Posts tonen met het label vrede. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vrede. Alle posts tonen

vrijdag 14 januari 2011

Humor van de verliezer

Zouden die piraten op de kust van Somalië gevoel voor humor hebben? Zeg niet dat piraterij niet romantisch is en daarom van humor geen sprake kan zijn; er zijn volstrekt correcte droogstoppels en luimige zware misdadigers (of andersom). Pippi Langkous, het kleine meisje met de sproeten, windt zich in een piratenkroeg zo op over het pesten van een jongetje, dat ze de daders aan de muur hangt. Bulderend lachen vult vervolgens het drinkgelag.

Dat er ergens in een khat-room wordt gelachen door de bendeleider die zijn volgende schip in handen heeft, kan ik me voorstellen. Dagelijks leest hij verhalen over de vloot in de Somalische kustwateren: “Around twenty countries, including NATO/EU member states, India, Russia and China, have already dispatched naval vessels, with South Korea expected to join them soon.” De rijkste en machtigste landen sturen oorlogsschepen om zíjn activiteiten te bestrijden. Het vervult hem niet alleen van trots, hij ziet er ook de grap wel van in. De khat versterkt dit gevoel.

Hij leest dat het Nederlandse fregat dat mee vaart, ruim 400 miljoen euro heeft gekost. Dat is ongeveer tien procent van het BNP van Somalië. De verzamelde vloot kost meer dan alle economische activiteiten van het land in twee jaar opbrengen, inclusief wat Somaliërs in het buitenland naar hun familie sturen. Ondanks die inzet waren de piraten toch weer in staat een klein Nederlands scheepje buit te maken. Het is om je kapot te lachen. Maar laten we eerlijk zijn: het is de lach van de zelfspot, de humor van de verliezer, de overlevingsstrategie in een land zonder kansen.

De Islamisten met hun rechtbanken. De bendeleider haatte ze. Maar toen ze eind 2006 verdreven werden door de Ethiopiërs, gesteund door de VS, werd de situatie nog veel slechter. Was het niet mogelijk vanuit de bestaande orde aan een nieuwe te werken? Nu werd alles gesloopt en weggeschoten, ook het beetje organisatie dat er nog was.

Tranen worden al twintig jaar geplengd over het falende Somalië, maar dat weerhoudt buitenlandse vissers er niet van om de Somalische wateren leeg te vissen. De zee werd bovendien een stortplaats voor gif en nucleair afval. Een falende staat biedt immers ook kansen voor wie de ruimte ziet. “Onze tonijn zit in uw blikje”, denkt de piraat, “zonder dat wij er een cent van zien.” Somalië loopt tussen de 73 en 230 miljoen euro per jaar mis door dat gevis. Veel meer dan de hele piraterij opbrengt.

De bendeleider ziet ze, de zwarte schepen op zee, met geleide raketten, torpedo’s en over de horizon radar. De spierballen van de wereld verzamelen zich om in het gat te springen, om de falende staat van buiten te controleren. Het lijkt op een strijd om Oost-Afrika met als bonus de toegang tot Rode en Arabische Zee. Ideaal niet ver van het wapengekletter in het Midden Oosten en op twee dagen varen van Zuid-Azië, het huidige speerpunt voor militaire avonturen.

Zouden ze niet beter middelen en kennis kunnen verstrekken zodat landen in Oost-Afrika op termijn zelf hun wateren kunnen beschermen tegen piraten. Maar ook tegen Spaanse, Franse en Griekse vissers en tegen onverlaten die hun troep storten. Waarom is er geen georganiseerde kustwacht in de regio. Kost een schijntje. Het is niet om te lachen, maar om te huilen dat er gekozen wordt voor interventie en niet voor het helpen bij de opbouw van onafhankelijke rechtshandhavingsstructuren daar waar ze nodig zijn.

zondag 9 januari 2011

Vrouwen en antimilitarisme


“Vrouwen hebben een groot aantal relaties met de krijgsmacht: ze commanderen regimenten, zijn soldaat, werken in de wapenindustrie, maken keukens en toiletten van militaire bases schoon … of protesteren tegen de militairen tijdens acties en in vredeskampen. Sommige vrouwen hebben weinig keus als het gaat om de relatie met het militaire bedrijf: ze worden gedood, verwond, verdreven uit hun huizen en beroofd tijdens gewapende conflicten.”

Het citaat komt uit een artikel van Sian Jones dat onderdeel is van veertien artikelen over feminisme en antimilitarisme (zie onder voor de links). Jones is vredesactiviste op een kamp bij de Britse basis Aldermaston en lid van Vrouwen in het Zwart.

De artikelen zijn uitgangspunt voor een discussie in Straatsburg tijdens de NAVO-top waar de militaire organisatie een feestje viert, omdat ze zestig jaar bestaat. Vrouwen in het zwart, een vredesorganisatie die zijn wortels heeft in Israël en voormalig Joegoslavië is de initiatiefnemer van de bijeenkomst. Al enige tijd geleden kwam ik de artikelen tegen en nam me voor ze later eens goed te lezen en te verwerken tot een tekst voor mijn blog.

Veiligheid

In een van de artikelen, dat van Cynthia Cockburn, stuit ik op een citaat waar ik me volledig in kan vinden: “'Veiligheid’ is een woord dat volgens de gangbare betekenis, zoals de Oxford dictionary het stelt, “een gevoel van veiligheid” betekent, of “gevrijwaard van gevaar”. De betekenis van het begrip wordt in de internationale diplomatie, militaire en regeringskringen geperverteerd. Dat betekent dat een van de taken van onze anti oorlogs en vredesbewegingen het blootleggen is van de valse betekenis in het ‘veiligheids” concept zoals dat wordt gebruikt door de NAVO. We moeten dat wat echt telt, de real thing, definiëren, en daarbij is een feministische analyse van betekenis. We zullen moeten vechten om dit te bereiken en daarbij is een feministische praktijk zeer zeker van belang.” Het is precies de reden voor mij om de artikelen te lezen.

