maandag 3 november 2025

Global Battlefields

Met Global Battlefields (2025) schreef activist en socioloog Walden Bello zijn memoires. Het boek begint met aanbevelingen van bekende personen. Wie uit het lijstje niemand kent, zal ook het boek als vanuit een andere wereld lezen. De opmerkingen komen van Noam Chomsky, en gaan via Naomi Klein, Michael Klare, Achin Vanaik, Katrina vanden Heuvel door naar een trits hoogleraren die de schrijver lof toe zwaaien. Niet mijn gewoonte, maar ik heb ze vreemd genoeg met een soort plaatsvervangende trots gelezen.I

In zijn opdracht bedankt hij strijdmakkers uit de Filipijnen, mensen waar hij mee bleef optrekken:
Dodong Memenzo en zijn vrouw Princess, maar ook José Maria Sison (die jarenlang in ballingschap in Nederland leefde) en waarvan eind jaren tachtig afstand nam, omdat hij het pad van de Filipijnse Communistische Partij (CPP, om verschillende redenen niet meer kon delen), maar er is ook de voormalige Venezolaanse president Hugo Chavez (die hem onderdak verleende toen hij een verkapte doodsbedreiging kreeg vanuit de CPP) en waar hij een warme band mee had, totdat Chavez draaide in zijn opstelling rond de WTO in december 2005. Bello vertelde hem dat een revolutionair zich aan zijn woord moet houden: “Hij was groots, maar hij kon niet tegen kritiek,” merkte hij toen.
    De opdracht is dus niet alleen voor de mensen waar hij een makkelijke relatie mee had, maar voor hen die op zijn pad belangrijk waren, los van hoever die paden samen bleven oplopen. Toen hij om zijn boek onder de aandacht te brengen in Nederland was, poogde hij om Julliet,
de weduwe van Sison in Utrecht, te ontmoeten en de oude plooien zoveel mogelijk glad te strijken.

Falen
Alleen al Lof en Opdracht geven aan dat Bello verre van een gemiddelde activist én wetenschapper is. Na het ophemelen begint het boek juist met een zoektocht naar de reden waarom hij verzoeken om zijn levensloop te beschrijven tot dan toe had afgewezen. In zijn leven had hij twee belangrijke gevechten verloren en dat wilde hij door zijn memoires te schrijven niet recht breien. Het eerste falen had te maken met de Filipijnen. Hij was deel van links (de CPP/NDF) dat zich bij de val van de Marcos dictatuur niet wist aan te passen aan de nieuwe realiteit en vervolgens een schim van zichzelf werd. Het tweede tekortschieten lag op een ander niveau. Socialisme (in brede zin) wist zich niet over tegenslagen heen te zetten en te herleven, niet in het Noorden, niet in het Zuiden, en bood zo geen alternatief voor het neoliberalisme.
     Misschien was zijn individuele leven dan wel een succes, maar als dat niet ankert in sociaal succes, dan is er toch sprake van falen, zo schrijft Bello. Hij haalt in deze context de Indonesische schrijver Pramoedya Ananta Toer aan. Die stopte met schrijven vanwege een writersblock, mogelijk ontstaan doordat links in Indonesië niet in staat was het vreselijks te onderzoeken wat rondom 1965 in het land gebeurde en dat maakte schrijven onmogelijk. Pramoedya hier aanhalen lijkt me voorbeeld van mooischrijverij,II maar die stijlfiguur is verder op zijn hoogst slechts sporadisch in het boek aanwezig.
    Waarom hij de terugblik uiteindelijk toch schrijft, is omdat hij zich realiseerde dat het schrijven van memoires niet verschilt van andere genres. Je moet schrijven – of dit nu gaat om het verwoorden van ervaringen, een verhaal, visie, of idee –, zowel voor jezelf als voor anderen.
    Het boek van de
“progressieve realist” zal vol staan met kritiek op handelen en denken van hemzelf dat achteraf niet juist bleek. Hier praat iemand die standpunten inneemt, maar ook twijfel en kritiek toe wil laten om verder te komen en geen uit steen gehouwen borstbeeld wil worden.

