dinsdag 1 oktober 2019

Boekbespreking: Unrestricted warfare


Unrestricted warfare is door twee Chinese kolonels geschreven, Qiao Liang en Wang Xiangsui. Het is een van de vreemdste boeken die ik ooit aanschafte. Ik kocht het omdat ik benieuwd was naar het Chinese masterplan om de Verenigde Staten te vernietigen (het werd met de ondertitel China's Master Plan to Destroy America verkocht). Dat het werd vertaald uit Chinese militaire bron was voor mij een aanbeveling. Niet vanwege sensatiezucht of omdat ik dit letterlijk nam, maar ik wilde lezen over de Chinese militaire plannen van binnenuit. Het was relatief recent uitgegeven, nl. november 2015. In een snel veranderende wereld is 'actualiteit' een belangrijk criterium en een kleine vier jaar viel nog net binnen die tijdsspanne.

Propaganda

Als ik het ontvang zie ik nergens de dreigende ondertitel terug. Het heet unrestricted warfare in algemene zin. Wat ik ook al snel zie is dat het voor het eerst is gepubliceerd in 1999. Er is al een eerdere Engelstalige uitgave van geweest door de Pan American Publishing Company op 11 september 2002. Een jaar na de terroristische aanslagen op New York en Washington. Een datum die niet per ongeluk is gekozen. De dreigende woorden van de ondertitel prijken hier wel op de voorpagina, evenals een zich in het WTC borend passagiersvliegtuig. Dat laatste is niet helemaal onbegrijpelijk, hoewel met minachting van de inhoud. Al in 1999 schreven de auteurs dat: “The weapons used by them [terroristen] can be airplanes,” en een paar pagina's verder: “Whether it be the intrusions of hackers, a major explosion at the World Trade Center, or a bombing attack by bin Laden, all of these greatly exceed the frequency band widths understood by the American military.” Maar de inhoud is eerder – hoewel kritisch – VS vriendelijk dan vijandig. Volgens zeggen heeft de Marine Academie van de Verenigde Staten de auteurs gevraagd om het boek te mogen gebruiken. Het is al in 1999 vertaald door de Amerikaanse Foreign Broadcast Information Service. Er is zelfs een wiki over het boek en kopen was niet nodig geweest het is te downloaden van de site van een Amerikaans militair tijdschrift.

Miskoop

Een miskoop dan? Het boek is een reactie op de Golfoorlog van 1990-1991 en welke militaire lessen daarin zijn algemeenheid uit te te trekken zijn. De neiging is dan groot om te schrijven, interessant, maar geen nieuwe gedachten, ik volgde die oorlog en zijn naweeën immers goed. Toch geldt dat niet. Het bevat ideeën die ik nog niet eerder of in deze abstracte vorm tegenkwam. Het wil afrekenen met het idee dat oorlog een militaire zaak is. Oorlog gaat om het bereiken van politieke doelen “de vijand dwingen jouw belangen te dienen.” Het zijn niet bij uitstek – juist steeds minder – militaire middelen die daarbij de doorslag geven. Het slagveld is verlegd. Cyberaanvallen, gebruik van de media en financiële speculatie (de Aziatische financieel economische crisis van 1998 had zich net voorgedaan waarbij speculatief kapitaal een doorslaggevende rol speelde; in het boek steeds beperkt tot George Sorros).

Spelers

De natiestaat is volgens de schrijvers nog steeds de belangrijkste politieke eenheid. Maar de positie ervan is steeds vaker verbonden met multinationale eenheden (VN, IMF, NAVO, Shanghai-samenwerkingsorganisatie e.d.) of verdragen waar ze macht aan ontlenen. Het is geen nieuw inzicht*, maar in een tijdperk dat de machtigste natiestaat ter wereld internationale organisaties en bondgenoten schoffeert en het INF-akkoord, de Iran-deal en Wapenhandel Verdrag (ATT) verre van zich gooit wel interessant. China, the new kid on the block, vult met liefde voor het eigenbelang de openvallende ruimte en omarmt de verdragen en afspraken die de VS juist schendt. Dat is anders dan na de Golfoorlog. Destijds wisten de Verenigde Staten 30 landen te bewegen aan de oorlog deel te nemen en China was neutraal. Maar de spelers op het oorlogstoneel in ruime zin zijn ook niet-statelijke actoren, zoals NGO's, hackers en terroristen. Inderdaad ook allerminst een nieuw inzicht, maar ingebed in een idee over de onbeperkte oorlog doet het denken hoe oorlog de grijze zones van onze samenleving binnen treedt.

