Posts tonen met het label kosten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kosten. Alle posts tonen

vrijdag 14 januari 2011

Humor van de verliezer

Zouden die piraten op de kust van Somalië gevoel voor humor hebben? Zeg niet dat piraterij niet romantisch is en daarom van humor geen sprake kan zijn; er zijn volstrekt correcte droogstoppels en luimige zware misdadigers (of andersom). Pippi Langkous, het kleine meisje met de sproeten, windt zich in een piratenkroeg zo op over het pesten van een jongetje, dat ze de daders aan de muur hangt. Bulderend lachen vult vervolgens het drinkgelag.

Dat er ergens in een khat-room wordt gelachen door de bendeleider die zijn volgende schip in handen heeft, kan ik me voorstellen. Dagelijks leest hij verhalen over de vloot in de Somalische kustwateren: “Around twenty countries, including NATO/EU member states, India, Russia and China, have already dispatched naval vessels, with South Korea expected to join them soon.” De rijkste en machtigste landen sturen oorlogsschepen om zíjn activiteiten te bestrijden. Het vervult hem niet alleen van trots, hij ziet er ook de grap wel van in. De khat versterkt dit gevoel.

Hij leest dat het Nederlandse fregat dat mee vaart, ruim 400 miljoen euro heeft gekost. Dat is ongeveer tien procent van het BNP van Somalië. De verzamelde vloot kost meer dan alle economische activiteiten van het land in twee jaar opbrengen, inclusief wat Somaliërs in het buitenland naar hun familie sturen. Ondanks die inzet waren de piraten toch weer in staat een klein Nederlands scheepje buit te maken. Het is om je kapot te lachen. Maar laten we eerlijk zijn: het is de lach van de zelfspot, de humor van de verliezer, de overlevingsstrategie in een land zonder kansen.

De Islamisten met hun rechtbanken. De bendeleider haatte ze. Maar toen ze eind 2006 verdreven werden door de Ethiopiërs, gesteund door de VS, werd de situatie nog veel slechter. Was het niet mogelijk vanuit de bestaande orde aan een nieuwe te werken? Nu werd alles gesloopt en weggeschoten, ook het beetje organisatie dat er nog was.

Tranen worden al twintig jaar geplengd over het falende Somalië, maar dat weerhoudt buitenlandse vissers er niet van om de Somalische wateren leeg te vissen. De zee werd bovendien een stortplaats voor gif en nucleair afval. Een falende staat biedt immers ook kansen voor wie de ruimte ziet. “Onze tonijn zit in uw blikje”, denkt de piraat, “zonder dat wij er een cent van zien.” Somalië loopt tussen de 73 en 230 miljoen euro per jaar mis door dat gevis. Veel meer dan de hele piraterij opbrengt.

De bendeleider ziet ze, de zwarte schepen op zee, met geleide raketten, torpedo’s en over de horizon radar. De spierballen van de wereld verzamelen zich om in het gat te springen, om de falende staat van buiten te controleren. Het lijkt op een strijd om Oost-Afrika met als bonus de toegang tot Rode en Arabische Zee. Ideaal niet ver van het wapengekletter in het Midden Oosten en op twee dagen varen van Zuid-Azië, het huidige speerpunt voor militaire avonturen.

Zouden ze niet beter middelen en kennis kunnen verstrekken zodat landen in Oost-Afrika op termijn zelf hun wateren kunnen beschermen tegen piraten. Maar ook tegen Spaanse, Franse en Griekse vissers en tegen onverlaten die hun troep storten. Waarom is er geen georganiseerde kustwacht in de regio. Kost een schijntje. Het is niet om te lachen, maar om te huilen dat er gekozen wordt voor interventie en niet voor het helpen bij de opbouw van onafhankelijke rechtshandhavingsstructuren daar waar ze nodig zijn.

Zuid-Afrika als klant

In Zuid-Afrika gaan de dingen niet zo als beloofd. Lang niet voldoende huizen, slechte sociale omstandigheden voor hen die aan de verkeerde kant van het spoor wonen en een samenleving die moeizaam bij elkaar te houden is.

Wat wel goed gaat – behoudens een corruptieschandaaltje hier en daar – is de opbouw van een sterk Zuid-Afrikaans leger. Nieuwe gevechtsvliegtuigen, pantservoertuigen, onderzeeërs en fregatten. Het lijkt niet op te kunnen.

Nu maakt Zuid-Afrika plannen voor de volgende aankoop. Dit keer niet zo mega-groot. Gewoon zes patrouilleschepen (OPV’s) voor de marine. Drie voor het binnenland en drie voor de oceanen rond Zuid-Afrika. Totale kosten worden geraamd op 160 miljoen euro.

Twee bedrijven bevechten elkaar om de gevechtssystemen te leveren: het Duitse Atlas Elektronik en Thales African Defence Systems (ADS). Dat laatste bedrijf heeft een product uit Hengelo en “een boel lokale ontwikkeling,” in de aanbieding. Dat betekent dure banen voor hoogopgeleiden.

Bron: Leon Engelbrecht, ‘Atlas, Thales ADS to Compete for OPV Combat System,’ defenceWeb, 31 maart 2009.

donderdag 13 januari 2011

JSF en onbemande vliegtuigen

Er zijn technische argumenten tegen de aanschaf van de JSF. De techniek van de oorlog veranderd met de dag. Ook de bewapening in de lucht zal steeds meer veranderen. Onbemande vliegtuigen zullen bijvoorbeeld steeds meer taken van gevechtsvliegtuigen over gaan nemen. Als die ontwikkeling doorzet dan kan over tien vijftien jaar blijken dat de JSF een aankoop is om de vorige oorlog mee te voeren en voor een groot deel van de taken waar hij voor aan is gekocht sterk verouderd.