De notie dat het begrip veiligheid wordt verknalt in de internationale politiek zie ik ook. (bijvoorbeeld in: Ike) Maar ook zie ik dat veel gedachten om dit misbruik te bestrijden uit feministische hoek komen. Zij tackelen met kracht het zogenaamde realistische vertoog over internationale relaties en macht door bijvoorbeeld deze uitleg van veiligheid aan de orde te stellen. Ze staan daarmee dichterbij de realiteit van de meerderheid van de wereldbevolking dan de aanhangers van wat Realpolitik wordt genoemd, die vooral de belangen van de elite in het oog houden. Het is niet verwonderlijk dat in hetzelfde artikel ook een pleidooi voor human security voorbij komt. Dat is een veiligheid gebaseerd op de ‘freedom from want and from fear’.

Tijdens het lezen heb ik vaak het gevoel dat wat feministische wordt genoemd net zo goed thuis hoort in gemengde visies van humanisten, progressieven of socialisten, soms zelfs nog breder dan dat. Toch zijn er wel een aantal punten die je niet snel tegen zult komen in een artikel van een doorsnee antimilitairist. De nadruk ligt ergens anders en juist dat is waardevol, ook al omdat er nieuwe visies uit volgen en onderwerpen aan de orde komen die je anders niet snel zou lezen. Dat nationalisme en militarisme elkaar versterken lees ik regelmatig dat het patriarchaat er net zo goed bij hoort tegenwoordig veel minder. Het is goed daar eens aan herinnert te worden.

Vrouwen veiligheid


Er is een noodzaak voor ‘women’s security’ stelt Cockburn. Vrouwen zijn immers verantwoordelijk voor van alles en zonder daarvoor beloond te worden. Van de militarisering krijgen ze wel bijzonder veel mee. Geld gaat naar wapens en militairen en niet naar sociale uitgaven, waardoor hun taken zwaarder worden. Militairen worden opgevoed tot mannen en beschermers van vrouwen. De vrouwen moeten baren. Ze worden er dus alleen maar slechter van. Zo vat ik haar veel uitgebreidere versie van dit mechanisme samen.

Afghanistan

Bij de oorlog in Afghanistan wordt de slechte positie van vrouwen vaak benoemd om aan te tonen waarom een militaire interventie door het verlichte Westen zo belangrijk is. Het is een heikel punt om hier tegenin te gaan en zijn het doorgaans artikelen van de Afghaanse vrouwen organisatie RAWA die ik aanhaal om aan te geven dat je daar als Afghaanse vrouw ook anders over kan denken. Niet snel zou ik er op komen om aan te geven dat Afghanistan het enige land in de wereld is waar het zelfmoordcijfer onder vrouwen hoger is dan onder mannen en vervolgens de link te leggen dat dit veroorzaakt wordt door dertig jaar oorlog; het geweld uit het verleden wordt doorgegeven naar de toekomst. De Deense vredesactiviste Annelise Ebbe doet dit wel. Ze stelt dat de voortzetting van deze wantoestanden bovendien wordt gelegitimeerd door de grootgrutters in geweld, de krijgsheren, niet te bestraffen maar op te nemen in de regering. Wetgeving blijft vrouwonvriendelijk, vrouwen blijven daardoor tweede rangsburgers en dit legitimeert de voortzetting van geweld tegen vrouwen.

Ebbe zegt dan ook dat de Afghaanse interventie in Afghanistan op de schop moet; de Amerikaanse en NAVO-troepen het land uit moeten; de krijgsheren en tablibanleiders voor een tribunaal moeten worden gebracht. Dat is een duidelijk plan, maar het is wel geschreven in Denemarken. Een aanzet tot discussie zou het kunnen zijn, maar de hierarchie afwijzen betekent ook dat Afghanen zelf hun toekomst mogen schrijven. Dialoog wordt genoemd als vrouwelijke oplossing voor concliften. Mogelijk leidt die dialoog in Afghanistan wel tot een Waarheidscommissie. Misstanden mogen niet onbestraft blijven. Dat werkt geweld nadien in de hand, maar welke vorm dat moet krijgen kan alleen lokaal bepaald worden niet vanuit Amsterdam of Kopenhagen.

VN-resolutie 1325

Oorlog versterkt de gewelddadige verschijnselen in de maatschappij en vrouwen zijn de eerste die dit aan de lijve ondervinden. In 2000 legde de VN-veiligheidsraad dit vast in resolutie 1325: “(…) het feit dat burgers, in het bijzonder vrouwen en kinderen, de overgrote meerderheid uitmaken van hen die de nadelige gevolgen ondervinden van gewapende conflicten, onder meer als vluchtelingen en ontheemden, en dat dezen steeds vaker het doelwit vormen van strijders en gewapende onderdelen, en onder erkenning van de daaruit voortspruitende impact op duurzame vrede en verzoening.” Hiermee is een belangrijke reden gegeven waarom vrouwen vredestrijd doorgaat, terwijl veel mannen uit de vredesbeweging al ander emplooi hebben gezocht.

Jongens worden geronseld voor opstandelingen legers in Afrika. Vrouwen worden verhandeld, verscheept en verkocht aan bordelen onder valse voorwendsels. Vaak voor bordelen die ontstaan daar waar militairen hun kampen opslaan. De NAVO heeft wel een richtlijn hoe hier mee om te gaan (Policy Against Human Trafficking). Een goede stap, maar ieder land mag verder zelf uitleggen hoe het hier mee omgaat. Waarmee het tandeloze tijger is. Het zou zomaar een actiepunt kunnen zijn om de NAVO er toe te dwingen dat die regel gehandhaafd wordt en te starten met een beleid dat vrouwen veiligheid verschaft.

