Posts tonen met het label lockheed martin. Alle posts tonen
Posts tonen met het label lockheed martin. Alle posts tonen

vrijdag 6 mei 2011

deuk in het JSF-frame

Onlangs sprak ik met twee journalisten over een onderwerpskeuze voor een TV-programma. Terloops kwam ook de JSF ter sprake. Dat komt wel vaker voor. Het vliegtuig is een populair en makkelijk onderwerp als het bij praten blijft.* Meestal is de toon sceptisch tot negatief. Maar dat ik nog sprak over andere jachtvliegtuigen dan de peperdure en door een aaneenschakeling van tegenslagen geteisterde JSF/F-35 verbaasde hen. De beeldvorming, ook bij leken die kritisch staan ten opzichte van de JSF, is doorgaans toch in het voordeel van het Amerikaanse toestel.

Dat er al zo'n vijfentwintig jaar aan de straaljager wordt gewerkt, maar er inmiddels pas moeizaam een paar testvliegtuigen zijn gebouwd en dat de grootste records gebroken worden op het gebied van budgetoverschrijdingen en projecties van onderhoudskosten, doet amper af aan het beeld van Amerikaanse degelijkheid. Dat is een knap staaltje van framing door een machtig gezelschap bestaande uit belangrijke delen van de Amerikaanse overheid, wapenfabrikant Lockheed Martin, denktanks en de vrienden die “koste wat kost,” juist dat vliegtuig willen hebben.

Als je moet bezuinigen zou het zinvol zijn ook naar andere opties te kijken. Er is bijvoorbeeld de goedkopere SAAB Gripen. De Gripen is een vliegtuig dat met oog op export wordt gemaakt samen met Britisch Aerospace Systems (BAES), een wapenfabrikant uit de wereldwijde top drie qua omzet op het gebied van bewapening. Niet het product van een soort knutselclubje op een zolder dus. Er is inmiddels een heel rijtje landen die de Gripen vliegen: Zweden, Tsjechië, Hongarije, Zuid-Afrika, Thailand en de Engelse gebruiken hem als opleidingsvliegtuig. Het vliegtuig dingt nog mee in competities in een aantal Oost-Europese landen en Brazilië. De Gripen heeft in Nederland geen kans gekregen. Maar vooral in Midden-Europa vliegt hij al wel rond.

De Franse Rafale is ook al in gebruik. Maar Frankrijk en Nederland passen niet bij elkaar. Belachelijk om zelfs maar te denken dat dit iets kan worden. Dan is er ook nog de European Fighter Aircraft (EFA) of Typhoon. Alleen al het woord European al doet de buiken schudden. Maar soms rolt er toch ook wel een een wapen van de band waar optimistisch europees voor is gezet. Sterker nog de EFA wordt of is gekocht door Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Italië, Spanje, Oostenrijk en Saoedi Arabië. Dat is voorwaar geen min lijstje. Het werd onlangs ook nog eens ingezet voor aanvallen op Libische doelen en kan zich nu tooien met de hoofdprijs voor een marketeer in wapentechnologie: 'combat proven.'

Ook India gaat Europees kopen. Het land heeft besloten of de Rafale of de EFA te kiezen voor de vernieuwde luchtvloot. Het gaat in eerste instantie om 126 exemplaren, maar de verwachting is dat Delhi uiteindelijk tweehonderd jachtvliegtuigen van het gekozen type zal kopen. De afvallers zijn Boeing (F/A-18) en Lockheed (F-16) uit de VS, United Aircraft Corp (MIG-35) uit Rusland en Saab (Gripen). De financiële omvang van de order is ruim tien miljard euro. Technologie overdracht voor binnenlandse productie zou wel eens een belangrijke rol in de afweging gespeeld kunnen hebben. Hindustan Aeronautics Ltd. wil na de levering van de eerste 18 vliegtuigen zelf de productie in handen nemen. De VS hebben het niet zo op technologie overdracht. Beeldvorming is mooi maar de feiten zijn toch net iets meer in het voordeel van Europa dan wel eens wordt gedacht.

De aankoop heeft weinig met veiligheid, maar meer met het prestige en de militaire ambities passend bij een regionale supermacht te maken. Ook in India kan je andere bestemmingen voor miljarden euro's bedenken. Voor de veiligheid zou een verdeel systeem voor voedsel, het verlichten van de armoede van de allerarmste veel belangrijker zijn. Het zoeken van een oplossing voor de vele binnenlandse conflicten o.a. langs de hele oostgrens wordt niet geholpen met de aankoop. Maar dat buiten beschouwing gelaten, maakt de keuze van de India duidelijk dat het aanbod breder is en bovendien dat Europese vliegtuigen ook een eerste keus kunnen zijn.