Technologie

Binnen het militaire domein zijn de middelen enorm toegenomen door technologische revoluties die op den duur ook een revolutie van militaire zaken in zullen luiden. Want het is niet de technologie maar het resultaat van strategie dat leidend moet zijn, aldus de auteurs. Samengevat in een tussenkop is dit: “Het gevecht vechten dat past bij de wapens” en “De wapens maken die passen bij het gevecht.” De moderne technologie maakt meer mogelijk dan de Verenigde Staten beseffen en zo gebruikt de VS de technologische voorsprong die het heeft maar voor een deel. Militairen zijn bovendien conservatief en bleven tijdens de Golfoorlog zweren bij de tank, terwijl de gevechtshelikopter een veel grotere rol speelde en niet onderdoet in vuurkracht. Toch is de tank ook in Nederland weer terug van weggeweest. In Afghanistan gebruikten de Canadezen de door Nederland afgeschafte Leopard-tanks om ommuurde woningen binnen te vallen en als mobiel reuzenschild voor grondtroepen.

Wapens

We staan pas aan het begin van een een steeds snellere technologische verandering. De toegenomen technologie leidt tot veel meer mogelijkheden voor militaire oorlogsvoering, intensiever in inzet, gelijktijdigheid en over de grenzen van typen technologie heen. Kleinere landen kunnen met een snuggere inzet uit beperkte middelen verschillende typen militaire en niet militaire wapens beter gecoördineerd inzetten en zo aan slagkracht winnen. Cyber is al een nieuw domein in militaire doctrines, naast land, lucht, water en ruimte. De auteurs voorspellen zelfs nog een nieuw domein nano-space.

De schrijvers zijn soms wel optimistisch, vermoedelijk zullen ze huiveren bij dat woord, dat de nieuwe vormen van oorlog met minder bloedvergieten gepaard zullen gaan, maar het aanbrengen van economische schade, het platleggen van energiecentrales of het beïnvloeden van oogsten zal vele levens kosten, alleen niet door kogels of scherven, maar door gebrek aan inkomen en/of levensbehoeften. De nieuwe technologie voor oorlogsvoering vraagt geen kanonnenvoer zoals in Verdun, maar kan minstens evengrote destructieve effecten hebben. Oorlog zal wél onvoorspelbaarder worden dan ze ooit is geweest.

Media

Het idee wapen zal ingrijpend veranderen. “Op een ochtend worden mensen wakker en zullen ontdekken dat een paar vriendelijke en aardige dingen een offensief en dodelijk karakter hebben gekregen.” De wapens komen dichterbij gewone mensen, zoals de media die ingezet worden om moraal te ondermijnen, bijvoorbeeld. Of om de steun voor de oorlog te versterken. De Nederlandse pers koos er bijvoorbeeld om de gruwelen van de snelweg van de dood aan de lezer en kijker te onthouden, zo werden tere zieltjes gespaard, maar ook de schijn van een schone oorlog hoog gehouden en goed bedoeld of niet de militaire hoofdkwartieren zullen er blij mee zijn geweest. Aangezien het publieke (mensenrechten verdedigen) en het eigenlijke doel (economische belangen) van oorlogen van elkaar kunnen verschillen wordt het moeilijker soldaten te motiveren. Dat is geen nieuw probleem, maar moderne media zijn wel gevoeliger voor manipulatie.

