Unrestricted
warfare is door twee Chinese
kolonels geschreven, Qiao Liang en Wang
Xiangsui. Het
is een van de vreemdste boeken die
ik ooit aanschafte. Ik kocht het omdat ik benieuwd was naar het
Chinese masterplan om de Verenigde Staten te vernietigen (het werd
met de ondertitel China's Master Plan to Destroy America
verkocht).
Dat het werd vertaald uit Chinese militaire bron was voor mij een
aanbeveling. Niet vanwege sensatiezucht of omdat
ik dit letterlijk nam, maar ik wilde lezen over de Chinese militaire
plannen van binnenuit. Het was relatief recent uitgegeven, nl.
november 2015. In een snel veranderende wereld is 'actualiteit' een
belangrijk criterium en een kleine vier jaar viel nog net binnen die
tijdsspanne.
Propaganda
Als ik het ontvang
zie ik nergens de dreigende ondertitel terug. Het heet unrestricted
warfare in algemene zin. Wat ik ook al
snel zie is dat het voor het eerst is gepubliceerd in 1999. Er is al
een eerdere Engelstalige uitgave van geweest door
de Pan American Publishing Company op 11 september 2002. Een jaar
na de terroristische aanslagen op New York en Washington. Een datum
die niet per ongeluk is gekozen. De dreigende woorden van de
ondertitel prijken hier wel op de voorpagina, evenals een zich in het
WTC borend passagiersvliegtuig. Dat laatste is niet helemaal
onbegrijpelijk, hoewel met minachting van de inhoud. Al in 1999
schreven de auteurs dat: “The
weapons used by them [terroristen] can be airplanes,” en
een paar pagina's verder: “Whether
it be the intrusions of hackers, a major explosion at the World
Trade Center, or a bombing attack by bin Laden, all of these greatly
exceed the frequency band widths understood by the American
military.” Maar
de inhoud is eerder – hoewel kritisch – VS vriendelijk dan
vijandig.
Volgens zeggen heeft de
Marine Academie van de Verenigde Staten de auteurs gevraagd om het
boek te mogen gebruiken. Het is al in 1999 vertaald
door de Amerikaanse Foreign
Broadcast Information Service.
Er is zelfs een
wiki over het boek en kopen was niet nodig geweest het is te
downloaden van de
site van een Amerikaans militair tijdschrift.
Miskoop
Een miskoop dan? Het
boek is een reactie op de Golfoorlog van 1990-1991 en welke militaire
lessen daarin zijn algemeenheid uit te te trekken zijn. De neiging is
dan groot om te schrijven, interessant, maar geen nieuwe gedachten,
ik volgde die oorlog en zijn naweeën immers goed. Toch geldt dat
niet. Het bevat ideeën die ik nog niet eerder of in deze abstracte
vorm tegenkwam. Het wil afrekenen met het idee dat oorlog een
militaire zaak is. Oorlog gaat om het bereiken van politieke doelen
“de vijand dwingen jouw belangen te
dienen.” Het zijn niet bij uitstek –
juist steeds minder – militaire middelen die daarbij de doorslag
geven. Het slagveld is verlegd. Cyberaanvallen, gebruik van de media
en financiële speculatie (de Aziatische financieel economische
crisis van 1998 had zich net voorgedaan waarbij speculatief kapitaal
een doorslaggevende rol speelde; in het boek steeds beperkt tot
George Sorros).
Spelers
De natiestaat is
volgens de schrijvers nog steeds de belangrijkste politieke eenheid.
Maar de positie ervan is steeds vaker verbonden met multinationale
eenheden (VN, IMF, NAVO, Shanghai-samenwerkingsorganisatie e.d.) of
verdragen waar ze macht aan ontlenen. Het is geen nieuw inzicht*,
maar in een tijdperk dat de machtigste natiestaat ter wereld
internationale organisaties en bondgenoten schoffeert en het
INF-akkoord, de Iran-deal en Wapenhandel Verdrag (ATT) verre van zich
gooit wel interessant. China, the new
kid on the block, vult met liefde voor
het eigenbelang de openvallende ruimte en omarmt de verdragen en
afspraken die de VS juist schendt. Dat is anders dan na de
Golfoorlog. Destijds wisten de Verenigde Staten 30 landen te bewegen
aan de oorlog deel te nemen en China was neutraal. Maar de spelers op
het oorlogstoneel in ruime zin zijn ook niet-statelijke actoren,
zoals NGO's, hackers en terroristen. Inderdaad ook allerminst een
nieuw inzicht, maar ingebed in een idee over de onbeperkte oorlog
doet het denken hoe oorlog de grijze zones van onze samenleving
binnen treedt.
