De
Verenigde Staten maakt zeer actief gebruik van de mogelijkheden om
overtreders van de Amerikaanse beperkingen handel actief te vervolgen (zie bijvoorbeeld http://www.exportlawblog.com/).
Daardoor worden veel illegale wapenstransacties voorkomen en onthult.
Er was veel aandacht
van de media voor de inbeslagname van het onder Panamesevlag varende
vrachtschip, de KLOS C (dat
nog maar twee jaar geleden onder Nederlandsevlag voer). Het schip
werd in de Rode Zee, in de buurt van de Soedanese kust, geënterd
door Israëlische special forces. Het werd verdacht van het
vervoer van in Syrië
gemaakte M-302 oppervlaktedoelraketten naar Gaza. De wapens waren
vermoedelijk afkomstig uit Iran. De Sudan Tribune meldt dat "samen
met de raketten, ongeveer 180 mortiergranaten en 400.000 stuks
geweermunitie werden opgetast op een pier gelegd in de haven van
Eilat," waar het schip na de aanhouding naartoe werd gebracht.
Een Amerikaanse woordvoerder zei dat: "het onderscheppen van dit
schip het resultaat was van de samenwerking tussen Washington en Tel
Aviv."
Meer naar het noorden werd een ander schip aangehouden in de haven van Hamburg. Dit schip was op weg naar Egypte. Nu is het de Duitse douane die vermoedens heeft dat de lading van een (niet bij naam genoemd) vrachtschip niet in de haak is. Het schip vervoerde onderdelen voor pantservoertuigen en militaire scheepsuitrusting uit Polen naar Egypte. Volgens de Duitsers dit was een schending van het gemeenschappelijk standpunt van de EU betreffende wapenexporten. De Duitsers maakten gebruik van het recht een doorvoervergunning te weigeren op het moment dat het schip in de haven van Hamburg lag. Volgens een woordvoerder van het Egyptische ministerie van Buitenlandse Zaken ging het om een storm in een glas water; voor het vrijgeven van de lading werd slechts gewacht op verwerking van de juiste vrachtbrieven en documenten.
Deze twee voorbeelden laten zien dat er veel mogelijk is als het gaat om het onderscheppen van illegale wapenleveringen. Er is vooral politieke wil nodig. Wat niet helpt is dat sommige landen hun wapenexportnormen naar beneden bijstellen. Onlangs veranderden de Zwitsers het beleid onder druk van een lobby van 70 Zwitserse wapenproducenten. De oude Zwitserse verordening verbood wapenexport naar landen die bekend stonden vanwege systematische en ernstige mensenrechtenschendingen. Ook de uitvoer van wapens naar landen waar sprake was van een internationaal of binnenlands gewapend conflict waren niet toegestaan. Onder het nieuwe beleid wordt soepeler opgetreden; vergunningen worden geweigerd, indien er "een hoog risico" in de ontvangende bestaat dat de bewuste militaire apparatuur zelf zal worden gebruikt voor ernstige schendingen van de mensenrechten. Niet alle wapens worden dus verboden, maar wapens waarmee de schendingen plaats zullen vinden. De hoog risico bepaling laat vooral speelruimte. Met deze nieuwe formulering is Zwitserland het eerste land dat zijn export regels naar beneden bijstelt om ze in overeenstemming te brengen met het VN-wapenhandelsverdrag (ATT), dat uitgaat van minimale normen. (Nederland verlaagde al een aantal jaar eerder de normen na het invoeren van de Europese gedragscode wapenexport.)
Meer naar het noorden werd een ander schip aangehouden in de haven van Hamburg. Dit schip was op weg naar Egypte. Nu is het de Duitse douane die vermoedens heeft dat de lading van een (niet bij naam genoemd) vrachtschip niet in de haak is. Het schip vervoerde onderdelen voor pantservoertuigen en militaire scheepsuitrusting uit Polen naar Egypte. Volgens de Duitsers dit was een schending van het gemeenschappelijk standpunt van de EU betreffende wapenexporten. De Duitsers maakten gebruik van het recht een doorvoervergunning te weigeren op het moment dat het schip in de haven van Hamburg lag. Volgens een woordvoerder van het Egyptische ministerie van Buitenlandse Zaken ging het om een storm in een glas water; voor het vrijgeven van de lading werd slechts gewacht op verwerking van de juiste vrachtbrieven en documenten.
