grenzen aanlopen en tonen dat het minder sterk was dan lange
tijd werd gedacht. De wereldwijde productieprocessen die ontstonden
door de globalisering van de economie, zouden niet tot grotere
onafhankelijkheid van over grenzen heen opererende bedrijven leiden
(zoals onder andere Walter Wriston had) gedacht, maar juist tot veel
meer mogelijkheden voor overheden via de economie invloed uit te
oefenen. Deze analyse wordt onderstreept in een Financial
Times artikel waarin Underground Empire wordt besproken. De VS had hiertoe een
perfecte positie. In China leidt deze constatering ertoe dat een
systeem van zelfvoorziening wordt nagestreefd, waaronder die voor de
fabricage van halfgeleiders. Beijing besloot het enorme bedrag van
$118 miljard in deze industrie te investeren.
Na
Snowden was het duidelijk dat de positie van de VS als spin in het
web van de digitale knooppunten het land een positie gaf waardoor het
eenvoudig kon spioneren. Gecombineerd met de financiële macht gaf
dit de Verenigde Staten enorme mogelijkheden. De auteurs halen een
beeldend en bijna onvoorstelbaar voorbeeld aan. Als de VS Carrie Lam, het hoofd van het
bestuur van Hong Kong sanctioneren vanwege de
mensenrechtenschendingen, dan merkt ze al snel dat ze geen geld meer
kan opnemen. Het Chinese bankwezen trok zijn handen van haar af, bang
om ook getroffen te worden. Ze moet haar inkomen vervolgens cash
uitgekeerd krijgen.
Von
der Leyen
De
Franse president Macron suggereerde dat Ursula von der Leyen een
goede Eurocommissaris zou zijn. Ze was immers voor een stevige aanpak
vanuit Brussel op het wereldtoneel. Ze toonde dat al snel na haar
aanstelling. Als Von der Leyen de Europese Unie sancties tegen
Rusland uitspreekt, nadat dit land Oekraïne is binnengevallen, komt
de Europese sanctiepolitiek in een volgende fase. Het blijft niet
langer bij woorden, maatregelen tegen kleinere landen, bedrijven en
personen, nu wordt een heel groot land samen met de Verenigde Staten
op de korrel genomen door middel van financiële sancties,
maatregelen tegen de hightech industrie en de elite rond Poetin.
Het beleid is stilletjes voorbereid. Rusland wordt verbannen van SWIFT en Airbus weigert nog onderdelen te
leveren. Bij dit Airbus deel doemt de vraag meteen op hoe dit zit met
die andere grote leverancier van verkeersvliegtuigen, Boeing. Het
blijkt bij snel zoeken al
meteen dat ze en
route of met onderdelen van elders worden opgelapt. En zo gaat het ook
met Airbus vliegtuigen.
Er is geen aandacht voor in het boek, maar er blijft wel meer liggen
wachten op implementatie of het instellen van strikte, beperkende maatregelen,
waarvoor geen aandacht is. Teveel
mitsen en maren opschrijven, zouden de helder geschreven tekst van
het boek verstoren en het lijkt vooral om die stilistische reden dat
lastige zijstraten vermeden worden. Het
doet geen recht aan hen die dit falen proberen bloot te leggen, maar
de auteurs stappen over dit alles heen, en gaan snel naar de zwaarste
maatregelen. Overigens worden de maatregelen die er
zijn, door het grootste deel van de wereld niet gesteund, en zijn ook
daarom moeilijk te handhaven. “Het
meest schokkende was het afsluiten van toegang van Ruslands centrale
bank tot buitenlandse reserves”,
schrijven ze. Ze zijn verwonderd door de Europese daadkracht; de EU
is immers opgericht om markten te openen, niet om ze tot wapen in de
strijd te maken. De markt die altijd als middel tot vrede was
afgeschilderd, werd nu tot wapen gemaakt. De EU is van een verdeeld
en kwetsbaar verband geworden tot een organisatie met daadkracht.
Bondgenoot
tegen bondgenoot
Die
assertiviteit kwam niet voort uit de angst voor Rusland of China,
maar was een reactie op de jarenlange invloed van de VS op Europa,
aldus Farrell en Newman. Wat mij betreft is dit wat te eenduidig. Ook
het beschrijven van de Europese Unie als gemeenschap die weigerde te
kiezen tussen Rusland, China en de VS (zie hieronder) is lo van de realiteit. Dat Europa van alle drie de walletje mee wilde eten,
maakt niet dat die keuze (behalve tegen Rusland in 2022) niet gemaakt
zou zijn. De auteurs plaatsen de genoemde invloed van Washington
midden in hun analyse die leidt naar de constatering dat de Verenigde
Staten hun bondgenoten dwingen hun beleid te volgen. Dwang die er
uiteindelijk toe kan leiden dat ze zich van elkaar gaan vervreemden.
Het sanctiebeleid gaat immers regelmatig tegen de Europese belangen
in en staat wel centraal in het beleid van de macht aan de overkant
van de Atlantische Oceaan.7
Het lijkt alsof ze Europa daarom zien als bondgenoot in een politiek
die minder op confrontatie en meer op oplossingen voor globale
problemen is gericht.