De Amerikaanse ambassadeur in India, Timothy Roemer, die voor Lockheed en Boeing heeft gelobbied zegt: “We zijn zwaar teleurgesteld door dit nieuws. We kijken er naar uit om de militaire samenwerking met India uit te breiden en voort te zetten. We blijven overtuigd dat de Verenigde Staten onze militaire partners op aarde kan voorzien van 's werelds meest geavanceerde en betrouwbare technologie.” Deze mooie woorden kunnen toch niet verhullen dat er een flinke deuk is geslagen in dit beeld. Den Haag wil gewoon de JSF, deuk of niet.

Geschreven voor Konfrontatie

* De Canadese televisie maakte recent een programma over de aanschaf.

vrijdag 1 april 2011

Lockheed Martin frustreert controle en aankoopbeleid (boekbespreking)

Eind maart is in het Verenigd Koninkrijk de tienjaarlijkse volkstelling gehouden. De organisatie 'Count me Out' heeft protesten tegen de telling georganiseerd, omdat Lockheed Martin (LM) € 170 miloen verdiende aan de begeleiding ervan. LM is ook de de grootste wapenfabrikant in de wereld, vandaar. Het bedrijf had al ervaring in de Verenigde Staten en Canada. Informatie daarover kom ik tegen in Prophets of war van William Hartung. Een boek waarvan de centrale stelling is dat Lockheed veel te veel macht verzamelt op veel te veel terreinen. Het bedrijf produceert wapensystemen voor de ruimte, de lucht, op zee en land. Het is daarnaast actief op het tal van andere gebieden tot aan sociale zaken toe. Voor Nederland is vooral van belang dat de firma hoofdaannemer bij de productie van de JSF is.

Als ik een boek met index in handen krijg, ga meteen naar de lemma's. In dit boek kijk ik naar: Nederland, Bernhard en JSF. (Census komt niet voor.) Over de JSF is niet opvallend veel geschreven. In the Star-Telegram - de krant uit Fort Worth waar Lockheed gevestigd is – vind je minstens zoveel informatie. Toch zou het boek standaard literatuur moeten zijn voor iedereen die zich professioneel met de Nederlandse aanschaf van de straaljagers bezig houdt, zoals journalisten, politici, wetenschappelijke bureaus van de politieke partijen, activisten en wetenschappers.

Voor Hartung is de Joint Strike Fighter, Lightning II, F-35 of JSF (om gelijk maar alle nieuwe en oude namen te noemen waaronder hij bekend staat) een onderwerp binnen een groter thema. Dat is het gemarchandeer en gelobby, geheimzinnigheid, liegen, bedriegen, bedreigen, productie van falende of onzinnige producten, verspillen van belastinggeld en onderonsjes tussen militairen en politici bij het bedrijf. Kortom alles wat democratische controle en aankoopbeleid frustreert.

Het boek weegt zwaar onder de feiten en bronnen die die de schrijver in de loop van decennia heeft verzameld en die het betoog kracht bijzetten. Toch zijn het de meer algemene opmerkingen die het boek waardevol maken. Dat het F-22 gevechtsvliegtuig – ook van LM – vier keer zo duur wordt als gepland, is pas interessant als er context aan gegeven wordt: “Hoe dat kon gebeuren? Helaas heel eenvoudig. Ten eerste schreef Lockheed Martin zich in met een lage offerte, terwijl het heel goed wist dat de vliegtuigen veel duurder zouden worden dan de eerste inschattingen.” Dit principe heet buying in. Vervolgens gaan de militairen extra eisen stellen die de vliegtuigen duurder maken. Daarna berekent LM kosten voor extra's. Het is een principe dat steeds opnieuw wordt toegepast en dat steeds opnieuw verbazing oproept. Je gaat je bijna afvragen of er iets mis is met de geheugens van ambtenaren, parlementariërs en ministers die ervoor moeten zorgen dat een land zo voordelig mogelijk een nieuw wapensysteem koopt. Er zijn er wel meer mechanismen die LM nu over Nederland rolt en die in het boek genoemd worden.