Blokken en Staat

Wat veel terugkomt is de kritiek op het in machtsblokken denken. Vrouwen hebben daar weinig tijd en energie in geïnvesteerd, terwijl het wel een centraal element in internationale relaties is. De internationale politiek wordt dan ook gedomineerd door mannen en die komen tot masculiene concepten en waarden. Er zijn wel vrouwen maar dat is een geringe en niet representatieve elite, aldus Cockburn. Dat blokdenken heeft wel ernstige consequenties voor de maatschappij, zoals het uitsluiten van de ander en de bedreiging van hen die niet tot het blok behoren. Het blokdenken is een intrinsiek deel van onze samenleving geworden: de westerse manier van leven moet overal in de wereld gebracht worden en versterkt daarmee een denkwijze die antifeministisch is en geweld in de hand werkt.

Niet alleen blokken ook het denken over de staat als vaderland of natie, de ongeduldigheid met grenzen en het wantrouwen van overheden en de waarde van de door hun geboden veiligheid komen aan de orde. Dat is niet zo vreemd als je bedenkt dat het begin van de organisatie ligt bij de ontmoeting tussen Palestijnse en Israëlische vrouwen over de grens tussen beide heen. De notie dat veiligheid (uitsluitend) gebouwd wordt op staten, wordt daarmee afgebroken. Het geloof in de staat kan racisme en nationalisme zelfs in de hand werken aldus de vrouwen in Straatsburg. Veiligheid ligt bij mensen en in dit geval zijn het vrouwen die het voortouw nemen.

Sociale samenhang

De samenhang in sociale groepen wordt vaak geregeld door vrouwen. Vrouwen hebben een traditionele bemiddelende rol om de boel bijeen te houden en te verzorgen. Zij zien dat de militaire optredens een gevaar zijn voor de samenleving waarin zij een rol spelen.
De nucleaire paraplu vergiftigd bijvoorbeeld degenen die ze moet beschermen, brengt het gevaar van ongelukken met zich mee (ook net naast de Nederlandse grens gebeurde een ongeluk met kernwapens), veroorzaak straling en maakt dat Volkel een doelwit is en daarmee een bedreiging voor de mensen die er wonen.
De vervuiling door Amerikaanse bases gaat niet alleen het land aan waar ze gevestigd zijn, het is ook een bedreiging van de veiligheid van de daar gelegerde militairen. De tegenstelling is hier kleiner dan gedacht er is zelfs een gezamenlijk belang.
Een ander gevaar voor de samenleving is de binnenlandse veiligheidsstrategie, waardoor burgerlijke vrijheden afkalven en racisme tegen vijanden van binnen gewoon wordt. Twee vrouwen uit Turijn beschrijven hoe zelfs een verkrachting zich tegen de zelfstandigheid van vrouwen kan keren. De verkrachting van een meisje is aanleiding om een binnenlandse vijand te creëren en een verdedigingssysteem op te zetten tegen buitenlandse vijanden. De katholieke kerk greep de kwestie aan om te pleiten voor meer zorg dat de vrouwelijkheid niet geschonden zou worden. Alsof het meeste sexuele geweld niet binnen de huiselijke muren plaatsvindt. Sowieso gaat het hier om een patriarchaal model waar de mannen waken over de vrouwen en niet de vrijheid van de vrouw wordt verdedigd, maar een mannelijk beeld van de vrouw.

Lege portemonnee

When you are laid off
when your fixed-term contract
is not renewed
when you struggle to pay always
more for less

when at the beginning of the month
your wallet is already empty

you have nothing to win
with the increase of military spending.

Ana Azaria


De kosten van zo’n militair apparaat gaan ten koste van allerlei andere bestedingen. Ook over dat onderwerp is er een bijdrage onder de veertien artikelen. Het is een heel kort stukje, maar het leest bijna als een gedicht. Het is niet nieuw. Ik heb dit al zo vaak gelezen en geschreven, maar dit is krachtig: “Als je ontslagen bent, als je tijdelijke contract niet is verlengd, als je moeite hebt altijd maar weer meer voor minder te betalen en als aan het begin van de maand je portemonnee al weer leeg is … dan heb je niets te winnen met een stijging van de militaire uitgaven,” schrijft Ana Azaria uit Frankrijk. Het leger verdedigt dan ook nog eens belangen, zoals de controle over energie en grondstoffen en land, zaken die ver weg staan van sociale behoeften.


kracht

Vrouwen zijn krachtig. De journaliste Marlene Tuininga van Vrouwen in het Zwart Parijs noemt overlevingskracht, redelijkheid en inlevingsvermogen als karakterestieken die ze overal onder vrouwen tegenkomt. Als de mannen worden vermoord nemen vrouwen hun taken erbij, zoals ze in Rwanda zag. In dat land vertelde een vrouw haar dat mannen het maar gemakkelijk hebben tijdens een oorlog, zij gaan alleen maar dood. Vrouwen moeten jarenlang zien te overleven. Dat is noodzaak, maar ook een teken van kracht.

Vrouwen zien sneller dan mannen dat het onzin is om biljoenen in legers te stoppen, terwijl veel meer veiligheid geboden wordt door ongelijkheid tussen mensen op te lossen. Dat is gewoon redelijk denken, boerenverstand.

Inlevingsvermogen is ook een onder vrouwen meer voorkomend vermogen. De grens over kijken en over die grens heen iemand de hand schudden. Zoeken naar overeenkomsten en zien dat de verschillen tussen mensen gering zijn. Het blok aan de andere kant blijkt minder te verschillen dan we dachten. Het is helemaal geen blok. Het zijn ook mensen met hun onderlinge verschillen, overeenkomsten en posities in de maatschappij. Een beetje empathie kan een boel oplossen. Of anders er het begin van een oplossing zijn.