Russische
olie
De
Russische
olie voor Europa
was een van de centrale kwesties in het debat tussen VS en EU rond
sancties. Dit speelt van Nord Stream I in 1981 tot aan het sluiten
van Nord Stream II in september 2022. Bij het aanpakken van Nord
Stream II bleek weer eens hoe belangrijk goede informatie
(inlichtingen) is voor sanctiebeleid. Als duidelijk wordt dat
Russische schepen de pijpleidingen niet goed kunnen leggen, worden
buitenlandse partijen onder druk gezet die deze klus op zich zouden
kunnen nemen (zoals het Nederlands/Zwitserse AllSeas dat zich
onmiddellijk terugtrekt uit vrees voor sancties uit Washington). De
ideologische verschillen tussen delen van Europa kunnen worden gevat
in de woorden Wandel
durch Handel versus het opvoeren van de druk op Rusland, waar de VS voor staat. De
relaties met Rusland goed houden betekende niet alleen een overleg
positie, maar ook goedkope olie voor de (Duitse) economie, daarvoor
kon ook wel eens wat kritiek ingeslikt worden. De druk verder
opvoeren zou dan weer goed zijn voor de oliesector in de VS die met
het aanboren van nieuwe bronnen een export behoefte had. De VS wezen
Europa al niet erg subtiel op het Amerikaanse freedom
gas om de Russische toevoer te vervangen. Die tweede benadering heeft
door de Russische inval in Oekraïne de bovenhand gekregen.
Opmerkelijk na Angela Merkel en met progressieve Groenen in de Duitse
Stoplichtcoalitie regering. Volgens de schrijvers zien de Groenen
vooral de kans om door de Oekraïne oorlog sneller van de fossiele
brandstof af komen; een bijkomend lichtpuntje in donkere tijden.
Duurzame energie en zelfvoorziening zouden als antwoord op de
dreiging kunnen komen, schrijven ze zich naar de conclusie van het
boek toe, waarin een koers verandering voor machtspolitiek wordt
bepleit naar zaken die economie en klimaat ten goede komen en
uiteindelijk tot meer samenwerking moeten leiden.8
VS,
Europa en China
De
schrijvers wijzen erop dat de relatie tussen Europa en Rusland rond
fossiele brandstof al naar zijn einde loopt, gezien de plannen om
het gebruik ervan uit te faseren. Daarmee zou het ook de functie van
smeermiddel in de relaties tussen beide veranderen. Het zou aan de
ene kant niet meer nodig zijn en aan de andere kant geen valuta meer
binnen brengen, en daarmee zou een relatie die Moskou wegens
welbegrepen eigenbelang tot terughoudendheid kon bewegen verdwijnen.
De Europese afhankelijkheid van Russische brandstof konden op de
valreep nog wel als wapen worden ingezet. Duitsland
liet Rusland echter vallen als onmisbare olieleverancier en die aderlating werd het wisselgeld binnen de EU om andere landen tot
sanctiebereidheid op diverse gebieden aan te zetten.
Waar ze ook
op wijzen is dat de energietransitie weg van de fossiele brandstoffen
veel moeilijker zullen worden zonder de Chinese goedkope zonnepanelen
en batterijen. De oplopende spanningen tussen VS en China kunnen daar
wel eens invloed op gaan krijgen. Europa lijkt wederom tussen de
machtsbolwerken te staan. Meegaan met de VS kan een onplezierig
antwoord van China betekenen. Maar dichter bij China staan zal
onvermijdelijk de relaties met de VS verslechteren. Zo worden de
opties gewogen. Maar Europa9
staat al veel dichter bij de VS dan bij China, zowel politiek (alleen
al door de NAVO en historische en culturele banden) als economisch
(zie de kerncijfers voor China
en de VS,
bij het tweede land pakken ze veel gunstiger uit, waarbij de
wederzijdse investeringen veel hoger zijn).
Europa
De
Europese Unie is zijn positie aan het heroverwegen. Ze beweegt weg
van een Unie waar de landen voor militaire veiligheid met de VS
samenwerkten, voor energie van Rusland afhankelijk waren en van China
voor handel, en opereerde zonder veel zorgen rond deze
afhankelijkheden. Economische relaties waren de lappen om de macht
van de VS, de territoriale ambities van Rusland en de groeiende
autoritaire ontwikkelingen in China onder te verstoppen. Bij een
handelsconflict vroeg de EU de WTO een uitspraak te doen in plaats
van met eigen machtsmiddelen terug te vechten. Zo vatten de auteurs
de relaties van Brussel met de rest van de wereld bondig, en ook wat
kort door de bocht, vanuit een Amerikaanse visie samen. Ze vergeten
bijvoorbeeld dat ook Europa forse militaire uitgaven doet.10
De interne dynamiek van de EU zien de schrijvers ten goede
veranderen. Overleg gaat meer plaats maken voor gezamenlijke
machtspolitiek. Europa als naïeve Henkie komt tot bezinning, lijkt
er te staan. Alsof wandelen verkeerd is en met de spieren rollen
goed. Het lijkt te simpel. Met het versterken van de machtspolitieke
focus kan wel eens meer worden weggegooid dan er voor terugkomt. Door
te focussen op de geglobaliseerde economie negeerde de EU misschien
de risico's, maar anderzijds kon die houding ook leiden tot de aanzet
voor een verdrag met Iran om de nucleaire ambities in te perken, zo stelelnde auteurs zelf ook: “(...)
het zogenaamde Gezamenlijk alomvattend actieplan (JCPOA) … was de
laatste grote oefening in het creëren van vrede door handel,” door
de EU. Het resultaat sneuvelde door de politiek van twee
machtspolitieke bondgenoten, die in Jeruzalem en die in Washington.
Trump
De
Ier Henry Farrell en Abraham Newman, werken
al lang samen,
weliswaar vanuit de academische wereld van de VS, maar ze hebben
daarbij ook oog voor de Europese publieke opinie en ontwikkelingen.