Cielito Lindo eiland

Het is mooi om te zien waar de schrijver vandaan kwam, zowel letterlijk door de opgenomen foto van het eilandje met het ouderlijk huisje er bovenop als door een beschrijving van het kunstzinnige milieu rondom zijn ouders. Zijn vader las Thoreau en dat bracht ook de voornaam. Dat had ik me nog nooit gerealiseerd. Dit terwijl het Walden van de Amerikaanse schrijver ook in Nederland bekendheid kreeg door de leefgemeenschap onder die naam, opgericht door schrijver Frederik van Eeden.
     In de categorie extraatjes leren we dat hij regelmatig 7 kilometer rent, ook in vreemde steden om ze zo te leren kennen, zelfs in 2006 in Beiroet. Een enkele keer moest hij vanwege de gevaarlijke situatie rondjes om een blok rennen.
     In 1969 gaat Bello in Princeton studeren. Daar raakt hij betrokken bij de activiteiten tegen de oorlog in Vietnam, en wordt hij in 1970 activist door impulsief in een blokkade te stappen van het Institute for Defence Analyses (IDA). Die blokkade wordt op dat moment door de politie ontruimd. Hij vult een lege plek en had zijn plaats ook in bredere zin gevonden.
    In 1975 promoveerde hij op een onderzoek naar de contrarevolutie in Chili:
'The roots and dynamics of revolution and counterrevolution in Chile,'  en werd wetenschapper om de praktijk te ondersteunen. 

Contra-revolutionair
Hij vertrok voor het onderzoek naar Santiago met het plan de ideeën in de arme wijken te bestuderen, maar als hij merkt dat de visies van Allende op straat worden gepareerd door rechtse tegenstanders en het Volksfront (Unidad Popular, UP ) momentum verliest, dan verlegt hij zijn aandacht. Uiteindelijk zal hij constateren dat het verlies van de middenklasse de belangrijkste reden was voor de val van Allende en ruimte bood voor de staatsgreep door Pinochet: “Mijn ervaringen in Valdivia [stad halverwege Chili] bevestigden mijn grootste angst, namelijk dat de Unidad Popular de middenklasse was kwijtgeraakt en dat dit niet zozeer voortkwam uit het daadwerkelijke beleid van de partij, maar uit de diepgewortelde angst dat de winst van de arbeiders en de lagere klassen ten koste van hen zouden gaan.”III De analyse dat de VS de schuldige was, gaf het door velen gewenste duidelijke zwart-wit beeld. Voor hem was de val van Allende niet uitsluitend een gevolg van de politiek van de Verenigde Staten, maar kende een genuanceerder achtergrond: “(...) in tegenstelling tot de heersende verklaringen van de staatsgreep, waarbij het succes van Pinochet werd toegeschreven aan de Amerikaanse interventie en de CIA, bestond de contrarevolutie al vóór de destabilisatie pogingen van de VS. Deze werd grotendeels bepaald door interne klassendynamiek. De Chileense elites slaagden erin contact te leggen met sectoren uit de middenklasse, die bang waren voor de opkomst van arme sectoren met hun agenda voor rechtvaardigheid en gelijkheid.”IV
     
Een andere kwaal betekent ook een andere oorzaak en behoefte aan een andere remedie. Had de UP dit niet ontkent, dan had een andere strategie gekozen kunnen worden. Nu leidde het losstaan van de werkelijkheid tot een ramp. 