Binnen het deel over de JSF had wel iets meer informatie uit de rest van de wereld kunnen staan. De JSF is een internationaal project met partners her en der in de wereld. Dat principe is gekozen om de enorme kosten uit te smeren. De aanschaf is een fors en omstreden onderdeel van de Defensiebegroting in de VS. Laat staan in andere landen. Bovendien heeft Lockheed ook elders meer invloed dan gezond is. Als het even mis dreigt te gaan door alle missers die bij de productie bovenwater komen dan organiseert het parlement in Nederland zelfs een besloten bijeenkomst met de hoofdverantwoordelijke voor het JSF-project, Tom Burbage van LM. Niet dat Burbage dan de ontbrekende informatie meeneemt die het parlement nodig heeft voor een echt oordeel over de aanschaf. Wel wordt uitgelegd waarom de problemen kleiner zijn dan voorgesteld en waarom Nederland er goed aan doet de straaljagers aan te kopen. Dat is geen lobby meer, dat is politiek-militair-industriële handje klap, waar critici buiten worden gehouden. Het is slechts één van de voorbeelden.

Nederland komt er met twee vindplaatsen in het boek bekaaid vanaf. Dat Nederland er niet echt toe doet in de militaire wereld valt wel vaker op. Dat is vandaag de dag zelfs zwak uitgedrukt met het uitstellen van de politiemissie in Afghanistan en het spelen van aangever bij het enige internationale wapenfeit van Gadaffi in de huidige oorlog; het buitmaken van een helikopter. Maar hier had ik toch meer verwacht. De eerste treffer gaat over de verkoop van Starfighters in de jaren zestig en het daarmee samenhangende corruptieschandaal. De tweede over de creatieve oplossing die de Nederlandse regering koos om Prins Bernhard maar half te straffen voor zijn scheve schaats bij de aankoop van Starfighter en Orion. Nederland staat in het boek vrijwel gelijk aan de corruptie van de Prins von Lippe-Biesterveld.

Het Nederlandse corruptieschandaal komt in het boek aan de orde als deel van een veel grotere operatie van Lockheed om tegenvallende resultaten te lijf te gaan. Het bedrijf doet dat door het fêteren van belangrijke personen in Duitsland, Japan en Italië. Nieuw is de hier beschreven informatie niet. Het hele complex aan contacten en steekpenningen is bijvoorbeeld ook beschreven in het standaard werk de Wapenindustrie/ The Arms Bazaar van Anthony Sampson, waarvan de auteur veel gebruik maakt. Hartung heeft geen nieuwe bronnen. Ook niet de later vrijgegeven telexen tussen Nederland en de VS.

Dat het gericht zijn op één bedrijf, ook al is het veruit het grootste, een nadeel heeft wordt hier wel heel duidelijk. Sampson schreef in De Wapenindustrie: “Het is zeker dat deze gebeurtenis niet eenvoudig uitgelegd kan worden met het wijzen op de meedogenloosheid van een enkel concern; men moet eerder denken aan een boom met verrot fruit, die wacht tot hij wordt uitgeschud in de schoot van een of andere firma.” Hartung laat dat grotendeels buiten beschouwing.

De schrijver heeft een vlotte pen en een zak vol anekdotes om zijn tekst te verlevendigen. In de context van de corruptieschandalen rond de verkoop van de Starfighter schrijft hij over de bijnamen ervan, vliegende doodskist en weduwemaker. Niet voor niets. In een periode van tien jaar stortte er 178 keer een neer. Hierbij kwamen 85 Duitse piloten om het leven. Vijftig Duitse weduwen van piloten spanden samen een proces aan tegen Lockheed en ontvingen $ 1,2 miljoen. 'Minder dan de kosten van één Starfighter,' zo voegt hij er kenmerkend voor zijn stijl aan toe.

Met die losse stijl kan je ook de mist ingaan. Iets verder op schrijft hij dat het maar goed is dat ze de Starfighter nooit in een oorlog gebruikt hebben. Ik herinner me de voorlichter van Defensie die in Dagblad De Stem stelde dat: “Iedere keer als Turkije bombardementen uitvoert op Koerdische doelen, vragen wij ons af of ze daarvoor “onze” Starfighters gebruiken.” Dezelfde ambtenaar meldt ook dat het ministerie niet weer wil worden geconfronteerd met een zo duidelijke schending van het Nederlandse wapenexportbeleid. Los van de constatering dat de recente ophef over Nederlandse leveringen aan het Midden-Oosten aantonen dat het weer van een zelfde laken een pak was, laat de uitspraak zien dat de Starfighter wel degelijk in een oorlog is gebruikt. Hartung heeft het later in zijn boek wel over deze bombardementen op Koerdische dorpen, maar hangt ze volledig op aan de F-16. Dit terwijl ook nog de NF-5 van Northrop gebruikt is. Een vliegtuig dat in Nederland ook werd aangeschaft na omkoperij van Bernhard. Hierover zou de Regering Den Uil de dossiers verdonkeremanen. In een boek vol feiten is het niet moeilijk fouten en aanvullingen te vinden en de inzet van ook andere vliegtuigen onderstreept zijn betoog.


