Dit jaar is een document gepubliceerd: ‘Towards a Grand Strategy for an Uncertain World; renewing Transatlantic Partnership’. Het is een tekst geschreven door vijf hoge militairen b.d. Vier generaals en als voorzitter een admiraal. De laatste komt uit Nederland en is voormalig chef-staf van de krijgsmacht Van Breemen. De andere hadden in Duitsland, Engeland, Frankrijk en de VS ook deze hoogste militaire functie. Op 11 september 2001 – kan het mooier -, besloten ze gezamenlijk tijdens een bijeenkomst in Nederland, een werkstuk te maken dat de toekomst van de NAVO als uitgangspunt had. Twaalf keer kwamen ze bij elkaar in Londen of Amsterdam om de tekst samen en met behulp van wetenschappers te bespreken.
Die tekst mag er zijn. Hij is holistisch van aanpak ofwel het gaat om een voorstel tot totale militarisering: “De Westerse wereld en zijn bondgenoten moeten een gezamenlijke strategie overeenkomen die alle voorhanden zijnde middelen zou moeten bevatten, en zich materieel voor moet bereiden op wereldwijde en regionale uitdagingen die we kunnen voorspellen en ook die we niet kunnen voorspellen,” (p. 45).
Als voormalig criticaster van het Soeharto bewind bekroop mij het huiveringwekkende idee met een stelletje Haris Nasutions’ te maken te hebben die voor de NAVO een dwi fungsi doctrine hebben ontworpen. Het bondgenootschap moet niet alleen militair, maar ook sociaal actief zijn, want de risico’s voor de vrije samenleving liggen overal. Het klimaat, de teloorgang van de rationaliteit, globalisering etc. alles vraagt om een antwoord dat deel uitmaakt van de Grand Strategy. De Indonesische Maarschalk op leeftijd Nasution kwam al jaren geleden terug op zijn idee, omdat het misbruikt werd. Vijf krijgshaftige heren uit het Westen doen het nog eens over, maar dan voor de gehele wereld. Hun mandaat daarvoor is de rede en de strijd tegen de redelozen.
Ook als het gaat over wapens nemen de NAVO-pensionarissen geen blad voor de mond. Wie nog dacht dat kernwapens slecht zijn, vergist zich, zelfs in handen van India en Pakistan zijn ze niet per definitie slecht: “The nuclear weapons of India and Pakistan have produced some regional stability, but also a new set of risks and uncertainties” (p. 46). Aan Pakistan worden in het nucleaire kader nog kritische woorden gewijd, India blijft geheel buiten schot. Slecht zijn kernwapens in handen van de tegenstander, zo is de boodschap. Riddereer is allang een edele dood gestorven. De vijand mag zich niet wapenen, maar de good guys, dat is de NAVO en zijn bondgenoten, die moeten daar wel toe in staat zijn. Ze mogen die wapens zelfs gebruiken. “The first use of nuclear weapons must remain in the quiver of escalation as the ultimate instrument to prevent the use of weapons of mass destruction, in order to avoid truly existential dangers” (94).
Zelf slaap ik er gek genoeg ook geen nacht minder om. Vroeger zou ik zijn gaan kladden, plakken, folderen en schrijven. Nu verbaas ik me over het feit dat zoveel militair intellect, gesteund door professoren, niet verder komt dan een propagandafolder vol angstzaaierij en herhalingen, blijkbaar moeten ook de volgelingen van de rationaliteit niet te hoog worden ingeschat; de NAVO-dubbelfunctie met ultieme nucleaire kracht moet er in geslepen worden. Of komt het door het leedvermaak dat ik er zo laconiek onder blijf. Met alle ervaring, kennis, routine en middelen die de NAVO heeft, is ze niet in staat om problemen krachtdadig te lijf te gaan. Een groot aantal landen vertikt het mee te doen aan gevechtsoperaties in Irak en Afghanistan. De eerste de beste dakloze voor de Albert Heijn haalt meer binnen dan Jaap de Hoop Scheffer na zwaar aangezette smeekbedes.
Toch moet je deze propaganda folder wél serieus nemen. Hij is geschreven voor het militaire bondgenootschap dat twee maal zoveel geld aan militairen en wapens spendeert als de rest van de wereld, inclusief de engerts uit Rusland, China, India, Venezuela en Afrika tezamen. Mijn leedvermaak is onverstandig.
Geschreven voor Konfrontatie (2008-02-28) aangepast op 9 december 2008.
Alle onderstrepingen van mijn hand.