zondag 30 maart 2014

Moorden op afstand

In november 2013 besloot Nederland het onbemand vliegtuig Reaper aan te schaffen. De Reaper is een drone van wapenbedrijf General Atomics, dat groot is geworden door de ontwikkeling van drones. In 1980 had General Atomics nog een omzet van 115 miljoen dollar, in 2010 is dat al gegroeid tot 662 miljoen. Deze informatie komt uit Drone Warfare; killing by remote control geschreven door Medea Benjamin van vredesorganisatie Code Pink. Het boek geeft een overzicht van de ontwikkelingen op drone gebied en volgt een drone van wieg tot graf: van productie via inzet naar slachtoffers. Vervolgens gaat het over wetgeving, acties tegen drones en een internationale campagne.

Het boek is grotendeels gebaseerd op geschreven bronnen, maar ook op bezoeken aan Pakistan en Afghanistan. Dat leidt tot persoonlijke verhalen met gruwelijke details. Zoals een verhaal van een meisje van dertien jaar en haar broers: “Opeens hoorden ze een dreigend gebrom en toen was er een explosie: iets vreselijks was uit de lucht gevallen, het trok hun huis uit elkaar en slingerde lichaamsdelen van hun moeder en twee broers door de lucht.” Het maakt de gruwelen van de aanvallen door drones invoelbaar.

Er zijn bewapende en onbewapende drones en er zijn hele kleine drones. DARPA de defensie-onderzoeksorganisatie van de Verenigde Staten looft prijzen uit van 100.000 US$ voor studenten en hobbyïsten die met een goed plan komen. Voor een habbekrats halen ze zo ideeën binnen. Benjamin schrijft over zwermen kleine drones, die als kamikaze's op een doel afgaan, en over drones die zich vastplakken aan een doel en exploderen op het moment dat dit gewenst wordt.

Campagne

Drone Warfare is een campagneboek. Dat is niet verrassend, schrijfster Benjamin is mede-oprichtster van de door vrouwen geleide vredesorganisatie Code Pink, die campagne voeren onder de leus Ground the Drones. Ze vertelt met enthousiasme over acties tegen drones, zoals naming and shaming van wapenfabrikanten, juridische procedures, gebruik van de Amerikaanse Wet Openbaarheid van Bestuur (Freedom of Information Act, FOIA) etc. “Een van de beste methoden om een basis voor activisme te bouwen is je richten op lokale connecties met drones en de inzet daarvan,” schrijft ze.

Een opsomming van acties en internationale bijeenkomsten is één, maar hoe zou een brede internationale campagne eruit moeten zien? Daarover is het boek onduidelijk. Het doet wel aanzetten. In het voorwoord, door feministe Barbara Ehrenreich, staat: “Als we de oorlog willen stoppen moeten we ons richten op alle wapens die oorlog mogelijk maken en zelfs uitlokken (…) en de industrieën die ze produceren. (…) We moeten ons aantrekken dat ze worden ingezet voor binnenlands gebruik en zelfs bewapend aan de Mexicaanse grens, en mogelijk ook tegen Amerikaanse demonstranten.”

Benjamin pent een scala aan argumenten neer die handig zijn om te kennen in de strijd tegen drones. Opmerkelijke vond ik het gegeven dat in de officiele cijfers van het Pentagon het aantal civiele droneslachtoffers kunstmatig laag gehouden wordt, door alle volwassen mannelijke slachtoffers als strijder te definiëren. Wie een geweer heeft loopt extra kans doelwit gezien te worden. Een Pakistaans advocaat reageert: “Als dat het criterium is dan moet de VS een genocide beginnen, omdat alle mannen in het gebied [Waziristan in Pakistan] een AK-47 dragen en zich houden aan de sharia. Dat is deel van hun cultuur. Sinds wanneer kan je mensen vermoorden om hun overtuiging?”

Haalbaarheid

Op zoek naar campagnemogelijkheden noemt Benjamin de succesvolle anti-landmijncampagne, die leidde tot een VN-verdrag tegen anti-personeelsmijnen (AP). Een verdrag verbod waaraan de VS niet deelneemt. Hetzelfde geldt voor Israël, dat veel drone-technologie exporteert en veel aandacht krijgt in het boek.

Jody Williams, die namens de Internationale Campagne voor de Afschaffing van Landmijnen (ICBL) de Nobel Vredesprijs kreeg, vermoedt dat een brede campagne tegen drones weinig uit zal halen. “Landmijnen waren klein grut,” zegt Williams. “Drones zijn anders. Die zijn een melkkoe voor fabrikanten, lobbyïsten en de overheidsbandieten. Er komt een grootschalige wapenwedloop voor dit soort wapens en ik ben bang dat bedrijven geen verbod zullen toestaan.” Wat wel een campagnedoel zou kunnen zijn, is voorkomen dat er geautomatiseerde bewapende drones op de slagvelden komen, zegt Williams. Dat sluit aan op de campagne van de International Committee for Robot Arms Control (ICRAC) die al stappen heeft gezet binnen de VN. Of Benjamin ook die richting op wil is onduidelijk. Een onduidelijkheid die ze misschien expres laat bestaan, om niet te hoeven kiezen tussen wat haalbaarheid en wat nodig is. “Het gebruik van drones moet beperkt en transparant worden,” schrijft ze, “en op zijn minst bekend.”