Strijd
Eveneens in 1975 verlaten de laatste militairen en beambten van allerlei slag de ambassade van de Verenigde Staten in Saigon. Vietnam is bevrijd. Is het nu de beurt aan de Filipijnen? Bello denkt van wel en stort zich in die strijd.
    In september 1972 riep Ferdinand Marcos de staat van beleg uit op de Filipijnen, waarmee hij een einde maakte aan het regime van de liberale elite democratie die sinds de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten in 1948 op de archipel heerste. “In de volgende 14 jaar, werden duizenden gevangen gezet, gemarteld of buitenrechtelijk vermoord door de dictatuur die het best kan worden omschreven als een roofzuchtige boevenstaat. Gedurende de volgende 14 jaar zou mijn leven draaien om het neerhalen van dat regime.”
    I
n december 1974 zal hij door de CCP geworven worden. Vanuit die positie schrijft hij in 1983 een lang artikel in Third World Quarterly (TWQ) over de opbouw van die partij, het gewapende verzet (NPA) en volksbeweging, het NDF. Dit was getiteld: From the Ashes: The Rebirth of the Philippine Left. Het beschrijft de groei van de beweging en de onderliggende ideologische en organisatorische principes. Ook een missie van Senaatsleden uit de VS bestudeerde het Filipijnse verzet en kwam in The Situation in the Philippines tot een overeenkomstige evaluatie. Het krediet voor wat bereikt was, geeft Bello grotendeels aan José Maria Sison.
    Het TWQ artikel is grotendeels opgenomen in het boek. Het is een tekst die de Filipijnen beschrijft, zoals waar ik kennis mee maakte als beginnend activist. Ook dat doet het boek. Het voert je langs ruim een halve eeuw activisme en soms overlapt dit enigszins met de eigen activiteiten in en vanuit Nederland. Wat me daardoor bijvoorbeeld opvalt is dat het begrip Low Intensity Conflict niet voorkomt. Dit was een term waar je destijds mee doodgegooid werd om de invloed van de VS in conflicten in bijvoorbeeld Nicaragua en de Filipijnen te beschrijven. Bello zelf scheef er in 1987 een uitgebreide tekst over.
      In die veertien jaar is sprake van spectaculaire staaltjes activisme en een overzicht van de Filipijnse oppositie in de Verenigde Staten. Er was de strijd voor de-legitimering van het regime en een strijd op het platteland van de Flippijnen:
“Het recept voor de overwinning was het winnen op beide fronten.”
     Het kiezen van je doelen is dan belangrijk. Het was duidelijk dat de bilaterale steun vanuit de VS relatief klein was en die van de Wereldbank enorm. Manilla was een speerpunt in de politiek van structurele aanpassing (leningen verstrekken onder voorwaarde van een kleinere overheid en meer markt en een op export georiënteerde economie). De Bank werd dan ook een doelwit. Het op grond van spectaculair gestolen Wereldbank documentenV schrijven van
Development Debacle moet genoemd worden. Niet alleen had de publicatie (de enige omvattende studie die uitsluitend is gebaseerd op Wereldbank documenten) veel invloed op de politieke situatie in de Filipijnen, het zou ook een vooruitwijzing zijn naar Bello als onderzoeker en actievoerder tegen IMF en Wereldbank.
    Overigens kwam president Marcos zijn vader vragen of die zijn zoon niet uit de oppositie zou kunnen halen. Opmerkelijk, maar minder dan het op het eerste oog lijkt; er waren wat familiebanden. Volgens Bello wist zijn vader al lang dat hij zijn zoon niet kon vertellen wat die moest denken.

Verkiezingen en knoflook

In 1983 wordt Filipijns politicus en oppositieleider Benigno Acquino vermoord door het regime. Het is het begin van het einde. Tegen zijn moord stond een liberale massa oppositie op die links al snel in kracht zou overvleugelen. In de VS ziet een deel van het establishment dat het Marcos dwingen om mee te werken aan een vreedzaam verlaten van het toneel een overgang naar een voor hen wenselijke regering mogelijk zou maken. Die politiek slaagt. Bello schrijft dat de VS zich enorm snel en flexibel aanpaste en zo de greep op het land hield. Intussen hield het CPP-NDF vast aan de al langer gevoerde strategie. Ze geloofden niet dat de VS zich zouden aanpassen. Dat gold inderdaad niet de hele elite in Washington, maar wel een belangrijk deel ervan.
    Als er verkiezingen komen dan roept het NDF-leiderschap op tot een boykot. Dat betekent dat ze erna aan de zijkantzullen  staan. Marcos wil de verkiezingen dan nog kapen en beweert dat hij ze gewonnen heeft. Ronald Reagan twijfelt of hij dit moet laten passeren, maar Buitenlandse Zaken en CIA willen anders in de Filipijnen. Als het gruwelijk mis lijkt te gaan lopen in het land dan haalt de filmster-president bakzeil en Marcos wordt naar Hawaï afgevoerd. De VS had een rol gespeeld die een andere fractie aan de macht bracht en links bleef buiten staan. De vestiging van de liberale democratie gaf de militairen bovendien de mogelijkheid links te onderdrukken.
    In Washington nam
Walden Bello de Filippijnse ambassade over met kameraden uit de Filipijnse beweging en Amerikaanse activisten. Een artikel daarover uit de New York Times wordt uitgebreid geciteerd. Terug thuis analyseert hij dat links gepasseerd was en hij vraagt zich af: Waar gingen we de mist in? Zullen we kunnen herstellen?
     In de Filipijnen zelf gaat hij onderzoek doen naar Operatie Garlic (
Ahos), een openbare anti-infiltratie campagne. Deze leidde tot paranoia en uiteindelijk tot de dood van duizenden militanten. Ze worden ter dood veroordeeld tijdens vooringenomen rammelende tribunalen. Bello interviewt hogere en lagere kaders, waaronder zowel hen die deelnamen aan de zuiveringen als slachtoffers of als uitvoerders. De schrijver meent dat individuele rechten slecht waren gewaarborgd en dat alleen al gezond verstand duidelijk had kunnen maken dat zoveel onopgemerkte infiltranten op een organisatie van 9.000 leden onwaarschijnlijk was. Daar komt nog bij dat hij zich niet meer kan vinden in het democratisch centralisme en zich laat inspireren door de ideeën van politiek theoreticus Gramsci over ideologische en culturele hegemonie in de maatschappij. Zo komt er een einde aan deze alles beheersende fase in zijn leven en hij verlaat in 1990 de Partij. 

