Posts tonen met het label wapens en ontwikkeling. Alle posts tonen
Posts tonen met het label wapens en ontwikkeling. Alle posts tonen

donderdag 13 januari 2011

Ike; 10% er af?

Vandaag is het donderdag en morgen vrijdag. Dan moet ik niet alleen deze column inleveren, maar ook een praatje houden voor de Technische Universiteit Eindhoven. Die Universiteit heeft een Vredescentrum, van naam en faam. Daar wordt gereflecteerd op de rol van de technicus in de samenleving. Ik sprak er al een paar keer eerder.

Dit keer ben ik gevraagd om over het Militair Industrieel Complex, Millennium Doelstellingen en wapenhandel te praten. Lekker breed onderwerp waarmee je alle kanten op kan. Ook actueel met de veranderingen die Obama en consorten door willen voeren in de aanbestedingen van de Amerikaanse krijgsmacht. Barack is dol op het citeren van overleden voorgangers en heeft zeker ook de tekst van Ike’s afscheidsspeech bestudeerd en de waarschuwing die deze bevat: “against the acquisition of unwarranted influence, whether sought or unsought, by the military-industrial complex” en de mogelijikheid dat het “endanger our liberties or democratic processes”. Daar wil ik morgen ook mee beginnen. (Voor wie hem nog niet kent YouTube biedt uitkomst.)



Nog meer dan Eisenhower kon voorzien is de positie van de militaire industrie inmiddels geworteld in de democratie. Dan doel ik niet alleen op de achtergrond van de staatssecretaris van Defensie, Lynn, die tot voor kort hoofd overheidslobby was van een van de grootste wapenfabrikanten ter wereld, Raytheon. Dan doel ik vooral op de technologische wapenwedloop die de Verenigde Staten voert tegen zichzelf: wat kan, moet; wat moet, kan beter; en tegen alsmaar hogere kosten. Niet voor niets gaat 54% van de overheidsbudgetten voor onderzoek in de VS naar militair onderzoek. Dat is waanzinnig.

Het wordt steeds alledaagser om te smijten met grote cijfers. Laat ik ook mijn duit in het zakje doen. Op dit moment wordt jaarlijks wereldwijd voor meer dan 1.300.000.000.000 dollar aan legers besteed. De Verenigde Staten nemen daarvan de helft voor hun rekening. Dat is geld bestemd voor het handhaven en versterken van vrede en veiligheid. Balken en strepen zorgen dat zij vooraan staan bij vraagstukken hierover en dus ook bij de verdeling van het geld.

Veiligheid is echter ook een dak boven je hoofd, een inkomen, voedsel op je bord, droge voeten, niet sterven aan een zwangerschap, een netje boven je bed etc. Voor grote groepen en steeds grotere groepen zijn dit allerminst zekerheden. Het leven is voor hen vol gevaar en allerminst veilig en zeker. Eisenhouwer sprak in 1961 nog uitdrukkelijk over militaire veiligheid, die toevoeging hoor je nog zelden. Dat militairen en vooral zij voor veiligheid zorgen lijkt net zo natuurlijk als het dragen van schoenen om je voeten droog en warm te houden.

Het klimaatprobleem zal de wereld in 2020 alleen al 175 miljard euro kosten berekende de Europese Unie, de Millennium Ontwikkelingsdoelen 40 – 60 miljard dollar extra per jaar. Dat berekende de wereldbank in 2004. De economische crisis vraagt om tientallen miljarden extra voor de zwaarst getroffenen meldde het IMF vorige week.

Er is dat potje van 1.300 miljard dollar. De helft daarvan wordt uitgegeven op kosten van de rest van de wereld. Zij lenen de VS immers het geld zodat het Pentagon op te grote voet kan blijven leven.

Mij lijkt er niets mis mee als er een campagne komt die stelt dat hier tien procent van af moet. Het lijkt mij een rechtvaardige eis. Zeker op een keerpunt van de geschiedenis, waarop de wereld de Koude Oorlog ontgroeit is en de Verenigde Staten niet langer het terrorisme als grootste bedreiging zien, maar de economische crisis die zoveel mensen in diepe ellende stort. Laat hen, maar ook de rest van de wereld dan de tering naar de nering zetten. Misschien kan dit onderwerp aan de orde komen op de viering van 60 jaar NAVO in april dit jaar.

Dat wilde ik vrijdag zeggen en na enige twijfeling deed ik dat ook. Want ik wil mijn mond zo graag opendoen om te zeggen dat in tijden van crisis wel iets van dat militaite budget af mag om de zwakste hier en daar veiligheid te geven.

Martin Broek

(12 maart 2009)

Deze column is gebaseerd op de serie over wapens en ontwikkeling en geschreven voor konfrontatie

Toevoeging:
Het einde van de column heb ik veranderd. Het was niet mijn bedoeling om in eerste plaats over mijn eigen gezondheid te schrijven, wel om mijn beperkingen aan te geven, terwijl het zo nodig en wenselijk is dat mensen hun mond opendoen.

Toevoeging 2: Even heb ik getwijfeld of ik een tweede blog zou wijden aan de bijeenkomst in Eindhoven over het Militair Industrieel Complex. Ik heb besloten het niet te doen. Wel wil ik er hier kort op terug komen. Aan het einde van zijn verbijsterend mooie inleiding maakte de polemoloog Wecke de volgende opmerking:

"Voorzitter nog een opmerking. In een artikel van Ko Colijn en Freke Vuist wordt de opmerking gemaakt dat de staatssecretaris van Defensie in 1973 klikte naar de Amerikanen. Hij gaf gegevens door uit de Ministerraad ten faveure van een nieuw Amerikaans gevechtsvliegtuig. Die staatssecretaris van Defensie was destijds Bram Stemerdink.”

Wat een toeval Bram was precies de voorzitter van de dag en had in zijn inleidende praatje - zowel op papier als woordelijk - beweerd dat de Franse Mirage was afgevallen in de race voor een nieuw vliegtuig, omdat de maker daarvan de Belgische premier Vanden Boeynants (VDB) had omgekocht en men de aanschaf van de Mirage daarom te risicovol vond. Geconfronteerd met zo’n elegante, maar wel krachtige, aanval op zijn handelen stond de politicus in Stemerdink gelijk op. Hij kwam met een mooie anekdote:

“Op een dag stapt mijn secretaresse binnen en zegt Mijnheer de Minister [Stemerdink was inmiddels minister van Defensie in de periode 1976-77]: ‘er is een mijnheer van de inlichtingendienst die uw archief wil zien van toen u staatssecretaris was, zonder dat u daarvan mag weten. Kunt u die niet even zelf spreken.’ Ik liet hem binnenroepen en heb nog nooit iemand zo bescheten gezien.
Wat wilt U?
Wilt U mijn archief zien?
Dat kan, ik heb de sleutel.
Wat wilt U zien?
Hij wilde het rapport zien over de aanschaf van de F-16. Ik pakte het gelijk uit de kast. 'Ja die is het', zei de inlichtingen man. Ik liet destijds de rapporten die ik kreeg altijd doorslaan met blauw vloeipapier om mijn aantekeningen op te maken en Vredeling (de minister van Defensie in 1973) maakte rommelig zijn aantekeningen in de kantlijn. Hij had mijn schone rapport geleend en laten kopiëren en dat was teruggevonden in het Oostblok [ik meen dat hij zei door een dubbelspion, MB].”

Ik weet niet of dit verhaal ook in de memoires van Stemerdink staat, maar hier diende de anekdote duidelijk om de vraag van Wecke te ontwijken en te doen vergeten. Die vraag prikte nl. door de stelling van Stemerdink heen dat uiteindelijk na een onafhankelijke beoordeling de keuze op de Amerikaanse F-16 was gevallen. Dat het de Mirage niet werd, kwam alleen door VDB.

