door Martin Broek
voor Ravage Webzine
Oorlog zonder grenzen
van de Vlaamse vredesactivist Ludo De Brabander begint persoonlijker
dan ik van de auteur had verwacht. ‘Een jonge vrouw die op een
mooie zondagse lentedag naast mij liep op de parade van Hart boven
Hard, een vrouw die opkwam voor warmte, solidariteit en vrede, is in
kritieke toestand opgenomen in een Brussels ziekenhuis’, schrijft
hij, ‘cijfers worden mensen.’ Het voorval vond plaats tijdens de
terroristische aanslagen van maart 2016 in Brussel.
Bij het lezen van dit
boek strijden verschillende gevoelens om voorrang. Het is bewondering
voor de krachtige stellingnames en vergelijkingen die De Brabander
hanteert en voor de goed gekozen duidelijke feiten die zijn verhaal
onderbouwen. Het is tegelijkertijd verdriet om de schijnbare
uitzichtloosheid van het leed in oorlogsgebieden en hun buurlanden,
en verdriet om de vluchtelingen en afschuw van de militaire en
repressieve aanpak die nu al een kwart eeuw faalt en toch dominant
blijft.
Het boek scherpt de
geest omtrent belangwekkende vragen als: wat drijft mensen om
willekeurig onschuldige slachtoffers te maken, om te doden en te
vernietigen; welke blinde woede, fanatisme, frustraties gaan hier
achter schuil? De Brabander laat als eerste de Amerikaanse filosoof
Noam Chomsky een antwoord geven. Die noemt als hoofdreden de
interventie in Irak, de Saoedische vorm van de islam, het wahabisme,
en het bombarderen van IS. Daarmee is de toon van het boek gezet.
Oorzaken terrorisme
Gewoonlijk wordt de
vraag naar het waarom van het hedendaags terrorisme (bij ons) op drie
manieren beantwoord. Een deel van de analytici benoemt de islam als
oorzaak en reden. Het geweld zit nu eenmaal ingebakken in het geloof
dat zich gedraagt als ideologie. Die platvloerse, domme en
polariserende ‘analyse’ kom je in dit boek niet tegen. Niet voor
niets nam de schrijver deel aan de Hart boven Hard parade, een
Belgisch burgerinitiatief dat streeft naar verbinding.
Een andere school wijst
op achterstanden en racisme. Het islamisme, en het sporadisch volgend
extremisme, is in deze visie een dunne vernislaag om het eigen leven
een identiteit te geven. Dat is beangstigend en hoopgevend tegelijk.
De aanslagen in Brussel werden gepleegd door jonge criminelen zonder
veel uitzicht. Een gewelddadige aanslag, gemotiveerd door een
wereldbeeld dat de schuld legt bij het Westen, lijkt dan een zinvol
einde aan het leven te kunnen geven. De Brabander gaat niet in op
deze sociale en psychologische redenen in de boezem van onze eigen
samenlevingen, waar mogelijk een deel van de oplossing besloten ligt.
Hij merkt alleen op dat een repressieve aanpak van dit probleem
weinig zinvol is.
Nee, in Oorlog zonder
grenzen wordt een derde verklaring voor het hedendaagse terrorisme
gegeven en behandeld die in het teken staat van de herkomst ervan. De
auteur beschrijft de eindeloze oorlog en interventies van het Westen
in het Midden-Oosten vanaf begin 19e eeuw tot nu. Deze uitleg maakt
veel duidelijk over de boosheid die tot terrorisme leidt. In het boek
komt bijvoorbeeld een paar maal de rol van Qatar en Turkije aan bod,
overheden die samen wapenleveranties aan islamisten in Syrië voor
hun rekening namen.
Deze bondgenoten van
het Westen gooiden olie op het vuur in een conflict waarbij
honderdduizenden sneuvelen, steden tot ruïnes worden geschoten,
mensen worden verjaagd van huis en haard en haat een basis krijgt.
Turkse journalisten die hierover schreven zijn in het Gülen-kamp
onder gebracht en tot staatsgevaarlijke sujetten bestempeld. Qatar
leverde ook militaire kennis en wapens aan het ontspoorde Libië. Het
vergroot – om het zacht uit te drukken – niet het vertrouwen in
‘onze’ kant van het conflict.
