maandag 9 augustus 2010

Afghanistan oorlog in Den Haag (deel 1)

Ook al trekt Nederland zich nu terug uit Afghanistan het blijft door een NAVO instituut in Den Haag betrokken bij de oorlog in het land. Onder de kop ‘War Speeds NATO Technolog Procurement’ beschrijft het Amerikaanse militaire weekblad Defense News hoe bij het NC3A in Den Haag wapentechnische oplossingen worden verzorgd voor militaire problemen in Afghanistan. Naast de duizenden soldaten zet de NAVO ook technici en managers in. Het is voor het eerste dat dit op grote schaal gebeurt. Doordat de techneuten ter plaatse zijn kan snel nieuwe technologie geleverd worden die voldoet aan de wensen van de militairen ter plaatse. Die technici kunnen soms binnen enkele minuten reageren, zegt Marty Angeli, een manager van het NC3A in Afghanistan.

Schilderijen doen ons geloven dat Napoleon tijdens zijn veldtochten vaak op een heuvel of vanuit zijn zadel de troepen overzag. Ook in zijn tijd waren er echter al stafkaarten, uitgebreide krijgsplannen en kon je binnen in een tent schematisch de situatie overzien. Wel zo comfortabel. Twee eeuwen later is het beeld van de oorlog sterk veranderd. Oorlog kan net als destijds gevoerd worden op zee en land, maar ook in lucht, onderwater en vanuit de ruimte. Napoleon zou zich geen weg weten tussen de beeldschermen en veelheid aan informatie die verwerkt moet worden. Satellieten en gevechtsvliegtuigen verzamelen actuele informatie. Radars kijken over de horizon en generaals zetten onbemande vliegtuigjes in om inlichtingen te verzamelen en tegenstanders uit te schakelen. De militairen ‘op de grond’ en informanten sturen hun gegevens naar de commandocentrales. Informatie is altijd essentieel geweest voor oorlog, maar nog nooit was er zoveel van.

Een militaire staf kan leiden aan een informatie overflow. Hier komt een belangrijk deel van de taak van het Haagse agentschap om de hoek kijken. Oorlog wordt gevoerd vanuit een netwerk en het is de taak van het NC3-agentschap ervoor te zorgen dat dit netwerk optimaal functioneert. Het agentschap beperkt zich daarbij niet tot de taken commandovoering, controle en communicatie die in haar naam zitten. Het onderzoekt, test en verbetert ook middelen voor het verzamelen van inlichtingen, bewaking en verkenning. En hoe al die informatie efficiënt kan worden gedragen naar mens en wapensysteem. Militairen zelf vatten dit geheel samen met de afkorting C4ISR (Command, Control, Communications, Computers, Intelligence, Surveillance and Reconnaissance). Dat dit de ene keer net-centric warfare wordt genoemd en men de volgende keer volstaat met C2, C3, C3I of nog langere afkortingen is daarbij van ondergeschikt belang. Steeds weer gaat het over het gebruik van informatie. Bij de ene afkorting iets minder complex dan bij de andere.

Bij het NC3A op de Waalsorpervlakte werken 600 mensen. In Brussel bij het NAVO-hoofdkwartier heeft de organisatie nog een vestiging met 200 werknemers. In 2008 besteedde het NC3A 300 miljoen aan materieelverwerving. Het instituut heeft de afgelopen jaren snel drukker gekregen, want ze is actief in alle operatiegebieden van de NAVO: “inclusief de Balkan, Afghanistan en Irak,” schrijft algemeen directeur de Belg Georges D'hollander. De kracht is gelegen in analytische kennis, het gebruik van interne NAVO-informatie en de onderzoekscapaciteiten en pragmatissme. Dit laatste is binnen een militaire verdragsorganisatie waar landen op nationaal niveau beslissen een even groot goed als technische kennis. Er wordt niet gezocht naar de beste oplossing. Er wordt gezocht naar een haalbare oplossing voor militaire problemen, waar alle deelnemers aan een wapensysteem of operatie mee uit de voeten kunnen.

Om bruikbare systemen te ontwikkelen werkt het NC3A samen met de industrie. De lijst met partners is indrukwekkend. Hij loopt van de grote wapengiganten Lockheed Martin, Raytheon en British Aerospace Systems tot gespecialiseerde Nederlandse bedrijven als Castor Networks B.V. en de grootste Nederlandse wapenproducent, Thales.

Als je als bedrijf wordt binnengehaald heb je gelijk meerdere klanten. "Dit programma zal onze basis in Europa vergroten en ons in staat stellen C2 technologie te leveren aan ieder NAVO-land,” aan het woord is Paul Davison, uitvoerend directeur van Northrop Grumman Mission Systems Europe nadat zijn bedrijf is gekozen om commando en informatie systeem te leveren aan alle marine hoofdkwartieren binnen de NAVO. "Met het besluit laat de NAVO zien dat ze nog steeds vertrouwen heeft in ons Europese team," vervolgt Davison tegen spacewar.com.
Dat het NC3A in Nederland is gevestigd betekent dat Nederlandse bedrijven een grote kans hebben om geschakeld te worden. Ze komen dan ook relatief vaak voor in de lijst met Basic Ordering Agreements.