En passant wordt nog even duidelijk gemaakt dat niet zijn afdeling, maar die van Vredeling verantwoordelijk was, voor het lekken naar de Russen. Over zijn lekken aan de Amerikanen geen woord meer. En dat die F-16 ook niet helemaal reukvrij werd aangeschaft daaraan werd nog geen voetnoot gewijd.

Toevoeging 3: Mijn bijdrage aan de reader staat op internet

Wapens en ontwikkeling (4): Wapenhandel een schijntje

Er is in de wereld een potje van 1.300.000.000.000 dollar voor vrede en veiligheid. Legers zorgen ervoor dat ze altijd centraal staan bij vragen over macht, vrede en veiligheid en dus ook bij de verdeling van dit geld. Een gegeven dat bijna natuurlijk lijkt. Toch zou het potje voldoende bevatten voor het aanpakken van heel veel veiligheidsproblemen. De Millennium Ontwikkelingsdoelen kunnen bijvoorbeeld uitgevoerd worden, een klimaatprogramma kan op poten worden gezet en nog veel meer en dan nog is er over. Waar wordt dit geld nu besteed en hoe?

De gehele tabel aan het eind van dit artikel.

Een grove verdeling is dat iets meer dan de helft naar personeel gaat, een vierde aan operaties en onderhoud opgaat, voor wapenaanschaf (inclusief onderzoek en ontwikkeling) is een vijfde en vijf procent voor de rest. Tenminste zo is dat binnen de Europese Unie.1 De militaire bestedingen zijn kortom breder dan de uitgaven voor wapens. Dit realiseert men zich vaak niet.

Binnen de Verenigde Staten liggen die cijfers heel anders. Het grote verschil zit hem in de personeelskosten. Die zijn in de Verenigde Staten nog maar een vijfde van het totaal (overigens wordt wel heel veel uitbesteed). Europa geeft ook in absolute zin meer geld uit aan militair personeel dan de VS.2 Inmiddels wordt steeds duidelijker dat Obama die balans in het leger wil herstellen.3 Met overigens een heftig verweer van de industrie. De volgende figuren maken die geheel andere verdeling duidelijk:
Een groot deel (38%) gaat naar onderhoud en herstel (Overhaul & Maintenance) en een derde naar investeringen.4 Dat betekent dat van iedere drie dollars en twee worden besteed aan materiële zaken. In Europa twee van iedere vijf. In absolute cijfers betekent dit dat de VS in 2007 154 miljard euro van het defensiebudget aan wapens uitgaf en de Europese Unie 42 miljard. Samen een kleine 200 miljard euro.

Wapenproductie

Het Zweedse Vredes Onderzoeksinstituut uit Stockholm (SIPRI) stelt op de website dat 100 grootste wapenfabrikanten (zonder China) in 2006 wapens verkochten ter waarde van 315 miljard dollar5, dat is grofweg 250 miljard euro. SIPRI heeft die productie uitgesplitst naar regio (zie tabel).

We hebben hiermee het overgrote deel van de wereldwijde wapenproductie te pakken, alleen China valt hier, zoals al vermeld, buiten. Het overgrote deel van deze wapens is voor gebruik door eigen leger en een gering deel voor wapenhandel, waarmee dan wordt bedoeld leveranties naar andere landen dan het land waar de wapens geproduceerd zijn.

Wapenhandel


Bronnen met cijfers over wapenhandel zijn schaars. Nog niet zolang geleden waren er drie belangrijke bronnen die poogden wereldwijde gegevens te verzamelen en te publiceren:

* Het Stockholm Intenational Peace Research Institute (SIPRI)

* Het Amerikaanse ministerie voor Buitenlandse Zaken heeft Conventional Arms Transfers to Developing Nations onder zijn hoede. Het werd in 2006 voor het laatst gepubliceerd over de periode 1998-2005 en te vinden op de site van de Federation of American Scientists.

* Het World Military Expenditures and Arms Transfers (WMEAT) is in het begin van deze eeuw over gegaan van U.S. Arms Control and Disarmament Agency (ACDA) naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken en dat gaf in februari 2003 de laatste versie uit over 1999 – 2000. Een groot gemis.

Wel zijn er steeds meer en gedetailleerder landenrapportages gekomen. Ze zijn hier terug te vinden. De rapportage van de EU geeft veel informatie. Maar van de overkoepelende bronnen is alleen het SIPRI over gebleven en de gegevens hiervan worden door vrijwel iedereen overgenomen. Ik maak gebruik van ‘The financial value of national arms exports, 1998-20066 om de landen die een rol spelen in de internationale wapenhandel weer te geven.

Wie zijn de grote wapenleveranciers in de wereld?
Figuur en tabbel gemaakt op basis van: USD_CONSTANT.xls/download
* Gegevens op bais van verstrekte vergunningen, volgens de Nederlandse overheid komen deze vrijwel overeen met daadwerkelijke exporten.
** Overig is niet helemaal volledig, maar het verschil is verwaarloosbaar (het verschil ligt ergens tussen de 6 en 10 miljard dollar).

Uit de tabel blijkt dat::
- De grootste 10 wapenleveranciers nemen 85% van alle leveringen voor hun rekening.
- Van de eerste 10 zijn er acht EU en/of NAVO-lidstaat7, die met zijn achten 2/3 van de wereldwijde wapenhandel voor hun rekening nemen. De VS alleen is goed voor meer dan een derde van alle wapenexporten in deze periode.
- Kleine technologische ontwikkelde landen spelen naast de grote landen een belangrijke rol (Israël, Zweden, Nederland en België).
Het gaat om een gemiddelde van 40 miljard dollar per jaar over de gehele periode. De wereldwijde militaire uitgaven zijn meer dan dertig keer zo groot. Ook de onderzoeksbudgetten van de VS en EU samen, zijn al 2,5 zo groot. Hier en daar een lichte daling of stijging. Van de sterk stijgende defensiebudgetten in de wereld is weinig te merken in de wapenhandel statistieken. Al heeft Rusland baat bij de conflicten in Afghanistan en Irak. Het land levert via Amerikaanse firma's (zie 'Laat de wapens maar komen') goedkope wapens aan de regeringen van die landen.




Deze tien landen hierboven nemen samen ruim de helft van de wapenimporten in deze periode voor hun rekening. Aangezien veel westerse landen voor een groot deel zelf hun wapens produceren zijn het de rijke landen in het zuiden en de landen in het Noorden die zelf (bijna) geen of een beperkte wapenindustrie hebben die het belangrijkste deel van de geëxporteerde wapens af nemen. Ook uit Amerikaanse bronnen wordt duidelijk dat wapenhandel voor een belangrijk deel naar Westerse landen gaat. Nederland scoort bijvoorbeeld opvallend hoog als klant in de VS.8

Kosten en potjes


Het meest recente rapport van de Amerikaanse Rekenkamer (GAO) dat over de aanschaf van de JSF gaat, stamt van maart vorig jaar. Op pagina twee staat een korte mededeling over het waarom van het GAO-onderzoek. Ik haal daar deze zin uit: “Het wordt verwacht dat het ministerie van Defensie 2.443 vliegtuigen zal ontwikkelen, verwerven en onderhouden tegen een kostenpost van 950 miljard dollar.”9 Een onvoorstelbaar bedrag.

Het eerste deel van wapens en ontwikkeling eindigde met de constatering dat de wereld bank in 2004 berekende dat er jaarlijks tussen de 40 à 60 miljard dollar nodig is om de MDG dichter bij te brengen. Dat is meer dan wat jaarlijks met wapenhandel verdient wordt, zo’n 40 miljard per jaar in 2006 dollars.