Op de website van het Nederlandse ministerie van Defensie werd nog maar een paar jaar geleden stellig beweerd dat onbemande vliegtuigjes de bemande gevechtsvliegtuigen niet kunnen vervangen, toch is de discussie hierover nog maar net begonnen en lijken de onbemande vliegtuigjes steeds meer van de positie van de bemande vliegtuigen af te snoepen. Inmiddels is dat inzicht ook in Den Haag doorgedrongen: "Onbemande toestellen winnen aan belang en spelen inmiddels een belangrijke rol bij de inlichtingenvergaring. Gaandeweg zullen ook hun capaciteiten voor bewapend optreden toenemen, zodat ze voor gevechtsoperaties kunnen worden gebruikt. In de toekomst zal een combinatie van bemande en onbemande vliegtuigen complementaire taken uitvoeren."1

De toekomst komt door technologische ontwikkelingen steeds sneller naar het heden. De onderzoeksservice van het Amerikaanse Congres stelde in 2003 al dat UAV's een aanzienlijk groter deel van de militaire fondsen zullen opslurpen. Van vier procent in 2000 naar 31 procent in 2010.2

De VS wil nu ook zijn F-16’s gaan vervangen door UAV's van het type Reaper.3 Nu is de Amerikaanse luchtmacht niet te vergelijken met de Nederlandse. Groter en gevarieerder, maar het wijst wel op een verschuiving naar minder jachtvliegtuigen en meer onbemande vliegtuigjes (UAV’s). Het betekent ook dat er van de JSF kleinere aantallen verkocht zullen worden dan nu verwacht. Het betekent minder export. Dan zal ook het terugverdienen van de kosten moeizamer verlopen.

1) Wereldwijd Dienstbaar, Ministerie van Defensie, 18 september 2007.
2) Figure 6. Manned vs. Unmanned Funding Comparison in: ‘unmanned Aerial Vehicles:Background and Issues for Congress’, CRS Report for Congress, April 25, 2003; en ‘Joint Strike Fighter (JSF): Potential National Security Questions Pertaining to a Single Production Line’, April 10, 2002.
3) Amy Butler, ‘Reformers at the gate,’ Aviation Week $ Space Technology, 13 april 2009. Zie ook: 'In plaats van een JSF een UAV? Wendela de Vries, april 2009.

Wapens en ontwikkeling (3): Militaire onderzoeksgelden

Uit de wapenindustrie komen voortdurend geluiden dat de ontwikkelingsbudgetten voor nieuwe wapentechnologie te laag zijn. Zowel in Washington als Brussel klopt de militaire industrie steeds aan met het verzoek deze budgetten te verhogen.


In de Verenigde Staten gaat al meer dan de helft van alle gelden die de overheid beschikbaar heeft voor onderzoek en ontwikkeling (R&D) naar het Ministerie van Defensie. Meer dan alle posten, zoals gezondheidszorg, ruimtevaart, landbouw etc samen. Voor 2009 is het onderzoeks- en ontwikkelingsbudget voor het Amerikaanse leger 79,6 miljard dollar.

Dat is 4,1% meer dan in 2008 en 54% van het budget dat de overheid besteed aan onderzoek.1 Ook van de niet militaire onderzoeks- en ontwikkelingsbudgetten (R&D) gaat een deel naar militaire doelen. Andere onderzoeksinstellingen schikken zich steeds meer naar militaire wensen. Daar zit immers het geld.

Om de onderzoeksbudgetten te verdedigen naar het publiek wordt gesteld dat ze zich terug zullen betalen in de vorm van productieverbeteringen. Deze zullen weer leiden tot het verlagen van de productiekosten en betere producten: “De consument zal uiteindelijk gebaat zijn met minder dure en beter bruikbare producten en diensten van een hogere kwaliteit”, wordt in de analyse bij de begroting gesteld. Maar aangezien het hier voor het overgrote deel om militaire onderzoeken gaat is dat sterk de vraag.

Het blijkt dat de Amerikaanse defensie-industrie het geld nauwelijks besteed aan fundamenteel- en toegepast onderzoek, maar dat het voor ruim 80% direct naar de ontwikkeling (testen en verbeteren) van nieuwe producten gaat. In de civiele sector is dit nog geen 10%. Die draagt kortom veel meer bij aan nieuwe ontwikkelingen en inzichten, maar kampt met een gebrek aan investeringen door de overheid.

In een uitgebreid onderzoek naar de waarde van deze investeringen in de wapenindustrie komt de directeur van de Nationale Technologie en Innovatie Onderzoeksraad tot een negatieve beoordeling met betrekking tot de nadruk die in de VS ligt op militaire R&D: "De commerciële voordelen zijn klein, gezien het niveau van de investeringen," zo luidt een van de krachtige conclusies.

Elders in de begroting vind ik nog 400 miljoen dollar voor protheses. Dat onderzoek wordt bekostigd door het Ministerie voor Veteranen Zaken. Onderzoek dat vast mooie toepassingen kent in de civiele samenleving, misschien zelfs over de grens. (Dan kunnen ze er in landen als Liberia en Afghanistan ook nog iets aan hebben.) Maar het is ook onderzoek ingegeven door het droeve lot van uit de oorlog terugkerende Amerikaanse militairen.



Europa

De Europese defensie-industrie klaagt al tijden steen en been over het achterblijven van de gelden voor wapenonderzoek bij die van de Verenigde Staten. Een werkgroep die de Europese Grondwet opstelde, beweerde: "Meer investeringen in militair onderzoek zijn van essentieel belang, zowel met het oog op kwalitatief hoogstaande uitrusting als in het belang van de civiele industrie, die ook de vruchten plukt van militair onderzoek. De noodzaak blijkt bijvoorbeeld uit het aanzienlijke verschil tussen de omvang van de investeringen in de Europese Unie (ongeveer 10 miljard euro) en die van de investeringen van de Verenigde Staten (53 miljard euro)."2

De cijfers zijn veranderd. De klachten zijn gebleven. In 2007 besloten de EU Ministers van Defensie (zonder Denemarken) de uitgaven voor Onderzoek en Technologie te verhogen naar 2% van de militaire uitgaven (het was 1.2%).

