Posts tonen met het label vredesmagazine. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vredesmagazine. Alle posts tonen

zondag 19 december 2010

De Chinese marine: van bijwagen naar zelfstandige vloot (deel 2)


Deel 1 zie hier

Verdere ontwikkeling

Op den duur zal de Chinese marine zich ontwikkelen naar een volwaardig krijgsmachtdeel, maar zover is het nog lang niet. China beseft zelf ook dat de marine nog in de kinderschoenen staat. De manier waarop ze hier verandering in probeert te brengen is drieledig:

- Steeds complexere marine oefeningen. Vaak ook samen met eenheden in de lucht en op het land. Hierdoor neemt de paraatheid, de kennis over wapensystemen toe en worden leemtes in kennis, kunde en techniek van de bemanningen duidelijk. De oefeningen zijn ook bedoeld om te laten zien waartoe China in staat is, vooral richting Taiwan.

- Tenslotte worden vlootbezoeken gebruikt als diplomatiek middel. Een haven is een manier om contacten aan te knopen of te verstevigen. China gaat zelfs verder. Het bouwt havens. De laatste aanwinst is een contract voor het management van de haven van Gwadar, de grotendeels door China gebouwde haven in Pakistan komt zo onder Chinese controle. Hij zal dan behoren tot wat het Pentagon het Chinese parelsnoer noemde, haven faciliteiten en haventoegang van China via Birma, Bangladesh, Sri Lanka en Pakistan tot Soedan. (Overigens is ook het belangrijkste havenbedrijf van Rotterdam, de ECT, in handen van China en kocht China havenfaciliteiten in Griekenland.)

Dit zijn kleine stappen op weg naar een marine die vrij moet kunnen opereren binnen de eerste en tweede gordel. Nog veertig jaar van opbouw moeten volgen. De planning is dat China in 2050 een zogenaamde Blue Water Navy heeft die op de oceanen kan opereren. De Russen, VS, Frankrijk en Verenigd Koninkrijk hebben al dergelijke marines.

Conficten


De Zuid-Chinese Zee is een zee vol conflicten. Hij is rijk aan vis en mineralen. Territoriale wateren overlappen elkaar en om de meest armetierige bovenwaterstekende rotsen en riffen wordt een heisa gemaakt alsof het een heel eiland betreft. Vaak heef dat te maken met olie of mineralen. Dergelijke conflicten spelen niet alleen tussen China en de buurlanden, maar ook tussen de buurlanden onderling. Overleg tussen de verschillende landen is over het algemeen goed en er is geïnstitutionaliseerde samenwerking. Bijvoorbeeld in het Vrijhandelsverdrag tussen China en de Associatie van Zuidoost Aziatische landen (ASEAN: Birma, Brunei, Cambodja, Filippijnen, Indonesië, Laos, Maleisië, Singapore, Thailand en Vietnam), het verdrag van Vriendschap en Samenwerking uit 2003, dat China als eerste niet ASEAN land ondertekende, en de Declaration on the Conduct of Parties in the South China Sea (DOC). China wil wel steeds meer buiten deze verklaring om regelen, aangezien ze stelt dat het niet om conflicten met ASEAN, maar individuele landen gaat. Geen van de partijen heeft er echter belang bij de conflicten te hoog op te laten lopen. Het conflict over de eilandengroep de Paracels tussen China, Taiwan en Vietnam is een lakmoesproef of er een volwassen mechanisme komt voor het oplossen van conflicten.

De strijd om de eilanden kan soms toch hevig oplaaien. Zoals eind oktober rond de Diaoyu of Senkaku eilanden die China, Taiwan en Japan elkaar betwisten.1 Hilary Cinton stelde eind oktober dat de eilanden bij Japan horen, omdat in een bilateraal verdrag tussen de VS en Japan (Okinawa Reversion Treaty, 1970) staat dat deze eilanden - die bij Okinawa horen - aan Japan zouden worden teruggegeven. Zo is een oud conflict door de VS beslecht, terwijl het eigenlijk voor het internationaal gerechtshof had moeten komen. Zo stelt ook de New York Times blogger Nicholas Kristof. Hij vindt dat het gelijk aan China’s zijde ligt.2 Via dit soort territoriale conflicten wordt de spanning nu alleen maar nodeloos opgevoerd.