Vorig jaar berekende diezelfde wereldbank dat er 100 miljoen armen bij zijn gekomen door de voedselcrisis. Er is nu nog meer nodig. De kredietcrisis raakt niet alleen de mensen in Noorden hard. Mensen in het Zuiden worden extra geraakt. Dan is er nog het klimaat probleem dat een enorme invloed heeft op de zwakste schakel in het Zuiden, de tanende landbouw. Een complex aan crises dat noopt tot nieuwe berekeningen. Zelfs als de gehele wapenhandel wordt gestaakt en alle bespaarde gelden worden gebruikt om deze crisis te lijf te gaan dan is dit bedrag nog niet voldoende om de ‘kale MDG extra’s’ te bekostigen. Je hoeft geen Realist te zijn om te zien dat het staken van de wapenex-importen niet haalbaar is. Bovendien ontkent een dergelijke visie de positieve kanten van de inzet van bewapening. Want hoewel de connotatie van de woorden ‘vrede’ en ‘veiligheid’ te vaak een militaire is (er is immers veel meer nodig om veiligheid te bieden, zie bijvoorbeeld de MDG’s) kan het militair apparaat soms wel bijdragen aan die vrede en veiligheid.

Militaie uitgaven, 10% eraf?


De militaire uitgaven in de wereld liggen een stuk hoger dan de omvang van de wapenhandel en wapens. Op dit moment wordt 1.300 miljard aan bewapening uitgegeven. Mij lijkt er niets mis mee als er een campagne komt die stelt dat hier 10% van af moet. Dat is niet veel (en toch voor velen teveel), maar het lijkt mij een uitdaging aan deze eis te werken op een moment van de geschiedenis dat klip en klaar is dat de wereld de Koude Oorlog ontgroeit is en met andere dan militaire dreigingen heeft te kampen.

Daar ligt gelijk de andere uitdaging: kunnen aanklampen bij de andere bewegingen die al actief zijn rond de klimaat, voedsel en kredietcrisis. Juist in het Noorden moet dat gebeuren, want daar wordt het gros van de militaire uitgaven gedaan. Bij ons dus. Betekent dit dat het Zuiden buiten schot moet blijven? Nee, natuurlijk niet. Een regering in het Zuiden die ten kosten van alles de Defensiebegroting overeind houdt of zelfs verhoogt moet ook aan de kaak gesteld worden, liefst samen met activisten vanuit het land zelf.

“Als rijke landen hun wapenexporten en landen in het zuiden hun wapenimporten niet grondig herzien dan is het de vraag of de Millennium Doelen gehaald zullen worden.”

Daar is hij weer de uitspraak van het United Nations Development Programme (UNDP), waar ik deze serie mee begon en die ik vijf jaar lang gebruikte om het amorele van wapenleveranties aan arme landen mee te onderstrepen.

Vijf jaar later moet ik zeggen dat niet alleen wapenexporten moeten worden genoemd. Je pijlen richten op militaire uitgaven - ook hier in het Noorden - kan wel eens een betere en vruchtbaarder strategie blijken te zijn. In ieder geval ook vertrouwenwekkender voor het Zuiden, dan alleen hun wapenaankopen aankaarten.

Martin Broek

Eerdere delen:
Deel 1: Ontwikkelingsdoelstellingen
Deel 2: Prioriteiten
Deel 3: Militaire onderzoeksgelden
Deel 4: Wapenhandel een schijntje

Noten:
1) Defence Data 2007, European Defence Agency.
2) Defence Expenditure Breakdown’ in Volume of Money in European - United States Defence Expenditure in 2007, EDA, Brussels, December 2008
3) William Matthews, ‘ 2010 Budget: Men vs. Machines; Pentagon Manpower Costs Crowding Out Weapons, Defense News, 2 maart 2009. Defense News, 2 maart 2009.
4) Bron: European - United States Defence Expenditure in 2007, EDA, Brussels, December 2008,Zie hier.
5) Trends in Arms Production; en SIPRI 100 Arms sales by the SIPRI Top 100 arms, dat is een vergelijkbare top 100.
6) ‘The financial value of national arms exports, 1998-2006, in constant (2006) US$’.
7) Ter indicatie ook de landen 11 tot 25 (tussen haakjes gemiddelde per jaar van bekende leveringen in periode 1998-2206, in miljoen 2006 dollars): 11) Oekraïne (439), 12) Canada (421), 13) Spain (410), 14) Oostenrijk (342), 15) Noorwegen (296), 16) Zuid-Afrika (285), 17) Brazilië (244), 18) Zuid-Korea (233), 19) Zwitserland (231), 20) Polen (212), 21) Turkije (212), 22) Australië (199) , 23) Tsjechië (103), 25) Denemarken (118), 24) Pakistan (101).
8) Bron: CRS Report for Congress: U.S. Arms Sales: Agreements with and Deliveries to Major Clients, 1999-2006, december 20, 2007, Richard F. Grimmett (Specialist in National Defense Foreign Affairs, Defense, and Trade Division).
9) GAO: JOINT STRIKE FIGHTER; Impact of Recent Decisions on Program Risks, producing companies in 2006 totaled $315 billion. Ook het weekblad Defense News heeft 11 maart, 2008.

Wapens en ontwikkeling (3): Militaire onderzoeksgelden

Uit de wapenindustrie komen voortdurend geluiden dat de ontwikkelingsbudgetten voor nieuwe wapentechnologie te laag zijn. Zowel in Washington als Brussel klopt de militaire industrie steeds aan met het verzoek deze budgetten te verhogen.


In de Verenigde Staten gaat al meer dan de helft van alle gelden die de overheid beschikbaar heeft voor onderzoek en ontwikkeling (R&D) naar het Ministerie van Defensie. Meer dan alle posten, zoals gezondheidszorg, ruimtevaart, landbouw etc samen. Voor 2009 is het onderzoeks- en ontwikkelingsbudget voor het Amerikaanse leger 79,6 miljard dollar.

Dat is 4,1% meer dan in 2008 en 54% van het budget dat de overheid besteed aan onderzoek.1 Ook van de niet militaire onderzoeks- en ontwikkelingsbudgetten (R&D) gaat een deel naar militaire doelen. Andere onderzoeksinstellingen schikken zich steeds meer naar militaire wensen. Daar zit immers het geld.

Om de onderzoeksbudgetten te verdedigen naar het publiek wordt gesteld dat ze zich terug zullen betalen in de vorm van productieverbeteringen. Deze zullen weer leiden tot het verlagen van de productiekosten en betere producten: “De consument zal uiteindelijk gebaat zijn met minder dure en beter bruikbare producten en diensten van een hogere kwaliteit”, wordt in de analyse bij de begroting gesteld. Maar aangezien het hier voor het overgrote deel om militaire onderzoeken gaat is dat sterk de vraag.

Het blijkt dat de Amerikaanse defensie-industrie het geld nauwelijks besteed aan fundamenteel- en toegepast onderzoek, maar dat het voor ruim 80% direct naar de ontwikkeling (testen en verbeteren) van nieuwe producten gaat. In de civiele sector is dit nog geen 10%. Die draagt kortom veel meer bij aan nieuwe ontwikkelingen en inzichten, maar kampt met een gebrek aan investeringen door de overheid.

In een uitgebreid onderzoek naar de waarde van deze investeringen in de wapenindustrie komt de directeur van de Nationale Technologie en Innovatie Onderzoeksraad tot een negatieve beoordeling met betrekking tot de nadruk die in de VS ligt op militaire R&D: "De commerciële voordelen zijn klein, gezien het niveau van de investeringen," zo luidt een van de krachtige conclusies.

Elders in de begroting vind ik nog 400 miljoen dollar voor protheses. Dat onderzoek wordt bekostigd door het Ministerie voor Veteranen Zaken. Onderzoek dat vast mooie toepassingen kent in de civiele samenleving, misschien zelfs over de grens. (Dan kunnen ze er in landen als Liberia en Afghanistan ook nog iets aan hebben.) Maar het is ook onderzoek ingegeven door het droeve lot van uit de oorlog terugkerende Amerikaanse militairen.