Technologie
Binnen het militaire
domein zijn de middelen enorm toegenomen door technologische
revoluties die op den duur ook een revolutie van militaire zaken in
zullen luiden. Want het is niet de technologie maar het resultaat van
strategie dat leidend moet zijn, aldus de auteurs. Samengevat in een
tussenkop is dit: “Het gevecht vechten
dat past bij de wapens” en “De wapens maken die passen bij het
gevecht.” De moderne technologie
maakt meer mogelijk dan de Verenigde Staten beseffen en zo gebruikt
de VS de technologische voorsprong die het heeft maar voor een deel.
Militairen zijn bovendien conservatief en bleven tijdens de
Golfoorlog zweren bij de tank, terwijl de gevechtshelikopter een veel
grotere rol speelde en niet onderdoet in vuurkracht. Toch is de tank
ook in Nederland weer terug van weggeweest. In Afghanistan gebruikten
de Canadezen de door Nederland afgeschafte Leopard-tanks om ommuurde
woningen binnen te vallen en als mobiel reuzenschild voor
grondtroepen.
Wapens
We staan pas aan het
begin van een een steeds snellere technologische verandering. De
toegenomen technologie leidt tot veel meer mogelijkheden voor
militaire oorlogsvoering, intensiever in inzet, gelijktijdigheid en
over de grenzen van typen technologie heen. Kleinere landen kunnen
met een snuggere inzet uit beperkte middelen verschillende typen
militaire en niet militaire wapens beter gecoördineerd inzetten en
zo aan slagkracht winnen. Cyber is al een nieuw domein in militaire
doctrines, naast land, lucht, water en ruimte. De auteurs voorspellen
zelfs nog een nieuw domein nano-space.
De schrijvers zijn soms wel optimistisch, vermoedelijk zullen ze huiveren bij dat woord, dat de nieuwe vormen van oorlog met minder bloedvergieten gepaard zullen gaan, maar het aanbrengen van economische schade, het platleggen van energiecentrales of het beïnvloeden van oogsten zal vele levens kosten, alleen niet door kogels of scherven, maar door gebrek aan inkomen en/of levensbehoeften. De nieuwe technologie voor oorlogsvoering vraagt geen kanonnenvoer zoals in Verdun, maar kan minstens evengrote destructieve effecten hebben. Oorlog zal wél onvoorspelbaarder worden dan ze ooit is geweest.
Media
Het idee wapen zal
ingrijpend veranderen. “Op een ochtend
worden mensen wakker en zullen ontdekken dat een paar vriendelijke en
aardige dingen een offensief en dodelijk karakter hebben gekregen.”
De wapens komen dichterbij gewone mensen, zoals de media die ingezet
worden om moraal te ondermijnen, bijvoorbeeld. Of om de steun voor de
oorlog te versterken. De Nederlandse pers koos er bijvoorbeeld om de
gruwelen van de snelweg van de dood aan de lezer en kijker te
onthouden, zo werden tere zieltjes gespaard, maar ook de schijn van
een schone oorlog hoog gehouden en goed bedoeld of niet de militaire
hoofdkwartieren zullen er blij mee zijn geweest. Aangezien het
publieke (mensenrechten verdedigen) en het eigenlijke doel
(economische belangen) van oorlogen van elkaar kunnen verschillen
wordt het moeilijker soldaten te motiveren. Dat is geen nieuw
probleem, maar moderne media zijn wel gevoeliger voor manipulatie.