Ook in Europa kunnen vraagtekens gezet worden bij de nadruk op militair onderzoek als het gaat om de verdeling van gelden. Een derde van de Europese R&D-gelden gaat naar militair onderzoek. Ruim de helft daarvan wordt door overheden gefinancierd en de rest door de industrie zelf. Dit terwijl van de civiele R&D nog geen 20% door de EU-regeringen wordt verstrekt en 80% door de industrie. Ook in de EU blijkt de wapenindustrie dus voorgetrokken te worden.

Schrikbeeld
Er wordt continue een soort schrikbeeld neergezet dat Europa achterblijft bij de Verenigde Staten. Ook in 2008 stelt François Gayet secretaries general van de AeroSpace and Defence Industries Association of Europe weer: “De kloof tussen de EU en VS heeft zich de laatste jaren verbreed. De concurrentie positie van onze industrie staat op het spel. Er is geen geloofwaardige Europese defensiepolitiek mogelijk zonder een sterke defensie-industriële basis.” (zie ook dit statistiche voorbeeld dat tot een zelfde conclusie leidt). Het is een verhaal dat ik sinds 1998 - toen ik begon dit te bestuderen - steeds weer tegen kom. Andere verschillen tussen Europa en de VS worden in de argumentatie niet meegewogen. De kosten voor militair onderzoek liggen in Europa veel meer bij de bedrijven zelf en minder bij de overheden. In Europa is anderzijds meer exportsteun beschikbaar voor militaire exporten door bedrijven.

Met selectief te winkelen wordt een militair-onderzoek-wedloop gepropageerd.

Europese gelden

Bovendien kan de industrie steeds meer over EU-geld voor onderzoek beschikken. Er is geld voor defensie, veiligheid en ruimtevaart. Ook de laatste twee hebben een sterke militaire tak. Binnen het 7de Framework Programma (FP7) voor onderzoek en technische ontwikkeling is 570 euro per jaar uitgetrokken voor veiligheid en ruimtevaart. Volgens de Europese Parlementariër Von Wogau is er zelfs een budget van 750 miljoen euro per jaar om de gezamenlijke Europese en ruimtevaart en veiligheidsprojecten te steunen

Een aantal vragen wordt stelselmatig niet beantwoord:


* Is ‘Veiligheid’ synoniem met militaire veiligheid? (De vraag die steeds in verschillende varianten terugkomt in deze serie, omdat zo vaak de indruk wordt gewekt dat het antwoord ja is, zeker in de verdeling van middelen.)
* Is dit onderzoek technologie en industrie gedreven of gericht op het oplossen van problemen? In de aanloop naar de budgettering van het 7de Framework Programma stelt het hoofd onderzoek van Greenpeace VK, Doug Parr, juist dit onderwerp aan de orde.
* Waarom zou Europa zich spiegelen aan de Verenigde Staten? (Laat Europa doen waar het goed in is diplomatie. Laat de overheid doen waar ze goed in is en dat is het bieden van veiligheid aan haar burgers. Die veiligheid ligt eerder in goede gezondheidszorg en veiligheid op straat dan in meer en beter bewapende militairen. Waarom zou ook Europa op een te grote voet gaan leven?)


Martin Broek

Eerdere delen:
Deel 1: Ontwikkelingsdoelstellingen
Deel 2: Prioriteiten
Deel 3: Militaire onderzoeksgelden
Deel 4: Wapenhandel een schijntje

Noten:
1) Zie Analytical Perspectives bij de VS begroting 2009, p. 57.
2) Slotverslag van Werkgroep VIII “Defensie” van de Europese Conventie, p.15; Brussel, 16 december 2002.

Bronnen:
* Begroting Verenigde Staten 2009. Zie: gpoaccess.gov/usbudget/fy09/browse.html
* AeroSpace and Defence Industries Association of Europe) PRESS RELEASE ASD calls for further integration of European defence market at French EU Presidency conference, Marseille, 31 oktober 2008.
* Website European Defence Agency, zie: eda.europa.eu/
* ‘EU Ministers Adopt Framework for Joint European Strategy in Defence R&T’, Brussel 19 november 2007, eda.europa.eu/genericitem.aspx?area=2&id=287
* Website Europese Unie ruimtevaart onderzoek: ec.europa.eu/enterprise/space_research/fp7.htm
* Frank Slijper, From Venus to Mars: the European Union´s steps towards the militarisation of Space, November 2008 A TNI briefing paper in cooperation with Campagne tegen Wapenhandel [the Dutch Campaign against Arms Trade].
* Ben Hayes, Arming Big Brother: the EU's security research programme, april 2006,
* Frank Slijper, "Europese Grondwet: Defensieagentschap en militair onderzoek," CtW, mei 2005;
* Zie: ‘The industry: competition and export’, in ‘The arms industry and the EU Constitution’, ENAAT Research Group, Martin Broek & Wendela de Vries, januari 2006.
* ‘Assessing the 'green' credentials of FP7’, 4 mei 2005
* Brian Morris, "Networking and Research Opportunities in Europe," Aerospace and Defence Industries Association of Europe (ASD), 29 maart 2005.
* Charles W. Wessner, "Innovation, Security & Growth," Brussel 19 november 2004.
* Martin Broek, ‘Onderzoek naar nieuwe wapens, de VS’ en ‘… de Europese Unie’, ‘t Kan Anders, juni 2005.
* Martin Broek, ‘Europe’s Defence Industry & its Arms Trade with Asia Pacific,’ in ‘Europe-Asia Arms Trade Challenges ASEM Security Dialogue’, Transnational Institute in Cooperation with AMOK, CAAT, Focus on the Global South and IDD, 1998.