Europa

De Europese defensie-industrie klaagt al tijden steen en been over het achterblijven van de gelden voor wapenonderzoek bij die van de Verenigde Staten. Een werkgroep die de Europese Grondwet opstelde, beweerde: "Meer investeringen in militair onderzoek zijn van essentieel belang, zowel met het oog op kwalitatief hoogstaande uitrusting als in het belang van de civiele industrie, die ook de vruchten plukt van militair onderzoek. De noodzaak blijkt bijvoorbeeld uit het aanzienlijke verschil tussen de omvang van de investeringen in de Europese Unie (ongeveer 10 miljard euro) en die van de investeringen van de Verenigde Staten (53 miljard euro)."2

De cijfers zijn veranderd. De klachten zijn gebleven. In 2007 besloten de EU Ministers van Defensie (zonder Denemarken) de uitgaven voor Onderzoek en Technologie te verhogen naar 2% van de militaire uitgaven (het was 1.2%).

Ook in Europa kunnen vraagtekens gezet worden bij de nadruk op militair onderzoek als het gaat om de verdeling van gelden. Een derde van de Europese R&D-gelden gaat naar militair onderzoek. Ruim de helft daarvan wordt door overheden gefinancierd en de rest door de industrie zelf. Dit terwijl van de civiele R&D nog geen 20% door de EU-regeringen wordt verstrekt en 80% door de industrie. Ook in de EU blijkt de wapenindustrie dus voorgetrokken te worden.

Schrikbeeld
Er wordt continue een soort schrikbeeld neergezet dat Europa achterblijft bij de Verenigde Staten. Ook in 2008 stelt François Gayet secretaries general van de AeroSpace and Defence Industries Association of Europe weer: “De kloof tussen de EU en VS heeft zich de laatste jaren verbreed. De concurrentie positie van onze industrie staat op het spel. Er is geen geloofwaardige Europese defensiepolitiek mogelijk zonder een sterke defensie-industriële basis.” (zie ook dit statistiche voorbeeld dat tot een zelfde conclusie leidt). Het is een verhaal dat ik sinds 1998 - toen ik begon dit te bestuderen - steeds weer tegen kom. Andere verschillen tussen Europa en de VS worden in de argumentatie niet meegewogen. De kosten voor militair onderzoek liggen in Europa veel meer bij de bedrijven zelf en minder bij de overheden. In Europa is anderzijds meer exportsteun beschikbaar voor militaire exporten door bedrijven.

Met selectief te winkelen wordt een militair-onderzoek-wedloop gepropageerd.

Europese gelden

Bovendien kan de industrie steeds meer over EU-geld voor onderzoek beschikken. Er is geld voor defensie, veiligheid en ruimtevaart. Ook de laatste twee hebben een sterke militaire tak. Binnen het 7de Framework Programma (FP7) voor onderzoek en technische ontwikkeling is 570 euro per jaar uitgetrokken voor veiligheid en ruimtevaart. Volgens de Europese Parlementariër Von Wogau is er zelfs een budget van 750 miljoen euro per jaar om de gezamenlijke Europese en ruimtevaart en veiligheidsprojecten te steunen

Een aantal vragen wordt stelselmatig niet beantwoord:


* Is ‘Veiligheid’ synoniem met militaire veiligheid? (De vraag die steeds in verschillende varianten terugkomt in deze serie, omdat zo vaak de indruk wordt gewekt dat het antwoord ja is, zeker in de verdeling van middelen.)
* Is dit onderzoek technologie en industrie gedreven of gericht op het oplossen van problemen? In de aanloop naar de budgettering van het 7de Framework Programma stelt het hoofd onderzoek van Greenpeace VK, Doug Parr, juist dit onderwerp aan de orde.
* Waarom zou Europa zich spiegelen aan de Verenigde Staten? (Laat Europa doen waar het goed in is diplomatie. Laat de overheid doen waar ze goed in is en dat is het bieden van veiligheid aan haar burgers. Die veiligheid ligt eerder in goede gezondheidszorg en veiligheid op straat dan in meer en beter bewapende militairen. Waarom zou ook Europa op een te grote voet gaan leven?)


Martin Broek

Eerdere delen:
Deel 1: Ontwikkelingsdoelstellingen
Deel 2: Prioriteiten
Deel 3: Militaire onderzoeksgelden
Deel 4: Wapenhandel een schijntje

Noten:
1) Zie Analytical Perspectives bij de VS begroting 2009, p. 57.
2) Slotverslag van Werkgroep VIII “Defensie” van de Europese Conventie, p.15; Brussel, 16 december 2002.

Bronnen:
* Begroting Verenigde Staten 2009. Zie: gpoaccess.gov/usbudget/fy09/browse.html
* AeroSpace and Defence Industries Association of Europe) PRESS RELEASE ASD calls for further integration of European defence market at French EU Presidency conference, Marseille, 31 oktober 2008.
* Website European Defence Agency, zie: eda.europa.eu/
* ‘EU Ministers Adopt Framework for Joint European Strategy in Defence R&T’, Brussel 19 november 2007, eda.europa.eu/genericitem.aspx?area=2&id=287
* Website Europese Unie ruimtevaart onderzoek: ec.europa.eu/enterprise/space_research/fp7.htm
* Frank Slijper, From Venus to Mars: the European Union´s steps towards the militarisation of Space, November 2008 A TNI briefing paper in cooperation with Campagne tegen Wapenhandel [the Dutch Campaign against Arms Trade].
* Ben Hayes, Arming Big Brother: the EU's security research programme, april 2006,
* Frank Slijper, "Europese Grondwet: Defensieagentschap en militair onderzoek," CtW, mei 2005;
* Zie: ‘The industry: competition and export’, in ‘The arms industry and the EU Constitution’, ENAAT Research Group, Martin Broek & Wendela de Vries, januari 2006.
* ‘Assessing the 'green' credentials of FP7’, 4 mei 2005
* Brian Morris, "Networking and Research Opportunities in Europe," Aerospace and Defence Industries Association of Europe (ASD), 29 maart 2005.
* Charles W. Wessner, "Innovation, Security & Growth," Brussel 19 november 2004.
* Martin Broek, ‘Onderzoek naar nieuwe wapens, de VS’ en ‘… de Europese Unie’, ‘t Kan Anders, juni 2005.
* Martin Broek, ‘Europe’s Defence Industry & its Arms Trade with Asia Pacific,’ in ‘Europe-Asia Arms Trade Challenges ASEM Security Dialogue’, Transnational Institute in Cooperation with AMOK, CAAT, Focus on the Global South and IDD, 1998.

woensdag 12 januari 2011

Wapens en ontwikkeling (2): Prioriteiten

Veertig à zestig miljard dollar om extreme armoede uit te bannen (als aan een aantal basis voorwaarden is voldaan, zie hiervoor deel 1). Het is op wereldschaal gezien geen extreem hoog bedrag. Toch wordt de kans dat het zover komt met de dag kleiner. De aandacht verschuift naar problemen in eigen huis.

Mega bedragen rollen over tafel als het gaat om het ondersteunen van nationale economieën. Enorme fondsen worden uitgetrokken voor garanties aan het bankwezen en financiële steun aan bedrijven die door de crisis in moeilijkheden zijn gekomen. Projecten worden versneld uitgevoerd en belasting wordt verlaagd. Ook in Europa gaat het om honderden miljarden. (Wie heeft of weet een goed overzicht?)