Deze twee voorbeelden laten zien dat er veel mogelijk is als het gaat om het onderscheppen van illegale wapenleveringen. Er is vooral politieke wil nodig. Wat niet helpt is dat sommige landen hun wapenexportnormen naar beneden bijstellen. Onlangs veranderden de Zwitsers het beleid onder druk van een lobby van 70 Zwitserse wapenproducenten. De oude Zwitserse verordening verbood wapenexport naar landen die bekend stonden vanwege systematische en ernstige mensenrechtenschendingen. Ook de uitvoer van wapens naar landen waar sprake was van een internationaal of binnenlands gewapend conflict waren niet toegestaan. Onder het nieuwe beleid wordt soepeler opgetreden; vergunningen worden geweigerd, indien er "een hoog risico" in de ontvangende bestaat dat de bewuste militaire apparatuur zelf zal worden gebruikt voor ernstige schendingen van de mensenrechten. Niet alle wapens worden dus verboden, maar wapens waarmee de schendingen plaats zullen vinden. De hoog risico bepaling laat vooral speelruimte. Met deze nieuwe formulering is Zwitserland het eerste land dat zijn export regels naar beneden bijstelt om ze in overeenstemming te brengen met het VN-wapenhandelsverdrag (ATT), dat uitgaat van minimale normen. (Nederland verlaagde al een aantal jaar eerder de normen na het invoeren van de Europese gedragscode wapenexport.)
Nog verontrustender is de verandering in de Japanse grondwet, die het
mogelijk zal maken voor Tokyo om wapens te exporteren. Dit kan avanwege 'de pacifistische grondwet' eerder niet. Deze
grondwettelijke verandering is vooral ingevoerd omdat de samenwerking
met de VS mogelijk te maken bij verschillende
wapenproductieprogramma's (zoals F-35 gevechtsvliegtuigen en
raketschildraketten SM-3). Maar Japanse
analisten vrezen dat dit allerlei wapenexport mogelijk zal maken.
Daardoor kan de situatie in Oost-Azië verder destabiliseren en de
politieke positie van de Japanse
nationalisten en de Japanse krijgsmacht versterkt worden. Japan,
de 3e economie in de wereld, kan nu ook gaan streven naar een
toppositie als wapenexporteur.
Wanneer het aanbod groeit, zijn regels belangrijk, maar nog belangrijker is de politieke wil om wapenhandel te stoppen. Ongecontroleerde wapenhandel wordt veroorzaakt door niet ingrijpen, niet door gebrek aan juridische instrumenten. Een positief voorbeeld is de groep landen (Nederland , Denemarken, de VS, UK, Canada, Noorwegen, Duitsland, Frankrijk en Italië) die samenwerken als de Gaza Counter-arms smuggling Initiative. De daadkracht van die groep contrasteert sterk met de terughoudendheid als het gaat om het controleren van de illegale Libische wapensstromen die hun weg vinden naar alle uithoeken van Noordwest-Afrika. Het rapport van het VN-panel hierover zijn een must read voor iedereen die wil begrijpen wat er mis kan gaan met de verkoop van wapens.
Deze column is licht gewijzigde en engelstalig vorm te vinden op stopwapenhandel
Wanneer het aanbod groeit, zijn regels belangrijk, maar nog belangrijker is de politieke wil om wapenhandel te stoppen. Ongecontroleerde wapenhandel wordt veroorzaakt door niet ingrijpen, niet door gebrek aan juridische instrumenten. Een positief voorbeeld is de groep landen (Nederland , Denemarken, de VS, UK, Canada, Noorwegen, Duitsland, Frankrijk en Italië) die samenwerken als de Gaza Counter-arms smuggling Initiative. De daadkracht van die groep contrasteert sterk met de terughoudendheid als het gaat om het controleren van de illegale Libische wapensstromen die hun weg vinden naar alle uithoeken van Noordwest-Afrika. Het rapport van het VN-panel hierover zijn een must read voor iedereen die wil begrijpen wat er mis kan gaan met de verkoop van wapens.
Deze column is licht gewijzigde en engelstalig vorm te vinden op stopwapenhandel