donderdag 13 januari 2011

Wat gebeurd er als Nederland geen toestemming verleent?

In de jaren negentig leverde Nederland twee fregatten aan de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). Voor de verkoop waren ze actief voor de Nederlandse marine. De schepen werden opgelapt door de Vlissingse scheepswef De Schelde, nu onderdeel van het Damen concern en van nieuwe technologie voorzien door Hollandse Signaal Apparaten, nu Thales Nederland.

In totaal koste de handel het staatje aan de Perzische Golf 350 miljoen dollar. Een uitgave die in het niet valt bij wat de VAE dit jaar besteedde op de wapenbeurs in Abu Dhabi, 5 miljard dollar.

De VAE willen nu van de schepen af. “Ze zijn er eigenlijk nooit tevreden over geweest,” schrijft Defense Technology International van april dit jaar. “Ze waren te ingewikkeld om te gebruiken en de benodigde bemanning was te groot, 140 mannen.”

Bovendien - en dat verbaast me -, stelt het blad dat ze niet beschikken over voldoende mogelijkheden op te treden tegen onderzeeërs. Ze werden door Nederland destijds juist met vooral die taak in dienst genomen en het lijkt een kwestie van moderniseren.

“De marine verkoopt ze nu aan een ander land.” Dat is de zin die mij trickerde dit blogje te schrijven. In januari schreef ik over de verkoop van tanks door Chili aan Ecuador (evenals Chili een land met een moeizame relatie met Peru). Ik stelde daarbij wat vragen. O.a. deze:

Heeft Nederland, net als in het geval van de tanks, geregeld dat ze toestemming moet verlenen voor deze verkoop? In dit geval is daar nog meer reden toe, aangezien het om een Nederlands wapensysteem gaat.

Op welke manier wordt het verlenen van toestemming voor deze export aan de Tweede Kamer gemeld? (Voor Nederlandse wapenexport is er een methode om dit te rapporteren, maar voor toestemming niet persé.)

Ook in dit geval zijn die vragen van belang. Het komt niet dagelijks voor dat een in groot in Nederland gebouwd wapensysteem verkocht wordt aan een ander land.

Ik ben benieuwd of en hoe Nederland hier zijn verantwoordelijkheid neemt. In ieder geval moeten we elke leverantie zien als een interpretatie van het Nederlandse wapenexportbeleid, want: “De verkopende partij zal alvorens de overeenkomst tot wederverkoop te sluiten bij Nederland een verzoek om instemming moeten indienen. Een dergelijk verzoek zal worden getoetst aan het Nederlandse wapenexportbeleid.”

Zie ook antwoord op vraag zes Beantwoording kamervragen over de verkoop van schepen van de Kortenaer-klasse aan Pakistan, 13-07-2006