Klimaat


Milieuorganisaties waarschuwen dat de aanpak van de crisis niet ten koste mag gaan van de inzet om het klimaatprobleem te beteugelen. We hobbelen nl. steeds verder achteruit. (zie figuur) Toch bestaat er ondanks de breed gevoelde urgentie om deze tendens te keren het gevaar dat dit beleid niet uitgevoerd zal worden. Volgens de Europese Unie moet de wereld jaarlijks grote bedragen uitgeven aan klimaatbeleid om de zaak onder controle te houden. In 2020 zal het al om 175 miljard euro gaan. Daar wil de EU wel tussen de 23 en 54 miljard inpompen, aldus commissaris voor milieuzaken Dimas. De helft van die investeringen moet plaats vinden in het Zuiden, aldus Dimas onlang in Davos.

Ontwikkeling

Ook gelet op de voedselcrisis is de aanpak van de klimaatverandering van groot belang. Het schaadt de landbouw nu al. Negatieve effecten zijn o.a. perioden van grote droogte, ontbossing, vaker en heftiger stormen, regenval en overstromingen. Deze veroorzaken dat gewassen verzuipen en wegspoelen, daarmee verdwijnt dan ook de vruchtbare aarde in zee. Door de temperatuurstijging treden vaker ziektes op.1

Anderzijds draagt het gebruiken van landbouwareaal voor biobrandstof nog eens flink bij aan de hogere voedselprijzen. De Wereldbank berekende vorig jaar al dat er 100 miljoen armen bij zijn gekomen. Dat is een groep mensen zo groot als de bevolking van Nederland, België en Frankrijk samen. De ellende wordt versterkt door de protectionistische koers die weer school maakt. In de Verenigde Staten, maar ook in landen van de Europese Unie. Een tekort aan aandacht voor het platteland, infrastructuur en transport en logistiek doen de rest. Milieuorganisaties vinden ontwikkelingsorganisaties dan ook aan hun zijde.

Crisis en veiligheid

Door de economische crisis is een nieuwe situatie ontstaan. Met nieuwe problemen. Maar misschien ook met nieuwe mogelijkheden. De Amerikaanse inlichtingendiensten gaan ervan uit dat niet langer het internationale terrorisme de belangrijkste bedreiging van Noord-Amerika is. Een eerste stap naar het einde van de eindeloze oorlog tegen het terrorisme van Bush? ‘Once the communist now the terrorist’, zingt Flogging Molly.



Die tekst is kan vervangen worden: “De belangrijkste veiligheidsdreiging op de korte termijn voor de Verenigde Staten is de wereldwijde economische crisis en zijn geopolitieke gevolgen.” Geen communisme, geen terrorisme maar de eigen banken, het eigen IMF, de eigen Federal Reserve, de eigen Wall Street ballonnenverkopers. Zij zijn gebrandmerkt als veroorzakers van de belangrijkste bedreiging van de Verenigde Staten en de rest van de wereld.

Waarschuwing

Nee, nee, nu gaat er iets mis. Nee natuurlijk niet. Dat is niet de bedoeling van deze opmerking, van Dennis C. Blair, het nieuwe hoofd van Nationale Intelligence.

Het is een waarschuwing aan ons allen: "Er zijn er die zelfs vrezen dat de recessie naar het niveau van de Great Depression kan gaan. Natuurlijk, kunnen wij allemaal de dramatische politieke gevolgen oproepen die de economische wanorde van de jaren twintig en dertig in Europa veroorzaakten: de instabiliteit, en de hoge mate van gewelddadig extremisme."

Blair wil geen schuldigen in eigen land aan wijzen of fouten in het Amerikaanse systeem. Hij wil waarschuwen dat er ook in de 21e eeuw gevolgen kunnen zijn die ons huidige bevattingsvermogen te boven gaan: "Ongeveer een kwart van de landen in de wereld heeft al kleinschalige instabiliteit gezien, zoals Regeringswisselingen door de huidige vertraging van de economische groei. (...) Statistiche modellen laten zien dat economische crisis de risico's van regering-bedreigende instabiliteit doen toenemen als ze langer dan een of twee jaar blijven bestaan." Met andere woorden: uw veiligheid staat op het spel. Die uitspraak is niet helemaal belangeloos: "Hoe langer het herstel op zich laat wachten, hoe waarschijnlijker dat Amerikaanse belangen worden geschaad."

Crisis

Wie kent niet het Chinese karakter voor crisis? Het is samengesteld uit de karakters voor gevaar en mogelijkheden. Crisis in onze taal komt van het oud-Griekse werkwoord κρινομαι ('krinomai') moment van de waarheid . Blair maakt dan ook gelijk van de gelegenheid gebruik om een deel van de Amerikaanse buitenlandse politiek weer op de rails te krijgen.

"De Verenigde Staten is in staat een krachtige leiding op zich te nemen zowel in eigen land, in bilaterale relaties als binnen multi-laterale organisaties zoals de Wereld Handelsorganisatie (WTO), de Asia Pacific Economic Cooperation (APEC) en de Associatie van Zuidoost
Aziatsiche Landen (ASEAN)." (De NAVO wordt alleen genoemd in verband met Rusland en Afghanistan.) Die leiding gevende rol moet wel in overleg met andere landen, zo stelt Blair geruststellend in de conclusie van het rapport.

"Naast toenemende economisch nationalisme", schrijft hij, "zal de te verwachten politieke fallout voor de belangen van de VS bestaan uit het feit dat vrienden en bondgenoten niet helemaal in staat zullen zijn om aan hun defensie en hun humanitaire [?] verplichtingen te voldoen." Een deel van de grotere leiding zal dus bestaan uit begrotingsadviezen aan bondgenoten om meer aan Defensie te besteden en meer op te treden in zwakke staten kunnen we hier uit afleiden. Ik ken een paar landen die zullen doen wat Washington voorstelt. Dat is prettig voor Jaap.

De tering, maar waar is de nering?

Meer alsmaar meer. Dat is het refrein. Obama's budget is in lijn met dat van Bush berichtte Defense News begin februari al: "Het maakt bijna niet uit vanuit welke hoek je er naar kijkt, de Amerikaanse militairen zwemmen in het geld. Militaire bestedingen zijn vandaag de dag op historische hoogten en dat zal vermoedelijk niet veranderen in 2010."2

Historisch betekent in deze context hoger dan op het hoogte punt van de Koude Oorlog. Daarbij gaat het dan wel om absolute uitgaven, want als deel van het BNP is het minder dan destijds (4% nu en 6% in 1987). Een argument dat voorstanders van de grote militaire uitgaven ter verzachting kunnen gebruiken.

Vanuit het Office for Management and Budget van het Witte Huis komen nu al geluiden dat het budget voor 2010 weer 12 miljard dollar hoger zal liggen dan in 2009. De posten oorlogsbehoeften en overbruggingskosten zijn nog niet duidelijk. Een artikel in Jane's Defence Weekly gaat in op juist die overbruggingskosten voor de luchtstrijdkrachten van de Amerikaanse landmacht: zij worden "geconfronteerd met een dubbele uitdaging enerzijnds om in het gevecht versleten middelen te onderhouden en anderzijds te investeren in toekomstige wapensystemen."3 Dit is precies de reden dat de overbruggingsbudgetten onder Bush zijn ingesteld. Het artikel moet dan ook gezien worden als onderdeel van de lobby om deze ook voor 2010 weer op de begroting te krijgen.




Het leger is qua personeel ingekrompen, maar de kosten per soldaat zijn opgelopen. Ook de wapens zijn fors duurder geworden. Een F-16 kostte bijvoorbeeld 30 miljoen dollar per stuk. Aan de Joint Strike Fighter hangt een prijskaartje van 83 miljoen dollar (beide in 2009 dollars). De nieuwe wapens zijn duurder om te onderhouden en te gebruiken. Militairen kiezen voor meer gevechtsmogelijkheden en niet voor lagere prijzen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de defensieplannen van de verschillende Amerikaanse krijgsmachtonderdelen uitgaan van groei
in de komende zes jaar. De crisis moet maar door anderen gedragen worden, lijkt het idee.