Dat is bijvoorbeeld duidelijk als ze de verschuiving onder de Trump
administratie schilderen. De EU en de VS lagen wel vaker in de
clinch, maar onder Trump werd daar een flinke schep bovenop gedaan.
“Op
zijn best beoordeelde Trump Europa als lakei die onderschikt moest
worden gemaakt. Op zijn slechte dagen, was het een tegenstander die
moest worden vermorzeld.” Aan het slot van het boek constateren ze dat Biden vooral een andere
toon aanslaat, maar veel van de Trump maatregelen nog steeds
uitvoert. De tegenstand van Europa tegen de harde politiek tussen
2017 en 2021 bleek mee te vallen. Wel werd geprobeerd een krachtiger
houding tegen de extraterritoriale maatregelen van de VS te
ontwikkelen. Europese bedrijven mochten hun beleid niet langer
aanpassen aan de Amerikaanse sancties. Maar de bedrijven opereren
daar gemakkelijk omheen, de markt van de VS is immers te groot om te
laten liggen. Als het verboden is naar de met sterren bezaaide pijpen
te dansen, dan trekken zich niet terug uit ondernemingen, zoals in
Iran, omdat OFAC dat afdwingt, maar om andere bedrijfsmatige
redenen. Het moet dan eerst maar bewezen worden dat dit niet de ware
redenen zijn. Zo heeft de VS de Europese ondernemingen onder
controle.
Bijkomende
strafmaatregelen (secondaire sancties)
De
schrijvers noemen onder andere de policy brief Meeting
the challenge of secondary sanctions over hoe Europa zou moeten reageren op de druk uit de VS. In
Duitsland spreken ze een voormalige hoge ambtenaar die betrokken was
bij de brief en die stelt dat het de bedoeling was dat de
betrokkenheid van het Duitse en eveneens van het Franse Ministerie
van Buitenlandse Zaken niet zichtbaar zou zijn in de tekst, maar dat
het onderwerp wel op tafel moest komen. En zo gebeurde in de tekst
van de Europese Raad voor Buitenlandse Relaties (download)
over de noodzaak van tegenmaatregelen tegen de maatregelen van de VS
die de Europese veiligheid en economie schaden. Het zijn stevige
teksten die doen denken aan de titel van het boek van Anthony
Blinkens' bondgenoot
tegen bondgenoot.
Het is goed dat dit wringende deel van de Atlantische relaties wordt
genoemd. Maar of de soep echt zo heet gegeten wordt? De Duitsers
kochten kort daarna geen Europese gevechtsvliegtuigen, maar die van
Lockheed
Martin uit Minnesota, zodat Berlijn nog decennia lang gebonden is aan
de de Amerikaanse wapenindustrie en macht van Washington.
(Wapenexporten naar klanten die je vanwege politieke, morele en
ethische problemen beter zou kunnen mijden moeten dit negeren van
eigen gevechtsvliegtuigen dan weer goed maken, zo
vinden sommigen waaronder de vakbond IG
Metall.11)
Risico's
Akhilesh
Kumar was in 2019 kapitein van de Adrian
Darya 1, een olietanker (inmiddels vaart het
schip onder andere naam: Arman
114). Hij kreeg een berichtje met het verzoek
of hij zijn schip niet naar de bestemming wilde varen, maar wilde
aanleggen in een andere haven. Het waren geen criminelen die zijn
lading over wilden nemen, maar het was een medewerker van het State
Department in de VS die de mail stuurde. Meer in het bijzonder was het Brian Hook, het
aanspreekpunt voor Iran op het ministerie voor Buitenlandse Zaken.
Kumar werd beloofd voor zijn daad financieel goed beloond te worden,
zodat hij daarna levenslang zou kunnen genieten. Doet hij niet mee
dan zal zijn leven een stuk moeilijker worden. De auteurs noteren dat
als wel ja zou zeggen op het aanbod, dit hem ook tot doelwit zou
kunnen maken, zodat hij altijd over zijn schouder zou moeten kijken.
Het verhaal is niet onbekend en heeft vele grote
media gehaald. Hier dient het als inleiding op
een hoofdstuk over de middelen die invloedrijke landen. Met name de
VS, inzetten om hun politieke doeleinden te halen. Het bedrijfsleven
komt er steeds meer achter “dat rijke
landen het grootste risico betekenen. Zij die dat niet inzien kunnen
kapseizen.”
Buitenland
Voor
dat een deel van dit bedrijfsleven aandacht krijgt, behandelen de
schrijvers eerst de mogelijkheden voor de Verenigde Staten vrijwel
alle telefoonverkeer af te luisteren. Ze halen een voormalig
medewerker van Microsoft, Casper Bowden, aan die er achter kwam hoe
dit werkte. De schrijvers halen zijn bevindingen aan, maar nemen
afstand van het opgewonden standje.12
De Cloud
is vaak gestald in datacentra in de VS. Voor Microsoft is de cloud
een wezenlijk onderdeel van de bedrijfsstructuur. In 2021 is de
kwartaalomzet op dit gebied al $22 miljard. Dat is bijna de helft van
de omzet. Een bedrijf als Microsoft wordt door de diensten uit de VS
om toegang gevraagd en zo de gestalde informatie toegankelijk voor de
overheid die er niet voor terugdeinst vergaande methoden in te
zetten, zo bleek bijvoorbeeld uit de mailtjes aan kapitein Kumar.