Had ik het bij het nalezen van die zoektermen gelaten dan had ik niet alleen een informatief en goed leesbaar boek vol feiten onrecht aangedaan. Ik had ook een Nederland bedrijf gemist dat er in voorkomt. De werf Damen werkt gestaag aan zijn groei en levert patrouille schepen aan de Amerikaanse kustwacht, nadat Lockheed Martin en Northrop Grumman faalden een goed en zeewaadig schip te leveren. Het verhaal waarin Damen voorkomt staat in een tekst over activiteiten van LM die je niet zou verwachten zoals het automatiseren van de postbezorging, beheer van gevangenissen, post-conflict bijdragen in Afrika etc. En dus ook volkstellingen. Maar de core business blijven wapens, zoals de JSF.



Prophets of War; Lockheed Martin and the making of the military-industrial complex
William D. Hartung
Nation Books, New York, 2011
pp. 296
index
ISBN 978-1-56858-420-1

Geschreven voor Sargasso

dinsdag 11 januari 2011

Amerika aan de ontbijttafel


In november 2002 zat ik in een, door het lage witgepleisterde plafond, op een bunker lijkende eetzaal van een Italiaans hotel te ontbijten. Goed uitgerust liet ik me ontvallen dat ik me niet kon voorstellen waarom tijdens de Senaatsverkiezingen weer de Republikeinen werden gekozen. In korte tijd had de Regering Bush al zoveel bagger over het land en de wereld uitgestort dat het mij meer dan genoeg leek. De reactie kwam van verschillende kanten tegelijk: “Vind jij dat het iets uit maakt de Democraten of de Republikeinen aan de macht?”
De toon maakte duidelijk dat dit geen vraag, maar een verwijt was. Al kan dat ook door mijn onzekerheid zo overgekomen zijn.

De vraag, aan die ontbijttafel gesteld, heeft lang door mijn hoofd gezworven. Hij nam de vorm aan van een spreekwoord: Word je liever door de hond of de kat gebeten? Een valse kat kan je gemeen bijten en nog krabben ook, maar dat gemene geldt voor een valse hond in nog sterkere mate. Ja, ik heb beelden nodig om abstracties enigszins te kunnen bevatten. Ik weet ook dat een beter Amerika er niet komt doordat een van beide partijen aan de macht is; aan valse honden en katten heb je uiteindelijk weinig. Je moet macht ontwikkelen om ervan af te komen of ze aan banden te leggen. Dat kan door het organiseren van idealen onafhankelijk van de gevestigde politiek: activiteiten tegen de doodstraf, tegen de slechte sociale omstandigheden, een goed klimaatbeleid, voor een ander Midden-Oosten beleid etc. Het ging mij ook niet om een pleidooi voor Al Gore, of Kerry of de Democraten an sich. Het was een uitroep van pijn, een kyriegebed zou een vriendin, die dominee is, het noemen: ‘God waarom nog meer van die ellende?’ Ik ken geen God, maar kyriegebeden rollen regelmatig over mijn lippen.

Bush en zijn bende voor de nieuwe Amerikaanse eeuw hebben een jaar of zes vakbekwaam en activistisch de ruimte gepakt die ze konden krijgen. Ze gingen buiten de krijtlijnen voor het Amerikaanse beleid. Ze waren zelfs in staat Colin Powell, de ideale opa, mee te krijgen. De rechtsbuitens van de Amerikaanse politiek kregen het voor het zeggen. We zijn niet door een cyperse kater, maar door een gemene mastino gebeten. Ik kan de uitroep van die ochtend ook achteraf nog steeds goed begrijpen.

De Amerikaanse buitenlandse politiek wordt vooral door binnenlandse wensen en problemen gedreven. Werkgelegenheid speelt daarbij een belangrijke rol. Zeker tijdens de financiële crisis en recessie zijn dat ook banen in het leger en in de wapenindustrie. Obama staat voor minder wapens en meer geld voor de troepen. Hij is tegen kernwapens en voor diplomatie, maar uiteindelijk zal hij toch rekening moeten houden met de mensen die werken bij de invloedrijke wapengiganten.