Laat de wapens maar komen

Het gaat goed met Irak. De Amerikaanse troepen gaan het land geleidelijk verlaten. Daar voor in de plaats komen dan wel Amerikaanse wapens1. Tot nu toe heeft Irak al voor 1 ½ miljard euro aan militaire hulp, voertuigen, vliegtuigonderdelen, kleine wapens, uniformen en training gekocht. Zo weet een kolonel Kimberly Ennderle van het Amerikaanse leger te melden.2

Irak gaat dit jaar nog Amerikaanse wapens ter waarde van 3 ½ miljard dollar kopen. (Bronnen spreken zelfs over verkopen ter waarde van 9 miljard in 2009). Dit versterkt de relaties tussen de VS en Irak op lange termijn, aldus Kimberly. De Minister van Defensie van Irak, Abdel Kader Jassem Mohammed, stemt daarmee in “Wij wensen voor ons leger Amerikaanse wapens, omdat die als de beste in de wereld worden gezien.”2

Dat is stoere taal. De wapens worden onder andere geleverd door Defense Solutions Holding Inc.3 Zij hakken wel vaker met dat bijltje.4 Niet zonder succes. Het bedrijf heeft dan ook niet de minsten op de loonlijst, zoals voormalig generaal McCaffrey en voormalig Congreslid voor de Republikeinen Curt Weldon. Solutions koopt voor Irak tanks in Rusland bij Rosoboronexport. Dit bedrijf staat op de zwarte lijst van de Amerikaanse overheid. (Handig zo’n privaat bedrijfje dat de kolen uit het vuur haalt voor de regering van Obama.) De tanks kleden ze uit en voorzien ze van digitale, thermische en laser techniek. Zo kost een nieuwe tank geen 10 à 50 miljoen, maar slecht 3 miljoen per stuk.5 Zo kan Irak er 2.000 aanschaffen.

De ironie kent geen grenzen, omdat de T-72 lichter is dan de Amerikaanse Abrahams, zal hij ook minder schade toebrengen aan wegen, bruggen en dammen. Dit verkondigen deskundigen met droge ogen.6 De voormalige gepensioneerde kolonel van het Amerikaanse leger, Timothy D. Ringgold Watsinaname heeft ook gevoel voor drama: “Het is een kans die maar een keer in je leven voorbij komt om een verse democratie en nieuwe bongenoot van de Verenigde Staten te kunnen helpen bij de opbouw.”7 Het lijkt een grote grap.

Maar betekent de grootschalige wapenleverantie ook dat het goed gaat met de Iraakse economie? Nee, dat niet. Het overheidsbudget is al twee keer naar beneden bijgesteld. Niet een beetje, maar fors van 80 miljard naar 62 miljard dollar. Goed dat er niet nog meer wegen en bruggen kapot gereden worden. Dat wel.





Noten:
1) Iraq Plans To Buy 2,000 Tanks, U.S. Firm Would Rebuild East European T-72s, Defense News 12/1/9
2) Iraq to Spend $5 Billion on U.S. Weapons, Defense News 14/2/9
3) http://www.ds-pa.com/
4) http://blog.wired.com/defense/cash_rules_everything_around_me/index.html
5) http://www.outcasttrader.com/tag/dfsh/&usg/
6) “We Build Armies”, Defense Solutions Holding, Inc, 5/2/9, van Defense-aerospace.com
7) idem

woensdag 12 januari 2011

Wapens en ontwikkeling (2): Prioriteiten

Veertig à zestig miljard dollar om extreme armoede uit te bannen (als aan een aantal basis voorwaarden is voldaan, zie hiervoor deel 1). Het is op wereldschaal gezien geen extreem hoog bedrag. Toch wordt de kans dat het zover komt met de dag kleiner. De aandacht verschuift naar problemen in eigen huis.

Mega bedragen rollen over tafel als het gaat om het ondersteunen van nationale economieën. Enorme fondsen worden uitgetrokken voor garanties aan het bankwezen en financiële steun aan bedrijven die door de crisis in moeilijkheden zijn gekomen. Projecten worden versneld uitgevoerd en belasting wordt verlaagd. Ook in Europa gaat het om honderden miljarden. (Wie heeft of weet een goed overzicht?)

Klimaat


Milieuorganisaties waarschuwen dat de aanpak van de crisis niet ten koste mag gaan van de inzet om het klimaatprobleem te beteugelen. We hobbelen nl. steeds verder achteruit. (zie figuur) Toch bestaat er ondanks de breed gevoelde urgentie om deze tendens te keren het gevaar dat dit beleid niet uitgevoerd zal worden. Volgens de Europese Unie moet de wereld jaarlijks grote bedragen uitgeven aan klimaatbeleid om de zaak onder controle te houden. In 2020 zal het al om 175 miljard euro gaan. Daar wil de EU wel tussen de 23 en 54 miljard inpompen, aldus commissaris voor milieuzaken Dimas. De helft van die investeringen moet plaats vinden in het Zuiden, aldus Dimas onlang in Davos.

Ontwikkeling

Ook gelet op de voedselcrisis is de aanpak van de klimaatverandering van groot belang. Het schaadt de landbouw nu al. Negatieve effecten zijn o.a. perioden van grote droogte, ontbossing, vaker en heftiger stormen, regenval en overstromingen. Deze veroorzaken dat gewassen verzuipen en wegspoelen, daarmee verdwijnt dan ook de vruchtbare aarde in zee. Door de temperatuurstijging treden vaker ziektes op.1

Anderzijds draagt het gebruiken van landbouwareaal voor biobrandstof nog eens flink bij aan de hogere voedselprijzen. De Wereldbank berekende vorig jaar al dat er 100 miljoen armen bij zijn gekomen. Dat is een groep mensen zo groot als de bevolking van Nederland, België en Frankrijk samen. De ellende wordt versterkt door de protectionistische koers die weer school maakt. In de Verenigde Staten, maar ook in landen van de Europese Unie. Een tekort aan aandacht voor het platteland, infrastructuur en transport en logistiek doen de rest. Milieuorganisaties vinden ontwikkelingsorganisaties dan ook aan hun zijde.

