Donderdagavond
ga ik uit. Fijn. Een avond over Libië. Gratis drinken op kosten van
het ministerie van Buitenlandse Zaken. En dat voor een
geheelonthouder. Lekker halal; alleen bruisend bronwater. Wat zal aan
de orde komen? En wat zal er niet aan de orde komen, terwijl dat wel
zou moeten? Laat ik de te verwachte juichverhalen over het VN-wapenhandelsverdrag maar overslaan. Die beginnen net zo voorspelbaar
te worden als mijn kritiek daarop.
Meer
precies gaat de avond over de link tussen de conventionele
wapenhandel en de escalatie van conflicten in de Arabische regio, met
een nadruk op Libië als spil van de regionale wapenhandel. De
engelstalige titel luidt: 'Guns
and Borders: Libya's Arms Bazaar Fueling Conflicts in the Arab
World.' Dat zal toch niet betekenen dat
landen uit zwart Afrika niet aan de orde komen? Mali, Niger, Nigeria,
Somalië en Tsjaad hebben allemaal te maken met de Libische
wapenhandel.
De rol van
de NAVO-landen komt vrijwel zeker niet of nauwelijks aan de orde.
Door de actieve en gewelddadige NAVO-bescherming van de Libische
bevolking, of preciezer, van alles wat anti-Gaddafi was, moest de
Kolonel na jaren het veld ruimen als autoritair despoot van de oliestaat. (Het was op grond van die ontwikkeling dat een burgerbeweging
in Syrië op een zelfde steun rekende. Een hoop die bloedig de bodem
in werd geslagen.) Bovendien werden de afspraken binnen de
Veiligheidsraad zo breed door de NAVO uitgelegd dat Rusland en China
geschoffeerd werden. Dit was weer niet zo positief voor toekomstige
onderhandelingen en vreedzame ontwikkelingen in de wereld.
De
NAVO-landen stuurden special forces, speciale commando-eenheden, om
het verzet en de gevechtsvliegtuigen vanaf de grond te begeleiden.
Wat minder goed werd begeleid, was de bewaking van de munitiedepots,
zodat de wapens aan alle kanten verdwenen. Met alle nare gevolgen van
dien voor een half werelddeel. Zou toch wat netter mogen een volgende keer. De Fransen dropten
wapens die al binnen een dag werden doorverkocht en waar
verschillende fracties om streden. Opmerkelijk is dat vanuit Qatar
anti-tank
wapens werden geleverd van het
officieel in Nederland gevestigde Airbus Defence and Space. Qatar
weigert aan VN-onderzoek hiernaar mee te werken, evenals het bedrijf
Airbus zelf. Opmerkelijk is ook dat de VN-onderzoekers rapporteren
dat medewerking
van de VN-lidstaten bij de onderzoeken
naar de Libische wapenstromen zeer gering is. Man en paard worden te
weinig genoemd, stelt een vertegenwoordiger van een niet bij name
genoemd land tijdens een Veiligheidsraad
vergadering in september 2014. Ben
benieuwd wat daarover wordt gezegd tijdens de lezing.
Inmiddels
komt het beheer van de wapenvoorraden nog steeds langzaam op gang.
Het VN-panel dat het wapenembargo en de bevriezing van tegoeden en
reisbeperkingen evalueert is niet erg optimistisch in haar rapport
uit 2014:
“Burgers en autonome gewapende groepen
beheersen nog steeds het grootste deel van de wapens in het land, en
onvoldoende waarborgen van veiligheid en ineffectieve grenscontroles
blijven de voornaamste obstakels om wapenproliferatie tegen te gaan.
(…) Arsenalen van niet-statelijke partijen zijn de voornaamste bron
van wapenuitvoer uit Libië, toch zijn inspanningen tot ontwapening,
demoblisering en reïntegratie beperkt.” Er
wordt best gepoogd om iets te verbeteren aan het beheer en de inzameling, zoals door bijvoorbeeld de
United
Nations Support Mission in Libya en naast anderen de
German Agency for International Cooperation, maar
ga er maar aanstaan.
Er
is een burgeroorlog gaande en dat maakt dat inzamelen van wapens
er vanzelfsprekend niet gemakkelijker op. In zo'n situatie willen
velen een wapen hebben ter bescherming. Alleen al
in Benghazi kwamen de afgelopen drie maanden bij gevechten, volgens
Reuters, 600
mensen om het leven. Vorige week werd
duidelijk dat de Islamitsche Staat (nooit te beroerd om gebruik te
maken van een vergiftigde situatie) een vestiging aan het opzetten is
in Libië.
In
2014 gingen meer wapens naar Libië dan voorheen. De zuigkracht is
groter geworden door de burgeroorlog. Dat wordt ook door het VN-panel
gezien. De erkende regering krijgt veilig gestelde wapens uit de
depots, alsmede wapens die binnen het sanctieregime worden aangemeld
en goedgekeurd. Overigens gaat bij dit laatste heel wat mis. Wederom
het VN Panel: “De meldingen [van
officieel geïmporteerde] wapens inclusief verscheidene voorwerpen,
waaronder 42 miljoen stuks 7.62x39 mm munitie en meer
dan 65.000 aanvalsgeweren,” maken duidelijk dat een groot deel
van de importen worden ondertekend door niet bevoegde medewerkers.
Tegenstanders halen de wapens via dit soort
kanalen, overvallen op depots en illegale of omgeleide officiële
importen. Je wordt niet vrolijk van het rapport van het VN-Panel,
dat zoals elk jaar wel een schat aan informatie bevat.
In
een persbericht van de Veiligheidsraad van 17 januari lees ik
niettemin dat de leden met kracht herhalen dat 'er geen militaire
oplossing voor de crisis kan zijn' en de strijdende partijen oproepen
om een vreedzaam klimaat voor een dialoog te creëren, die geen
partijen uitsluit. Ze zijn dan ook blij met de aankondiging van een
wapenstilstand op 15 januari. Deze
week begonnen echter alweer gevechten in oliehaven Es Sider
tussen de regering en een groepering die onder andere Tripoli in handen
heeft.
Hoe groot
zal het deel van de bevolking zijn dat terugverlangt naar de situatie
van vijf jaar geleden, onder een dictator, die net de steun weer
terug had gewonnen van het Westen, vraag ik me af. Zou
er zonder NAVO-bommenwerpers niet meer kans zijn geweest op een
geleidelijke ontwikkeling naar democratie?
Martin Broek