De
woorden en analyse van Bowden werden later overigens ook gestaafd met
data. Microsoft gaf in de periode 2011-2021 toegang tot tussen de
24.000 en 39.000 gebruiksaccounts per jaar. En dit is slechts een van
de toegangspunten. Bedrijven als Amazon en Google hebben ook hun data
in de VS gestald. Het bleef niet bij informatie in de VS. De diensten
meenden ook gerechtigd te zijn te zijn informatie over overzeese
bedrijfsvestigingen in te kijken. Ook werd samengewerkt met de Britse
Government
Communications Headquarters, een
inlichtingendienst voor het opvangen en verwerken van
communicatieverkeer. Het voordeel van die toegang is dat de
opsporingsautoriteiten uit de Verenigde Staten niet belemmerd worden
door wetgeving die de burgers binnen de VS moet beschermen. De
informatie komt immers van buiten de grenzen waar die regels niet
gelden. Daar kon de NSA alle informatie grijpen, waarvan ze meende
dat dit in het belang van de nationale veiligheid. Binnen de VS kon
al wel informatie over buitenlanders legaal worden opgevraagd, die
werden immers niet beschermd met het Vierde
Amandement.
Digital Geneva
Convention
Hoe kunnen
buitenlandse ondernemingen de VS en bijvoorbeeld Microsoft nog
vertrouwen, vragen de auteurs zich retorisch af. Een overleg met
Europa over de bescherming van persoonlijke data liep uit op niets,
zo beschrijven ze. Rechten zouden mee moeten reizen met de personen.
Inlichtingendiensten van de VS zagen een rechtelijke beperking van
hun mogelijkheden niet zitten en stelden een vrijwillige beperking
voor en een soort ombudsman voor Europese klachten. Dit vond de
Europese rechter begrijpelijkerwijs onvoldoende en zo bleef:
“Nationale veiligheidscontrole een
rechteloze wereld, een oorlog van allen tegen allen.” Later
noteren de schrijvers dat China Microsoft technologie binnen de
overheid verbannen heeft. Om te onderstrepen dat dit niet een
voorbeeldje paranoïde is, citeren ze ook een medewerker van Trump
die stelde dat Microsoft als Amerikaanse bedrijf “akkoord
moet zijn om de overheid van de VS te helpen mensen in andere landen
te bespioneren.” Brad
Smith CEO van Microsoft vindt dit een onwenselijke situatie, niet
verwonderlijk, het gaat immers ten koste van de marktpositie van het
bedrijf in een land met de grootste consumenten markt. Smith stelde
voor dat er een Digitale Geneve Conventie voor computergebruik (het
Rode Kruis diende als voorbeeld) moest komen, waarin wordt gesteld
dat aanvallen op burgers de perken te buiten gaan. Smith zou tijdens
de Oekraïne oorlog echter al weer volop de kant van de overheid in
Washington kiezen, als Ford tijdens WOII, zoals het in de New York
Times werd verwoord. De overheid in Washington haalde weer een slag
binnen.
Bedrijfsvertrouwelijk
Dan
belanden we in Taiwan, de chipfabriek van de wereld. Het Koreaanse Samsung is de
enige concurrent die voor TSMC een wezenlijke bedreiging is. TSMC het
bedrijf dat vrijwel alle geavanceerde halfgeleiders in de wereld
produceert voor onder andere een scala aan telefoonproducenten. Het
klantenbestand aan bijvoorbeeld gsm-producenten betekent dat het
bedrijf voorzichtig om moet springen met vertrouwelijke gegevens,
want de ene klant is de grootste concurrent van de andere. Om allen
als kopers te behouden is geheimhouding van hun
bedrijfsvertrouwelijke gegevens van wezenlijk belang. De dominante
positie van TSMC betekent dat een groot deel van de productie ervan
geconcentreerd is op een eiland vlak voor de Chinese kust. Het is
echter niet eenvoudig nieuwe productie elders op te zetten. De vervaardiging
van chips hangt van gestapelde kennis aan elkaar, die moeilijk over
te brengen is.
Een van de klanten voor TSMC is Huawei. Na
Apple is, of liever was, de Chinese telegigant goed voor 15 á 20
procent van de wereldwijde omzet. Als de Trump Administratie de
aanval opent op Huawei is er ook voor TSMC grote schade. Bij de
productie van de chips wordt gebruik gemaakt van intellectueel
eigendom uit de VS. Het wordt het Taiwanese bedrijf verboden nog
langer aan Huawei te leveren. Het Taiwanese bedrijf had zich juist
ontwikkeld tot een grote speler door zich verre van de geopolitiek te
houden. Hoe meer erover de gevaren van de locatie zouden worden
gesproken, hoe meer dit ten koste zou gaan van de marktpositie. Nu
was het opeens een bedrijf in het middelpunt. Zo sterk dat er over
gesproken werd dat het bij een Chinese bezetting zou moeten worden
vernietigd. “Ieder bedrijf
streeft naar economische onvervangbaarheid. Weinigen willen zo
onvervangbaar worden dat hun fabrieken opgeblazen kunnen worden in
een preventieve aanval,”
schrijven Farrell en Newman. Zaken doen op het gebied van geavanceerd hightech
los van geopolitiek bleek niet meer mogelijk.
Informatie
Maar
de genoemde aanval is meer een dreiging over de horizon dan een
actuele kwestie. Wat wel speelde was het verzoek van de VS dat
producenten van halfgeleiders vrijwillig informatie over voorraden,
vraag en leveringen zouden geven om de Regering Biden te helpen
begrijpen waar de knelpunten zitten. Vrijwillig als het kan.