‘Sinds de start van
de oorlog tegen de terreur in 2001 vielen er in Irak, Afghanistan en
Pakistan ruim 1,3 miljoen doden’, citeert De Brabander de website
Body Count
dat al jaren het aantal niet-westerse doden poogt te documenteren.
Als je dan ook nog in het verdomhoekje zit als moslim, met of zonder
HBO-diploma in Molenbeek of Huizen, dan is de stap naar een koekje
van eigen deeg niet zo groot.
Meestal blijft het bij
gedachten, soms wordt het praktijk. De verschrikkelijke beelden van
de bombardementen die via internet of letterlijk ons voorgeschoteld
worden, kan een volgende duw in de richting van terrorisme zijn. Dit
nog afgezien van de benarde situatie waarin de Palestijnen zich
bevinden die een beetje geholpen worden door het Westen, maar hard en
onbestraft worden aangepakt door het zwaar door het Westen gesteunde
Israël. Het conflict speelt een belangrijke rol in het boek.
Winston’s Hiccup
Het Sykes-Picot
akkoord, de afspraak tussen Frankrijk en Groot-Brittannië uit 1916
over de verdeling van het Midden-Oosten, is een goed begin van de
zoektocht naar de oorzaken van de woede onder moslims tegen het
Westen. Het akkoord bestaat al een eeuw. Islamitische Staat (IS)
introduceerde de hashtag #SykesPicotOver die via Twitter een berg
interessante artikelen oplevert. De willekeurigheid van de grenzen,
die tot op de dag van vandaag tot problemen leiden, is stuitend. De
grens van Jordanië werd naar verluid bijvoorbeeld na een copieus
diner en met een door een hik veroorzaakte zigzag getrokken, de
zogenoemde Winston’s
Hiccup.
Tijdens het interbellum
stortten Frankrijk en Groot-Brittannië zich, zonder oog voor de
wensen van de lokale bevolking, op het gebied. Een bloedige Franse
bezetting van Damascus die 26 jaar zal duren, is daarvan een van de
vele minder fraaie voorbeelden. Daadkracht en onzorgvuldigheid telt,
niet de bevolking. Dit leidt bijna vanzelfsprekend tot verzet tegen
de bezetters en die houding, dat gevoel, is ook vandaag de dag nog
niet verdwenen. Geschiedenis heeft een lange adem.
Het stichten van de
Palestijnse staat is een onderwerp op zich en ‘zorgt al een eeuw
lang voor oorlog en geweld in het Midden-Oosten.’ Dat wil zeggen,
sinds de Britse Balfour-verklaring van 1917 waarin een Joods
nationaal tehuis werd toegezegd. Ook hier gaat het om westerse
inmenging zonder veel oog voor de lokale bevolking. De grenzen tussen
Palestina en Israël zijn nog steeds inzet van een van de meest
invloedrijke conflicten in de wereld.
De hoeveelheid
kolonisten in de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem is sinds
de Oslo-akkoorden van 1993 opgelopen van 269.200 naar 800.000. Ook de
woede daarover stuitert terug in de vorm van terrorisme in het
Westen. Dat de helft van het aantal Amerikaanse veto’s in de
Veiligheidsraad van de Verenigde Naties betrekking heeft op Israël,
voedt het wantrouwen in de regio ten opzichte van Washington. Toch
blijft De Brabander zakelijk als hij stelt dat de Amerikaanse
politiek niet intrinsiek de steun aan Israël als reden heeft, maar
stoelt op geostrategische gemaakte berekeningen door de VS.
Jordanië is, na Israël
en Egypte, inmiddels het belangrijkste land voor Amerikaanse
militaire steun. Die steun is een beloning voor het erkennen van een
vredesakkoord met Israël in 1994. Tegenwoordig is Jordanië een spil
in de aanvallen op Syrië en Irak. Voor die deelname moest veel druk
worden uitgeoefend. De Jordaanse bevolking is niet zo geporteerd van
de inmenging door de VS. Dat Jordanië ook een voorname afnemer van
Nederlandse (en Belgische) wapens is, en betrokken in de oorlog tegen
Jemen, wordt in het boek helaas niet vermeld.