Geld
Oorlog voeren en
ontwikkeling van wapens kost een flinke hap uit de beperkte
financiële middelen. Er is de krijgsmacht dan ook veel aan gelegen,
zoveel mogelijk middelen binnen te slepen. Het claimen dat zij de
veiligheid verdedigen is daarbij slechts een eerste stap om het
publiek van hun onmisbaarheid te overtuigen. De militaire uitgaven in
de wereld zijn nog nooit zo hoog geweest als nu. Schijnbaar zijn de
militairen er goed in hun plannen te verkopen aan de politici die
beslissen over de begroting. De schrijvers stellen dat zorgen voor de
financiën voor een goed en aanlokkelijk programma kan dienen als aas
voor een nieuwe financiële investering. Ze concluderen bovendien dat
politici vaak in het geheel geen verstand hebben van militaire zaken
en geen alternatieve plannen tegenover die van de generaals kunnen
zetten, en om geen domkop te lijken meegaan met de plannen van de
militairen. Het idee, zoals dat leeft in de VS, dat militaire
technologie de doorslag zal geven bij een conflict, leidt er
bovendien toe dat er altijd meer, nieuwere, krachtiger,
gecompliceerdere en duurdere wapens worden aankocht. De begroting
voor nieuwe technologie is belangrijker in de VS dan “moreel,
moed, wijsheid en strategie”
constateren de Chinese kolonels. Het is moeilijker om zich
technologie toe te eigenen (en anderen dus te onthouden) dan ze te
ontwikkelen, waardoor je als vanzelf in een kostbare wedloop raakt om
schijnbaar haantje de voorste te blijven. Het is een systeem dat in
ieder geval goed is voor de wapenindustrie.
Beperkingen
Restricties zijn er
ook als het gaat om inzet zelfs in een boek met zo'n ruime titel. Er
zijn internationale verdragen om de wapenwedloop en proliferatie te
beperken. Sinds het schrijven van het boek zijn er nogal wat
verdwenen. Het verdrag tegen anti-ballistische raketten (ABM) is al
door Bush jr. in 2002 ten grave gedragen. President Trump heeft daar
nog het een en ander aan toegevoegd. De auteurs constateerden in 1999
nog dat de niet militaire middelen voor oorlog nog niet van die
beperkingen kenden. Dat kan gezien worden als een negatieve en
positieve constatering in één. Immers als de neuzen in de wereld
enigszins dezelfde richting op staan dan zijn beperkingen in te
stellen, zelfs ten tijde van hoog oplopende spanningen, zoals in de
Koude Oorlog. En hoewel nogal wat verdragen van het internationale
veiligheidsmenu zijn afgevoerd, blijven nieuwe onderwerpen voor
beperkingen en daarmee versterking van de internationale veiligheid
zich aandienen. Maar naast de twee stappen voorwaarts staat helaas
ook een een stap terug.
Combinatie
Militair denken heeft
een ideologische, theoretische, praktische, filosofische,
wetenschappelijke en kunstzinnige kant, schrijven de auteurs. Voor
mij zijn het meestal de invloed op veiligheid, ontwikkeling en en
mensenrechten die op de voorgrond staan. Dat het boek niet over
Chinese militaire ontwikkelingen gaat is onverwacht, maar het is niet
slecht kennis te nemen van militair filosofisch denken: het vergroot
inzicht in moderne de ontwikkeling van de moderne oorlogsvoering op
hoofdlijnen. Een paar woorden over asymetrische oorlogsvoering
bijvoorbeeld vergroten mijn inzicht en dat het een medicijn is tegen
luiheid van denken, omdat het recht tegen de conventionele denkwijze
ingaat is weer eens een andere uitleg van het woord dan waar ik aan
gewend ben.
Verschillende
middelen in combinatie en tegelijk inzetten en denken over grenzen
heen, terwijl je de grenzen wel in het oog houdt (minder doen met
meer meer middelen) is de boodschap van het boek. Zonder de vreemde
geschiedenis van het boek in de Verenigde Staten had ik het
vermoedelijk nooit gelezen.
Martin
Broek
*
Hoofdstuk 6 van Chris Ogden, 'China and India; Asia's Emergent Great
Powers' (Polity: Cambridge/Malden, 2017) is er geheel aan gewijd.