Geld

Oorlog voeren en ontwikkeling van wapens kost een flinke hap uit de beperkte financiële middelen. Er is de krijgsmacht dan ook veel aan gelegen, zoveel mogelijk middelen binnen te slepen. Het claimen dat zij de veiligheid verdedigen is daarbij slechts een eerste stap om het publiek van hun onmisbaarheid te overtuigen. De militaire uitgaven in de wereld zijn nog nooit zo hoog geweest als nu. Schijnbaar zijn de militairen er goed in hun plannen te verkopen aan de politici die beslissen over de begroting. De schrijvers stellen dat zorgen voor de financiën voor een goed en aanlokkelijk programma kan dienen als aas voor een nieuwe financiële investering. Ze concluderen bovendien dat politici vaak in het geheel geen verstand hebben van militaire zaken en geen alternatieve plannen tegenover die van de generaals kunnen zetten, en om geen domkop te lijken meegaan met de plannen van de militairen. Het idee, zoals dat leeft in de VS, dat militaire technologie de doorslag zal geven bij een conflict, leidt er bovendien toe dat er altijd meer, nieuwere, krachtiger, gecompliceerdere en duurdere wapens worden aankocht. De begroting voor nieuwe technologie is belangrijker in de VS dan “moreel, moed, wijsheid en strategie” constateren de Chinese kolonels. Het is moeilijker om zich technologie toe te eigenen (en anderen dus te onthouden) dan ze te ontwikkelen, waardoor je als vanzelf in een kostbare wedloop raakt om schijnbaar haantje de voorste te blijven. Het is een systeem dat in ieder geval goed is voor de wapenindustrie.

Beperkingen

Restricties zijn er ook als het gaat om inzet zelfs in een boek met zo'n ruime titel. Er zijn internationale verdragen om de wapenwedloop en proliferatie te beperken. Sinds het schrijven van het boek zijn er nogal wat verdwenen. Het verdrag tegen anti-ballistische raketten (ABM) is al door Bush jr. in 2002 ten grave gedragen. President Trump heeft daar nog het een en ander aan toegevoegd. De auteurs constateerden in 1999 nog dat de niet militaire middelen voor oorlog nog niet van die beperkingen kenden. Dat kan gezien worden als een negatieve en positieve constatering in één. Immers als de neuzen in de wereld enigszins dezelfde richting op staan dan zijn beperkingen in te stellen, zelfs ten tijde van hoog oplopende spanningen, zoals in de Koude Oorlog. En hoewel nogal wat verdragen van het internationale veiligheidsmenu zijn afgevoerd, blijven nieuwe onderwerpen voor beperkingen en daarmee versterking van de internationale veiligheid zich aandienen. Maar naast de twee stappen voorwaarts staat helaas ook een een stap terug.

Combinatie

Militair denken heeft een ideologische, theoretische, praktische, filosofische, wetenschappelijke en kunstzinnige kant, schrijven de auteurs. Voor mij zijn het meestal de invloed op veiligheid, ontwikkeling en en mensenrechten die op de voorgrond staan. Dat het boek niet over Chinese militaire ontwikkelingen gaat is onverwacht, maar het is niet slecht kennis te nemen van militair filosofisch denken: het vergroot inzicht in moderne de ontwikkeling van de moderne oorlogsvoering op hoofdlijnen. Een paar woorden over asymetrische oorlogsvoering bijvoorbeeld vergroten mijn inzicht en dat het een medicijn is tegen luiheid van denken, omdat het recht tegen de conventionele denkwijze ingaat is weer eens een andere uitleg van het woord dan waar ik aan gewend ben.
Verschillende middelen in combinatie en tegelijk inzetten en denken over grenzen heen, terwijl je de grenzen wel in het oog houdt (minder doen met meer meer middelen) is de boodschap van het boek. Zonder de vreemde geschiedenis van het boek in de Verenigde Staten had ik het vermoedelijk nooit gelezen.

Martin Broek

* Hoofdstuk 6 van Chris Ogden, 'China and India; Asia's Emergent Great Powers' (Polity: Cambridge/Malden, 2017) is er geheel aan gewijd.