Het is een verademing
om een boek te lezen van iemand die niet meteen gaat voor de
eenvoudige uitleg, maar aan buitenlandse politiek een zakelijke
lading geeft. De Brabander valt ook niet voor het het olie-argument
als hij schrijft over westerse drijfveren voor de politiek richting
Midden-Oosten (al vergeet hij het ook niet). Hij noemt ook
(geo)politiek profijt als reden. De VS legt onmiskenbaar zijn
militaire bases rondom belangrijke geostrategische gebieden zoals de
Perzische Golf, schrijft De Brabander.
Toch zou iets verder
uitzoomen juist hier niet hebben misstaan. Dan zien we dat veel van
die bases ook passen binnen de omcirkeling van China, een inzet met
een veel grotere strategische betekenis voor de Amerikaanse politiek
op lange termijn. En dan zien we ook dat er sprake is van controle
over de oostelijke Middellandse Zee, de Rode Zee én de Perzische
Golf.
Interne dynamiek
Met zijn goed
onderbouwde uiteenzetting over westers wanbeleid in het Midden-Oosten
legt De Brabander de oorzaak van het terrorisme vrijwel alleen bij
het westerse optreden in de regio. De individuele terrorist wordt zo
een creatie van de omstandigheden van buitenaf. ‘Organisaties als
Al Qaida of de Islamitische Staat zijn onder meer het product van
militaire interventies, wapenhandel, economische uitbuiting, steun
aan autoritaire regimes, oliehonger, ja zelfs van de westerse
koloniale geschiedenis die maar blijft nazinderen.’
Dat De Brabander niet
ingaat op enige eigen dynamiek voelt ongemakkelijk aan. Alsof de
enorme regio zonder buitenwereld niet bestaat. Dat ook regionale
partijen zich kunnen misdragen en een rol spelen, komt marginaal aan
bod, veelal dan ook weer in relatie met het Westen. De eerste stappen
naar IS door Abu Musab al-Zarqawi worden beschreven, de man die niet
alleen de bezettende macht wilde ondermijnen maar door aanslagen ook
sektarisch geweld probeerde aan te wakkeren. Al-Zarqawi kwam in 2006
om het leven, maar de kiem voor IS is dan al gelegd.
Het laatste uitvoerige
artikel van de in 2015 overleden Ed Hollands over het ontstaan
van ISIS gaf mij meer informatie over de interne Iraakse dynamiek
achter de creatie van het Kalifaat dan het boek van De Brabander. Wat
ook nauwelijks besproken wordt is de rol van Rusland,
met zijn eigen beleid en enorm grote wapenleveranties aan de regio.
Anderzijds is de nadruk
die de auteur legt op de daden van het Westen niet geheel vreemd. Het
is de omgeving waarin de schrijver actief is en waar het tij mede
gekeerd kan worden. Opvallend daarbij is dan weer wel dat De
Brabander de nadruk veel minder legt op West-Europa in verhouding met
de VS. Het hoofdstuk over het optreden van Washington in het
Midden-Oosten beslaat bijna een derde van het boek. De VS wordt
neergezet als de kwade genius, een rol die ze na de Tweede
Wereldoorlog heeft overgenomen van de Fransen en de Britten. Het is
het land dat (militaire) interventies start en stuurt.
In die zin is de VS
inderdaad een kwade genius met een machtspolitiek die weinig tot geen
rekening houdt met de bevolking van landen die naar haar mening
VS-belangen schenden. De Brabander draagt voor die stelling een
karrenvracht onderbouwingen aan. Er valt wat te zeggen voor die
nadruk: de VS is de enig overgebleven supermacht en de militaire
bondgenoot van Brussel.
Maar daarmee komt
België er bekaaid af. In het boek wordt kort aangestipt dat België
gretig deelnam aan wapenleveranties aan Libië voordat Khadaffi uit
uit de gratie viel, Frankrijk militair steunt sinds de aanslagen in
Parijs van 2015, een aantal antiterrorismemaatregelen invoerde die de
aanslagen van maart 2016 niet konden voorkomen en de bombardementen
in beurtrol met Nederland uitbreidde van Irak naar Syrië. Maar naast
Washington is alles bijzaak.