Deglobalisering
Het geeft hem de ruimte terug te keren naar het internationalisme waarmee hij in Chili begon en te werken op het gebied van geopolitieke vragen die zich in zijn Filipijnenwerk hadden gevormd:

  • de relaties tussen de politiek van de Verenigde Staten en politieke regimes in het Globale Zuiden
  • de structuur en beweging van het wereldrijk van de Verenigde Staten
  • de instituten en activiteiten van het laat twintigste-eeuws wereldwijd kapitalisme.
Het is het begin van een reis langs personen, organisaties (waaronder Focus on the Global South), steden als Seattle, Genua, Davos, Cancun, Mumbai etc., WTOVI, economische ontwikkelingen en bijeenkomsten van de dominante economische stromingen, of juist de juist de alternatieven die op de Sociale Fora werden besproken. Deze laatsten bijeenkomsten worden in het boek enige pagina's lang geëvalueerd. Dat een van de grootse vredesdemonstraties uit de geschiedenis op 15 februari 2003 ontbreekt (met wereldwijd volgens een conservatieve schatting door de BBC tussen de 6 en 10 miljoen deelnemers en volgens de Guinness wereldrecordssite zelfs 10 tot 15 miljoen) is jammer. Ook bij het aanzwengelen daarvan speelden de sociale fora (met als slogan: een andere wereld is mogelijk) een belangrijke rol.
     De ontmoete personen lopen van Vaclav Havel, Robert McNamara, Martin Kohr, vredesactiviste Medea Benjamin (waarvan ik al eens een boek besprak), 'Alma Guiao' (die een eigentijdse Underground Railroad opzette om overzees werkende Filipijnen uit Homs in Syrië te halen), Joel Rocamora, tot Tina EbroVII en nog vele anderen. 

Militaire macht

De eerste keer dat ik Walden Bello tegenkwam was tijdens een conferentie in Den Haag waar hij sprak en ik notulist was. Hij wenste me veel succes met het aankaarten van militaire ontwikkelingen; met de bijklank het is niet eenvoudig daarvoor ruimte te vinden. Hij had destijds zelf al American Lake; Nuclear Peril in the Pacific (1987) geschreven met Peter Hayes en Lyuba Zarsky. Ook het schrijven van dat boek komt in Global Battlefields aan de orde. Later zou hij zijn green card opgeven als protest tegen de bezetting van Irak door de Verenigde Staten en daarmee de voordelen die dit heeft voor de bezitter ervan afgeven. Militaire machtspolitiek was en bleef een belangrijk en principieel deel binnen de inzet van de activist en professor.