Verplicht als het moet. Het zou de overheid in Washington niet alleen
inzicht in de producent van chips geven, maar ook in de business van
klanten. Daarmee zou de vertrouwde relatie met die afnemers op de
tocht komen te staan. De hegemon gebruikt zijn macht om
uiteindelijk “de geavanceerde
productie capaciteit te kunnen controleren,”
concluderen de schrijvers. Met de kennis die het empire verwerft kan
het ook doeltreffende maatregelen tegen anderen instellen. De
directeur van TSMC, Morris Chang, stelt in april 2022: “de
goede dagen zijn voorbij. Laten we hopen dat het niet nog erger
wordt.”
Brute
macht
In
het laatste hoofdstuk komen de auteurs met aanbevelingen om de
bestaande mogelijkheden in te zetten voor nobeler doelen dan het
verdedigen van de eigen macht. Maar voordat ze daar belanden wordt
eerst nog kort en bondig gesteld: “hoe
meer de VS zijn financiële macht, controle op technologie, en de
centrale positie in wereldwijde netwerken voor controle gebruikt, des
te waarschijnlijker wordt het dat het in de China val trapt
[onbetrouwbaar wordt]. Als landen en bedrijven gaan geloven dat de VS
zijn macht onbarmhartig tegen hen in zal zetten, dan zullen ze weinig
verschil zien tussen de VS en een vijand. Het ondergrondse empire zal
veel macht verliezen en zich moeten baseren op brute macht.” Het
is een ernstig beeld wat hier wordt voorgespiegeld. Het is dan ook
niet zo vreemd dat de politicologen teruggrijpen naar visies uit de
Koude Oorlog en zelfs de nucleaire dreiging uit de Cuba Crisis. Na
die crises gingen de nucleaire machten samenwerken om de risico's van
een confrontatie te voorkomen. “Vandaag
nemen de economische confrontaties traag maar gestaag toe. Het zou de
wereld naar oorlog kunnen leiden,” stellen ze.
“Als we uit die maalstroom willen komen dan moeten we de dynamiek
gaan gaan begrijpen, de werking ervan matigen en misschien zelfs
leren hoe het in te zetten voor gezamenlijke belangen,” melden ze idealistisch. In
november 2023 schreven de auteurs een
lijvig artikel in Foreign Affairs, waarin ze
delen tekst uit hun boek opdienen. Ook na ruim 1½ jaar oorlog in
Oekraïne wordt dit land in dit artikel maar een keer genoemd en ligt
de aandacht op hervormingen in de VS en wordt vooral de verhouding
met China behandeld (het land wordt 19 maal genoemd, Oekraïne 1 maal
en Rusland 5 maal en Poetin niet één keer), waarbij het loskoppelen
van de Chinese en Amerikaanse economie voorkomen moet worden.
OFAC
Hier
en daar stappen de schrijvers wel eens gemakkelijk over
beleidsmaatregelen van de VS heen. Ze constateren dat sancties tegen
aluminiumproducent Rusal en zijn directeur en Poetin vriend Deripaska
waren gebaseerd op een gefragmenteerd begrip van toelevering en OFAC
daardoor grove inschattingsfouten maakte. OFAC drukt op knoppen en
kijkt wat er gebeurt, zo zou het werken, bijna alsof het een computer
spel is. Hier liepen vervolgens hele sectoren van de internationale
economie spaak. Van de productie van bierblikjes tot aan
vliegtuigonderdelen toe. Als de Ierse ambassadeur in de VS de
gevolgen aankaart, haalt OFAC al snel bakzeil. Snel? De kwestie had
heel veel meer voeten in aarde. Het zou het vertoog van de schrijvers
alleen maar sterker maken dit goed neer te zetten. Dergelijk
onverantwoordelijk beleid jaagt andere landen immers in de gordijnen
en zo mogelijk weg van de VS. Niet alleen Ierland (waar
Rusal een fabriek heeft) en Rusland, maar ook in bijvoorbeeld
Duitsland waar de auto-industrie getroffen werd.
Tegelijkertijd constateren de auteurs wel dat de jaren dat Trump de macht had (wat gepaard ging met bot en incompetent beleid dat verder ging dan alle beleid daarvoor), lieten zien dat voorzichtigheid in internationaal gedrag minder nodig was dan daarvoor gedacht. Zijn maatregelen stuitten maar op minieme tegenstand. De VS leek te machtig en daardoor onaantastbaar.
Olieprijzen
Dat
betekent niet dat de schrijvers geen beperkingen zien. De Rusal
kwestie toonde al aan dat OFAC zijn beleid bij moest stellen. De
politiek van de VS en Europa tegen het Rusland van Poetin zorgde
tijdelijk voor hogere olieprijzen. Hogere olieprijzen spelen in de
kaart van pro-Russische populisten in Europa en van Trump in de VS,
zo stellen de schrijvers. Om dit te voorkomen werd het systeem met
een prijsplafond bedacht. Maar, weer onvoorzien, was het Saudi-Arabië
dat hier de kont tegen de krip gooide. OPEC
en Rusland verlaagden vervolgens de productie
waardoor de prijs van olie toch opliep. President Biden haastte zich
naar Riyad om de plooien glad te strijken. De relaties stonden onder
druk en zelfs begin 2024 zijn nog voorbeelden van de mogelijke
gevolgen te zien als Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten
geen steun uitspreken voor de militaire operaties om de scheepvaart
te beschermen tegen aanvallen van Houthi's tegen het scheepsverkeer
in de Rode Zee (naar eigen zeggen aanvallen uit solidariteit met het
door oorlog getroffen Gaza).13
Financieel-administratief
Trump
ging met gestrekt been de strijd met China aan. Hij beperkte zelfs
rechten van wetenschappers, vaak die van Chinese afkomst. Biden
verliet dit laatste deel van de Trump politiek,14
maar ook voor hem was economische oorlog tegen China de beste optie.