Het andere conflict dat dreigend over de regio blijft hangen is de animositeit tussen de VS en China. Niet altijd even hevig, maar op de achtergrond altijd dreigend. Alleen het ontwikkelen van meer en sterkere structuren tussen de landen in de regio los van de Verenigde Staten zullen tot een meer ontspannen verhouding leiden. Dan kunnen er ook afspraken over bewapening te komen. Nu bewapenen alle landen in de regio zich steeds verder en op grote schaal. Buiten de financieel economische crisis van eind jaren negentig is dit al dertig jaar gaande. Het heetste hangijzer in de regio is de soevereiniteit van Taiwan. Deze erkennen is een onvermijdelijk deel van een vreedzame ontwikkeling van het deel van de wereld om China heen. Maar het is niet erg waarschijnlijk dat dit zal gebeuren. Veel ASEAN-landen, met Singapore en Vietnam voorop, willen de VS in de regio houden om een tegenwicht te vormen tegen de groeiende reus China. De positie van Taiwan is daarbij een sterk argument.

De krachtige woorden van Clinton aan het adres van China in het conflict rond de eilanden zullen niet leiden tot een betere veiligheidssituatie. Als dit soort spierballentaal de dynamiek gaat bepalen dan is een nog verdere militarisering van de regio onafwendbaar. Het is duidelijk dat de belangrijkste militaire macht van de regio niet China is, maar de Verenigde Staten met hun bases op Okinawa, de Filippijnen en in Zuid-Korea. Voor China is dit een stimulans te blijven bouwen aan een marine voor grootschaliger operaties. Zo vrij als Zheng He’s vloot zullen de schepen niet zijn, want ook de buurlanden en India versterken hun vloten om hun ruimte op zee te claimen. De Verenigde Staten heeft zijn atoomvloot in de Stille en Indische Oceaan al versterkt. Een nieuwe Koude Oorlog zou het resultaat kunnen zijn.

Martin Broek

Noten:
1) Een overzicht van territoriale disputen rond China kan gevonden worden op: http://www.dmoz.org/Society/Issues/Territorial_Disputes/China/
2) Zie voor een van zijn blogs over de kwestie: http://kristof.blogs.nytimes.com/2010/09/20/more-on-the-senkakudiaoyu-islands/

Einde deel 2 voor deel 1 zie hier

Dit artikel werd geschreven voor het Vredesmagazine
Abonnee worden: Stuur een email naar: info@vredesmagazine.nl
Voor meer informatie: http://www.vredesmagazine.nl

Bronnen
- China’s naval ambitions, 10 myths America holds about China, CMDR. THOMAS HENDERSCHEDT AND LT. COL. CHAD SBRAGIA, September 2010
- China’s navy, Distant horizons; China flaunts its naval muscle, QINGDAO, 23 april 2009
- China asserts role as a naval power
- The military build-up is one way to protect its growing economic clout, Edward Wong, The International Herald Tribune, April 23, 2010
- ANNUAL REPORT TO CONGRESS, Military and Security Developments; Involving the People’s Republic of China, 2010 en 2008

- Territorial Disputes
: China (43)
- 40 YEARS OF ASEAN, PERFORMANCE, LESSONS AND PERSPECTIVES, On the ground, Nicholas D. Kristof, 20 september 2010
- More on the Senkaku/Diaoyu Islands
- Foreign Minister Yang Jiechi Refutes Fallacies On the South China Sea Issue 2010/07/27
- People’s Liberation Army Navy
- Chinese Military Seeks to Extend Its Naval Power <br>EDWARD WONG, NYT April 23, 2010
- http://www.nytimes.com/2010/04/24/world/asia/24navy.html
- China's forces lack strong naval tradition, 17 mei 2010 Bron: Honolulu Advertiser

- China’s Evolving naval strategy Li Nam EAI Background Brief No. 343, 26 juli 2007
- China's three-point naval strategy

De Chinese marine: van bijwagen naar zelfstandige vloot

In de elfde eeuw had China een bewapende vloot die groter was dan die van de Europese zeevarende mogendheden bij elkaar. De Chinese zeilschepen uit die tijd behoren nog steeds tot de grootste die ooit zijn gebouwd. In de 15e eeuw bevoer China alle Aziatische kusten, het Midden-Oosten en Oost-Afrika. Zheng He was drijvende kracht achter de ontdekkingsreizen naar deze verre oorden. Maar na zijn dood werd de Chinese marine ontmanteld en keerde China zich naar binnen.