Vraagtekens
Het boek lezen met zelf
geformuleerde vraagtekens kan nooit kwaad. De Brabander merkt op dat
China een klein deel van de Iraakse olie heeft gekregen om de
overheid stil te houden. Maar het gaat over meer dan een ‘stukje’.
China neemt de helft van alle Iraakse olie af en heeft een stevige
infrastructuur opgezet voor de uitbating ervan, zie bijvoorbeeld de
rapportages in The
New York Times en Fortune.
Het kleiner maken van de invloed van anderen dan de VS is ook wel
eens hinderlijk.
Het hoofdstuk over de
Arabische Lente in Egypte vangt De Brabander aan met straatverkoper
Mohamed Bouazi die zichzelf in brand stak. Het is bijna de standaard
opening van artikelen en documentaires over de memorabele lente die
veranderde in een verschroeiende zomer. Het valt me tegen dat dit ook
in dit boek gebeurt, want de vonk is niet belangrijker dan het
kruitvat.
Dat vat is namelijk
gevuld met de weerzin onder de bevolking tegen een politiek die hen
ringeloort en uitperst. Het vat is gesmeed door het jarenlang
organiseren van mensenrechten-, vrouwen- en milieuorganisaties,
vakbonden en (clandestiene) partijen. Die organisatie en het politiek
protest komen later wel aan bod, maar het beeld van het individu dat
in zijn eentje de Arabische Lente doet ontbranden, is inmiddels vaak
genoeg neergezet en ontneemt het zicht op een veel groter geheel.
De achtergronden van de
Egyptische revolte van 2011 worden door De Brabander mager geschetst.
De rol van het kapitaal bij de val van Moebarak komt bijvoorbeeld
niet aan bod, noch dat oorlog tussen veiligheidsdiensten en leger. Nu
zitten er vele kanten aan de oorlog zonder grenzen dat er altijd wel
iets ontbreekt. En De Brabander heeft een duidelijke focus, de door
de Amerikanen geleide interventies komen terug in onze eigen straten.
Maar ook hier gaat dat ten koste van de interne dynamiek.
Bombardementen
Veel experts delen de
mening dat de bombardementen op IS in Syrië en Irak contraproductief
zijn. Ook terrorisme-expert Beatrijs de Graaf beschouwt
ze als zinloos en mogelijk als opmaat voor een volgende, nog
gewelddadiger lichting terroristen. Noam Chomsky stelt in het begin
van het boek al dat de bombardementen een van de redenen zijn voor
het terrorisme.
De Brabander noemt ze
de kwaal die tot remedie is verheven en geeft herhaaldelijk aan dat
de hele oorlog tegen terreur een groot falen is. Hij doet dit
bijvoorbeeld met de volgende cijfers: het aantal aanslagen is van 199
in 2002 toegenomen tot 13.500 in 2014. Het beleid leidt dus tot meer
terreur. Het boek staat vol van dergelijke wetenswaardigheden, maar
het barst er niet van uit zijn voegen.
De centrale stelling in
het boek is dat de oorlog van twee kanten komt. De oorlogen in het
Midden-Oosten hebben ook hier hun uitwerking. Extremisten slaan
namelijk hard terug om de strijd een globaler karakter te geven.
Zolang het Westen blijft huishouden in het Midden-Oosten, zolang het
bommen blijft gooien en de Palestijnen blijvend worden onderdrukt en
dictators gesteund, zal het geweld zich als boemerang tegen ons
keren.
Maar trapt De Brabander
hier niet in de val die incidenten – hoe gruwelijk ook – tot
structuur verheft? Want laten we wel wezen, het aantal Europese doden
door de hedendaagse terreur ligt nog altijd lager dan in de jaren ’70
en ’80 als gevolg van aanslagen door een scala aan gewelddadige
organisaties. Dit schrijf ik niet om de huidige islamitische
aanslagen te bagatelliseren – het zal je maar treffen – of ze met
elkaar op één lijn te scharen, maar om ze in context te plaatsen en
iets minder verhit
te beschouwen.