Midden-Oosten
In het Midden-Oosten betekent dit dat hij niet om de rol van Apartheid staat Israël heen kan. Niet alleen heeft die zijn soldaten laarzen gezet op de nekken van de Palestijnen. Het land is ook een gevaar voor zijn buurlanden. In 2006 vertrok een Focus-missie naar Libanon. In het zuiden van het land bombardeerde Israël op dat moment heftig. Bello noemt ook de bombardementen van Beiroet door marineschepen.VIII
     Hij constateert dat Hezbollah brede steun geniet in het land – versterkt door de kwaadheid omtrent het
rücksichtslose Israëlische optreden – en ze Israëlische militairen bevechten, terwijl Israël opzettelijk burger doelen treft als een soort collectieve straf en de IDF-strijdkrachten van Israël zich daarmee schuldig maakten aan terreur.
     Tijdens de missie bezoeken ze ook Usamah Hamdan, een vertegenwoordiger van Hamas in Beiroet. Die krijgt uitgebreid de ruimte om te vertellen waarom de organisatie de strijd tegen de Israëlische overheersing voortzet. De tekst die in het boek staat
verscheen eerder in het tijdschrift Frontline (verbonden aan de Indiase krant The Hindu). Er komt nog een vervolg als Hamdan in november 2023 in de NewYork Times wordt geciteerd en hij verklaart, waarom volgens hem verzet nodig zou zijn tegen de Israëlische politiek die er op gericht is te voorkomen dat er een Palestijnse staat zou ontstaan.
     Bello onderstreept met zijn tekst begrip voor het verzet. Hij zal
een artikel schrijven om dit nog meer te versterken – ook dat staat deels in het boek – niet alleen geeft hij aan dat Israël duizend maal meer verantwoordelijkheid is voor het geweld en dat Hamas geworteld is in de Palestijnse gemeenschap, hij schrijft ook: “enkelen onder ons kunnen de methoden van Hamas ethisch onverdedigbaar vinden. Zoals ik. Maar ik vind ze te begrijpen. Begrijpen is de eerste stap naar dialoog, naar een vreedzame oplossing. Maar Israël wil niet begrijpen wat de redenen zijn dat de Palestijnen, in de hoek gedreven, uit wanhoop de daden uitvoeren die zij veroordelen.” Vrede, solidariteit, begrijpen en dialoog in een onrechtvaardige situatie staan hier centraal. Al zal niet iedereen dat willen zien. 

Bin-Laden

De aanvallen op de WTC-gebouwen van 11 september 2001 en de gevolgen daarvan behandelt hij ook. Osama bin-Laden heeft de imperial overstretch (Bello gebruikt overextension) duidelijker blootgelegd dan in academische werken al was gedaan. De duivel, blijft de duivel, maar ontzeg hem niet zijn verdiensten, zo schrijft hij: “Hoewel de methoden van Osama, de Taliban en andere fundamentalisten [islamisten, MB] weerzin wekken bij de meesten in de anti-oorlogsbeweging, kan het niet ontkent worden dat hun activiteiten, objectief gezien, aanzienlijk bijdroegen aan het verzwakken van het Rijk, vooral in het Midden-Oosten. Anders dan vele anderen in de beweging , ben ik meer dan bereid geweest de duivel te geven wat hem toekomt. Het is vaak door ethisch twijfelachtige of vreselijke gebeurtenissen dat, zoals ook in het verhaal van Job, de geschiedenis zich ontwikkelt in een progressieve richting.” 
     Het lijkt me dat de geschiedenis ook voorbeelden heeft laten zien waarin vreselijke zaken tot nog vreselijker ontwikkelingen van lange duur hebben geleid. Moeten we het streven naar vechtlustige en manhaftige strijdkrachten in de VS, waar geen plaats is (voor gelijkwaardigheid van) vrouwen, minderheden en LGBTQ'ers zien als een stuiptrekking van een wereldmacht op haar retour of als een zich ontwikkelende nieuwe norm, zo vraag ik me af. Los van de gevolgen die dit heeft voor genoemde groepen, wat zijn de verdere gevaren van deze ontwikkeling? Zijn visie daarop had ik ook graag gelezen in deze memoires (al werd het boek geschreven voor de tweede periode Trump). Washington weert zich momenteel als een duivel in een wijwatervat op wankele poten. De supermacht mag op zijn retour zijn, tandeloos is de VS lang niet, een gevaar voor meer en aanzienlijker narigheid nog steeds. Recentelijk publiceerde hij op Facebook een inleiding over de machtsverhodingen in de wereld en een tekst over de economische en machtspolitieke koers van de Amerikaanse president.