Adviseur van Bernie Sanders op het gebied van Buitenlandse Zaken,
Matt Duss, is een criticaster van de ongebreidelde sancties. Het
bestraffen van Chinese overheidsemployees die betrokken zijn bij de
acties tegen de Oeigoeren moeten volgens hem kunnen, maar het
'sanctie-industrieel-complex', waar het instellen van harde sancties
leidt tot de volgende nog hardere sancties, wordt door hem
veroordeeld. Het lijkt wel een wedstrijd wie is het hardst tegen
China, zo stelt hij. Sanders is misschien niet het machtigste
Congreslid, maar wist wel een grote schare jonge betrokken inwoners
van de VS aan zich te binden en hij heeft onder andere daardoor veel
invloed.
Maar de andere kant heeft toch meer de wind in de
rug. Gina Raimondo, de staatssecretaris voor handel, stelde dreigend:
“we
kunnen SMIC [China's voornaamste halfgeleider producent] effectief
sluiten, omdat we het kunnen stoppen onze apparatuur en onze
programmatuur te gebruiken.” In het Congres werd het Nederlandse bedrijf ASML gewaarschuwd dat het
gestraft zou worden als het aan SMIC zou leveren. In de bronnen die
de schrijvers noemen is de toon grimmig, maar van dergelijk straf is
geen sprake (een dergelijke conclusie afleiden uit de gebruikte
woorden is wel voor de hand liggend). Opvallend is dat de senatoren
die het voortouw nemen in de strijd tegen ASML leveranties aan China
constateren
dat de leveringen kunnen volgens het Akkoord van Wassenaar,
maar toch ongewenst zijn. Dat aangehaalde akkoord is een centraal
deel van internationale
afspraken over export controle op conventionele wapens en van
technologieën die ook voor militaire doeleinden kunnen worden
gebruikt.15Een dergelijk akkoord op de helling zetten past binnen de politiek
van Washington – zeker binnen de Republikeinse benadering – van
deze eeuw, maar is arrogant en onverstandig. Maar illegitieme druk op
het Nederlandse bedrijf werkt wel. In
2024 zou blijken hoe groot die druk was als leveringen Lithografische machines aan een
paar Chinese klanten door ASML op verzoek van de Nederlandse overheid
worden gestopt. Het is de bedoeling om alle leveringen te stoppen die
China in staat stellen geavanceerde chips te vervaardigen. De
ambtenaar belast met technologie export Kevin
Wolf noemde dit “een
fundamentele verschuiving van export controle.”
Het lijkt vooral een stap terug naar de exportpolitiek van voor 1990
toen het Koude Oorlogsregime bestond, in de vorm van the Coordinating
Committee for Multilateral Export Controls (CoCom). Dit regime werd
ook wel de
economische arm van de NAVO genoemd.
Loskoppeling
Het
is begrijpelijk dat er tegenstand is tegen deze ontwikkelingen, al is
die gezien de omvang van de handelsoorlog tussen de VS en China (de
twee van de grootste nationale economieën) relatief gering. De
directeur van Volkswagen zei bondig: “China
heeft Volkswagen waarschijnlijk niet nodig...maar VW heeft wel China
heel hard nodig.” Intel
in de VS werd teruggefloten toen het voor $10 miljard een chipfabriek
op wilde zetten in China. Daar was forse druk voor nodig. De
schrijvers voorspellen dat China zichzelf los zou kunnen gaan
koppelen van essentiële delen van de internationale economie en op
meer gebieden zelfvoorzienend kan worden. De meeste deskundigen op
het gebied van sanctiebeleid waarschuwen ervoor dat dit ook betekent
dat daarmee de invloed op Beijing juist afneemt. Farrell en Newman
schrijven: “een
meer zelfvoorzienend China zou met meer waarschijnlijkheid Taiwan
kunnen binnenvallen.” Maar
hoewel op het eerste gehoor minder spectaculair klinkend, “het
loskoppelen van de verschillende economieën zou wel eens gevolgen
kunnen hebben voor het dagelijkse leven van miljarden mensen,”
voegen ze daar alarmerend aan toe. Onderzoek naar de inzet van sancties richtte
zich op zijn best op de vraag of ze effectief zijn ja dan nee. Niet
hoe de dwang middelen de wereld zouden kunnen veranderen, ten goede
of ten kwade.
Imaginaire
worsten
De
schrijver zijn experts op het gebied van internationale relaties en
halen een wapenbeheersingskwestie uit het verleden aan als voorbeeld
voor recente ontwikkelingen. In 1957 zou Rusland volgens Nikita
Chroesjtsjov Intercontinentale Ballistische
Raketten (ICBM's) fabriceren alsof
het worsten waren.
De VS reageerden met grote investeringen in hun raketsystemen om de
achterstanden in te lopen. Die bleken echter een mythe. Toen na de
Koude Oorlog de archieven opengingen bleek dat de Sovjet Unie slechts
vier van de eerste generatie ICBM's heeft gehad. Maar intussen
ontwikkelde de situatie zich destijds wel naar een bijna-catastrofe.
“Op
dit moment zijn we weer beland op een dergelijke keerpunt (...). Ook
nu zijn twee grotmachten, de VS en China in de greep van een dynamiek
gedreven door wederzijdse angst die het gevaar oplevert dat Europa,
het bedrijfsleven en gewone burgers in de steeds sterker worden
draaikolk worden meegezogen.” Er
is een antwoord nodig dat systematisch kijkt naar de gevaren en hoe
die te beteugelen, net als dit tijdens de Koude Oorlog gebeurde. De
auteurs halen Thomas Schelling aan die met ideeën uit the
Speltheorie kwam om paal en perk te stellen aan de gevaarlijke
dynamiek. Ook nu de economische strijd steeds openlijker gevoerd
wordt, is een rationele benadering ervan weer noodzakelijk. Als er
geen strategische planning is, kunnen de reacties en tegenreacties
door emoties gedreven wel eens uit de hand gaan lopen.