Nu al gaan bijna 20.000 soldaten extra naar Afghanistan. Die soldaten hebben recht op het beste wat de Verenigde Staten zijn mannen en vrouwen kan bieden. Zij vechten voor het prachtige land met zijn waarden die het al motiveren sinds 1776. Zo zal het ronken. Echter het verstrekken van een retourticket is veel goedkoper en beter voor de wereld.

De uitgaven dalen niet, maar nemen toe. Dat is niet de tering naar de nering zetten, dat is afwachten waar het schip strand. Op kosten van de wereld. "Het militair industrieel complex eet de wereld op", wanhoopt John Feffer3. "Het wordt tijd dat die uitgaven bevroren worden en gelden besteed worden aan menselijke behoeften", stelt hij vervolgens strijdbaar. Je hoeft geen licht te zijn om te snappen dat op zijn minst bevriezing nodig is "Op het moment dat we heel hard financiering nodig hebben voor het aanpakken van de voedselcrisis, de energiecrisis, de klimaatcrisis, de AIDS-crisis, naast andere opduikende crisis - die allen de veiligheid bedreigen - staan de militaire uitgaven nauwelijks op de agenda," aldus Feffer.

Eigen huis

Waarom ze niet of nauwelijks op de agenda staan? Dat is heel eenvoudig. We worden bedreigt door Iran, door falende staten zoals Somalië, door drugsbaronnen, door cyberspace piraten, door criminelen op zee en door gevaren die we nog niet kunnen voorzien. We voeren de strijd van de rede tegen de redelozen. Dat mag toch wel een grijpstuiver kosten. En als dit nog niet voldoende argumentatie is dan gooien we het argument van werkgelegenheid er nog overheen: al die soldaten zijn niet werkeloos; en al die mensen bij de wapenfabrieken verdienen hun brood.

Zeker in tijden van crisis is dit een heel bruikbaar argument. De internationale vakbondsorganisatie (ILO) berekende onlangs dat alle vooruitgang die de afgelopen tien jaar is geboekt bij het creëren van werkgelegenheid dreigt te verdwijnen. De crisis kan daardoor nog eens 200 miljoen mensen in armoede storten. Je raadt het al, vooral in het Zuiden. Dat een militaire euro of dollar slechter is besteed dan een civiele bij het scheppen van banen wordt steeds opnieuw aangetoond, maar beklijft niet.

Een van de redenen voor die struisvogel houding: er is in de wereld een potje van 1.300.000.000.000 dollar voor vrede en veiligheid. Legers zorgen ervoor dat ze centraal staan bij vragen over macht, vrede en veiligheid. En dat mogen ze. Die realiteit lijkt haast onaantastbaar. Anderzijds zou het potje voldoende bevatten voor het aanpakken van heel veel problemen. Met dat potje kunnen bijvoorbeeld de Millenium Development Goals uitgevoerd worden, kan een klimaatprogramma op poten worden gezet en nog veel meer. Veiligheid, wiens veiligheid en vrede?, is daarom de vraag die gesteld moet worden.

Martin Broek

Eerdere delen:
Deel 1: Ontwikkelingsdoelstellingen
Deel 2: Prioriteiten
Deel 3: Militaire onderzoeksgelden
Deel 4: Wapenhandel een schijntje

Belangrijkste bronnen:

* William Matthews, 'Obama's 2010 Budget 'In Line' With Bush's'
* John Feffer, 'The Risk of Military Keynesianism', Foreign Policy in Focus, 9 februari 2009.
* Dennis C. Blair, Annual Threat Assessment of the Intelligence Community for the Senate Select Committee on Intelligence, Director of National Intelligence, 12 February 2009.

Noten:
1) A New Era of World Hunger? The Global Food Crisis Analyzed James A. Paul Katarina Wahlberg FES Briefing Paper July 2008. Gevonden op de ‘Environmental Degradation and Hunger’ pagina van Global Policy Forum.
2) William Matthews, 'Obama's 2010 Budget 'In Line' With Bush's', Defense News 9/2/9, p. 4.
3) Caitlin Harrington, 'Balancing act', Jane's Defence Weekly 18 februari 2009, p. 27-31.

Deel 1: Ontwikkelingsdoelstellingen

“Als rijke landen hun wapenexporten en landen in het zuiden hun wapenimporten niet grondig herzien dan is het de vraag of de Millennium Doelen gehaald zullen worden.”




Deze woorden vatten een passage samen uit het Human Development Report 20031, waarin vooral de grote exporteurs (VS, Rusland, Engeland, Duitsland, Frankrijk, Italië en Canada) ervan langs krijgen.

Sinds eind 20042 gebruik ik deze uitspraak regelmatig om de immorele kant van wapenexporten aan te geven. Dure wapens worden verkocht in een wereld waar mensen dood gaan van honger en dorst, maar er blijkbaar wel genoeg geld is om voor miljarden aan wapens te besteden. In het Noorden bestaan er blijkbaar geen effectief werkende morele barrières die dit voorkomen, laat staan wettelijke.

In een aantal bijdragen wil ik eens verder in gaan op deze passage. Aan de Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen (Millennium Development Goals, MDG’s) zelf heb ik bijvoorbeeld nog nooit specifiek aandacht besteed. Het is niet mijn bedoeling de ontwikkelingsproblematie in te duiken, maar een overzicht te krijgen om de uitspraak beter te begrijpen.

Wat zijn de doelen?

1. Het uitbannen van armoede en honger.
2. Het bereiken van een universele basiseducatie
3. Gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen
4. Kindersterfte tegengaan
5. Het tegengaan van moedersterfte
6. Het uitbannen van HIV/AIDS, malaria en andere ziekten
7. Bescherming van het milieu, iedereen schoon drinkwater en minder mensen in sloppenwijken
8. Het ontwikkelen van een wereldwijde samenwerking voor ontwikkeling

Deze doelstellingen zijn er allen op gericht extreme armoede de wereld uit te helpen of fors te verminderen. Het zijn gotendeels noodmaatregelen; geen structurele veranderingen. De honger zou niet gegroeid zijn als er was geïnvesteerd in landbouw3, maar over prioriteiten in de economie gaan de MDG’s niet.

Samenvattend zijn het drie soorten doelen, met culturele, organisatorische, politieke en maatschappelijke aspecten:

* Emancipatoir (onderwijs en gelijkheid tussen man en vrouw stimuleren);
* tegen onveiligheid (honger, dorst, ziekten bestrijden, betere gezondheidszorg, schoner milieu); en
* afspraken in internationaal verband.

Een deel van het programma ligt op schema of is binnen bereik. Bijvoorbeeld het aantal dodelijke slachtoffers door mazelen is met tweederde verminderd en vier op de vijf kinderen in het Zuiden wordt inmiddels gevaccineerd.
Een deel van het programma wordt niet gehaald. Pijnlijk is het schema over moedersterfte per regio (zie ill. boven). Voor het Noorden wijst een balkje van - in deze context - niets op negen doden per 100.000 geboorten. In Afrika onder de Sahara sterft honderd keer vaker een moeder aan een geboorte. In Zuid-Azië overlijden 490 en in Oceanië 430 moeders per 100.000 baringen.

Situaties kunnen verbeteren. Van heel heel erg, naar heel erg. Dat is vooruitgang, maar nog steeds onacceptabel. Ruim drie miljoen kinderen sterft per jaar door ondervoeding. Dat is geen ontwikkeling om over te juichen

Beoordeling

Bij de beoordeling van de voortgang van de doelen moet ook betrokken worden dat China zich razendsnel ontwikkelt van een agrarische economie naar een industriële en financiële grootmacht. De ruim 1,3 miljard Chinezen vertekenen het beeld in positieve zin. Haal je hen eruit dan is het beeld veel minder rooskleurig.

