donderdag 13 januari 2011

Wapens en ontwikkeling (3): Militaire onderzoeksgelden

Uit de wapenindustrie komen voortdurend geluiden dat de ontwikkelingsbudgetten voor nieuwe wapentechnologie te laag zijn. Zowel in Washington als Brussel klopt de militaire industrie steeds aan met het verzoek deze budgetten te verhogen.


In de Verenigde Staten gaat al meer dan de helft van alle gelden die de overheid beschikbaar heeft voor onderzoek en ontwikkeling (R&D) naar het Ministerie van Defensie. Meer dan alle posten, zoals gezondheidszorg, ruimtevaart, landbouw etc samen. Voor 2009 is het onderzoeks- en ontwikkelingsbudget voor het Amerikaanse leger 79,6 miljard dollar.

Dat is 4,1% meer dan in 2008 en 54% van het budget dat de overheid besteed aan onderzoek.1 Ook van de niet militaire onderzoeks- en ontwikkelingsbudgetten (R&D) gaat een deel naar militaire doelen. Andere onderzoeksinstellingen schikken zich steeds meer naar militaire wensen. Daar zit immers het geld.

Om de onderzoeksbudgetten te verdedigen naar het publiek wordt gesteld dat ze zich terug zullen betalen in de vorm van productieverbeteringen. Deze zullen weer leiden tot het verlagen van de productiekosten en betere producten: “De consument zal uiteindelijk gebaat zijn met minder dure en beter bruikbare producten en diensten van een hogere kwaliteit”, wordt in de analyse bij de begroting gesteld. Maar aangezien het hier voor het overgrote deel om militaire onderzoeken gaat is dat sterk de vraag.

Het blijkt dat de Amerikaanse defensie-industrie het geld nauwelijks besteed aan fundamenteel- en toegepast onderzoek, maar dat het voor ruim 80% direct naar de ontwikkeling (testen en verbeteren) van nieuwe producten gaat. In de civiele sector is dit nog geen 10%. Die draagt kortom veel meer bij aan nieuwe ontwikkelingen en inzichten, maar kampt met een gebrek aan investeringen door de overheid.

In een uitgebreid onderzoek naar de waarde van deze investeringen in de wapenindustrie komt de directeur van de Nationale Technologie en Innovatie Onderzoeksraad tot een negatieve beoordeling met betrekking tot de nadruk die in de VS ligt op militaire R&D: "De commerciële voordelen zijn klein, gezien het niveau van de investeringen," zo luidt een van de krachtige conclusies.

Elders in de begroting vind ik nog 400 miljoen dollar voor protheses. Dat onderzoek wordt bekostigd door het Ministerie voor Veteranen Zaken. Onderzoek dat vast mooie toepassingen kent in de civiele samenleving, misschien zelfs over de grens. (Dan kunnen ze er in landen als Liberia en Afghanistan ook nog iets aan hebben.) Maar het is ook onderzoek ingegeven door het droeve lot van uit de oorlog terugkerende Amerikaanse militairen.



Europa

De Europese defensie-industrie klaagt al tijden steen en been over het achterblijven van de gelden voor wapenonderzoek bij die van de Verenigde Staten. Een werkgroep die de Europese Grondwet opstelde, beweerde: "Meer investeringen in militair onderzoek zijn van essentieel belang, zowel met het oog op kwalitatief hoogstaande uitrusting als in het belang van de civiele industrie, die ook de vruchten plukt van militair onderzoek. De noodzaak blijkt bijvoorbeeld uit het aanzienlijke verschil tussen de omvang van de investeringen in de Europese Unie (ongeveer 10 miljard euro) en die van de investeringen van de Verenigde Staten (53 miljard euro)."2

De cijfers zijn veranderd. De klachten zijn gebleven. In 2007 besloten de EU Ministers van Defensie (zonder Denemarken) de uitgaven voor Onderzoek en Technologie te verhogen naar 2% van de militaire uitgaven (het was 1.2%).

Ook in Europa kunnen vraagtekens gezet worden bij de nadruk op militair onderzoek als het gaat om de verdeling van gelden. Een derde van de Europese R&D-gelden gaat naar militair onderzoek. Ruim de helft daarvan wordt door overheden gefinancierd en de rest door de industrie zelf. Dit terwijl van de civiele R&D nog geen 20% door de EU-regeringen wordt verstrekt en 80% door de industrie. Ook in de EU blijkt de wapenindustrie dus voorgetrokken te worden.