Crisis en veiligheid

Door de economische crisis is een nieuwe situatie ontstaan. Met nieuwe problemen. Maar misschien ook met nieuwe mogelijkheden. De Amerikaanse inlichtingendiensten gaan ervan uit dat niet langer het internationale terrorisme de belangrijkste bedreiging van Noord-Amerika is. Een eerste stap naar het einde van de eindeloze oorlog tegen het terrorisme van Bush? ‘Once the communist now the terrorist’, zingt Flogging Molly.



Die tekst is kan vervangen worden: “De belangrijkste veiligheidsdreiging op de korte termijn voor de Verenigde Staten is de wereldwijde economische crisis en zijn geopolitieke gevolgen.” Geen communisme, geen terrorisme maar de eigen banken, het eigen IMF, de eigen Federal Reserve, de eigen Wall Street ballonnenverkopers. Zij zijn gebrandmerkt als veroorzakers van de belangrijkste bedreiging van de Verenigde Staten en de rest van de wereld.

Waarschuwing

Nee, nee, nu gaat er iets mis. Nee natuurlijk niet. Dat is niet de bedoeling van deze opmerking, van Dennis C. Blair, het nieuwe hoofd van Nationale Intelligence.

Het is een waarschuwing aan ons allen: "Er zijn er die zelfs vrezen dat de recessie naar het niveau van de Great Depression kan gaan. Natuurlijk, kunnen wij allemaal de dramatische politieke gevolgen oproepen die de economische wanorde van de jaren twintig en dertig in Europa veroorzaakten: de instabiliteit, en de hoge mate van gewelddadig extremisme."

Blair wil geen schuldigen in eigen land aan wijzen of fouten in het Amerikaanse systeem. Hij wil waarschuwen dat er ook in de 21e eeuw gevolgen kunnen zijn die ons huidige bevattingsvermogen te boven gaan: "Ongeveer een kwart van de landen in de wereld heeft al kleinschalige instabiliteit gezien, zoals Regeringswisselingen door de huidige vertraging van de economische groei. (...) Statistiche modellen laten zien dat economische crisis de risico's van regering-bedreigende instabiliteit doen toenemen als ze langer dan een of twee jaar blijven bestaan." Met andere woorden: uw veiligheid staat op het spel. Die uitspraak is niet helemaal belangeloos: "Hoe langer het herstel op zich laat wachten, hoe waarschijnlijker dat Amerikaanse belangen worden geschaad."

Crisis

Wie kent niet het Chinese karakter voor crisis? Het is samengesteld uit de karakters voor gevaar en mogelijkheden. Crisis in onze taal komt van het oud-Griekse werkwoord κρινομαι ('krinomai') moment van de waarheid . Blair maakt dan ook gelijk van de gelegenheid gebruik om een deel van de Amerikaanse buitenlandse politiek weer op de rails te krijgen.

"De Verenigde Staten is in staat een krachtige leiding op zich te nemen zowel in eigen land, in bilaterale relaties als binnen multi-laterale organisaties zoals de Wereld Handelsorganisatie (WTO), de Asia Pacific Economic Cooperation (APEC) en de Associatie van Zuidoost
Aziatsiche Landen (ASEAN)." (De NAVO wordt alleen genoemd in verband met Rusland en Afghanistan.) Die leiding gevende rol moet wel in overleg met andere landen, zo stelt Blair geruststellend in de conclusie van het rapport.

"Naast toenemende economisch nationalisme", schrijft hij, "zal de te verwachten politieke fallout voor de belangen van de VS bestaan uit het feit dat vrienden en bondgenoten niet helemaal in staat zullen zijn om aan hun defensie en hun humanitaire [?] verplichtingen te voldoen." Een deel van de grotere leiding zal dus bestaan uit begrotingsadviezen aan bondgenoten om meer aan Defensie te besteden en meer op te treden in zwakke staten kunnen we hier uit afleiden. Ik ken een paar landen die zullen doen wat Washington voorstelt. Dat is prettig voor Jaap.

De tering, maar waar is de nering?

Meer alsmaar meer. Dat is het refrein. Obama's budget is in lijn met dat van Bush berichtte Defense News begin februari al: "Het maakt bijna niet uit vanuit welke hoek je er naar kijkt, de Amerikaanse militairen zwemmen in het geld. Militaire bestedingen zijn vandaag de dag op historische hoogten en dat zal vermoedelijk niet veranderen in 2010."2

Historisch betekent in deze context hoger dan op het hoogte punt van de Koude Oorlog. Daarbij gaat het dan wel om absolute uitgaven, want als deel van het BNP is het minder dan destijds (4% nu en 6% in 1987). Een argument dat voorstanders van de grote militaire uitgaven ter verzachting kunnen gebruiken.

Vanuit het Office for Management and Budget van het Witte Huis komen nu al geluiden dat het budget voor 2010 weer 12 miljard dollar hoger zal liggen dan in 2009. De posten oorlogsbehoeften en overbruggingskosten zijn nog niet duidelijk. Een artikel in Jane's Defence Weekly gaat in op juist die overbruggingskosten voor de luchtstrijdkrachten van de Amerikaanse landmacht: zij worden "geconfronteerd met een dubbele uitdaging enerzijnds om in het gevecht versleten middelen te onderhouden en anderzijds te investeren in toekomstige wapensystemen."3 Dit is precies de reden dat de overbruggingsbudgetten onder Bush zijn ingesteld. Het artikel moet dan ook gezien worden als onderdeel van de lobby om deze ook voor 2010 weer op de begroting te krijgen.