Samenwerking
De
problemen van nu zijn veel complexer dan tijdens de Koude Oorlog. Dat
leidt ook tot de aanbeveling voor de eerste stap: probeer te
begrijpen waar de moeilijkheden zitten met een forum met deskundigen
op vele gebieden. Kijk dan hoe beleid moet worden ingezet om te
problemen te verkleinen zonder dat het tot uit de hand lopende
situaties leidt. Versterk de banden met bondgenoten en ga vervolgens
praten met tegenstanders. Interacties tussen beleidsmakers, generaals
en wetenschappers waren ook tijdens de Koude Oorlog de basis voor
meer stabiliteit. Daaruit kwamen ook de wapenbeheersingsakkoorden
voort (die nu zo makkelijk terzijde worden geschoven).
Naast
dit pleiten voor een dergelijke samenwerking, stelen de auteurs voor
het ondergrondse netwerk in te zetten voor andere doelen, zoals
klimaatbeleid, het bestrijden van corruptie, belastingontwijking
etc.. Dat zijn gebieden waar nationaal en internationaal belang
kunnen overlappen en die daardoor makkelijker tot samenwerking
leiden. Het voorstel is misschien niet optimaal, maar het zou wel
beter zijn dan confrontatie die vervolgens tot meer confrontatie
leidt, zo schrijven Farrell en Newman. Het ondergrondse netwerk
waarvan het boek heeft laten zien welke gevaren het in zich draagt,
moet anders worden ingezet. Het is bijna alsof de beschrijving van de
structuren en de macht die er mee gepaard gaan als bij toverslag omgebogen
worden naar nobele middelen, alsof de macht erachter verdwijnt.
Parallellen
De
parallel met de atoomdreiging tijden de Koude Oorlog, roept de vraag
op waar de vergelijkbare vermindering van het aantal kernkoppen in
deze figuur dan uit moet bestaan. Minder of geen kernwapens is niet
eenvoudig, maar wel mogelijk. Zonder de digitale kabels en hun
knooppunten verdwijnen veel voorzieningen en gemak in het dagelijks
leven. Het is onvoorstelbare dat deze voorzieningen zullen verdwijnen
dat zien de schrijvers ook. Maar hoe wordt dit ondergrondse empire
uit de handen van Washington gehaald? De schrijvers zien zelf ook dat
het hier wringt. Er is geen uitweg uit het ondergrondse empire,
stellen ze, maar beter gebruik is gewenst.
De
vraag is of er niet meer invalshoeken te bedenken zijn. Waarbij niet
de realiteit van de internationale relaties tussen staten als
uitgangspunt worden genomen, maar gezocht wordt naar hoe de
samenleving zich kan organiseren om de greep te verstevigen. We
hoeven niet allemaal een Edward Snowden te worden, maar er zijn meer
middelen voor de invloed van burgers te bedenken, zowel binnen de
gangbare politieke kanalen als er buiten. De Koude oorlog kernwapen
parallel haalt de half miljoen Nederlanders boven die dertig jaar
gelden op straat kwamen om tegen stationering te protesteren of de
4,2 miljoen die een paar later een petitie tegen de plaatsing van
kernwapens tekenden. Burgers wilden destijds hun voeten en stem
gebruiken om een ingewikkeld probleem aan te kaarten.
Dit
boek levert interessante informatie, maar richt zich toch vooral op
de gevestigde structuren (in de VS). En heeft daarmee een flinke
invloed in de pers reguliere en vakpers. Responsible
Statecraft zet het boek bovenaan de lijst met meest invloedrijke boeken rond internationale politiek die zijn
verschenen in 2023: “het
is een beangstigende herinnering aan de potentiële kosten van te
grote reikwijdte van het voortdurend gebruik van sancties en
spionagemiddelen en een must-read voor iedereen die geïnteresseerd
is in grootse strategie en de toekomst van de mondiale handel,”
zo vat een redactielid het belang ervan samen. Of zoals Paul Kruger
schreef n.a.v. het boek: “De
belangen zijn te groot om ze te negeren.” Het
prettig geschreven boek levert informatie die nodig is om de
ongebreidelde macht aan de orde te stellen.
Noten:
2 Dit werd ook al duidelijke in Backfire, zie samenvatting onder het tussenkopje 'Weerstand' dat ook beschrijft hoe de VS informatie van SWIFT gebruikt en de instelling dwong naar de pijpen van Washington te dansen.
3 In 2015 besprak ik over deze organisatie kort het zeer informatieve boek The Pentagon's Brain (New York: Little Brown and Co, 2015) geschreven door Annie Jacobsen.
4 Het notenapparaat noemt voor dit deel Craig Timberg, '>U.S. Threatened Massive Fine fot Force Yahoo to Release Data' Washington Post. 11 september 2014, (https://www.washingtonpost.com/business/technology/us-threatened-massive-fine-to-force-yahoo-to-release-data/2014/09/11/38a7f69e-39e8-11e4-9c9f-ebb47272e40e_story.html); David E. Sanger schrijft in zijn boek 'The perfect weapon; War, Sabotage and Fear in the Cyber Age' (Londen: Scribe Publications, 20218), p. 85 over medewerking vanuit de industrie rond toegang tot informatie dat “iedereen meewerkte van Microsoft tot Yahoo! en van Apple tot Skype. Sommige meer terughoudend dan anderen.” De index van Sangers boek bevat zeven verwijzingen naar AT&T, waaronder een naar de 17 AT&T internet hubs met NSA apparatuur.
