Lijst genodigden receptie aan boord van Mount Whitney
Bedrijfsleven, locaal bestuur, politiek en militaire inlichtingendienst bijeen in de haven van Amsterdam. Dat wilde de Amerikaanse marine.
Martinbroek.nl legde via de Amerikaanse Wet Openbaarheid van Bestuur de hand op een lijst met genodigden aan boord van de het commandoschip, de Mount Whitney. Een schip dat vol zit met inlichtingen- en communicatie apparatuur. Van 24 tot 28 augustus - een week na Sail - lag het aan de Oostelijke Handelskade waar een week ervoor nog het Russische opleidingsschip de Mir lag.
Er is geen kanon, er zijn geen torpedo’s en geen raketten, aan boord staat alleen wat lichtgeschut en een wapen tegen inkomende raketten. Het schip moet het daar niet van hebben. Wel van zijn communicatie- en commandotechniek. Een “varend top inlichtingen centrum”
noemde VVD-kamerlid Blauw het commando- en vlaggenschip van de Amerikaanse zesde vloot in 1995 al. De zesde vloot is een van de belangrijkste Amerikaanse marine eenheden die de zeeën en oceanen controleren. Die vloot is
gewoonlijk gestationeerd in de Middellandse Zee en verantwoordelijk voor operaties bij de Hoorn van Afrika, Irak en Afghanistan.
Als de grijze kolos in Amsterdam ligt, staat op het dek een grote feesttent. In een verslag van het bezoek achteraf op een Amerikaanse militaire website wordt gesproken over de zeventig gedistingeerde gasten die aan boord kwamen. Met behulp van de Amerikaanse Wet Openbaarheid van Bestuur (FOIA) achterhalen ik met welke Nederlanders de Amerikanen op de borrel nodigden aan boord van hun drijvende militaire basis. Na twee maanden wachten wordt door de Amerikaanse marine gemeld dat een lijst van bezoekers niet bestaat. Wel kan men een lijst met 200 genodigden vinden. Dat zijn dertien pagina’s met personen uit de politiek, bedrijfsleven, krijgsmacht, politie, bestuur, diplomatie en Openbaar Ministerie. Geen lijstje zonder cliché en dus staat ook de vertegenwoordiger van coca-cola in Nederland er op.
Er zijn weinig verrassingen. Of het zou moeten zijn dat de MIVD wel met twee personen op de lijst staat (de directeur gen. Cobelens en zijn plaatsvervanger gen. In het Veld) maar de AIVD helemaal niet. Ook valt op dat Heineken en Philips wel, maar de belangrijke militaire bedrijven in Nederland, zoals Damen, Thales Nederland en Stork niet zijn uitgenodigd.
De genodigden zijn vooral mannen met veel gouden strepen, balken en sterren. Tussen al de uniformen – ook van politie – valt op dat er nogal wat personen uit de wereld van de bestrijding van de zware criminaliteit en terrorisme genoemd worden. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) en Europol worden uitgenodigd. Ook vijf officieren van justitie staan tussen de genodigden: de plaatsvervangend hoofdofficier van het landelijk parket Bos, hoofdofficier voor terrorisme bestrijding Ferdinandusse, hoofdofficier drugsgerelateerde misdaad Rip, de officier voor hightech criminaliteit Van Zwieten en Ronald Steen openbaar aanklager “voor undercover en inlichtingen onderzoeken,” stelt de lijst. Een spannende baan.
Steen is een van de
twee officieren van het landelijk parket die belast is met het onderhouden van contacten met de inlichtingen en veiligheidsdiensten MIVD en AIVD. Het was een uitgelezen kans om de voortgang van de samenwerking met de Drugs Enforcement Agency (DEA) te bespreken. Nederland kreeg al eens
complimenten voor de goede samenwerking op dit vlak. Maar het doorspreken van de gang van zaken of het informeel doornemen van nieuwe wensen tijdens een receptie kan geen kwaad. Die hele batterij magistraten is niet voor niets uitgenodigd. Maar het feest zou niet doorgaan. Volgens persvoorlichter Wim de Bruin van het Landelijk Parket is er geen een van hen op de uitnodiging ingegaan.
De dekken van het schip de Mount Whitney staan
vol met apparatuur voor het verzamelen van inlichtingen en het geven van leiding aan complexe operaties op land, zee en in de lucht. Even stonden daar 70 gasten uit lokaal bestuur, krijgsmacht, politiek en bedrijfsleven tussen. Inmiddels vaart het schip weer in Middellandse Zee in het
eigen operatiegebied.
Met dank aan
Kees Kalkman
Al eerder schreef ik over het bezoek