Ook het feit dat het nationale inkomen van India is gestegen verkleurd het beeld. Dat nog steeds een substantieel deel van de armen in Zuid-Azië woont – meer dan de helft van de ondervoede kinderen in de wereld bijvoorbeeld - krijgt te weinig aandacht. Het nationale inkomen zegt op zichzelf weinig over de armoede in een land. Deze is immers ook verbonden aan de verdeling ervan. Het is wel de bedoeling van de Doelen dat iedereen wordt bereikt, maar de beoordeling van de vooruitgang houdt daar niet op alle vlakken rekening mee.

Oorlog is een moeilijk te voorspellen factor. Oorlog en conflicten hebben wel een desastreuze invloed op de haalbaarheid van de Doelen. Dertig jaar geleden was Irak bijvoorbeeld een welvarend land, met een gezondheidszorg en onderwijssysteem dat zich kon meten met Europese landen. Een aantal oorlogen verder is daar weinig meer van over. Bovendien slaan veel mensen op de vlucht. Juist vluchtelingen behoren tot de meest kwetsbare groepen in de wereld. Het aantal ervan is aanzienlijk gegroeid de afgelopen jaren.

Hoe staat het met de internationale afspraken?

Dat sommige doelen wel en andere minder gehaald worden is duidelijk, maar ernstig is dat de bijdrage aan de structurele ontwikkeling – geen armoede bestrijding, maar ontwikkelingshulp – achteruit gaat: “Veel landen hebben meer aandacht besteed aan sectoren die behandeld worden door de Millennium Doelen, maar minder aan technische samenwerking om productie en handel te vergroten. (…) [De Doelen] kunnen niet bereikt worden door middelen uit andere delen van het Ontwikkelingsbudget aan te wenden,” stelt de VN klip en klaar.

De ontwikkelingshulp budgetten dalen sinds 2006 en programma’s voor schuldenverlichting nemen af. Obstakels voor exporten uit het Zuiden naar het Noorden zijn nauwelijks afgenomen. Sterker nog producten uit het Zuiden hebben na 2004 zelfs moeilijker toegang gekregen tot markten in het Noorden. Geen beeld om vrolijk van te worden. Los van mijn persoonlijke stemming. Het bereiken van de MDG's wordt er ook duurder door.

We geven vis in plaats van hengels. Laat staan dat we inmiddels een volgende stap hebben gezet: leren hoe visdieven moeten worden bestreden. Immers als je kan vissen en alle vis is verdwenen dan heb je daar bitter weinig aan.

De kosten

Niet alle doelen hoeven veel geld te kosten. Gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen, jongens en meisjes is niet hoofdzakelijk een kostenpost, maar een culturele en maatschappelijke verandering (daarmee structureel). Toch blijkt ook deze doelstelling maar amper van de grond te komen. Gelijke kansen voor jongens en meisjes op basis- en vervolgonderwijs is in 2005 door 113 landen niet gehaald, de verwachting is dat tien jaar later 18 landen de achterstand zullen hebben ingehaald.

Maar wat zijn de directe kosten die gemaakt moeten worden om de MDG’s te bereiken. “De totale kosten van de Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen – het programma van de VN om extreme armoede uit te roeien – in elf jaar zijn lager dan de militaire uitgaven in één jaar.” Dit schreef ik eerder op basis van onderzoek door de Economists Allied for Arms Reduction (ECAAR).4




Onderzoek van de Wereldbank wijst erop dat het hier gaat om de extra kosten - van 40-60 miljard dollar - die gemaakt moeten worden boven op de ontwikkelingsbudgetten. Bovendien moet ook het internationale handelsbeleid worden aangepast die economische ontwikkeling in het Zuiden belemmert; landen in het Zuiden moeten toegang krijgen tot de markt in het Noorden. Beleid van de 22 slechtst presterende landen in het Zuiden moet zo worden gereörganiseerd (dit wordt niet gespecificeerd) dat hulp op goede bodem valt.5

Al met al komt dit redelijk overeen met de afspraken op de VN-top in 2005 waar landen beloofden het budget te verhogen van 80 miljard dollar in 2004 naar 130 miljard in 2010 (2004 prijspeil). In 2007 was het gehele ontwikkelingshulpbudget 100 miljard dollar, een dertiende deel van de militaire uitgaven in de wereld. 70% van deze militaire bestedingen wordt gedaan door de NAVO-landen. Veiligheid, wiens veiligheid en ontwikkeling?, is de vraag die gesteld moet worden.

De internationale financiële, economische, milieu, voedsel en energie crisis heeft al dit gecijfer natuurlijk op losse schroeven gezet. In een latere bijdrage wil ik daar verder op in gaan.

Martin Broek

Eerdere delen:
Deel 1: Ontwikkelingsdoelstellingen
Deel 2: Prioriteiten
Deel 3: Militaire onderzoeksgelden
Deel 4: Wapenhandel een schijntje

Voornaamste bron (incl. illustraties):
The Millennium Development Goals Report 2008, United Nations 2008

Noten:
1) Deze G-8 landen worden genoemd in BOX 4.5: “Military spending or education?, The inconsistencies of government action,” HDR 2003, Hoofdstuk 4:Public policies to improve people’s health and education, p. 93. Aan het einde van deze serie zal ik op Nederland ingaan.
2) Voorstudie exportkredietverzekering (niet gepubliceerd) uiteindelijk resulterend in factsheet, rapport e.a.
3) The Millennium Development Goals Report 2008, United Nations, New York (verhuizen?), 2008, p. 3. De publicatie is in dit artikel vaker als bron gebruikt.
4) Europese Grondwet; fundament voor de wapenindustrie. Door Martin Broek en Wendela de Vries, mei 2005. Op basis van Paul Burkholder, ‘Military vs. Social Spending; Warfare or Human Welfare,’ Economists Allied for Arms Reduction (ECAAR), 2004.
5) "The Costs of Attaining the Millennium Development Goals." (summary paper for the World Bank), 2005 (datering verschilt per bron).

Links:
Wiki lemma Millenniumdoelstellingen
Millennium Development Goals pagina Wereldbank of deze
Millennium Development Goals pagina VN
UN Chronicle Partnership for Development
Amerikaans onderzoek naar draagvlak, juni 2005
Recent trends in military expenditure
Shooting Down the MDGs; How irresponsible transfers undermine development goals

Het parlement van Rabat

"all this happened in the Parliament under silence"

Het Arabischtalige weekblad 'Nichane' over de verdubbeling van het defensiebudget voor 2009 van Marokko, zie ‘Morocco doubles military budget’, Afrol News, 9 December 2008.

Het parlement in Rabat heeft toestemming gegeven voor een defensiebudget van in totaal 34,526 miljard dirham (3,11 miljard euro). Volgens de 'Nichane' staat dit voor 16% van Marokko’s overheidsbudget. “Vier jaar geleden was het defensiebudget niet meer dan 12 miljard dirham," aldus het weekblad.





Volgens Nichane maakt de verdubbeling “het mogelijk om aankopen te regelen van geavanceerde wapens om de regionale machtsverhouding met Algerije gelijk te trekken.” Buurland Algerije wordt in Marokko gezien als aartsrivaal en verantwoordelijk gehouden voor het falen van Marokko bij het verkrijgen van erkenning dat de bezetting van de Westelijke Sahara rechtmatig is.
Voor Nederland komt het prachtig uit. Dat gaat een boel geld verdienen aan wapenverkopen aan Marokko. Zie hier. Je moet je afvragen of dit past gezien het Nederlandse spanningsgebiedencriterium en of samenwerking met een verlichte dictatuur moet mogen. De wapenverkopen roepen ook de vraag op of het moreel juist is om te profiteren van dit soort ontwikkelingen in een land waar ongeveer een vijfde van de bevolking geen toegang heeft tot schoondrinkwater (vergelijkbaar met Birma!) en een op de tien mensen het moet doen met minder dan een dollar per dag.