Bovendien kan empathie of solidariteit en inlevingsvermogen, zoals ik het zou noemen, een bron van inspiratie zijn. Vrouwen in het Zwart is zelf geboren door empathie tussen vrouwen in conflictgebieden en is een organisatie geworden met vele afdelingen.

weg naar verandering

Je kan je helemaal plat laten slaan als burger door de omvang van het leger, van de NAVO en van het militair industrieel complex en niets doen. Je kan niet mee willen doen aan protesten, omdat het allemaal zo negatief is en somber makend. Maar je kan ook iets beters maken, terwijl je tegen iets protesteert. Je kan tegen het slechte protesteren en het goede steunen. Je kan voor vrede demonstreren en tegen oorlog. Naar modellen voor rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid zoeken, terwijl je je verzet tegen geweld. Mensen sterken, terwijl je autoriteiten bevecht. Een strijd met vriend en vijand, waarbij de route wordt uitgestippeld tijdens de tocht. Het is een praktische benadering van politiek. Misschien niet voldoende maar wel een middel om greep te hebben op wat je doet. De Mujeres de Negro uit Sevilla stellen dat ze de mythe willen afbreken dat internationale relaties ergens ver weg in de stratosfeer worden gesmeed. “De politici en diplomaten willen dat we dat denken. Maar het raakt ons dagelijksleven, het gaat ons aan, en het kan niet buiten onze belevingswereld vallen om in te grijpen als vrouwen en als feministische antimilitaristen.”

Tot slot

Vrouwen in ’t zwart die het initiatief namen om deze bijeenkomst en artikelenserie te organiseren gaat ervan uit dat “veiligheid niet gebracht wordt door wapens, of door de militarisering van grondgebied of steden, en ook niet door mannelijke kameraden, omdat de aanval op het vrouwen lijf en tegen de vrijheid van vrouwen het kenmerk is van het groeiende geweld dat de samenleving tekent, zowel de Westerse als de niet-Westerse, in de 21ste eeuw.” Dat schrijft Simona Riccardelli. Ik weet niet of ze gelijk heeft als ze het heeft over het groeiende geweld. Ik weet ook niet of ze ongelijk heeft. Dat kan ik uitzoeken. Ook zonder dat te weten zie ik echter veel overeenkomsten in de strijd die deze vrouwen voorstaan en die ik voorsta. Ik hoop dat wel elkaar tegen komen, maar ook als dat niet zo is inspireren deze teksten me om dit onderwerp aan de kaak te blijven stellen.

Martin Broek

THE FEMINIST CASE AGAINST NATO & EU MILITARIZATION
Cynthia Cockburn. Women in Black against War, London.  9 page summary of the workshop for an over-view of the papers' contents.
AFGHANISTAN, NATO AND WOMEN’S SECURITY
Annelise Ebbe, Women’s International League for Peace and Freedom, Denmark
UNCOVERING THE FALSEHOODS OF NATO’S “SECURITY”
Cynthia Cockburn.
WOMEN SAY NO TO WAR AND TO NATO
Ana Azaria, Présidente, Organisation de Femmes Egalité
THE EUROPEAN UNION IN A MULTI-POLAR WORLD
Heidi Meinzolt
PEACE AND DEMILITARIZATION
Nelly Martin, Coordination Européenne Marche Mondiale des Femmes
WHAT WOMEN IN CONFLICT AREAS COULD TELL THE MEN FROM NATO
Marlene Tuininga, Women’s International League for Peace and Freedom, and Women in Black, Paris. 
NAPLES: ENDLESS WAR OCCUPATION
Simona Ricciardelli, Women in Black, Naples, Italy
SINCE WE JOINED NATO: POINTS FOR A FEMINIST DEBATE
Women in Black, Seville, Spain
NATO AND THE TRAFFICKING OF WOMEN
Sian Jones, London Women in Black and Aldermaston Women’s Peace Camp
WOMEN DENOUNCE NATO’S ‘BLOC’ LOGIC
Anna Valente and Margherita Granero. Women in Black, Torino, Italy
NATO, A WARMONGER DRIFT. WAR IS ANTI-FEMINIST Monique Dental, Founder of  the Collective « Pratiques et Réflexions Féministes « Ruptures » , Paris, France.

Geschreven voor Volkskrantblog 8 maart 2010

zaterdag 5 september 2009

Passie voor Vrede


De NAVO viert dit jaar haar 60ste verjaardag. De heruitgevonden rol leidt tot nieuwe wereldwijde spanningen en werpt vele vragen op. Zorgt de VS-politiek voor tweespalt in de EU? Zijn we op weg naar een nieuwe Koude Oorlog met Rusland? Wat met opkomende machten als China?

door Martin Broek

West-Europa bezit nog steeds veel kernwapens. Ze werden hier tijdens de Koude Oorlog gestationeerd door de Fransen, de Britten en de Amerikanen. Ook in Nederland zijn er nog twintig te vinden. Bedoeld om de Russen buiten te houden, lijken ze inmiddels overbodig. Hoewel een groeiende groep deskundigen deze mening deelt, verdwijnen ze niet.

Sterker nog, de NAVO-generaals spelen met het idee ze in te zetten tegen schurkenstaten bij preventieve aanvallen. Ze blijven hier omdat 'de nucleaire macht het militaire overwicht [moet] garanderen en zo de economische en politieke dominantie van het Westen bestendigen', zo lezen we al op de tweede pagina van het boek Als de NAVO de passie preekt, geschreven door Ludo De Brabander en Georges Spriet.

Het is stevige taal die meteen duidelijk maakt waar de auteurs politiek staan. Ze zijn van een schijnbaar uitstervend ras van mensen die zich ronduit, doch wel onderbouwd, tegen de NAVO durven te keren. Een bondgenootschap voor de verdediging van Westerse belangen. Het boek is echter geen schotschrift of pamflet. Het is een studie die decennia lange activiteiten, publicaties, onderzoek en lezingen over de NAVO samenvat en organiseert.

Vrede versus defensie

Zowel De Brabander als Spriet zijn sinds jaar en dag medewerkers van de Gentse organisatie Vrede. Ze schreven een stevige pil van bijna driehonderd dichtbedrukte pagina's, inclusief bijlagen en index. Het begint met het bekende citaat van eerste secretaris-generaal van de NAVO, Lord Ismay, die stelt dat de NAVO werd opgericht to keep the Russians out, the Americans in and the Germans down.