Het leger is qua personeel ingekrompen, maar de kosten per soldaat zijn opgelopen. Ook de wapens zijn fors duurder geworden. Een F-16 kostte bijvoorbeeld 30 miljoen dollar per stuk. Aan de Joint Strike Fighter hangt een prijskaartje van 83 miljoen dollar (beide in 2009 dollars). De nieuwe wapens zijn duurder om te onderhouden en te gebruiken. Militairen kiezen voor meer gevechtsmogelijkheden en niet voor lagere prijzen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de defensieplannen van de verschillende Amerikaanse krijgsmachtonderdelen uitgaan van groei
in de komende zes jaar. De crisis moet maar door anderen gedragen worden, lijkt het idee.

Nu al gaan bijna 20.000 soldaten extra naar Afghanistan. Die soldaten hebben recht op het beste wat de Verenigde Staten zijn mannen en vrouwen kan bieden. Zij vechten voor het prachtige land met zijn waarden die het al motiveren sinds 1776. Zo zal het ronken. Echter het verstrekken van een retourticket is veel goedkoper en beter voor de wereld.

De uitgaven dalen niet, maar nemen toe. Dat is niet de tering naar de nering zetten, dat is afwachten waar het schip strand. Op kosten van de wereld. "Het militair industrieel complex eet de wereld op", wanhoopt John Feffer3. "Het wordt tijd dat die uitgaven bevroren worden en gelden besteed worden aan menselijke behoeften", stelt hij vervolgens strijdbaar. Je hoeft geen licht te zijn om te snappen dat op zijn minst bevriezing nodig is "Op het moment dat we heel hard financiering nodig hebben voor het aanpakken van de voedselcrisis, de energiecrisis, de klimaatcrisis, de AIDS-crisis, naast andere opduikende crisis - die allen de veiligheid bedreigen - staan de militaire uitgaven nauwelijks op de agenda," aldus Feffer.

Eigen huis

Waarom ze niet of nauwelijks op de agenda staan? Dat is heel eenvoudig. We worden bedreigt door Iran, door falende staten zoals Somalië, door drugsbaronnen, door cyberspace piraten, door criminelen op zee en door gevaren die we nog niet kunnen voorzien. We voeren de strijd van de rede tegen de redelozen. Dat mag toch wel een grijpstuiver kosten. En als dit nog niet voldoende argumentatie is dan gooien we het argument van werkgelegenheid er nog overheen: al die soldaten zijn niet werkeloos; en al die mensen bij de wapenfabrieken verdienen hun brood.

Zeker in tijden van crisis is dit een heel bruikbaar argument. De internationale vakbondsorganisatie (ILO) berekende onlangs dat alle vooruitgang die de afgelopen tien jaar is geboekt bij het creëren van werkgelegenheid dreigt te verdwijnen. De crisis kan daardoor nog eens 200 miljoen mensen in armoede storten. Je raadt het al, vooral in het Zuiden. Dat een militaire euro of dollar slechter is besteed dan een civiele bij het scheppen van banen wordt steeds opnieuw aangetoond, maar beklijft niet.

Een van de redenen voor die struisvogel houding: er is in de wereld een potje van 1.300.000.000.000 dollar voor vrede en veiligheid. Legers zorgen ervoor dat ze centraal staan bij vragen over macht, vrede en veiligheid. En dat mogen ze. Die realiteit lijkt haast onaantastbaar. Anderzijds zou het potje voldoende bevatten voor het aanpakken van heel veel problemen. Met dat potje kunnen bijvoorbeeld de Millenium Development Goals uitgevoerd worden, kan een klimaatprogramma op poten worden gezet en nog veel meer. Veiligheid, wiens veiligheid en vrede?, is daarom de vraag die gesteld moet worden.

Martin Broek

Eerdere delen:
Deel 1: Ontwikkelingsdoelstellingen
Deel 2: Prioriteiten
Deel 3: Militaire onderzoeksgelden
Deel 4: Wapenhandel een schijntje

Belangrijkste bronnen:

* William Matthews, 'Obama's 2010 Budget 'In Line' With Bush's'
* John Feffer, 'The Risk of Military Keynesianism', Foreign Policy in Focus, 9 februari 2009.
* Dennis C. Blair, Annual Threat Assessment of the Intelligence Community for the Senate Select Committee on Intelligence, Director of National Intelligence, 12 February 2009.

Noten:
1) A New Era of World Hunger? The Global Food Crisis Analyzed James A. Paul Katarina Wahlberg FES Briefing Paper July 2008. Gevonden op de ‘Environmental Degradation and Hunger’ pagina van Global Policy Forum.
2) William Matthews, 'Obama's 2010 Budget 'In Line' With Bush's', Defense News 9/2/9, p. 4.
3) Caitlin Harrington, 'Balancing act', Jane's Defence Weekly 18 februari 2009, p. 27-31.

maandag 10 januari 2011

Private Military Companies

Op de site van het Transnational Institute in Amsterdam lees ik het verslag van een bezoek van twee medewerkers aan Kaboel in Afghanistan. Ze zijn daar om onderzoek te doen naar de ontwikkelingen op de opium markt.

Het artikel Security in Afghanistan - Business as usual?’ gaat vooral in op de vele veiligheidsvoorzieningen in de stad. Overal staan jonge mannen aan de poort en overal worden auto’s aangehouden. Hun harten en geesten worden er niet mee gewonnen. De chauffeur van de onderzoekers grapt: “Een ding dat een goed exportproduct voor ons land zou zijn, is beton voor roadblocks. Afghaanse bedrijven zijn experts in de maken ervan.”