UNDP HDR 2007-2008

India: mooie glimmende wapens en armoede

Wapenleveranties naar India vanuit Nederland komen weer op gang.


Ergens begin jaren negentig verzamelde ik samen met een vredesactivist uit Woensdrecht informatie over Hollandse Signaal Apparaten (nu Thales Nederland) om een overzicht te maken van wat bekend was over het bedrijf. Een overdosis informatie werd verpakt in een goedkoop gestencilde brochure, waarvan er maar een paar verkocht zijn. Ik heb er nog een liggen die ik nog regelmatig raadpleeg.

Bij het schrijven ervan kwam ik voor het eerst tegen dat in India nogal wat HSA producten in licentie werden vervaardigd. Een gestage stroom onderdelen ging richting Bangelore, waar een groot deel van de Indiase wapenindustrie gevestigd is.

Lange tijd is India van de niet-NAVO-landen dan ook een van de belangrijkste afnemers van Nederlandse wapentechnologie geweest. Na een succesvolle lobby om geen wapens meer te leveren aan dit land dat tien jaar geleden een kernproef uitvoerde daalde India snel op die ranglijst.

Het lijkt er steeds meer op alsof de klant van destijds zijn oude positie weer in gaat nemen. Onlangs sloot Thales weer een licentie contract of met partner Bharat Electronics (BEL). Ze onderstrepen de uitstekende relaties tussen BEL en Thales. Thales zegt: “Deze contracten vormen een stevige basis voor verdere samenwerking met BEL. In het verleden heeft BEL op basis van licentie contracten verschillende Thales [Nederland]systemen gebouwd” zoals de Flycatcher (de vliegmepper tegen raketten), marine en landradarsystemen. Echt iets wat een land met honderden miljoenen mensen onder de armoede grens en daaruit voortvloeiende interne conflicten nodig heeft.

Weer wapenhandel met Indonesië?


De scheepswerf de Schelde gaat Indonesië helpen bij de bouw van een nieuwe reeks korvetten. Het nieuws staat in een bericht van een paar regels. Maar is daarom niet minder belangrijk.

Volgens het bericht zal het gaan om een serie van 24 oorlogsschepen. Het is een vervolg op de bouw van vier korvetten voor Jakarta in Vlissingen, waarvan de levering bijna afgerond is. “Het streven is nu om de bouw over te dragen aan een staatswerf in Surabaya,” aldus Schelde directeur Van Ameijden.

Enig voorbehoud moet er wel bij het nieuws gemaakt worden. Het was oorspronkelijk de bedoeling dat van de huidige vier schepen er twee bij PT Pal, de staatswerf in kwestie, gebouwd zouden worden. Dat is niet doorgegaan. Ten tweede herinnert het grote aantal aan een wens uit de jaren tachtig. Ook daar is weinig van terecht gekomen.
Mocht het wel doorgaan dan is het een zeer grote levering.

Niet alleen De Schelde zal dan zijn voordeel doen met de wapenleverantie, maar ook Thales Nederland. Per schip zal zeker voor ruim tien miljoen euro aan vuurleiding, commando- en radar apparatuur van het Hengelose bedrijf worden geplaatst . Dat bleek ook bij eerdere gebouwde schepen (van de Dagger, Singa en Todak-klasse, zie tabel: Indonesische marineschepen met Nederlandse wapentechnologie, p. 20). Blijkbaar heeft PT Pal hierbij goede ervaringen opgedaan met de Nederlandse wapenleveranciers.

Onlangs werd het Nederlandse budget voor exportkrediet financiering gericht op Indonesië met een aantal kunstgrepen fors uitgebreid. Met dit middel, voor overheidssteun aan bedijven die op de markt geen krediet kunnen krijgen, kon Thales militaire apparatuur leveren om de genoemde vier korvetten op te waarderen tot oorlogsschepen die hun mannetje staan in een internationaal maritiem conflict.

Het is niet voor niets dat Indonesië een bevoorrechte positie heeft in het Nederlandse wapenexportpromotiebeleid. Indonesië was tot voor kort de enige buitenlandse afnemer van grotere Nederlandse marineschepen (Marokko is daar bij gekomen). Marineschepen behoren tot de duurste wapentypen die bestaan. Ga er daarom maar vanuit dat het masseren van de Indonesische politiek al begonnen is. Mogelijk moet in dit licht ook de uitbreiding van het financieringspakket voor exporten naar Indonesië gezien worden.

Nederland handhaaft zich met dit soort leveringen gemakkelijk bij de grootste tien wapenverkopers in de wereld, met een aandeel van 3% van de wereldhandel in grote wapensystemen. Alleen Rusland, de VS, Frankrijk, Duitsland en the UK doen het meestal 'beter'. In 2007 nam Nederland een vijfde plaats in na: de VS, Rusland, Duitsland en Frankrijk, maar voor het Verenigd Koningkrijk.

dinsdag 11 januari 2011

Wapens of Ontwikkeling


Vijf jaar geleden begon de campagne 'breng wapenhandel onder controle.' Een onderdeel van deze campagne zijn studies naar verschillende aspecten van wapenhandel. In juni 2004 verscheen: 'Wapens of Groei' [Guns or Growth]. Het rapport gaat in op de verbanden tussen ontwikkeling en wapenexporten. Het rapport stelt dat grote en niet-noodzakelijke wapenaankopen ten koste van sociale en economische middelen. Het lijkt me belangrijk genoeg om het nog eens te diepen.

Ontwikkelingslanden kunnen zich de aderlating niet veroorloven, waarbij veel geld wordt besteedt aan dure wapens. Men kan zelfs James Wolfensohn (directeur Wereldbank) citeren die stelt dat er een fundamenteel probleem is in een wereld waar 900 miljard dollar wordt uitgeven voor militairen, 325 miljard aan landbouwsubsidies en slechts 50 á 60 miljard aan ontwikkelingshulp.

Nederland komt in het rapport nauwelijks aan bod. Daar waar het wel wordt genoemd, gebeurd dit vooral in positieve zin. Nederland houdt wel degelijk rekening met de economische capaciteiten in het ontvangende land, zo stellen de schrijvers. Het klopt dat Nederland hiermee precies een keer rekening heeft gehouden bij het afwijzen van een vergunning voor springstoffen om mijnen te ruimen aan Pakistan. Ook over 2003 is er weer een afgewezen naar hetzelfde land, nu betrof het motoren voor F-16's. Het gaat daarbij om relatief kleine levering met nauwelijks een ontwikkelingsaspect.

Wapenexporten naar Chili worden in het rapport uitgebreid behandeld. Er wordt uitgebreid aandacht besteed aan F-16 leveranties van de Verenigde Staten, maar Nederlandse luchtmacht en marine leveringen voor vele honderde miljoenen ontbreken volledig. Terwijl Nederland tot de belangrijkste wapenleveranciers aan Chili gerekend moet worden.

Het rapport is overigens een aanrader voor iedereen die de link tussen ontwikkeling en wapenhandel belangrijk vindt.

Uit: 't Kan Anders, november 2004

andere besprekingen

Passie voor Vrede (5/9/9)
Walgelijk (over oorlogscultuur) (28/3/9)
Botsen tegen een muur (8/3/9)
een klein meisje verweert zich (31/1/9)
Leve de derde generatie (22/12/8)
Onmetelijke rijkdom (17/11/8)
Dood op bestelling (17/10/8)
De beschavingsoorlog (29/9/8) '
Niet iedereen kan stenen gooien (23/9/8)
Europese namen voor de wereld (19/9/8)
Fred Spijkers: eenling in gevecht met de staat (12/9/8)
Toon gerelateerde artikelen

Eerder geplaatst Volkskrantblog 23 oktober 2008