Dat was zestig jaar geleden, vlak na de Tweede Wereldoorlog. Het was een keuze met negatieve consequenties, zoals de auteurs al meteen duidelijk maken. Het gaat bij de NAVO niet om een collectieve veiligheidsorganisatie, maar om een collectieve defensieorganisatie. Dat is een belangrijk verschil.

De auteurs omschrijven een collectief veiligheidssysteem als volgt: 'een veiligheidsregeling waarbinnen de betrokken staten hun veiligheid samen helpen garanderen ten aanzien van iedere bedreiging die kan uitgaan van een of meerdere staten die zich binnen dit veiligheidssysteem bevinden. (…) De ideale collectieve veiligheid is als het ware een pact tegen de oorlog, uitgaande van een universele benadering waarin veiligheid ondeelbaar is. In de traditie van collectieve veiligheid is het een belangrijke bekommernis om te vermijden dat er machtsrelaties in tegengestelde kampen zouden ontstaan, of dat er verdeeldheid zou worden gecreëerd ten aanzien van een of meerdere leden.'

Een defensieorganisatie, zoals de NAVO, heeft een enger doel: 'Het fundamentele uitgangspunt van een defensieorganisatie is niet de collectieve veiligheid bewaren, maar wel een gunstige, of minstens evenwichtige machtsbalans verwerven ten aanzien van haar tegenstander.'

Geheimhouding en propaganda

Je zou het boek kunnen samenvatten vanuit deze beide citaten. Defensieorganisaties zijn een gevaar voor de internationale vrede en leveren er geen bijdrage aan. Bovendien benaderen ze politieke, economische, sociale of ecologische problemen a-priori als militaire problemen. Is de organisatie sterk genoeg, dan zal ze al snel over gaan tot interventies elders in de wereld. Om die mogelijk te maken heb je meer en andere wapens nodig.

Wie daar garen bij spint is vanzelfsprekend de defensie-industrie die daarmee haar omzet en invloed weet te vergroten. Zo heeft Nederland sinds enige jaren een Defensie Industrie Strategie (DIS) die voorheen niet bestond.

Geheimhouding en propaganda zijn bovendien onlosmakelijk verbonden met militaire zaken. De auteurs benadrukken dat het mogelijk is dat de NAVO de Verenigde Naties ondermijnt, waardoor deze collectieve veiligheidsorganisatie wel eens zou kunnen bezwijken. Daarmee is de NAVO zelfs een bedreiging voor de collectieve veiligheid.

Wat volgt is een invuloefening van het bovenstaande schema om aan te geven dat de NAVO een barrière is geweest op weg naar een veilig Europa. Hiermee heeft het boek een duidelijke en goed te volgen structuur. Het is een tocht door de geschiedenis. Een tocht die begint voor de Tweede Wereldoorlog en loopt tot aan dit voorjaar.

Ze is verdeeld in verschillende etappes. De eerste loopt tot aan de ontbinding van het Warschau Pact. De tweede tot en met de interventie in Afghanistan (momenteel prioriteit nummer 1 voor de NAVO). Het deel over Afghanistan springt er wat mij betreft uit. Het is het beste hoofdstuk, actueel en informatief, puntig en spannend.

Gekleurd

De geschiedenislessen die de lezer krijgt over de motieven van Jozef Stalin om zich ten opzichte van het Westen te gedragen zoals hij deed, gaan nét niet over de top. Ze vervelen mij omdat we ze wel uitgelegd krijgen, maar nergens kritiek lezen op de daden van Stalin. Nou ja, nét niet.

Op pagina 64 lees ik dat Frankrijk kernwapens ontwikkelt, omdat Frankrijk er in 1954 niet in slaagde Moskou, maar ook Washington, ervan te overtuigen hun kernproeven in de openlucht te stoppen. Over de Chinese Afrika-politiek wordt ook niet veel meer gezegd dan: 'Die Chinese steun aan het regime in Khartoem heeft tot veel kritiek uit het Westen geleid.' Als het genoemd wordt, mag je toch ook een standpunt of uitleg van de auteurs verwachten?

Wat van mij zeker niet hoeft, is de parallel die wordt getrokken tussen de ideeën achter een humanitaire interventie en de retoriek van Hitler bij de inval van Tsjechië. Er zullen vast overeenkomstige gedachten zijn, maar er zijn ook verschillen en die moeten bij een vergelijking met nazi-Duitsland zwaarder wegen dan hier. Naar mijn mening ontsiert dit het boek.

Vogelvlucht

Los hiervan doet het boek me denken aan een studieboek van een hoogleraar geschiedenis en internationale relaties. Geschreven voor studenten die in een vogelvlucht door de NAVO-geschiedenis heen worden geleid. Afzet is gegarandeerd, want ieder jaar komt er weer een nieuwe groep die het boek op de lijst krijgt. Het hoeft daarom niet pakkend en prikkelend geschreven te zijn, als de feiten en meningen er maar leesbaar in staan.

Als de NAVO de passie preekt is een beetje saai geschreven. Mogelijk hoor ik ook niet tot de doelgroep. Als degelijke introductie is het geslaagd. Bovendien zijn sommige passages dermate helder en beknopt weergegeven dat ze een plezier zijn om te lezen. Zo is het knap de geostrategische ontwikkelingen rondom de conflicten in Afghanistan, Irak en met Iran in één alinea te beschrijven (p. 15). Het hele betoog kan samengevat worden onder het woord 'energieveiligheid'.

Om die energiecontrole (dat woord zou ik liever gebruiken) te vergroten en de afhankelijkheid van Rusland te verkleinen, wordt Iran geïsoleerd en de positie in Afghanistan en Irak versterkt. De civiel-militaire samenwerking moet 'de aanwezigheid van buitenlandse bezettingstroepen bij de bevolking verzachten.'

