Posts tonen met het label explosieve materie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label explosieve materie. Alle posts tonen

donderdag 17 februari 2011

Tweede kamer vergat wapenleverantie aan Bahrein te controleren

Ook Bahrein is een klant voor Nederlandse wapens. Gisteren publiceerde ik een overzicht van wapenleveranties aan Algerije, Libië, Marokko en Jordanië. Eerder blogs over wapenleveranties aan Egypte en Tunesië. Bahrein ontving net als Egypte pantservoertuigen. Zowel de APC’s (armoured personel carriers) van het type M-113 als YPR-765 zijn gezien in de straten van Bahrein. (Guardian)



De levering van de M-113’s naar Bahrein werd vertrouwelijk gemeld aan de Tweede Kamer. De Campagne tegen Wapenhandel (waar ik destijds werkte) legde de hand op deze brief gericht aan Kamerleden. Het bleek dat hij door kamerleden niet gelezen was. Hier volgt een fragment over de informatie voorziening aan de Kamer en de alertheid van de kamerleden:

Leoni Sipkes, voormalig Kamerlid van GroenLinks, stelt in een reactie op de uitgelekte brief: ‘Die brief ken ik niet en dat verbaast me, want brieven waar “vertrouwelijk” boven staat, lees ik altijd.’(1) Bob van der Bos van D66 vermoedde dat er iets mis is gegaan met de distributie. Duidelijk wordt dat de controle niet efficiënt werkt. Het resultaat is dat niemand de tweewekentermijn gebruikt om deze levering aan de orde te stellen. In het geval van Bahrein is dat een ernstige lacune. De oppositie in Bahrein wordt door veiligheidstroepen met harde hand onderdrukt, het land is in conflict met buurland Iran en ligt in het Midden-Oosten, het spreekwoordelijke kruitvat. De Nederlandse regering ziet Bahrein in beginsel als aanvaardbare bestemming.(2) De Kamer controleert niet en zo gaan de pantservoertuigen in 1997 naar de Golfstaat. Het is een gevolg van het feit dat wapenexportbeleid tijdens de portefeuilleverdeling doorgaans gekoppeld wordt aan mensenrechtenbeleid. Dit is slechts één voorbeeld uit een serie vergelijkbare gevallen.

De koppeling van wapenexportbeleid aan mensenrechten heeft nog een ander nadeel. Voor het beoordelen van wapenhandel is kennis van buitenlands beleid en de bestemmingen, de aard van de wapens en hun mogelijke inzet, en inzicht in de mensenrechtensituatie in het afnemende land van belang. Worden deze zaken niet bijeengebracht, dan valt het ook met de controle op dit deel van de wapenexporten nogal tegen. Ook hier is Bahrein weer een sprekend voorbeeld. CDA-lid Van Ardenne-van der Hoeven schreef dat de Tweede-Kamerfractie van het CDA de brief wel degelijk heeft opgemerkt. De fractie ‘zag in de voorgenomen verkoop echter niet voldoende reden om de minister naar de Kamer te roepen. Het gaat hier immers niet om wapensystemen, maar om gepantserde personeelsvoertuigen, waarbij het CDA ervan uitgaat dat deze, zoals gebruikelijk is bij deze transacties, van bewapening zijn ontdaan.’(3) Opgemerkt is de brief binnen het CDA wel, maar gelezen nauwelijks. Staatssecretaris van Defensie Gmelich Meijling heeft in de betreffende brief niets verhullend en keurig beschreven waar het om gaat: ‘Met de Bahreinse regering is een principeakkoord bereikt over de verkoop van 35 overtollige M-113 commando- en verkenningsvoertuigen, reservedelen en munitie. Van deze voertuigen zijn 30 stuks voorzien van een 25-mm-kanon.’4 De M-113 voertuigen zijn ideaal voor de hardhandige onderdrukking van demonstraties. Niet voor niets is Nederland bij leveranties van onderdelen voor dergelijke voertuigen aan Turkije de laatste jaren terughoudend. In dezelfde brief beschrijft de regering de levering van 155-mm-tankmunitie. In dit geval faalt de controle op alle mogelijke wijzen, laat staan dat een oordeel op basis van verschillende beoordelingscriteria plaatsvindt.

1) Stan Termeer, ‘Nederland levert wapens aan spanningsgebied Bahrein’, Onze Wereld mei 1997, pp. 94-95.
2) Minister van Buitenlandse zaken in antwoord op Kamervragen van Kamerlid Sipkes,
15-05-1997. Tweede Kamer 1996-1997, nr. 1205.
3) Brief CDA-Kamerlid A.M.A. van Ardenne – Van der Hoeven aan Werkgroep Wapenhandel
4) Vertrouwelijke brief staatssecretaris van Defensie Gmelich Meijling 27-01-1997.

Zie voor een vollediger verhaal: Martin Broek, Explosieve Materie; Hoofdstuk: Overheidssteun voor Nederlandse wapenexporten , p. 30-31.

Nederlandse pantservoertuigen in Bahrein
Aantal
Type
Soort
jaar
€ x 1000
2
M-578
Pantserrupsvoertuigen
1994
272
3
M-577
pantserrups/commandovoertuigen
1994
159
25
YPR-765
Pantserrupsvoertuigen
1995
7941
35
M-113
Pantserrupsvoertuigen
1996
1361


Bahrein beschikt over de volgende pantservoertuigen:

RECCE 46: 22 AML-90; Ferret 8 (in store); 8 S52 Shorland; 8 Saladin (in store)
Gepantserd Infanterie Gevecht Voertuig (AIFV) 25 YPR-765 (with 25mm) (Nederland leverde er 25, maar ook België)
Gepantserde voertuig (APC) 325+ (Verder geen specificaties)
Gepantserde voertuig (APC rups) 205 M-113A2
Gepantserde voertuig (APC wiel) 120+: 10+ AT105 Saxon; 110 M-3 Panhard

Bron: Military Balance 2010, 247

Zie ook Colijn en Rusman in Vrij Nederland, 3 mei 1997