China raakte in verval als maritieme grootmacht en na korte tijd was er niets meer van over. Het duurde eeuwen voordat er weer leven in kwam. Momenteel keert China zich weer naar buiten en wordt de vloot belangrijker, al moeten we de huidige sterkte niet overdrijven. Onder de leiding van Deng Xiaoping zijn in 1979 stappen gezet om een marinetak te creëren binnen het Chinese Volksleger (People’s Liberation Army Navy, PLAN). De marine ging opereren met de zogenaamde kustverdedigingsstrategie (near-coast strategy). Daarvoor had ze een vloot van kleine en van de landmacht afhankelijke schepen (onder meer voor de inlichtingen voorziening) die de kust moesten verdedigen tegen amfibische landingen van de Sovjet Unie. Ze had een ondersteunende taak en van een zelfstandige marine was (en is ook nu nog) geen sprake. Ze valt nog steeds onder het Volksleger.

Twintig jaar opbouw

In 1987 werd een nieuwe strategie geïntroduceerd voor een actieve verdediging van de kustzeeën (near-seas active defence). De PLAN kreeg de taak om te opereren tot de eerste gordel van eilanden (zie kaartje) die ongeveer 200 zee mijl uit de kust ligt. Hiervoor waren schepen nodig die zelfstandig kunnen opereren rond betwistte eilanden, tegen Taiwan en bij het verdedigen van zeewegen. Ruimte voor deze strategie verandering ontstond door de wegvallen van de Sovjet Unie, steun van het civiele deel van de Communistische Partijleiding en actieve inspanningen van vlootcommandanten. Een dergelijke ontwikkeling sloot bovendien naadloos aan op de groeiende internationale economische activiteiten van China. De ambities worden echter getemperd door gebrek aan financiële middelen (het overgrote deel bleef naar de landmacht gaan) en afwezigheid van technologische kennis.



Nadat de Verenigde Staten in 1996 twee vliegdekschepen naar Taiwan hadden gestuurd om China te waarschuwen dat het Tapei zou steunen bij Chinees optreden tegen het eiland kwam er meer dynamiek in de ontwikkeling van de marine. Deze confrontatie, het belangrijkste conflict waarbij China betrokken is, bleek de beste aanbeveling voor de opbouw van maritieme strijdkrachten die de Chinese admiraal zich konden wensen.  In 2004 werd een stap gezet naar een nieuwe strategie voor operaties ver op zee (far-seas operations of far sea defence). De taken van de marine werden uitgereid naar de tweede gordel van eilanden. Dat betekent dat de marine moet kunnen opereren tot 1000 zeemijl uit de kust. Zo bouwt de economische macht China zijn militaire macht op zee uit. Aanvoerlijnen over zee worden daarmee verdedigd. Toch schreef de gerenommeerde website GlobalSecurity.com nog in 2005 dat “de vloot overwegend wordt bevolkt door oude onbruikbare schepen. Zelfs de recentst gebouwde schepen hebben evident gebreken waar het onderzeeboot bestrijding en luchtverdediging betreft.” Voor de kleinere buurlanden is het al wel een geduchte tegenstander.

De marine krijgt inmiddels meer dan een derde van het militaire budget. De geldende maritieme strategie gaat er vanuit dat China binnen de eerste gordel moet kunnen opereren. Toch is dat is maar gedeeltelijk mogelijk. Vrij opereren binnen de gordel is alleen mogelijk als de buurlanden Australië of de VS dat toestaan. Voorlopig is het vooral een ambitie. Feitelijk streeft China geen vrijheid om te opereren na. De intentie is simpeler: de capaciteit ontwikkelen om anderen het opereren onmogelijk te maken. China kan daarvoor ook de luchtmacht en anti-scheepsraketten vanaf patrouille boten inzetten.

Einde deel 1 voor deel 2 zie hier

Dit artikel werd geschreven voor het Vredesmagazine
Abonnee worden: Stuur een email naar: info@vredesmagazine.nl
Voor meer informatie: vredesmagazine.nl