Onbewapende drones

De inzet van drones in conflictgebieden veroorzaakt veel stress. Op sommige plaatsen komen drones wel 15 keer op een dag overvliegen. De ene keer observeren ze alleen, de andere keer schieten ze op je familie. Hoe zit het met de onbewapende drones? Benjamin geeft een paar maal aan dat er ook drones zijn die nuttig worden gebruikt bij bijvoorbeeld rampenbestrijding. Maar er zijn ook onbewapende drones die ingezet worden voor het verzamelen van militaire inlichtingen of voor bespioneren van mensen in conflictgebieden of 'gewoon' hier. De discussie hierover wordt in het boek nauwelijks gevoerd. De Brit Chris Cole van Drone Wars UK zegt in het boek tegen Benjamin: “Er is ook veel meer scepsis tegenover observatie door drones in het VK dan in de VS.” En daarmee lijkt de kous af. Een discussie over een mogelijke coalitie met groepen die zich richten op burgerlijke vrijheden wordt uit de weg gegaan.

Europa

Het boek is vooral op de VS gericht. Wat doen British Aerospace Systems en de Europese (voorheen EADS) op dit gebied? Welke spelers zijn er in Europa? Bestaat daar overzicht van? Inmiddels heeft de Europese Unie via de European Defence Agency (EDA) zijn eigen drone 'community'. Die bestaat uit Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Nederland, Polen en Spanje. Drones – in de Europese Unie Remotely Piloted Aircraft Systems (RPAS) genoemd – worden gezien als een prioriteit voor de Europese wapenindustrie. Een deel van deze ontwikkelingen zat er in 2012 al aan te komen. Jammer dat ze in het boek ontbreken.

Militaire ontwikkelingen

Een zwakte van het boek is dat bijna lijkt alsof politiek wordt gemaakt door wapens, niet door mensen. Met drone oorlogsvoering is het niet nodig om eerst de bevolking achter de oorlog te krijgen (…) of om eerst heftige debatten in het Congres te voeren.” “De gevechten in Libië werden gevoerd door drones.” zijn illustratieve citaten. Belangrijker is een andere zwakte, namelijk de afwezigheid van een visie op de Amerikaanse militaire strategie waarbinnen drones passen. Bush maakte in 2001 een einde aan een verbod op het gericht vermoorden van tegenstanders, dat 25 jaar had bestaan. De budgetten voor de Special Forces, de creme de la creme van het leger, werden ondanks allerlei bezuinigingen op defensie de afgelopen jaren juist groter. Kleinschalige optredens – eventueel met het gericht afschieten van tegenstanders – winnen aan belang. Hierdoor neemt de controle op operaties af. Oorlogsvoering veranderd, en de technologie van de drones past daar wonderwel in.

Reaper

De drone die ook Nederland gaat kopen, de Reaper, krijgt nogal wat aandacht in het boek. Het vliegtuig wordt dan ook bewapend ingezet door de twee organisaties waarop het boek vooral zijn pijlen richt: de CIA en het Joint Special Operations Command (JSOC, dat samenwerkt met de opvolger van Blackwater/Academi). Zij zetten drones in binnen grotendeels geheime programma's. Het werd door de Amerikaanse generaal Petreus omschreven als “een moord machine die bijna op industriële schaal opereert.” Jammer dat het boek geen index bevat, zodat ik dit soort zaken snel kan vinden.

Het boek richt zich tegen een andere winnaar van de Nobelprijs voor Vredes, president Obama, die “zijn tactieken simpelweg heeft veranderd van laarzen op de grond naar moordenaars in de lucht.” In landen met een islamitische bevolking die bondgenoot zijn van de VS, was in juni 2012 tussen de 81 en 89 procent tegen drones. In de State of the Union van eind januari jl. meldde de president dat voortaan voorzichtiger met drone aanvallen zal worden omgegaan. De kritiek wordt op zijn minst opgemerkt. Meer kritiek op drone programma's, ook de Europse, kan zeker geen kwaad om de opmars ervan verder te hinderen. Het boek van Benjamin zorgt ervoor dat je snel en goed onderbouwd een mening kan vormen over de vliegtuigjes die worden bestuurd op afstand. 

Geschreven voor vredesmagazine.nl

titel Drone Warfare; Killing by Remote Control
auteur Benjamin Medea (voorwoord: Barbara Ehrenreich)
uitgever Verso Books
uitgave Paperback, 224 pagina's
isbn 9781781682531
prijs  € 12,99