Het NAVO-agentschap is een knooppunt voor toepassingen op het gebied van militaire technologie. Ook met niet-NAVO-landen Zweden en Finland zijn er samenwerkingsprojecten. Zo wordt het gemakkelijker om met deze landen militaire gegevens uit te wisselen gedurende operaties. Zo integreert het NC3A de niet tot de NAVO behorende EU landen in het NAVO-systeem.

Oorlog

De doelstelling van het NC3A is niet om de defensie-industrie aan werk te helpen of via een omweg landen te integreren, al is dat mooi meegenomen. Het gaat erom de gezamenlijke NAVO en nationale wapenprogramma’s te sturen. Daardoor kan de Noord-Atlantische Verdrags Organisatie of coalitions of the willing, waaraan NAVO-landen deelnementijdens missies optimaal optreden. Informatie wordt op alle militaire niveaus gebruikt van commandocentrale tot troepen in het veld. De NAVO reactiemacht (NRF) heeft bijvoorbeeld over geavanceerde communicatieapparatuur en satelliet communicatie. Als je wereldwijd inzetbaar moet kunnen zijn binnen vijf dagen, dan moet je mobiele communicatie systeem in orde zijn. De aanpassing van de C3-systemen was een prioriteit bij de reorganisatie van de NAVO. Een groot deel van de Haagse NC3A-activiteiten is dan ook gericht op verbeteringen van de communicatie en informatie systemen binnen de NAVO-landen. Het NC3A zorgt ervoor dat NAVO-troepen eerder de informatie hebben om gevechtsklaar te zijn.

Van alle huidige NAVO operaties is die in Afghanistan veruit de grootste en gecompliceerde. Er zijn verschillende multinationale overlappende operaties gaande: de Operation Enduring Freedom (OEF) de oorlog tegen het internationale terrorisme van de Verenigde Staten en bondgenoten en the International Security Assurance Force (ISAF) die door de NAVO wordt geleid. Het ene land is volop betrokken en een ander levert enige tientallen militairen of burgers.

De belangrijkste bijdrage van het NC3A was er voor zorgen dat alle in Afghanistan verzamelde informatie voor iedereen bruikbaar en overzichtelijk in de commandocentrales komt. Dit terwijl elk land wel met zijn eigen apparatuur en technologie kan blijven werken. Het resulterende systeem wordt zowel binnen ISAF als OEF gebruikt. Niet alleen vereenvoudigd het de communicatie, het zorgt ook voor distributie op maat. De ene commandolaag krijgt automatische meer of andere informatie dan een andere. Ook op het niveau van deelnemende landen wordt informatie gezeefd. Niet alle informatie is voor alle landen bestemd. Dat klinkt op misschien vreemd, maar het is wel de dagelijkse praktijk binnen de NAVO, waar het ene land meer gelijk is dan het andere.

In 2002 zorgde het NC3A samen met Thales voor een systeem bedoeld voor het verzamelen van informatie, bewaking, doelaanwijzing en verkenning voor Operation Enduring Freedom van de Fransen en Amerikanen in Afghanistan. Dit bij interventies inzetbare systeem met sensoren voor inlichtingen wordt nu werldwijd in een glossy folder aangeboden aan klanten.

Daarnaast zijn er tal van kleinere initiatieven gaande, zoals voor het gebruik van geografische gegevens. Voor het eerst vechten alle NAVO-troepen met dezelfde kaart. Dat lijkt een fluitje van een cent, maar het agentschap is er trots op en het wordt in verschillende militair publicaties gemeld.

Een ander project moet er toe dienen dat bermbommen minder schade aan kunnen richten. Ook hierbij gaat het vooral om het verzamelen en distribueren van informatie. Die bermbommen zijn een koekje van eigen deeg. Italiaanse mijnen die de VS in de jaren tachtig aan Afghanistan leverden zijn een voornaam onderdeel van dit meest dodelijke Taliban wapen, zo blijkt uit stukken vrijgekomen door een Freedom of Information procedure in de VS en onderzoek van onderzoeksjournalist Gareth Porter. Beter was het geweest dat de Verenigde Staten de landmijnen niet had geleverd waarmee nu een groot deel van de bommen wordt gemaakt.

De vestiging in Nederland betekent dat Nederland met handen en voeten gebonden is aan de NAVO-operaties. Ons leger kan al dan niet deelnemen aan een militaire operatie, maar de onderzoeken op de Waalsdorpervlakte, die er toe moeten leiden dat de strijd effectiever kan worden voortgezet. Daar helpt geen Kabinetsbesluit aan en zelfs geen Regeringscrisis. Nu was de afgelopen crisis daar ook niet om begonnen. Die ging over de standvastigheid van de PvdA en om het permanent uitwonen van het Nederlandse leger. Mocht het in de toekomst wel om een principieel meningsverschil over de doelstelling van een missie gaan, ook dan is Nederland in de praktijk onderdeel van de NAVO-operaties en fysiek betrokken. Ook al is ze er zelf niet bij. Het zou bijvoorbeeld kunnen gaan om een NAVO-operatie die volgens de Tweede Kamer een volkenrechtelijk mandaat ontbeert. Niet ondenkbaar met Irak en Kosovo in gedachte.

Het NC3A levert ook technologie toegesneden ...

Vervolg morgen


Dit artikel is geschreven in het kader van een onderzoek naar de Nederlandse betrokkenheid bij de oorlog tegen het terrorisme door Martin Broek, mogelijk gemaakt door de Fondsen Pascal Decroos en Stichting Democratie en Media.