Spratly's
Bello schrijft dat velen hem verwonderd hebben aangesproken over zijn missie naar Pag-asa (een eiland dat deel is van de Spratly's eilanden in de Zuid-Chinese Zee waarop verschillende landen aanspraak maken) in juli 2011. Het eiland is een deel van een Filipijnse eilandengroep waarop China aast. Die verbazing herken ik. Voor mij was zijn visie op het conflict in de Zuid-Chinese Zee altijd een soort ijkpunt. Dan kiest hij als Parlementslid voor een militair aandoende reis om de nationale vlag te planten en om China in te peperen: dit is Filipijns. Het deel van het boek over de eilanden gaat gepaard met foto's; op een daarvan richt hij een moraal opvijzelde toespraak aan de op het eiland gestationeerde Filipijnse militairen.
     In dit deel van het boek staat ook een visie over de eilandengroep die in 2016 verscheen in de New York Times, waarin een vijf punten programma voor het aanpakken van het conflict rond de Spratly's:
1) Stop de omsingeling van China door de VS, dit is een belangrijke reden voor de Chinese politiek;
2) laat de Associatie voor Zuidoost Aziatische Landen (ASEAN) met China multilaterale bespreking beginnen over het gewenste gedrag van landen met aanspraken op het gebied;
3) mochten deze voorgaande twee stappen werken, laat ASEAN en China besprekingen voeren die leiden tot demilitarisering en het nucleair vrij maken van het gebied;
4) organiseer besprekingen die tot een definitieve oplossing moeten leiden, geworteld in de uitspraak door het internationale gerechtshof in Den Haag; en
5) sla een brug over de verschillen die zijn ontstaan door kolonialisme, imperialisme, de Koude Oorlog, en de invloed van externe hegemoniale krachten over de regio.
    Bello schrijft in Global Battlefields dat zijn voorstel te laat kwam, maar het is een voorbeeld van zijn benadering van veiligheidsproblemen in de regio. Geen bilaterale onderonsjes van de VS met de landen in de regio, maar multilateraal overleg door de landen in de regio dat is gericht op een diplomatieke oplossing en constructieve samenwerking. Het artikel begint overigens met oppositie tegen het versterken van de VS-bases op de Filipijnen.

Fascisme

Vrijwel aan het eind van het boek vat de schrijver zijn recente werk op het gebied van globale onderwerpen samen als analyses gericht op de groeiende crisis binnen de VS, de opkomst van China en de groeiende dreiging van het fascisme wereldwijd. “Waarom komt deze politieke ideologie weer terug,” vraagt hij retorisch. Hij ziet het neoliberalisme als een belangrijke aanjager met het verplaatsen van banen naar lage lonen landen en de gerichtheid op financieel-economische ontwikkelingen en de-industrialisatie.
    Elders neemt hij woorden over die hij in
juli 2024 op Facebook plaatste: De strijd tussen Harris en Trump kan tegenstrijdige "visies" voor de Verenigde Staten opleveren op binnenlands vlak, maar ik vraag me af of het meer gaat om hetzelfde neoliberale, pro-Wall Street/Silicon Valley-beleid, verhuld met vrome democratische retoriek, versus opstandig fascisme dat zich voedt met de tekortkomingen van het neoliberalisme en de liberale democratie. De beste bondgenoot van het fascisme is een liberaal-democratische elite die heerst over een economische orde die de ongelijkheid radicaal heeft vergroot, terwijl ze vroom beweert dat dit de beste verdediging tegen fascisme is.”
     Om het regime president Rodrigo Duerte kan je hier moeilijk heen. Bello schrijft uitgebreid over de voormalig moordlustige Filipijnse president en de oppositie ertegen. Duerte is in Scheveningen eind 2025 nog steeds een gevangene van het internationale strafhof. De grote woorden uit citaat, zijn geen theorie voor situaties verweg.
     Er is ook een cultureel, ideologische verklaring noodzakelijk. Bello gebruikt bijvoorbeeld het woord
nativisme; een politieke ideologie waarbij de belangen van een inheemse bevolking staan boven die van immigranten. Maar mensen die dit steunen – tenminste in Nederland – zijn niet perse direct de slachtoffers van het neoliberalisme. Individuele kansen promoten en het uitsluiten van groepen staat wel boven collectieve solidariteit, waardoor dergelijke visies aan kracht kunnen winnen. Eerder beschreef hij al hoe het begrip gemeenschap wordt versmald om rechtse belangenpolitiek te schragen.
    Dat hier sprake is van een groeiend globaal slagveld wordt met de dag duidelijker. 