Toch vraag ik me af of hier geen scheuren te vinden zijn. Shell en Total sloten de afgelopen jaren miljardendeals met Rusland. Het lijkt me dan ook onlogisch indien deze bedrijven een agressieve politiek ten opzichte van Rusland zouden steunen. Daarover zou ik graag meer willen lezen. Bovendien zijn de civiel-militaire projecten niet alleen een doekje voor het bloeden. Ze zijn ook gericht op invloed en contacten in de samenleving van de oorlogsgebieden.

Een stukje verderop alweer zo'n mooie samenvatting. Dit keer gaat het om het Marshallplan en de NAVO in Europa: 'De VS zouden via het Marshallplan en vervolgens via het trans-Atlantisch Bondgenootschap verschillende doelstellingen tegelijk bereiken: de heropbouw van en eenmaking van Europa, de controle over Duitsland, het intomen van het communisme, de creatie van interessante afzetmarkten en de verankering van de VS op het oude continent.' Niet dat dit nieuw voor me is, maar in een Nederlandstalige publicatie ben ik het nog nooit zo volledig en beknopt tegengekomen.

Vredesburcht

De NAVO heeft nogal wat stormen doorstaan, waarbij een belangrijke wordt gezien in de periode na de val van de Muur. Het was een moment van ongekende politieke mogelijkheden, zowel ter verbetering als ten nadele van de internationale veiligheid. Frases en woorden als 'samenwerking met Oost-Europa', 'wapenvermindering', en 'vredesdivident' hingen in de lucht.

De NAVO veranderde in deze nieuwe politieke situatie in rap tempo van taak en opstelling. Het gaat bijvoorbeeld om de bijdrage aan de uitbreiding van de vrije markt ideologie naar Oost-Europa, de isolatie van Rusland, de reactie op zogenaamde nieuwe gevaren (milieu, raketten etc.) en de rol van politieagent in het Zuiden. Het komt allemaal uitgebreid aan de orde in het boek.

Zo wordt ook het minder bekende voorstel van de Warschaupact-landen om een 'nieuw volledig Europees veiligheidssysteem' op te zetten genoemd. Dit krijgt min of meer een vervolg in de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE) die wordt versterkt en Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) gaat heten.

De collectieve veiligheidsorganisaties hebben het echter af moeten leggen tegen de politiek van de NAVO-landen. De auteurs beschrijven dit proces uitgebreid, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor de Noord-Atlantische Samenwerkingsraad (NACC), die ongeveer dezelfde taken kreeg als de zwakkere OVSE en deze in een hoek drong.

De Fransen wilden daarom – in de lijn der verwachtingen - de rol van deze NACC beperken tot een politieke, omdat ze zagen dat het een vehikel was voor een grotere Amerikaanse invloed in Europa en een concurrent voor de ontwikkeling van een Europese veiligheidsorganisatie. Hier hebben de Fransen het tegen de VS af moeten leggen.

Joegoslavië

Ook in Joegoslavië constateren de auteurs deze kwalijke rol van de Verenigde Staten. Ze citeren in dit kader een journalist van de New York Times: 'De VS verwierpen telkens weer, op systematische wijze, elke vredesregeling waarover de Europeanen probeerden te onderhandelen (…) Wat de VS zegden was dat het [plan] niet in de Verenigde Staten was gemaakt en ze er dus niets van moesten weten. Ik denk dat je zelfs kan stellen dat de Verenigde Staten herhaaldelijk de Europese en VN-onderhandelde plannen saboteerden.'

De rode lijn 'vrede versus defensie' komt in dit deel uitdrukkelijk naar voren, waarbij defensie de bovenliggende partij is. Niet in de laatste plaats ook door de opstelling van Duitsland. De rol van onze Oosterburen wordt enige malen belicht in het boek. Dit gebeurt vooral met betrekking tot de dubbele positie die het herenigd Duitsland inneemt richting Oost-Europa.

Aan de ene kant kan het prima uit de voeten met de politiek van de Europese Unie naar het achterland van de economische reus. 'Maar op cruciale momenten liepen de Duitse en Amerikaanse belangen ook parallel, omdat beide landen uit waren op een grote invloed ten oosten van de Verdragszone.' (p. 106)

Interventies

Over de verandering van de NAVO naar een organisatie gericht op interventies schrijven ze het volgende: 'Washington zou de NAVO dan ook vanaf 1991 transformeren in de richting van een interventiestrategie. Deze transformatie was ook een institutionele noodzaak, want zonder zo'n interventiestrategie zou de NAVO door het wegvallen van de tegenstander zinloos worden. Tegen het einde van de jaren '90 was dat transformatie proces voltooid.'

Zo neergezet lijkt her erop alsof er oekazes uit het Witte Huis kwamen die elders klakkeloos werden opgevolgd. Om de andere Europese landen zover te krijgen was het nodig dat die er het belang van inzagen. Voor wat betreft de Nederlandse situatie herinner ik me uit begin jaren '90 nog een stroom van ingezonden artikelen door schrijvende militairen, zoals Cees Homan en Kolonel ter Zee b.d. J.J. Vaessen. Zij pleitten allen voor een op interventies geschoeide krijgsmacht.

In de Defensienota van 1991 stond al te lezen dat de Luchtmobiele Brigade niet alleen bestemd is 'voor operaties in het kader van het mobiele contraconcentratiepunt; ook inzet in het kader van andere crisis is mogelijk.' Er was sprake van een eenheid die snel en flexibel 'kan worden ingezet bij elk soort conflict en in elk soort terrein.'

De omvorming van de Nederlandse krijgsmacht werd op poten gezet niet na maar vóór de val van de Muur. Bovendien is dit proces nog steeds gaande. Dat geldt voor Nederland, waar ingrijpende veranderingen binnen Defensie nog steeds niet afgerond zijn. Maar ook voor andere landen binnen de alliantie. Ieder jaar is de speelruimte daarvoor groter geworden.