Het deed mij denken aan een overzichtje uit de Engelse Times dat ik elders las, waarin vooral ingegaan wordt op de buitenlandse ondernemingen die hun voordeel doen met de situatie in Afghanistan.

90 is het minimale aantal civiele veiligheids bedrijven (private security contractors, PSC’s) werkzaam in Afghanistan.
28.000 veiligheidsmedewerkers werken bij de PSC’s in Afghanistan.
43.750 handvuurwapens, geweren, automatische gewereren en raket aangedreven granaatwerpers hebben die in hun bezit dat is
3,5 wapen per persoon.
56% van de PSC’s zijn in buitenlandse handen, zoals die van de Australië, Canada, Duitsland, Engeland, India Nederland, Nepal, Pakistan, Turkije en VS.
6.000 waren in dienst van elk van de twee grootste Amerikaanse bedrijven, Blackwater and DynCorp.
€ 336 gemiddelde dagelijkse loon voor de internationale medewerkers van de PSC’s.
€ 11.444 maandloon voor top van de internationale medewerkers.
57 internationale PSC’s werkzaam in Afghanistan;
21 daarvan komen uit de VS,
17 komen uit Engeland. Bron: Swisspeace

In: Jeremy Page, ‘Security companies fall foul of gun controls,’ The Times, 11 februari 2008.

Al eerder schreef ik over de verkoop van oorlog en veiligheid aan de markt:
* “Capitalism Everywhere”
*Op zoek naar een baantje? Bel 040-80 80 007

Eerder op Volkskrantblog 23 november 2009

zondag 9 januari 2011

weer tegenslag JSF-programma



Fotobijschrift: een F136 motor van Rolls Royce voor de JSF.


Vorige week brachten de Amerikaanse mariniers het verhaal naar buiten dat de Joint Strike Fighter duurder in het gebruik zal zijn dan de gevechtstoestellen vliegtuigen die ze nu vliegen (Zie http://www.jsfnieuws.nl/?p=524)

Nu komt de volgende JSF-domper er al weer overheen. De chef-staf van de Amerikaanse luchtmacht, general Norton Schwarts zei gisteren dat het Pentagon heeft besloten het oefen- en aanschafprogramma te vertragen.

“Onze aanpak was te agressief, er wordt nu gepoogd om minder tegelijk te doen, de periode verbonden aan het testen te verlengen, meer middelen voor testen in te zetten en de productie cijfers iets minder ambitious te maken.”

Langer en meer, leidt vermoedelijk tot hogere kosten. Dat het hele test- en productieprogramma veel te ambitieus is wordt al jaren naar voren gebracht door analisten. De leiding van Amerikaanse luchtmacht kan er ook niet meer onderuit.

Volkskrantblog 21 januari 2010

Hulp in Afghanistan. Een wapensysteem?



Fotobijschrift: Militarisering van de humanitaire hulp in Afghanistan, blog van Viewpoint


In de discussie rond Afghanistan komt heel vaak de uitspraak naar voren dat het geen opbouw missie is, maar een vechtmissie. Dit lijkt te impliceren dat militairen meer aan opbouw zouden moeten doen en minder aan vechten. Het zou dan moeten gaan om een verschuiving binnen de 3D-aanpak, waar development, diplomacy en defense samen optrekken.Maar zijn militairen wel hulpverleners?


Defensie
Vooropgesteld dat er geen sprake van kan zijn dat het hier – 5.000 km van huis - om defensie gaat. Het bestrijden van één van de partijen in het Afghaanse conflict en de anderen - vaak geen haar beter - laten zitten heeft meer met partij kiezen in eht conflict te maken dan met het oplossen ervan. Ook dit past niet zo goed bij het begrip verdediging. Ondanks de retoriek dat we ons hier in Europa moeten beschermen door daar in Azië de terroristen te vernietigen is het een interventie van het zuiverste water. Hierbij spelen verschillende belangen een rol, zoals de controle van Afghanistan (olietransport, dicht bij China en Rusland) en een nieuwe taak voor het Westerse militaire project de NAVO. De oorlog lijkt bovendien eerder wervend dan bestrijdend te zijn als het om het terrorisme gaat.

Gemilitariseerde hulp

De militairen hebben in het kader van een contra-guerrilla tactiek een eigen hulpverlening opgezet. Zogenaamde Provinciale Constructie Teams bouwen schooltjes, maken waterputten schoon en het leveren verf voor het schilderen van kozijnen etc. Ze overleggen daarbij met dorpsoudsten en winnen zo informatie in ruil voor een busverf of een stapel schriften.Daarmee zit de inlichtingendienst voor een prikkie op de eerste rang. Aan een Amerikaans soldaat wordt immers per persoon evenveel besteed als aan 1.000 Afghanen in het kader van de militaire ontwikkelingshulp. Toch zijn ook de voorzieningen voor de Afghanen er op vooruit gegaan. Een win-win situatie zo lijkt het. Er is echter een nadeel de hulp wordt gemilitariseerd en daarmee verdacht. Een leerling in een door militairen gebouwd schooltje heeft een grote kans aangevallen te worden. Bovendien vragen steeds meer Afghanen zich af wat ze met die hulp moeten.

Snelle populaire resultaten
Gemilitariseerde hulp wordt niet alleen verdacht, maar ook verkeerd besteed, zo schreven onlangs zes hulporganisaties, waarvan Oxfam de bekendste is. De militairen hebben snelle resultaten nodig om de bevolking aan hun kant te krijgen. Een beetje vergelijkbaar met de manier waarop populistische voostellen in Nederland worden gebruikt. De structurele oorzaken worden daarbij vaak al dan niet met opzet vergeten. De organisaties vragen zich af of hulp een wapensysteem is geworden.