Monsters bestrijden

Het boek eindigt met een visie op de machtspolitieke ontwikkelingen in de wereld gezien vanuit de Stille Oceaan regio. Dit wordt afgesloten met de oproep: Maak de Pacific tot een echte pacific. Hij noteert dat de Verenigde Staten een beleid voert dat er op is gericht de hegemoniale positie vast te houden. Aan de Europese kant provoceerde de Verenigde Staten Rusland tot militaire tegenzetten in verband met de mogelijke toetreding van Oekraïne tot de NAVO. In Azië probeert Washington China te verleiden tot militaire antwoorden door bijvoorbeeld dicht langs de Chinese kusten te varen met vliegdekschepen in de straat van Taiwan en door het opvoeren van de aanwezigheid van troepen uit de VS in de regio. De schrijver noemt de mogelijkheid dat de Verenigde Staten een militair conflict zoekt voordat China militair gelijkwaardig is aan de VS. Die uitleg van de politiek van Washington betekent niet dat hij de politiek van China volgt. Nee ook Beijing maakte een grote fout door een claim op de Zuid-Chinese Zee te leggen en de aanspraken van andere landen te negeren.
     Er is enig optimisme dat de huidige crisis van de VS-overheersing van de wereld mogelijkheden biedt om de macht meer te verdelen, er meer speelruimte komt voor landen in het globale zuiden en een  multilaterale orde kan worden opgezet door samenwerking in plaats van een systeem dat zich baseert op unilaterale of liberale hegemonie. Tegelijkertijd wil hij de gevaren van die fluïde situatie niet wegpoetsen. Hij citeert Gramsci die in de jaren dertig
een tijd van monsters zag. “Monsters zullen er zijn bij de verschuiving weg van de liberale kapitalistische internationale orde,” zo ziet Bello ze schrikwekkend ook in onze tijd.
      
“De vraag is of progressieven en hun bondgenoten zich zullen organiseren over de crises en over grenzen heen om te komen met en het promoten van een alternatief voor de afgrond.” De diepste afgrond, de grootste crisis, noemt Bello overigens als vanzelfsprekend de klimaatcrisis, maar dat is niet de enige waarop een antwoord moet komen. Eerder waarschuwde hij ervoor dat politieke bewegingen niet de fout uit het verleden moeten maken en democratische deelname en individuele rechten aan de strijd opofferen. Het is belangrijk zich te organiseren in de strijd voor de toekomst, zo schijft hij. Tegen het eind van het boek kom ik de tussenkop tegen: Treur niet, organiseer je! Er is in die strijd immers geen sprake van permanent verlies, maar evenmin van een permanente overwinning.

Vier fasen
Walden Bello vat zijn leven in vier intellectuele fasen samen. Er was een existentiële fase tijdens de beginnende universiteitsjaren (met opstandigheid gericht tegen de scholing door de Jezuïeten), gevolgd door de jaren van de onafhankelijke Marxist en activist in Princeton en Chili. Dit werd gevolgd door 15 jaar volledig opgaan in de Communistische Partij van de Filipijnen. Daarna kwam de fase van betrokkenheid die niet uitgaat van dogma's als historische onvermijdelijkheid. “In deze vierde en vermoedelijk laatste fase zit ik nu – deel van een beweging, deel van progressieve organisaties op verschillende momenten, maar geen onkritisch deel ervan.” Met deze paar zinnen was een kleine zestig jaar samen te vatten. Maar dan was in deze bespreking nog meer blijven liggen dan nu al het geval is.
     Ik heb nauwelijks aandacht besteed aan de internationale kapitalistische organisaties, het privéleven van Bello (zoals een ontroerende beschrijving van de dood van zijn geliefde en echtgenote Ko Thongsila), de zijstraten met soms een mooie actie, de economische ontwikkeling, het lot van de migranten die elders moesten werken en het parlementaire werk en debat bijvoorbeeld tegen een kerncentrale. Hij is een internationaal en Filipijns activist en daarmee zowel uit dezelfde en uit een verschillende wereld; een wereld met geweld binnen de grenzen en waar 10 % van de bevolking (dat is 22% van de beroepsbevolking) naar het buitenland vertrok om in moeilijke – vaak onmenselijke – omstandigheden een inkomen te verdienen. Hij stelt dat deze arbeid in veel opzichten kan worden vergeleken met de 16e-eeuwse slavenhandel en geeft veel voorbeelden van de misstanden. Er was geen alternatief voor hen die vertrokken. Als de Filipijnen geen proefdier voor de structurele aanpassingen waren geweest, als op een andere economie was ingezet, dan had dit niet gehoeven, stelt Bello. Waarmee hij de positie van het individu verbindt met de grote economische programma's die doorgaans aan het lot van dat individu geen boodschap hebben.
    Het was anderzijds ook goed mogelijk geweest om veel dieper in het boek te duiken en alternatieve visies op het rijke en veelkleurige leven te vermelden. Want die zijn er ook.
Progressieve realist
Belangrijkste is dat Global Battlefields een leven laat zien dat niet stil is blijven staan bij de ideeën die opgenomen zijn in de jaren van de tiener en twintiger en die het verloop van het leven vaak bepalen. Ja ze zijn meegenomen en verwerkt, maar op een verre van starre manier. Het centralisme uit het Marxisme-leninisme kreeg concurrentie van Gramsci en andere moderne denkers. De bijdrage aan de communistische partij en gewapende strijd evalueerde naar het werken als progressieve realist aan een bredere beweging die samen werkte met sociaal democraten en die niet anticommunistisch was. Ook als je geen overlap hebt met de geschiedenis van Bello, maakt dat het boek interessant en inderdaad tot een verhaal met betekenis. Ik zou daarom willen afsluiten met het woord: bedankt.