Dat werd een maand voor de verkiezingen al duidelijk . De Amerikaans-Taiwanese Busisness Council was in staat de wapens voor Taiwan weer op de agenda te krijgen. In 2001 beloofde Bush een grote wapenleverantie aan Tapei, waar in zeven jaar weinig van is uitgevoerd. Zowel Obama als McCain spraken zich begin oktober uit voor de mega deal ter waarde van 6 miljard euro. Er is een klein verschil tussen de visie van beide. Het viel op dat Obama niets zei over een aantal wapens die Taiwan oorspronkelijk wel zou krijgen, maar die nu niet in het pakket zaten, zoals diesel aangedreven onderzeeërs*, Black Hawk helikopters en geavanceerde F-16C/D’s. Terwijl McCain ook deze leveringen ondersteunde. Op vragen hierover weigerde Obama te antwoorden. Niet aan de orde, zo is het standpunt, dat daarmee het niet, maar vooral ook wel leveren open laat.

Buitenlandse wapenleveranties kan je niet een op een vergelijken met binnenlands besteedde dollars. Dat weet ik wel. Maar de nu al ingezette harde China-lijn geeft ook aan dat het Pentagon niet vergeten zal worden in de buitenlandse politiek. Optimisten stellen dat door de financiële crisis het Pentagon zijn wensen naar beneden bij zal moeten stellen. Ik wil niet bij de pessimisten horen, maar het kan ook allemaal een beetje anders gaan. Het verdedigen van de Amerikaanse positie wordt niet minder belangrijk tijdens een crisis. Het zou ingaan tegen een constante in de Amerikaanse politiek sinds de Tweede Wereldoorlog om juist in een dergelijke situatie het leger te verzwakken. In Europa zie je nu al beide reacties: uitgaven omlaag (Italië en Spanje), uitgaven omhoog (Frankrijk). Het is te eenvoudig om te denken dat een recessie minder uitgaven voor het leger zou betekenen. McCain zei het heel duidelijk: Freeze on everything but Defense, Veterans & entitlements. Dat is volgens de agenda van Bush sr. , Clinton, Balkenende, Brown etc. Minder staat en verhoudingsgewijs meer krijgsmacht, dat is de koers van de neo-liberalen in een notendop.

De krijgsmacht is ook nog eens een grote werkgever. Lockheed Martin en Raytheon zullen alles en iedereen inzetten om aan te tonen dat het Pentagon onmisbaar is voor innovatieve banen, nieuwe producten en werkgelegenheid. Bovendien is de krijgsmacht de parel van de natie. Er zal een sterke sociale beweging nodig zijn om er voor te zorgen dat het Amerikaanse defensiebudget een stuk lager wordt, zowel de sociale situatie als de miserabele staat van de infrastructuur smeken om een hoger budget daarvoor. Daar kunnen politici ook een rol in spelen. Zie bijvoorbeeld de oproep van Barney Frank om de defensie uitgaven met 25% te korten. Zo’n oproep doet in Nederland geen enkele parlementariër.

Om eerlijk te zijn toch was ik wel voor Obama. Een zwarte president na een geschiedenis, die onder andere het keiharde Strange Fruit, gezongen door Billie Holliday opleverde. Het is een verzachting van de pijn na eeuwen keiharde onderdrukking. Ik ben bang dat ik het niet kan laten toch ook een beetje voor de valse kat, als beste van de twee, te kiezen.

Martin Broek

* daarover valt nog veel meer te zeggen
De column is geschreven voor Konfrontatie

Dit kreeg mijn zwarte Amerikaanse buurman van zijn nicht:

Rosa Parks sat so Martin could walk...
Martin walked so Obama could run
Obama is running so our children can fly.


"Hopelijk komt er eindelijk wat toekomst voor ons," voegde ze er aan toe.


zondag 9 januari 2011

weer tegenslag JSF-programma



Fotobijschrift: een F136 motor van Rolls Royce voor de JSF.


Vorige week brachten de Amerikaanse mariniers het verhaal naar buiten dat de Joint Strike Fighter duurder in het gebruik zal zijn dan de gevechtstoestellen vliegtuigen die ze nu vliegen (Zie http://www.jsfnieuws.nl/?p=524)

Nu komt de volgende JSF-domper er al weer overheen. De chef-staf van de Amerikaanse luchtmacht, general Norton Schwarts zei gisteren dat het Pentagon heeft besloten het oefen- en aanschafprogramma te vertragen.

“Onze aanpak was te agressief, er wordt nu gepoogd om minder tegelijk te doen, de periode verbonden aan het testen te verlengen, meer middelen voor testen in te zetten en de productie cijfers iets minder ambitious te maken.”

Langer en meer, leidt vermoedelijk tot hogere kosten. Dat het hele test- en productieprogramma veel te ambitieus is wordt al jaren naar voren gebracht door analisten. De leiding van Amerikaanse luchtmacht kan er ook niet meer onderuit.

Volkskrantblog 21 januari 2010