Interne conflicten

Het boek is veel rijker aan informatie dan in een bespreking weergegeven kan worden. Naast die inhoud valt ook de opzet op. Die heeft een kader dat een kritische analyse mogelijk maakt. Na de (ontstaans)geschiedenis van de organisatie gaan het derde en vierde deel achtereenvolgens over interne strubbelingen binnen de NAVO en het blootleggen van de propaganda.

Heel vaak worden grote organisaties, zoals de NAVO, beschouwd als monolithische kolossen waar geen verstandig mens zich tegenaan bemoeit, omdat je er geen enkele invloed op kan uitoefenen. Vanuit die optiek is het goed om te zien dat lang niet alles koek en ei is binnen de NAVO. Er zijn zowel onderlinge spanningen in Europa over de te volgen koers, als spanningen op het 'Europees-Amerikaans grootmachtniveau, bijvoorbeeld in de militair-economische sfeer.'

Achtereenvolgens gaan De Brabander en Spriet in op de concurrentie tussen de Europese Unie en de NAVO, de NAVO en Rusland, het uitbreidingsdebat en de militarisering van de ruimte. Op al die gebieden halen ze meerdere voorbeelden van stroeve relaties aan. Of noemen niet van de grond komende plannen.

Jaap de Hoop Scheffer wordt geciteerd over de relaties tussen EU en NAVO: "de muren die zijn opgericht tussen beide organisaties [vormen] een echte handicap en eerlijk gezegd ze zijn soms surrealistisch." Met andere woorden, niet alle Europese landen willen zich uitleveren aan het transatlantische bondgenootschap. Daarover zijn de atlantici dus ontstemd, met De Hoop Scheffer als spreekbuis. Overigens laten ze ook niet na te wijzen op de agressieve militaire visie die de EU er op nahoudt.

Uitbreiding

Dat de uitbreiding naar het oosten Rusland ontstemt, is een grijs gedraaide plaat. Het nadeel is dat vrijwel niemand er meer naar luistert, maar opeens werden de gevolgen in al zijn bitterheid duidelijk nadat Rusland en Georgië met elkaar in oorlog raakten. De maat was vol voor Rusland dat zijn zelfbewustzijn terug heeft en het gewroet in zijn achtertuin meer dan zat is. Rusland paart dit optreden aan een krachtige positie naar het Westen door de controle over olie- en gasvoorraden.

Met enig leedvermaak beschrijven de auteurs het laatste deel van het uitbreidingsdebat. Hier is het niet alleen Griekenland dat de toetreding van Macedonië voorkomt, maar - veel verrassender - Duitsland, Frankrijk en Italië die dwarsliggen bij de toetreding van Georgië en de Oekraïne. Washington kreeg zijn zin niet en moest in het stof bijten.

Het debat over het raketschild is een constante aanleiding voor scherpe reacties uit Moskou. De Brabander en Spriet sluiten hun hoofdstuk over het raketschild af met de volgende alinea: 'Victoria Samson, een Amerikaanse onderzoekster van het Center for Defense Information, meent dat dit VS-rakettenschild in Europa een puur politieke zaak is. Het is een symbool van Amerikaanse militaire macht in Oost-Europa, een signaal tegenover Moskou. Dat kan de relaties tussen beide landen alleen maar verslechteren. En dat alle in de naam van wapens die niet functioneren tegenover een dreiging die niet bestaat.' Het project om Rusland te isoleren gaat gepaard met interne en externe conflicten.

Mythe

Het deel waarin de mythe bestreden wordt dat de NAVO een organisatie is die de hogere morele waarden verdedigt, begint met een hoofdstuk dat al uit vele pennen is gevloeid. Ik denk aan Fred van der Spek, aan Chomsky (die ook wordt genoemd) en nog een groot aantal schrijvers die al de misstanden eerder beschreven.

Wat mij betreft was het volgende voldoende geweest: 'De geschiedenis van de NAVO en haar lidstaten biedt ons weinig argumenten om te stellen dat het bondgenootschap de democratie en de mensenrechten hoog in het vaandel draagt. Een aantal landen was zelf allesbehalve het toonbeeld van een democratie.'

Mogelijk aangevuld met een paar korte voorbeelden. In plaats daarvan worden we pagina's lang meegenomen langs het Griekse kolonelsregime, het Turkije van de staatsgrepen en koloniale oorlogen die door NAVO-lidstaten werden uitgevochten. Lumumba en Allende komen voorbij, ook Pinochet en Thatcher. Dan verplaatsen we ons naar de Golfregio met zijn oorlogen en Palestina, dat door de Israëli's bezet wordt.

Deze passage van het boek is teveel een herhalingsles. De vragen die dit deel bij mij oproept: Waarom komt dit verhaal zo slecht over? Waarom slikt men bijvoorbeeld dat er bijna dagelijks over de Iraanse bom (die er nog niet is) wordt gejeremieerd en over de Israëlische kernwapens nauwelijks een voetnoot wordt geschreven? Hoe zou je dit kunnen veranderen?

De analyse van de wereld is niet voldoende. Waarom komt die analyse, een constatering van de feiten bijna, niet over en moet hij steeds herhaald worden? Is het dat Iran bestuurd wordt door onverantwoordelijke gekken en Israël door een regering die weliswaar de rechten van de Palestijnen schendt, maar dat doet in een gespannen situatie waar geen van beide vrijuit kan gaan? Is het dat Israël als klein en zielig wordt gezien in een zee van vijandschap? Of dat het uiteindelijk toch onder controle staat van Washington als het gaat om de inzet van kernwapens en Teheran niet?

Israël is niet zielig, maar een zwaar bewapende staat. De VS kan behoorlijk buiten het boekje van het internationaal recht gaan, zoals we allemaal weten, maar ons niet altijd realiseren. Internationaal recht moet gehandhaafd worden. Vijf landen mogen kernwapenarsenalen afbouwen, andere landen mogen deze wapens niet eens hebben. Die duidelijkheid – het recht - sneuvelt blijkbaar in de politieke arena. Dat wordt vervolgens geaccepteerd.