5 Ik beschreef dit al uitgebreid in de samenvatting van Backfire, dat boek beschrijft uitgebreider de financiële sancties.
6 De auteurs beschrijven hoe een eerder artikel van hen over controle op intellectueel eigendom door Trump administratie werd vertaald naar politiek tegen Huawei. Het is Chris Miller, schrijver van een lijvige studie over de export van halfgeleiders schreef (Chip War, (Londen: Simon & Schuster, 2022), pp. 315-316) die hier achter kwam. De auteurs melden zelf hoe dit bericht henzelf verraste, zie p. pp. 101-102.
7 De huidige Minister van Buitenlandse Zaken Anthony Blinken is zelfs gepromoveerd op sancties, VS, Rusland, olie en Europa. Zijn werk wordt regelmatig genoemd door auteurs over sancties.
8 De versterkte positie van de De kolencentrales en bruinkoolwinning lijken daar dan toch niet in te passen.
9 Overigens is Europa, de Europese Unie, een ingewikkelde figuur die uitwaaiert van Hongarije, via Frankrijk en Duitsland naar Litouwen, en met Turkije en het Verenigd Koninkrijk er half buiten.
10 Het Europese Defensie Agentschap geeft ieder jaar een brochure met cijfer materiaal rond militaire uitgaven uit. Daaruit blijkt: “In absolute cijfers waren de VS in 2022 veruit de grootste defensie-uitgaven ter wereld, waarbij een substantieel deel van de uitgaven aan defensie werd toegewezen. Hiervoor wordt €794 miljard euro uitgetrokken. China volgde met €273 miljard euro, terwijl de EDA-lidstaten konden bogen op een collectieve verdediging defensie-uitgaven van €240 miljard en Rusland €92 miljard.” China haalt deze uitgaven overigens op grond van 1,7 procent van het Bruto Nationaal Product. De Europese cijfers laten sinds 2014 een sterke stijging zien (p. 4).
11 Markus Fasse, Martin Murphy, Roman Tyborski, 'Deutschland rüstet auf,' Handelsblatt, 3 januari 2024, (https://www.handelsblatt.com/unternehmen/industrie/verteidigung-deutschland-ruestet-auf/100003884.html): Airbus Defence “subsidiary based in Germany fears for its future with the Eurofighter. Because the Bundeswehr hardly ever buys new aircraft and has ordered the F-35 jet from Lockheed Martin to replace the "Tornados" built in the 1980s, Airbus is in danger of losing its most important armaments project in the medium term.” Nadat ik dit schreef ging de Stoplichtcoalitie door de bocht en werd Riyad een mogelijke bestemming voor het de Eurofighter, waarvan Duitsland een van de producenten met veto recht is. De Minister van Buitenlandse Zaken kwam met een trits argumenten waarom dit zou kunnen, maar die werden door parlementslid Sevim Dagdelen bondig naar de vuilnisbak verwezen door te stellen dat: “Het fatale besluit is ook een enorme verkiezingsfraude, en de onwaardige pogingen tot rechtvaardiging helpen daar niet bij.”
12 De schrijvers zijn zich erg bewust van hoe personen wel of geen invloed kunnen hebben. Casper Bowden, de klokkenluider van Microsoft, had wel brisante informatie, maar geen aansprekende communicatiewijze om dit voor het voetlicht te brengen, oordelen ze in het boek (P. 151). Een kritische positie gericht op de gevestigde politiek zo kan je hun benadering omschrijving om dit zelf te voorkomen. Overigens zetten ze ook hun toegang tot de media in. Al in maart 2022 meldt bijvoorbeeld Rana Foroohar in de Financial Times het verschijnen van Underground Empire in 2023.
13 Dat kan zijn om niet de indruk te wekken dat ze achter Israël staan. Het kan ook zijn omdat de relaties niet meer zo goed zijn aldus analisten. Agnes Helou, 'Why Saudi Arabia and the UAE may sit out new US-led Red Sea initiative,' Breaking Defense, 4 januari 2024 (https://breakingdefense.com/2024/01/why-saudi-arabia-and-the-uae-may-sit-out-new-us-led-red-sea-task-force/)
14 Recent had Reuters een uitgebreid artikel over VS-maatregelen tegen samenwerking met Chinese academici en wetenschappelijke samenwerking instellingen: Matthew A. Goldstein, “Congress focuses on China risk at U.S. colleges and universities,' Reuters, 8 januari 2024, (https://www.reuters.com/legal/legalindustry/congress-focuses-china-risk-us-colleges-universities-2024-01-08/). Goldstein concludeert: “The Congressional focus on national security concerns over China is expected to intensify in the upcoming election year. Colleges and universities should therefore monitor Congressional hearings and pending measures and anticipate the need to update policies and procedures to ensure compliance with changes to existing national security controls that can further restrict the involvement of Chinese and other foreign entities and individuals in research activities.”
15 Het Wassenaar Arrangement on Export Controls for Conventional Arms and Dual-Use Goods and Technologies is het multinationale export controle regime en heeft wereldwijd 42 leden. De lijst met te controleren staat aan de basis van de lijst die de EU (en dus ook Nederland) gebruikt met militaire en dual use producten. Voorname militaire machten als Brazilië, China, en Israël zijn elk met eigen moverende redenen geen lid.