En het gaat altijd om belangen. Aan de ene kant de softe politieke overwegingen, zoals ontwikkeling, vrede en mensenrechten en aan de andere kant Staats- en bedrijfsbelangen van economische, militaire, buitenlandspolitieke en bondgenootschappelijke aard. Het ligt voor de hand dat de Staats- en bedrijfsbelangen de doorslag zullen geven. Zeker als het gaat om grote bedragen.
Bij de exportbevorderaars lees ik het volgende: “Het Commissariaat Militaire Productie ondersteunt Nederlandse ondernemingen bij hun exportactiviteiten in het geval van inkomende (buitenlandse) missies alsmede via uitgaande (Nederlandse) overheidsdelegaties, onder meer bij internationale defensievakbeurzen. Een aantal van deze beurzen worden jaarlijks tevens in samenwerking met Defensie en de NL Economische Voorlichtingsdienst (EVD) Internationaal ter plaatse ondersteund.” Binnenkort gaan ze naar Euronaval in Parijs. Lekker zo’n reisje van 25 tot 29 oktober naar de lichtstad.
Kijken wie er na Indonesië en Marokko het volgende land wordt dat grote Nederlandse voor honderden miljoenen euro’s oorlogsschepen gaat kopen, terwijl het zijn middelen beter anders kan besteden.
Die andere ambtenaren, die van exportcontrole, moeten dan o.a. beoordelen of de levering voldoet aan het ontwikkelingscriterium voor wapenexporten: de levering moet passen binnen de sociaal-economische situatie in het ontvangende land; en de verhouding tussen aankoop en veiligheidssituatie en -behoefte moet beoordeeld worden (criterium acht van het wapenexportbeleid). Inderdaad lekker ruim geformuleerd. De slag lijkt ook daarom al op voorhand verloren voor de controleurs. Voor hen is een reisje Brussel al heel wat.
Dit korte bericht is geschreven voor 't Kan Anders