Remedies voor oorlogen
Welke remedies draagt
De Brabander aan om oorlogen in het Midden-Oosten en de huidige
terreurgolf in het Westen tegen te gaan? Naast het beëindigen van
militaire interventies komt hij met het volgende. De oorlog in
Afghanistan kostte de VS 687 miljard dollar, vergelijkbaar met 34
maal het Afghaanse Bruto Binnenlands Product. Het resultaat van deze
investering is dat het conflict nog steeds voort woekert. Als een
deel van dit bedrag ingezet zou zijn om economische en sociale
ontwikkeling te stimuleren dan was vrijwel zeker meer bereikt. De
Brabander levert een pleidooi voor verschuiving van inzet van
militaire middelen naar sociaaleconomische steun.
Het boek sluit af met
een verklaring
van vredes- en mensenrechtenorganisaties uit Europa, Noord-Afrika
en het Midden-Oosten. De oplossingen die hierin zijn opgenomen:
beëindiging van oorlogen, militaire bezettingen en invasies; in
plaats daarvan toegewijde diplomatieke initiatieven en aanzienlijke
steun aan lokale vredesbewegingen; respect voor geloofsovertuigingen
en diversiteit van mensen; verbetering van de kwaliteit van het
onderwijs en de toegang tot cultuur; de bevordering van een inclusief
bestuur; het overwinnen van armoede; de aanpak van mondiale
onrechtvaardigheid; op rechten gebaseerde bilaterale betrekkingen;
volledige stopzetting van wapenhandel naar landen in het
Midden-Oosten en Noord-Afrika.
Het is een opdracht
zonder grenzen die De Brabander via deze verklaring aan ons meegeeft.
Onderweg naar dat ideaalbeeld moet nog wel het een en ander
georganiseerd worden. Hoe wordt bijvoorbeeld de wapenhandel naar de
regio Midden-Oosten gestopt? Het lijkt er thans op dat enkel in
Groot-Brittannië een vredesbeweging actief is om dit blijvend op de
politieke agenda te zetten. Maar de militaire wapenproducenten zijn
ook daar nog steeds de bovenliggende partij.
Het boek levert veel
diagnose en advies op hoofdlijnen. Al eerder haalde De Brabander het
Actieplan
ter Preventie van Gewelddadig Extremisme van de Verenigde Naties
aan. Dit 22 pagina’s tellende VN-voorstel bevat wel gedetailleerde
aanbevelingen, van veiligheid in gevangenissen tot aan een volwassen
genderbeleid. Niettemin constateert de auteur dat hier weinig mee
wordt gedaan en er vooral voor repressieve en militaire oplossingen
wordt gekozen.
Geweren opbergen
Kern van het boek: ‘De
militaire interventie politiek, het militariseren van de
contraterreur, het verhogen van de oorlogsbudgetten in plaats van
ontwikkelingsbudgetten en sociale investeringen zijn contraproductief
gebleken. Het geweer moet niet van schouder veranderen, maar in de
kast opgeborgen worden. Er moet ingezet worden op het vermijden van
terreur door de grondoorzaken aan te pakken, met een
veiligheidspolitiek die er echt een is. In ieders belang. Want zo
kunnen we de terugslag in de vorm van terreur beter indammen. Zo
kunnen we het ondermijnend karakter voor onze rechtstaat en
bijbehorende vrijheden beter tegengaan.’
De manier waarop
vluchtelingenstromen worden beheerst en gekeerd, de eindeloze stroom
wapens naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika, de steun aan
autoritaire regimes, de onderdrukking van onwelgevallige stromingen.
Het gaat allemaal door en in die zin belooft het boek zijn titel
helaas waar te maken. Toch ziet De Brabander wel lichtpuntjes. Het
conflict in Syrië zal uiteindelijk aan de onderhandelingstafel
beslecht worden. Hij adviseert dan ook om de zuurstof voor de oorlog
af te snijden: geen wapens, geen economische samenwerking en geen
financiering.