Amerikaanse manual
In een Amerikaanse militaire handleiding voor operaties in Irak en Afghanistan wordt hulp gedefineerd als een niet-dodelijk-wapen, dat wordt gebruikt  “to win the hearts and minds of the indigenous population to facilitate defeating the insurgents.” Dat geldt niet alleen de Amerikanen. Wie de Nederlandse militaire vakpers doorneemt komt regelmatig artikelen tegen over coutner-insurgency en contra-guerrilla. Hulp is een deel van de oorlog. De verontwaardiging dat dit door de opstandelingen aangepakt wordt, moet gezien worden als krokodillentranen. De opstandelingen zullen zich niet laten verslaan zoals het in een Amerikaans manual wordt beschreven. Ze zullen ervoor zorgen dat de nadelen van die hulp groter worden dan de voordelen. Het is geen gezelschap spel, maar oorlog.

Hulp geven is een vak
Ongeveer 1,7 miljard dollar is uitgegeven aan militaire ontwikkelingshulp. Voor dit jaar is al een miljard uitgetrokken. De militairen zijn niet in staat een evaluatie van de impact hiervan te geven. Opzichzelf al een veeg teken dat de hulp niet met veel beleid wordt ingezet. Wel is duidelijk dat er schoolgebouwen gebouwd worden daar waar geen onderwijzer of  lerares te vinden is. Lokalen, met tafeltjes, stoelen en schriften en niemand voor het bord. Snel gewonnen, snel geronnen, dat zien de Afghanen zelf ook. Er is haast geboden bij het besteden van de gelden, maar haast en een goed ontwikkelingsbeleid gaat niet samen. Een probleem is dat geld besteden gemakkelijker gaat in de relatief veilige regio’s, zo ontstaan regionale verschillen. Bovendien wordt een kwetsbare groep vergeten: Pakistaanse, Iraanse en interne vluchtelingen.

Wat werkt wel
De zes hulp organisaties zeggen dat er meer steun moet komen voor projecten van regionale en plaatselijke overheden bij het opzetten van onderwijs. Dat zoveel mogelijk verantwoordelijkheden voor onderwijs naar Afghaanse overheden gaan. Militaire hulp moet zo snel mogelijk afgebouwd worden en ingeruild voor civiele steun. Ook hulporganisaties moeten er op uit zijn hun partners te versterken en niet alleen de eigen projecten uit te voeren. Versterk de overheid en zorg dat ze beter controleerbaar wordt en minder corrupt. Zorg ervoor dat meer coördinatie bij de VN komt te liggen. Deze organisatie moet op haar beurt voor zorgen dat moeilijke regio’s worden bevoorraad en bewaken dat projecten niet gemilitariseerd worden en controleerbaar blijven.

Tenslotte

De D van diplomatie wordt wel erg magertjes uitgelegd als het betekent dat er gesproken wordt met lokale dorpshoofden en de delen van de regering Karzai. Diplomatie wordt pas echt diplomatie als ook met de tegenstander wordt gesproken. Die D wordt volledig vergeten en het eerste grote Obama-offensief in Afghanistan hebben we achter de rug: een troepenmacht van 15.000 militairen die achter een vijand aanging die week als water. Wel vielen burgerslachtoffers. Tegen het verlies aan harts and minds die daar het gevolg van zijn, kunnen geen honderd schooltjes op.

Dit artikel is grotendeels gebaseerd op: Quick impact, quick collapse.”  Het korte rapport werd onderschreven door: Action Aid, Afghanaid, CARE, Christian Aid, Concern Worldwide, Norwegian Refugee Council, Oxfam and Trocaire. Auteur Ashley Jackson, Hoofd van Policy and Advocacy, Oxfam International.  

Dit artikel is overgenomen door Ravagedigitaal.

dinsdag 24 november 2009

Cijfers bij een observatie

Op de site van het Transnational Institute in Amsterdam lees ik het verslag van een bezoek van twee medewerkers aan Kaboel in Afghanistan. Ze zijn daar om onderzoek te doen naar de ontwikkelingen op de opium markt.

Het artikel 'Security in Afghanistan - Business as usual?’ gaat vooral in op de vele veiligheidsvoorzieningen in de stad. Overal staan jonge mannen aan de poort en overal worden auto’s aangehouden. Hun harten en geesten worden er niet mee gewonnen. De chauffeur van de onderzoekers grapt: “Een ding dat een goed exportproduct voor ons land zou zijn, is beton voor roadblocks. Afghaanse bedrijven zijn experts in de maken ervan.”

Het deed mij denken aan een overzichtje uit de Engelse Times dat ik elders las, waarin vooral ingegaan wordt op de buitenlandse ondernemingen die hun voordeel doen met de situatie in Afghanistan.

90 is het minimale aantal civiele veiligheids bedrijven
(private security contractors, PSC’s) werkzaam in Afghanistan.
28.000 veiligheidsmedewerkers werken bij de PSC’s in Afghanistan. 43.750 handvuurwapens, geweren, automatische gewereren en raket
aangedreven granaatwerpers hebben zij in hun bezit dat is
3,5 wapen per persoon.
56% van de PSC’s zijn in buitenlandse handen, zoals die van de
Australië, Canada, Duitsland,Engeland, India Nederland, Nepal,
Pakistan, Turkije en VS.
6.000 waren in dienst van elk van de twee grootste Amerikaanse bedrijven,
Blackwater and DynCorp.
€ 336 gemiddelde dagelijkse loon voor de internationale medewerkers
van de PSC’s.
€ 11.444 maandloon voor top van de internationale medewerkers.
57 internationale PSC’s werkzaam in Afghanistan;
21 daarvan komen uit de VS,
17 komen uit Engeland. Bron: Swisspeace

In: Jeremy Page, ‘Security companies fall foul of gun controls,’ The Times, 11 februari 2008.

Al eerder schreef ik over de verkoop van oorlog en veiligheid aan de markt:
* “Capitalism Everywhere”
*Op zoek naar een baantje? Bel 040-80 80 007