  • Engels
  • Paperback
  • 9781963892109
  • 1 februari 2025
  • 356 pagina's 
  • Index 

Noten:

I … en met schaamte, omdat toen ik hem tegenkwam in Amsterdam niet heb meegevraagd en laten staan terwijl hij vertelde dat de organisatie die hem als spreker had uitgenodigd hem in een hotel had weggezet. Zo liet ik de man die naar anderen vriendelijk en open was staan. Ik vreesde destijds een botsing tussen hem en degene met wie ik op pad was (een voormalig links persoon die nu vooral zijn kennis inzette om de progressieve wereld intellectueel onderuit te halen). Vermoedelijk had Bello met zijn bekende lach het debat vriendschappelijk op het scherpst van de snee en met humor gevoerd. Ik had erbij gezeten en geleerd. Een gemiste kans en stomme reflex mijnerzijds. Maar zo maak je er wel meer tijdens je leven. Liefst niet te vaak.

II Hij haalt deze visie bij Max Lane, de Engelse vertaler van de Indonesische schrijver. Toch schreef Pram tot in de jaren negentig door met Arok (1991) en werd zijn laatste boek met brieven in 1995 verboden en in beslag genomen: Nyanyi sunyi seorang bisu/Lied van een Stomme. Hierin het verhaal van zijn gevangenschap op Buru. De schrijver was toen al zeventig jaar. Hij had een kwart van zijn leven gevangen gezeten, zowel onder het Nederlandse koloniale bewind als onder Soekarno en Suharto.
Maar ik herinner me vooral zijn tekst in de Jakarta Post om jongeren een hart onder de riem te steken, ergens in de periode 1994-98, het eind van de Soeharto dictatuur. Hij hield zijn mond niet, maar voedde de hoop terwijl al zijn werken verboden waren en hij onder huisarrest stond in de uiterst repressieve staat.

III De tekst staat niet alleen op pagina 17 van het boek. Als ik hem opzoek kom ik hem ook tegen bij het Transnational Institute (TNI) en bij Foreign Policy in Focus (FPiF), beide in een artikel van de auteur dat oorspronkelijk verscheen in The Nation (September 23, 2016): 'How Middle-Class Chileans Contributed to the Overthrow of Salvador Allende' . De tekst is voor een groot deel in het boek te vinden.

IV Idem, p. 19 en bij TNI en FPiF.

Het is het waard om de beschrijving van de diefstal en andere acties in dit deel te lezen. Voor mij veranderde dit de man die ik vooral spreker en schrijver kende naar iemand die ook 'echt' actie voerde.

VI De multilateral agreement on investment, MAI (waarbij hij toch ook betrokken was in de oppositie) mis ik het boek. Hier beschrijft Bello de rol daarvan in een stuk over Martin Khor.

VII Die laatste doet me denken aan de Haagse Vredesactivist Gerard van Alkenmade waar ik mee samenwerkte o.a. bij de eerste stappen naar het Komité anti-Golfoorlog (KAGO, de aanzwengelaar van het protest tegen de Irakoorlog van 1990-91) en waar zij een relatie mee had.

VIII Destijds noemde journalist Robert Fisk deze inzet ook en deze inzet haalde het ontkennen van die mogelijkheid van scheepsgeschut door de Nederlandse regering, met name door Minister Bot, bij export van marineschepen met vergelijkbare kanonnen onderuit. Zie Robert Fisk Bericht uit Beiroet; dagboek van een oorlog (Amsterdam: Anthos, 2006), p. 7.