Schrikbeeld
Er wordt continue een soort schrikbeeld neergezet dat Europa achterblijft bij de Verenigde Staten. Ook in 2008 stelt François Gayet secretaries general van de AeroSpace and Defence Industries Association of Europe weer: “De kloof tussen de EU en VS heeft zich de laatste jaren verbreed. De concurrentie positie van onze industrie staat op het spel. Er is geen geloofwaardige Europese defensiepolitiek mogelijk zonder een sterke defensie-industriële basis.” (zie ook dit statistiche voorbeeld dat tot een zelfde conclusie leidt). Het is een verhaal dat ik sinds 1998 - toen ik begon dit te bestuderen - steeds weer tegen kom. Andere verschillen tussen Europa en de VS worden in de argumentatie niet meegewogen. De kosten voor militair onderzoek liggen in Europa veel meer bij de bedrijven zelf en minder bij de overheden. In Europa is anderzijds meer exportsteun beschikbaar voor militaire exporten door bedrijven.

Met selectief te winkelen wordt een militair-onderzoek-wedloop gepropageerd.

Europese gelden

Bovendien kan de industrie steeds meer over EU-geld voor onderzoek beschikken. Er is geld voor defensie, veiligheid en ruimtevaart. Ook de laatste twee hebben een sterke militaire tak. Binnen het 7de Framework Programma (FP7) voor onderzoek en technische ontwikkeling is 570 euro per jaar uitgetrokken voor veiligheid en ruimtevaart. Volgens de Europese Parlementariër Von Wogau is er zelfs een budget van 750 miljoen euro per jaar om de gezamenlijke Europese en ruimtevaart en veiligheidsprojecten te steunen

Een aantal vragen wordt stelselmatig niet beantwoord:


* Is ‘Veiligheid’ synoniem met militaire veiligheid? (De vraag die steeds in verschillende varianten terugkomt in deze serie, omdat zo vaak de indruk wordt gewekt dat het antwoord ja is, zeker in de verdeling van middelen.)
* Is dit onderzoek technologie en industrie gedreven of gericht op het oplossen van problemen? In de aanloop naar de budgettering van het 7de Framework Programma stelt het hoofd onderzoek van Greenpeace VK, Doug Parr, juist dit onderwerp aan de orde.
* Waarom zou Europa zich spiegelen aan de Verenigde Staten? (Laat Europa doen waar het goed in is diplomatie. Laat de overheid doen waar ze goed in is en dat is het bieden van veiligheid aan haar burgers. Die veiligheid ligt eerder in goede gezondheidszorg en veiligheid op straat dan in meer en beter bewapende militairen. Waarom zou ook Europa op een te grote voet gaan leven?)


Martin Broek

Eerdere delen:
Deel 1: Ontwikkelingsdoelstellingen
Deel 2: Prioriteiten
Deel 3: Militaire onderzoeksgelden
Deel 4: Wapenhandel een schijntje

Noten:
1) Zie Analytical Perspectives bij de VS begroting 2009, p. 57.
2) Slotverslag van Werkgroep VIII “Defensie” van de Europese Conventie, p.15; Brussel, 16 december 2002.

Bronnen:
* Begroting Verenigde Staten 2009. Zie: gpoaccess.gov/usbudget/fy09/browse.html
* AeroSpace and Defence Industries Association of Europe) PRESS RELEASE ASD calls for further integration of European defence market at French EU Presidency conference, Marseille, 31 oktober 2008.
* Website European Defence Agency, zie: eda.europa.eu/
* ‘EU Ministers Adopt Framework for Joint European Strategy in Defence R&T’, Brussel 19 november 2007, eda.europa.eu/genericitem.aspx?area=2&id=287
* Website Europese Unie ruimtevaart onderzoek: ec.europa.eu/enterprise/space_research/fp7.htm
* Frank Slijper, From Venus to Mars: the European Union´s steps towards the militarisation of Space, November 2008 A TNI briefing paper in cooperation with Campagne tegen Wapenhandel [the Dutch Campaign against Arms Trade].
* Ben Hayes, Arming Big Brother: the EU's security research programme, april 2006,
* Frank Slijper, "Europese Grondwet: Defensieagentschap en militair onderzoek," CtW, mei 2005;
* Zie: ‘The industry: competition and export’, in ‘The arms industry and the EU Constitution’, ENAAT Research Group, Martin Broek & Wendela de Vries, januari 2006.
* ‘Assessing the 'green' credentials of FP7’, 4 mei 2005
* Brian Morris, "Networking and Research Opportunities in Europe," Aerospace and Defence Industries Association of Europe (ASD), 29 maart 2005.
* Charles W. Wessner, "Innovation, Security & Growth," Brussel 19 november 2004.
* Martin Broek, ‘Onderzoek naar nieuwe wapens, de VS’ en ‘… de Europese Unie’, ‘t Kan Anders, juni 2005.
* Martin Broek, ‘Europe’s Defence Industry & its Arms Trade with Asia Pacific,’ in ‘Europe-Asia Arms Trade Challenges ASEM Security Dialogue’, Transnational Institute in Cooperation with AMOK, CAAT, Focus on the Global South and IDD, 1998.