Iets meer beschouwingen over dit soort vraagstukken en mechanismen hadden het boek meer kracht gegeven. Het zou ook passen in een boek dat niet in de eerste plaats een intellectuele oefening in internationale relaties is, maar een zoektocht naar hoe de wereld te bekijken met een blik gericht op vrede.

Toekomst

Naast het heden is het ook de toekomst van de NAVO die me boeit. De vrees van de auteurs is dat er een globale alliantie gesmeed wordt die krachtdadig op zal treden in om het even welke uithoek van de wereld. De missie in Afghanistan is een vingeroefening en mag daarom niet mislukken. Obama heeft er gelijk 21.000 extra militairen heengezonden en meer wordt verwacht en gevraagd.

Uiteindelijk vrezen de auteurs het ontstaan van een Trans-Europees veiligheidssysteem dat zijn grenzen verlegd naar Centraal-Azië door middel van een uitgebreide NAVO. 'Door een vorm van coöperatie met China, Rusland en Japan kunnen deze geïncorporeerd worden. Europa kan onder de heerschappij van Washington, hierbij de hoeksteen vormen van het grote veiligheids- en samenwerkingssysteem', lees ik in dit verband.

Het is me net wat te snel door de bocht om China, Rusland en Japan in één adem te noemen. Japan, het vliegkampschip voor de Aziatische kust, krijgt steeds meer belang als bondgenoot van Washington. Het levert onder meer een bijdrage aan de ontwikkeling van hoogwaardige wapentechnologie en het raketschild.

De auteurs maken zelf ook wel onderscheid: 'De VS-politiek binnen en buiten de NAVO krijgt grotendeels gestalte langs de lijnen zoals die zijn uitgezet door Brzezinski [de nog steeds invloedrijke voormalig nationaal veiligheidsadviseur en schrijver van het boek 'The Grand Chessboard']. In Europa moet de VS aanwezigheid geconsolideerd blijven als bruggenhoofd voor Amerikaanse geostrategische en economische belangen. Rusland moet in de eerste plaats buitenspel gezet worden voor de Great Game in de olie- en gasrijke Centraal-Aziatische regio.' (p. 152-53)

De visie van Brzezinski is het uitgangspunt bij het toekomstbeeld waaraan de NAVO werkt en wat De Brabander en Spriet ontvouwen. Om de rol van China op het wereldwijde schaakbord wordt een beetje heengelopen alsof dit stuk niet meespeelt. Mij lijkt het overduidelijk dat de controle van China een factor is die ook bij de oorlog in Afghanistan een rol speelt.

China

Ik ben benieuwd naar de visie van de schrijver op dit gigantische land. Hoe zal China zich ontwikkelen? Een visie van de veiligheidsexpert Julian Lindley-French wordt opgevoerd. Lindley-French luidt de alarmbellen. Hij zegt dat de machtsbalans in de wereld gevaarlijk dreigt over te hellen naar China, waarvan drie dreigingen uitgaan. Hij noemt de investering in offensieve elektronische oorlogsvoering, de uitbreiding van de marinecapaciteit, met als doel de Amerikaanse marine uit de Japanse Zee te weren en het beschikken over wellicht drie keer hogere defensie-uitgaven dan verklaard.

Is dit retoriek voor een nieuwe Koude Oorlog? De opmaat voor een hardere lijn? Waarom worden die alarmbellen geluid en hoe sterk is de positie van hen die dat doen? Het zijn voor de hand liggende vragen die niet beantwoord worden. Mogelijk is het omdat de nadruk op de NAVO-verhoudingen met Rusland ligt. Misschien verklaart dat ook waarom de auteurs aan deze dreigingsanalyse niet het woordje 'nonsens' toevoegden.

Onlangs schreef Max Gasner, docent Aziatische talen aan de universiteit van Chicago over China: 'Zolang genoemde zijn materieel alleen van de Russen kan kopen, mogen we misschien sceptisch blijven voor wat betreft de consequenties [van de militaire opbouw]. Zelfs als de Chinese regering bezig zou zijn met de grootste uitbreiding van middelbaar onderwijs ooit ondernomen in de geschiedenis van de mensheid, dan nog zal een militair-industrieel complex, nodig om militair overwicht te verzekeren, het werk van decennia zijn: een Lockheed Martin of Boeing kunnen niet uit het niets oproepen worden in een land waar zelfs geen noemenswaardige luchtvaart industrie bestaat.' (New Left Review jul/aug 2009)

De militaire aandacht verschuift naar Azië. Het is jammer dat daar niet meer over geschreven is. De auteurs volgen de ontwikkelingen wel, blijkt uit andere publicaties.

Vrede

Het boek sluit af met een visie van Andreas Zumach, een veiligheidsanalist die regelmatig te horen is bij het VPRO-radioprogramma Argos. Hij stelt dat er een strategische multilaterale wereldorde volgens het principe van collectieve veiligheid zou moeten komen.

"De consequente verdere uitvoering van een coalitie van gewillige multilateralisten, die voor de globale uitdagingen op het collectieve systeem van de VN inzet, is het alternatief voor de gevaarlijke pogingen om een nieuwe, militair gedefinieerde multipolaire machtsbalans in te richten", aldus Zumach.

Gelukkig laat het boek ook zien dat deze positieve boodschap samen kan gaan met een keiharde kritiek. Kritiek op de NAVO en haar lidstaten die een collectief veiligheidssysteem in de weg zitten. Die scherpe visie maakt ook duidelijk dat veel overwonnen moet worden voordat een wereld die Zumach ons voorspiegelt, kans van slagen maakt.


Titel: Als de NAVO de passie preekt
Auteur: Ludo De Brabander en Gerorges Spriet
Pagina's: 312 (met register)
Uitgeverij: EPO, 2009
Prijs: € 20
ISBN: 9789064455100

Deze bespreking is geschreven voor ravagedigitaal